Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Verwijderen van een nier of gedeelte van de nier (Open nefrectomie of een partiële nefrectomie)
Terug naar bovenliggende pagina

Verwijderen van een nier of gedeelte van de nier (Open nefrectomie of een partiële nefrectomie)

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

U wordt binnenkort opgenomen in het Martini Ziekenhuis voor een urologische operatie. In overleg met de uroloog heeft u besloten om een nier of een gedeelte van een nier te laten verwijderen. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Zo kan het zijn dat uw nier niet meer werkt of dat er een tumor in de nier zit.
Als de tumor zich tot de nier beperkt, kunt u meestal genezen door de nier operatief te laten weghalen. Als het kan, probeert de uroloog de tumor te verwijderen door een gedeelte van de nier weg te halen in plaats van de hele nier. Dit is een iets grotere operatie, maar uw nier blijft zo een deel van zijn functie behouden.
De informatie in deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw uroloog of de behandelend arts.

ERAS-programma

U doet mee aan het ERAS-programma bij urologische operaties. ERAS staat voor Enhanced Recovery After Surgery (Versneld beter worden na een operatie). ERAS is een methode om patiënten sneller te laten herstellen na een (urologische) operatie. Het programma maakt de kans op complicaties een stuk kleiner.

De nieren

De nieren zijn boonvormige organen die achter de buikholte liggen. Als een soort filter verwijderen de nieren afvalstoffen en vocht uit het bloed. De afvalstoffen en het vocht vormen samen uw urine. De urine vloeit via de urineleiders vanuit het nierbekken naar de blaas. Als 1 van uw nieren wordt weggehaald, kan de andere nier in principe de nierfunctie overnemen. Dit kan zonder schadelijke gevolgen voor uw lichaam.

Voor de operatie

Vóór de operatie gaat u naar het spreekuur op de polikliniek Urologie. Op dit spreekuur praat u met een uroloog, een uroloog in opleiding of een afdelingsarts. De arts bespreekt met u de operatie, de mogelijke complicaties en hoe lang u in het ziekenhuis moet blijven.
U krijgt ook een koolhydraatrijke drank (PreOp) mee naar huis. Meer over PreOp leest u in de folder Preoperatief spreekuur en anesthe­sie. Als u diabetes hebt, krijgt u geen PreOp mee.

Preoperatief spreekuur

Een paar weken voor de operatie krijgt u 2 keer een uitnodiging voor een telefonisch consult op het preoperatieve spreekuur. U belt dan met een apothekersassistent, een anesthesioloog of anesthesiemedewerker en de intakeverpleegkundige. Als u diabetes heeft, dan spreekt u ook de verpleegkundig diabetesspecialist.
Vóór uw afspraak vult u een digitale vragenlijst in. Deze preoperatieve vragenlijst vindt u in het patiëntenportaal. Alle informatie over het preoperatieve spreekuur en anesthesie leest u in de folder Preoperatief spreekuur en anesthe­sie. In de folder Uw opname leest u meer over een operatie en een verblijf in het ziekenhuis. De datum en tijd van uw operatie krijgt u van de Opnameplanning.

Nuchter zijn

U moet nuchter zijn voor de operatie. Dit betekent dat u voor de operatie niet al­les mag eten en drinken. Wat u wel en niet mag eten, leest u in de folder Preoperatief spreekuur en anesthe­sie.

De operatie

De operatie vindt plaats onder algehele narcose. U wordt door de uroloog geopereerd met de Da Vinci Xi Robot. Dit is een kijkoperatie. De operatierobot heeft een speciale camera om in de buikholte te kijken. De uroloog stuurt de robotarmen aan.
Tijdens de operatie kan een volledige nier (radicale nefrectomie) of een gedeelte van een nier (partiële nefrectomie) worden verwijderd. U hoort vóór de operatie welke operatie u krijgt.

Voordelen van een kijkoperatie

Een kijkoperatie heeft verschillende voordelen, ten opzichte van een open operatie:

  • De arts heeft tijdens de ingreep een goed overzicht. Dit leidt tot minder bloedverlies.
  • U heeft kleinere wondjes op een minder vervelende plek, waardoor u minder pijn heeft na de operatie.
  • Door de kleinere wondjes heeft u minder kans op een littekenbreuk.
  • U herstelt sneller na de operatie. Daardoor hoeft u minder lang opgenomen te worden.
  • Na een kijkoperatie kunt u de volgende dag vaak al naar huis. Na een open operatie duurt dat vaak een paar dagen langer.

Open operatie

Een kijkoperatie is niet altijd mogelijk.  De tumor kan bijvoorbeeld te groot zijn of er zitten veel verklevingen in de buik door eerdere operaties. Ook kunnen de nier of de bloedvaten anders liggen, waardoor deze met een kijkoperatie niet goed in beeld te krijgen zijn. Als dat zo is, wordt u geopereerd via een dwarse snee onder de ribbenboog in uw buik.

Na de operatie

Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer van de operatieafdeling. Hier houden artsen en verpleegkundigen u goed in de gaten. Zij controleren onder andere uw hartslag en bloeddruk. U krijgt pijnstillers en medicatie tegen de misselijkheid.
Uw contactpersoon wordt gebeld dat de operatie is afgelopen. Op de uitslaapkamer mag u geen bezoek ontvangen. U mag een beetje drinken of een waterijsje proberen.
Na een tijdje wordt u even op de rand van uw bed geholpen. Dit stimuleert het lichaam om te herstellen. Dan wordt het infuus stilgezet. Dit betekent dat u geen vocht meer krijgt via het infuusnaaldje en dat u zelf weer moet gaan drinken. Na een paar uur wordt u weer opgehaald en naar de verpleegafdeling gebracht. Dan gaat u terug naar uw kamer.

Blaaskatheter

Na de operatie heeft u een katheter in uw blaas. Deze mag er vaak op de uitslaapkamer alweer uit.

Terug op de afdeling

De verpleegkundige neemt contact op met uw contactpersoon zodra u terug bent op de verpleegafdeling. De verpleegkundige controleert regelmatig uw hartslag, bloeddruk, lichaamstemperatuur en uw wond.

Bewegen

Bij terugkomst op de afdeling gaat u meteen op een stoel zitten. Als u rechtop zit kunt u beter ademhalen, hierdoor voorkomt u luchtweginfecties. Het is de bedoeling dat u minimaal 2 uur uit bed komt. Bewegen is niet alleen belangrijk om trombose te voorkomen, maar ook om verlies van spierkracht tegen te gaan. Ook helpt beweging na de operatie om de darmen weer op gang te brengen.

Eten en drinken

U mag na de operatie meteen beginnen met drinken. Begin dan eerst met een glas water, thee of met een waterijsje. Als u niet misselijk wordt, mag u wat meer eten en drinken. De verpleegkundige en de voedingsassistent helpen u hierbij.
Op de dag van de operatie is het goed als u 4 tot 6 glazen drinkt. U krijgt op die dag ook medicijnen tegen misselijkheid. Die medicijnen krijgt u ook de dagen erna. Blijft u toch misselijk? Vertel dit aan de verpleegkundige. U kunt dan extra medicijnen krijgen.
Kauwgom is de eerste dagen goed voor u, omdat kauwen goed is voor uw maagdarmkanaal.

Pijnbestrijding

U krijgt pijnbestrijding via tabletten of een injectie. Als u pijn blijft houden, kunt u dat de verpleegkundige vertellen. U krijgt eerst 4 keer per dag Paracetamol. U kunt afspreken met de verpleegkundige dat u andere medicijnen krijgt. Als u bijna geen pijn meer heeft, stopt u  daar als eerste mee.
De verpleegkundige vraagt tijdens de opname een paar keer per dag hoeveel pijn u heeft. Dat noemen we de pijnscore. U geeft uw pijn aan met een cijfer tussen 0 en 10. U geeft een 0 wanneer u helemaal geen pijn heeft en een 10 wanneer u de ergste pijn heeft die u zich voor kunt stellen.

De dagen na de operatie

Op de eerste dag na de operatie komt een uroloog of de afdelingsarts bij u langs. Als u vragen heeft kunt u die dan stellen. De arts bespreekt dan ook met u wanneer u weer naar huis mag. Meestal kan dat de dag na de kijkoperatie. Na een open operatie blijft u meestal een paar dagen langer.
Bezoek kan vermoeiend voor u zijn. Daarom is het niet toegestaan om meer dan 2 bezoekers tegelijk te ontvangen. Het is goed om uw contactpersoon het bezoek te laten regelen.

Bewegen

U bent minimaal 6 tot 8 uur per dag uit bed. Dit mag u over de dag verdelen. Zo herstelt u sneller en de kans op complicaties wordt veel kleiner.

Eten en drinken

U drinkt per dag minimaal 10 glazen. Probeer te variëren en niet alleen maar water of thee te drinken. Drinken is nodig om het lichaam voldoende vocht te geven, zodat het herstel zo goed mogelijk verloopt. Ook worden de darmen gestimuleerd om weer op gang te komen.
Als u eet, eet dan vaak kleine beetjes, verspreid over de dag. Dat is beter dan bijvoorbeeld 3 keer een grotere maaltijd.

Stoelgang

Het kan vaak een paar dagen duren voor uw stoelgang op gang komt. U krijgt elke dag medicijnen om uw stoelgang te verbeteren of te stimuleren. Als u windjes laat en darmkrampen voelt, dan betekent het dat uw darmen weer aan het werk zijn. Door veel te wandelen en vaak uit bed te zijn, laat u uw darmen weer sneller werken. U krijgt laxeermiddelen mee naar huis die u kunt gebruiken tot uw ontlasting goed op gang is.

Weer naar huis

U mag naar huis als:

  • U voldoende kunt eten.
  • U zelfstandig kunt lopen.
  • U windjes laat. Ontlasting krijgen hoeft niet in het ziekenhuis, thuis wil dit vaak beter.
  • Uw lichaamstemperatuur onder de 38°C is.

Wanneer u naar huis mag, hangt af van hoe snel u herstelt. Dit is soms 1 dag na de operatie  tot meerdere dagen na de operatie. De uroloog of zaalarts beslist of u naar huis mag.
De verpleegkundige vraagt of u thuis zorg nodig heeft en kan dat voor u regelen. Als u naar huis mag, krijgt u een afspraak mee voor het spreekuur van de uroloog.

Complicaties

Na de operatie kunnen er complicaties ontstaan.

  • U kunt een nabloeding, wondinfectie, trombose, longontsteking of littekenbreuk krijgen
  • Er kan schade optreden aan andere organen zoals darmletsel, vaatletsel of bijvoorbeeld een klaplong. Dit gebeurt bijna nooit.
  • Vlak na de operatie kunt u door prikkeling van het koolzuurgas schouderpijn hebben. Dit verdwijnt vanzelf weer.
  • Als u wat ouder bent, bestaat een kans op acute verwardheid, ook wel delier genoemd. Vóór uw opname wordt gekeken of u dit risico loopt Als dat nodig is, krijgt u dan medicijnen.
  • Soms komt de ontlasting na de operatie moeilijk op gang.

Als u tijdens de opname last krijgt van complicaties, is het mogelijk dat u langer in het ziekenhuis moet blijven.

Weefselonderzoek

Het weefsel dat tijdens de operatie is verwijderd, wordt onderzocht in het laboratorium. Uw arts of uw uroloog vertelt u de uitslag hiervan ongeveer een week na de operatie via een telefonische of poliklinische afspraak.

Thuis herstellen

Als u eenmaal thuis bent, is het voor uw herstel belangrijk dat u actief blijft. In het algemeen geldt dat wat u kunt, ook mag. Forceer niets en luister goed naar uw lichaam. De duur van de periode voordat iemand zich hersteld voelt, is bij iedereen weer anders.

  • Na de operatie mag u in ieder geval 6 weken niet zwaar tillen of ander zwaar lichamelijk werk doen.
  • Drink minimaal 2 liter per dag.
  • Geen alcohol gebruiken de eerste 6 weken.
  • Het kan zijn dat uw eetlust nog niet goed is. Probeer dan een paar keer per dag kleine porties te eten en drink regelmatig.
  • U mag alles eten en drinken. Het kan zijn dat bepaald eten nog niet goed bevalt of smaakt. Dit komt op een later tijdstip weer terug.
  • Heeft u tijdens de opname adviezen gekregen van een diëtist, dan kunt u die adviezen ook thuis opvolgen.
  • Zorg voor een regelmatige ontlasting door voldoende vezelrijke voeding te eten. U krijgt magnesiumoxide mee naar huis. Als uw ontlasting hiermee niet op gang komt, kunt u uw huisarts raadplegen.
  • U kunt gewoon douchen met zeep, ook als de wondjes nog open zijn. Een beetje zeep in de wond kan geen kwaad. Spoel de wond af met lauw water en dep deze droog. U mag de eerste 3 weken niet in bad.
  • Soms lekt er wondvocht uit de wondjes. Dat is niet erg en stopt vanzelf. Als u vaak het verband moet wisselen, is het goed om contact op te nemen met de polikliniek Urologie.
  • Na 10 dagen mogen de hechtingen eruit. Hiervoor kunt u een afspraak maken met de huisarts. Soms lossen de hechtingen vanzelf op.
  • Pijnstillers (paracetamol) mag u gebruiken zolang u dit nodig hebt. Paracetamol is een zelfzorgmedicijn. U krijgt hiervoor geen recept. U kunt paracetamol kopen bij een drogist of apotheek.
  • Gebruik geen NSAID-pijnstillers (zoals Diclofenac of Ibuprofen), behalve als uw arts dat voorschrijft.
  • Beoefen liever geen contactsporten zoals judo, karate of boksen. Het risico op beschadiging van uw overgebleven nier is te groot.

Contact

2 tot 3 dagen nadat u naar huis bent gegaan belt een verpleegkundige van de afdeling u om te vragen hoe het met u gaat. Zelf kunt u de eerste 48 uur contact opnemen met de afdeling Urologie als u klachten of vragen hebt. Na 48 uur neemt u contact op met uw huisarts.

Wanneer moet u contact opnemen?

U neemt contact op bij de volgende problemen:

  • Koorts boven de 38,5°C.
  • Ernstige rugpijn.
  • Hevig stekende buikpijn.
  • Een lekkage in uw wond die er ineens is.
  • De hele tijd misselijk zijn met veel braken.
  • Een wondinfectie (de huid rondom de wond is rood, warm en gezwollen).
  • Als u helemaal niet meer kunt plassen.

Versie: 20180041 06-2023 Verwijderen van een nier of gedeelte van de nier

Specialisme: Urologie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.