VATS/Thoracotomie
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
Om u voor te bereiden op uw longoperatie in de borstholte krijgt u informatie over de voorbereiding op de operatie, de operatie zelf en over de periode na de operatie. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts.
U heeft een operatie in de borstholte nodig, omdat u een van de volgende problemen heeft:
- Een blijvende pneumothorax (klaplong).
- Een onbegrepen afwijking.
- Een hardnekkig ontstekingsproces.
- Een goedaardige afwijking.
- Een uitzaaiing in de long van een ander soort kanker.
Behandelmogelijkheden
Een longoperatie is een heftige behandeling. Voordat u geopereerd wordt aan uw longen, kijkt de behandelend arts eerst goed naar:
- Uw conditie.
- De verwachte resterende longfunctie na de operatie.
- De mogelijkheid om het nodige weefsel te verwijderen.
- De vraag of de behandeling zinvol is.
De volgende behandelingen zijn mogelijk:
- Bij een biopsie wordt weefsel afgenomen om een diagnose te stellen of om te zien hoever de aandoening al is ontwikkeld.
- Bij een wigexcisie of segmentresectie wordt een deel van een longkwab verwijderd.
- Bij een bilobectomie worden één of meerdere longkwabben verwijderd.
- Bij een pneumectomie wordt een hele long verwijderd.
- Bij een pleurectomie wordt een deel van het longvlies verwijderd.
- Bij een bullectomie worden één of meer longblaasjes verwijderd.
Soorten operatie
Er zijn twee soorten operaties. De operatie die u krijgt hangt af van de reden van uw operatie:
- VATS (Video Assisted Thoracoscopic Surgery) is een kijkoperatie waarbij de chirurg 3 of 4 kleine sneetjes maakt van ongeveer 3 centimeter en 1 snee van ongeveer 7 centimeter in de borstkas. Daarna krijgt u een videocamera en operatie-instrumenten ingebracht. Hierbij kan een gedeelte van de long verwijderd worden.
- Thoracotomie is een operatie om de borstkas te openen via 1 grote snee.
Voor de operatie
Vóór de operatie bezoekt u het spreekuur van de behandelend arts, de anesthesioloog en de verpleegkundig casemanager.
Behandelend arts
De behandelend arts legt u uit wat er tijdens de operatie gaat gebeuren. U krijgt te horen hoe lang de operatie gaat duren. Er zijn complicaties mogelijk en die worden met u en uw naasten besproken. Als u vragen heeft, kunt u die tijdens het gesprek stellen.
Anesthesioloog
De anesthesioloog bespreekt met u welke vorm van narcose het beste bij u en de operatie past. Ook krijgt u van de anesthesioloog advies over uw medicijngebruik. Meer informatie leest u in de folder Anesthesie en preoperatief spreekuur.
Verpleegkundig casemanager
De verpleegkundig casemanager is uw vaste aanspreekpunt en geeft u informatie over de opname en uw herstelperiode. Tijdens dit gesprek stelt de verpleegkundig casemanager u vragen over uw leefgewoonten en uw thuissituatie. Zo krijgt u precies de zorg die u nodig heeft. Ook krijgt u informatie over uw verblijf in het ziekenhuis.
Adviezen vóór de operatie
Bewegen
U wordt geadviseerd om voor de operatie extra te bewegen of oefeningen te doen. De fysiotherapeut kijkt samen met u welke oefeningen voor u geschikt zijn. Zo heeft u minder risico op complicaties na de operatie. Ook hoeft u minder lang in het ziekenhuis te blijven.
Stoppen met roken en het gebruik van alcohol
Uit onderzoek blijkt dat het gebruik van alcohol en nicotine invloed heeft op het krijgen van complicaties zoals:
- Complicaties van de longen.
- Bloedingen tijdens de operatie en tijdens het herstel.
- Slechtere wondgenezing.
- Acute verwardheid (delirium).
Als u voor de operatie stopt met roken en het drinken van alcohol, dan heeft u minder kans op complicaties. Ook verbetert u uw conditie en herstelt u sneller na de operatie.
Stoppen met roken is niet voor iedereen even makkelijk. Als u stopt met roken of drinken, kunt u last krijgen van ontwenningsverschijnselen. De rookstopconsulenten van de polikliniek Longziekten kunnen u hierbij helpen. Als u hier last van heeft, bieden wij u hulp om de klachten te verminderen. Bespreek dit met uw verpleegkundig casemanager of met uw huisarts.
De opname
Voor de longoperatie wordt u opgenomen op de afdeling Longziekten (1D). Omdat u in het ziekenhuis blijft, neemt u het volgende mee:
- Gemakkelijk zittende kleding.
- Goed passende schoenen.
- Uw zorgpas en een geldig legitimatiebewijs.
- Als u medicijnen gebruikt, neemt u die ook mee. Het liefst in originele verpakking.
De dag van opname
U wordt meestal op de dag van operatie opgenomen. U meldt zich bij de receptie in de centrale hal van het ziekenhuis. Dan wordt u naar de afdeling 1D gebracht.
In de week voor opname krijgt u een paar onderzoeken. Deze onderzoeken zijn nodig om uw operatie goed voor te bereiden:
- Een lichamelijk onderzoek door de zaalarts.
- Een hartfilmpje (ECG).
- Een röntgenfoto van de borstkas (X-thorax).
- Controle van de bloedwaarden en bepaling van de bloedgroep.
Preoperatief nuchterbeleid
Op de dag dat u geopereerd wordt, moet u nuchter zijn volgens de 6-2-regel. Dit betekent dat u niet alles mag eten en drinken vóór de operatie. De 6-2-regel is een schema:
- Tot 6 uur voor de operatie mag u normaal vast en vloeibaar voedsel eten en drinken.
- Tot 2 uur voor de operatie mag u alleen heldere vloeistoffen zonder prik drinken.
- Tot 2 uur voor de operatie krijgt u 2 flesjes met koolhydratendrank (400 ml). Deze drank draagt bij aan uw herstel na de operatie. Het vermindert bijvoorbeeld de kans op misselijkheid.
Het is belangrijk dat u zich aan deze voorschriften houdt. Zo voorkomt u problemen bij de narcose.
De dag van de operatie
Op de dag van de operatie krijgt u operatiekleding aan. Als u een gebitsprothese heeft of een hoortoestel draagt, dan doet u die uit. U draagt ook geen bril of contactlenzen tijdens de operatie. Sieraden, piercings, bodylotion, nagellak en make-up zijn niet toegestaan.
Het kan zijn dat u na de operatie op de intensive care (IC) moet worden opgenomen. Dan kan uw operatie alleen plaatsvinden als er een IC-bed beschikbaar is. Als er geen IC-bed meer beschikbaar is, wordt de operatie naar een ander tijdstip verplaatst of uitgesteld.
De operatie
Uw behandelend arts opent uw borstkas en bekijkt hoe groot de aandoening bij u is. Ook wordt er gekeken waar de aandoening zich in de longen bevindt, ten opzichte van de bloedvaten en luchtpijpvertakkingen.
Dan begint de behandelend arts met de kijkoperatie. Als het nodig is om bijvoorbeeld het longweefsel beter te kunnen zien, kan de arts besluiten om tijdens de operatie een iets grotere snee te maken.
Als de wond na de kijkoperatie wordt dichtgemaakt, kan de behandelend arts een slangetje (een drain) in de borstholte achterlaten. De drain voert wondvocht en lucht af. De long kan zich zo goed ontplooien. Als de operatie voorbij is, belt de behandelend arts uw contactpersoon om te informeren hoe de operatie is verlopen.
Mogelijke complicaties
Zoals bij elke operatie bestaat ook bij een longoperatie kans op complicaties. Voorbeelden van complicaties zijn nabloeding, wondinfectie, longontsteking of trombose. Een complicatie die vooral bij een longoperatie kan voorkomen, is langdurig luchtlekkage. Dit kan ontstaan als de long zich traag ontplooit.
Een andere complicatie is een tijdelijke verandering van het hartritme. Dit is met medicijnen goed te behandelen. Uw longarts of longchirurg bespreekt de kans op complicaties met u.
Na de operatie
Na de operatie mag u naar de medium care of de uitslaapkamer. Daar bent u verbonden aan bewakingsapparatuur, waarmee uw hartslag, bloeddruk, temperatuur en ademhaling worden gecontroleerd.
Pijnstilling
Via een kapje of slangetje krijgt u zuurstof toegediend. U heeft ook een infuus waardoor u vocht krijgt. De anesthesioloog bepaalt welke pijnstilling u na de operatie krijgt. Dit zijn meestal tabletten, soms krijgt u een epiduraal katheter (een slangetje in de rug) waardoor u pijnstillende middelen krijgt. Dit slangetje blijft meestal een paar dagen zitten. Als alles goed gaat, mag u na de operatie terug naar de verpleegafdeling. De slangen en apparatuur worden verwijderd als dat kan.
Het is belangrijk dat u altijd zelf vertelt of u pijn heeft en hoe erg de pijn is. Uw pijn wordt bijgehouden met een pijnscore.
Beweging
Voor een goed herstel na de operatie is het belangrijk dat u genoeg beweegt. Op de dag van de operatie komt u 2 uur uit bed. De dagen daarna bent u minimaal 8 uur per dag uit bed. De fysiotherapeut begeleidt u voor en na de operatie met bewegen, uw ademhaling, houding en het ophoesten van slijm.
Uitslag van het weefselonderzoek
Tijdens de operatie wordt een beetje van uw longweefsel verwijderd. Dit weefsel gaat naar het laboratorium voor onderzoek. Dit onderzoek duurt ongeveer 5 tot 7 werkdagen. Als de uitslag bekend is, bespreekt de longarts die met u. Als u al thuis bent, wordt er een afspraak met u gemaakt om de uitslag te bespreken met de longarts op de polikliniek. Als er een vervolgbehandeling nodig is, wordt dat ook met u besproken.
Naar huis
Uw behandelend arts beslist of u naar huis mag. Soms is dit al heel snel. De verpleegkundige vraagt u altijd of u thuiszorg nodig heeft. Als dat zo is, dan starten we daarvoor een procedure.
Bij uw ontslag uit het ziekenhuis ontvangt u de volgende papieren van de verpleegkundige:
- Een brief voor de huisarts.
- Een medicijnoverzicht.
- Een controleafspraak op de polikliniek bij de longarts of uw behandelend arts.
- Overdracht voor de thuiszorg als u verpleging of verzorging nodig heeft.
Controle
Na een aantal weken krijgt u een controleafspraak bij de longarts. Als er vóór die afspraak problemen zijn, dan neemt u meteen contact op met uw huisarts of het ziekenhuis:
- Bij hevige pijnklachten, waarbij uw pijnstillers niet helpen.
- Benauwdheid die steeds erger wordt.
- Een temperatuur van 38,5 graden of hoger, die niet omlaag gaat.
- Uw wond geneest niet goed en er is op de plaats van de wond een zwelling, bloeding of pus.
Adviezen voor thuis
Hieronder leest u een paar nuttige adviezen. Deze adviezen helpen u om thuis de draad weer op te pakken. Het is belangrijk om altijd te luisteren naar uw eigen lichaam. U rust uit op momenten dat uw lichaam daarom vraagt.
Wat u wel of niet kunt na de operatie hangt sterk af van:
- Wat uw longen voor de operatie konden.
- De hoeveelheid overgebleven longweefsel.
- Het herstelproces na de operatie.
Lichamelijke inspanning
Het is belangrijk dat u de arm en schouder aan de geopereerde kant goed beweegt. De fysiotherapeut vertelt u hierover tijdens uw opname in het ziekenhuis.
Zorg dat u de hele dag door in beweging blijft. Bijvoorbeeld door te wandelen of (vanaf 2 weken na de operatie) te fietsen. Rust ook genoeg uit.
Bewegen
Doe niet teveel en luister goed naar uw lichaam. Uw conditie wordt steeds een beetje beter. Flinke inspanningen zoals zwaar tillen en intensief bewegen kunt u 6 tot 8 weken na de operatie beter niet doen. Herstelt u minder goed dan verwacht? Laat dit dan weten aan de verpleegkundig casemanager.
Huishoudelijk werk
De eerste weken na de operatie kunt u nog niet alles in en om het huis doen. Voor het zware werk, zoals ramen wassen en stofzuigen, kunt u beter iemand anders vragen. Het is vaak mogelijk om hiervoor hulp te regelen via de thuiszorg in uw gemeente.
Weer aan het werk
Wanneer u weer met werken kunt beginnen, verschilt per persoon. Overleg dit met de longarts. De bedrijfsarts begeleidt u bij de terugkeer naar uw werk. Daarom is het belangrijk dat uw werkgever op de hoogte is van uw aandoening of behandeling. Afspraken over uw werk verlopen soepeler als u uw werkgever op tijd over uw operatie hebt verteld.
Seksualiteit
Een longoperatie hoeft geen belemmering te zijn voor geslachtsgemeenschap. Door de operatie kan uw behoefte aan seksueel contact een paar weken wat minder zijn. Dat het vrijen niet meteen verloopt zoals u het gewend was, is na een operatie heel normaal.
Vakantie, vervoer en sporten
Wilt u met vakantie? Overleg dan met uw longarts of het al verantwoord is om te reizen. De eerste 6 weken na de operatie mag u niet vliegen, vanwege de overdruk in het vliegtuig.
Autorijden en fietsen
Het is de eerste 2 weken na ontslag niet verantwoord om auto te rijden of te fietsen. Door de narcose kunt u concentratieproblemen krijgen. Ook heeft het gebruik van bepaalde pijnstillers mogelijk invloed op uw concentratie.
De autogordel kan ook pijn veroorzaken en ervoor zorgen dat uw wond langzamer herstelt. Bij het fietsen hebben mensen soms moeite met het vinden van een goede balans. Overleg met uw longarts wanneer u weer kunt deelnemen aan het verkeer.
Sport
Overleg met uw longarts welke sportbeoefening u nog kunt doen en wanneer u daarmee mag starten.
Lichamelijke verzorging
Na de operatie heeft u een operatiewond of een aantal kleine wondjes van de kijkoperatie. De operatiewond kan op verschillende manieren worden gehecht. Bijvoorbeeld met oplosbare hechtingen, met gewone hechtingen of met nietjes (agraves). Het is niet nodig om de oplosbare hechtingen te verwijderen. Uw huisarts kan de gewone hechtingen of nietjes 10 dagen na de operatie verwijderen. U kunt hiervoor zelf een afspraak met uw huisarts maken.
Het kan zijn dat de wond eerst nog een beetje dik is. Dit kan een tijd zo blijven, maar gaat vanzelf over.
Pijnbestrijding
Voor een snelle genezing is een goede pijnbestrijding heel belangrijk. De borstwand aan de kant van de operatie kan een aantal maanden pijnlijk of gevoelig blijven. U krijgt tips en recepten mee voor het gebruik van pijnstillers. Als de pijn erger wordt, neem dan contact op met uw huisarts of het ziekenhuis.
Emoties
De ene dag zal het herstel wat beter gaan dan de andere. U moet vooral geduld hebben. Het is normaal dat er wat spanningen en emoties zijn. Probeer uw gevoel niet op te kroppen, maar bespreek dit met uw naasten, de verpleegkundige of uw casemanager. Als u wilt, kunt u spreken met een maatschappelijk werker of geestelijk verzorger.
Versie: 20160006 06-2023 VATS/Thoracotomie