Transurethrale resectie van de prostaat - TURP
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
Deze folder informeert u over prostaatproblemen en over onderzoek en behandeling daarvan. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts.
Wat is een prostaat?
Een prostaat is een klier die ongeveer zo groot is als een kastanje. De klier weegt ongeveer 10 gram en bestaat uit 3 kwabben. Hij bevindt zich onder de urineblaas, rondom de plasbuis. De plasbuis loopt van de blaas tot aan het uiteinde van de penis. De prostaat produceert een vloeistof die bij de zaadlozing samen met de zaadcellen naar buiten komt (sperma).
Hoe ontstaan klachten?
De plasbuis loopt door de prostaat. Als uw prostaat groter wordt, kan die de plasbuis langzaam dichtdrukken. U merkt dan dat het plassen moeilijker gaat en u kan één of meer van de volgende klachten krijgen:
- De urinestraal is minder krachtig en wordt soms onderbroken.
- Niet goed kunnen beginnen met plassen.
- Meer aandrang en steeds opnieuw moeten plassen.
- Vaker kleine beetjes plassen met weinig urine per keer.
- Nadruppelen en ongewenst urineverlies.
- Vaak ‘s nachts moeten plassen.
- Een branderig gevoel bij het plassen.
Meest voorkomende prostaatproblemen
Bij prostaatproblemen gaat het meestal om een prostaatvergroting. De prostaat is klein bij jonge volwassen mannen en wordt langzaam groter als iemand ouder wordt. Vanaf ongeveer het vijftigste jaar kan de prostaat zo groot zijn dat er klachten ontstaan. De oorzaak is niet precies bekend. Het kan zijn dat de vergroting te maken heeft met hormonale veranderingen.
De prostaat groeit zowel naar buiten als naar binnen. Daardoor sluit die steeds strakker om de plasbuis. Wanneer de plasbuis nauwer wordt, kunt u problemen krijgen met het plassen. Uw blaasspier moet dan harder werken om de plas door de vernauwde plasbuis naar buiten te persen. Door deze extra inspanning wordt de blaaswand verzwakt of soms uitgerekt. Na een tijdje slaagt de blaas er niet meer in alle plas naar buiten te drijven, en blijft er plas achter in de blaas. Zonder behandeling kan er dan een blaasontsteking ontstaan. Ook kan het dat de blaasspier dan niet meer goed functioneert. Dan kunt u problemen krijgen met uw nieren.
Onderzoeken
Om de juiste diagnose te kunnen stellen, krijgt u één of meer onderzoeken:
Rectaal toucher
Bij een onderzoek naar uw gezondheid wordt altijd een rectaal toucher gedaan. Bij een rectaal toucher gaat de uroloog met een gladde handschoen bij u via de anus in uw endeldarm. Zo kan de uroloog de grootte, de vorm, de stevigheid en de oppervlakte van de prostaat beoordelen. Het is een eenvoudig onderzoek dat niet lang duurt. Het is niet pijnlijk maar kan wel vervelend zijn.
Straalmeting
Straalmeting wordt ook wel flowmetrie genoemd. De flowmeter is een apparaatje dat de kracht van uw urinestraal meet. Het onderzoek duurt een paar minuten. U hoeft alleen maar in een computer-toilet te plassen. Dit gebeurt in een aparte ruimte. De meting en registratie van uw urinestraal gebeurt automatisch.
Bloed- en urineonderzoek
Uw bloed en urine worden onderzocht om te zien hoe uw algemene gezondheidstoestand is. Er wordt vooral gekeken naar hoe goed uw nieren zijn. Ook kan uw bloed worden onderzocht op stoffen die vaak voorkomen bij prostaatafwijkingen.
Echografie
Een echografie is een onderzoek waarbij een orgaan wordt bekeken. Dat gebeurt met geluidsgolven. Echografie kan uitwendig en inwendig gebeuren. Bij een uitwendige echografie maakt de arts via de buikwand de nieren en de blaas zichtbaar. Dan kan ook worden bekeken of er plas in de blaas achterblijft nadat u geplast heeft. Bij een inwendige echografie bekijkt de arts uw prostaat via de anus en de endeldarm. Dan kijkt de arts bijvoorbeeld naar de grootte en de vorm, en of er misschien afwijkingen zijn. Een echografie duurt ongeveer 15 minuten.
Cystoscopie
Een cystoscopie is een inwendig onderzoek van uw plasbuis, blaas en prostaat. Een dun en flexibel buisje, de cystoscoop, wordt door de plasbuis in de penis naar binnen gebracht. Om dit soepel te laten verlopen gebruikt de arts een glijmiddel.
De cystoscoop heeft een cameraatje en verlichting, zodat de uroloog in de plasbuis naar de prostaat en in de blaas kan kijken. Door de cystoscoop wordt ook vloeistof naar binnen gebracht. Daarmee wordt de blaas gevuld zodat de uroloog alles goed kan zien. Na het onderzoek kunt u last hebben van het gevoel dat u nodig moet plassen. Dat gevoel verdwijnt vanzelf na een paar uur. Een cystoscopie duurt ongeveer 15 minuten.
Voorbereiding op de operatie
U moet nuchter zijn voor de operatie. Dit betekent dat u voor de operatie niet alles mag eten en drinken. Meer hierover leest u in de folder .
Op de dag van de operatie neemt u ’s ochtends vóór u naar het ziekenhuis komt de medicijnen waarvan de anesthesioloog heeft aangegeven dat u ze mag blijven gebruiken. U kunt deze medicijnen innemen met een slokje water. Soms overlegt de anesthesioloog met u dat u een dag eerder opgenomen moet worden. Op de afdeling krijgt u van de verpleegkundige informatie over de operatie en hoe alles gaat op de afdeling.
U krijgt voor de operatie een operatiehemd aan. U doet uw sieraden en piercings af. Als u een gebitsprothese heeft, doet u die uit. U blijft in bed. Als dat nodig is, krijgt u pijnstillende tabletten voor de operatie.
Verloop van de operatie (TURP)
Een prostaatvergroting kan via een operatie worden verholpen. Deze behandeling heet een transurethrale resectie van de prostaat (TURP). Transurethraal betekent door de plasbuis. Resectie betekent: weghalen.
Bij een TURP-operatie brengt de uroloog een instrument in uw plasbuis. Dit instrument heet een resectoscoop. Met deze resectoscoop kan de uroloog in de plasbuis kijken, net als met een cystoscoop. Omdat aan de resectoscoop een metalen lusje zit dat warm kan worden, kan de uroloog er ook mee opereren.
Het prostaatweefsel wordt zo stukje voor stukje weggesneden. Alleen het weefsel dat de plasbuis dichtdrukt, wordt weggehaald. De stukjes die worden weggehaald, worden afgevoerd met een vloeistof die door de resectoscoop stroomt. De operatie duurt meestal 1 uur.
Na de operatie
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Uw contactpersoon wordt gebeld dat de operatie is afgelopen. Op de uitslaapkamer wordt uw bloeddruk en hartslag gecontroleerd. U heeft een infuus in uw arm, waardoor u vocht krijgt. U heeft ook een spoelkatheter in uw plasbuis. De vloeistof die door de katheter loopt spoelt het operatiegebied schoon. De urine wordt via dezelfde katheter afgevoerd en opgevangen in een opvangzak. De urine kan eerst verkleurd of bloederig zijn. De katheter zit met een ballon in uw blaas en kan er dus niet zomaar uitgaan.
U blijft een paar uur op de uitslaapkamer. Daar kunt u geen bezoek ontvangen. Een verpleegkundige brengt u daarna terug naar de afdeling.
Om trombose (verstopping van een bloedvat) te voorkomen, krijgt u de avond na de operatie een injectie. Deze injectie krijgt u de volgende dagen ook. Voor de operatie krijgt u ook nog antibiotica.
Terug op de afdeling
Als u terug bent op uw kamer, mag u weer eten en drinken. Het is belangrijk dat u extra drinkt. De dag na de operatie neemt een medewerker van het laboratorium bloed bij u af. Daarmee wordt gecontroleerd of u veel bloed heeft verloren tijdens en na de operatie.
Het infuus kan verwijderd worden als:
- De uitslag van het bloedonderzoek goed is.
- U niet misselijk bent.
- U zonder problemen extra kunt drinken.
De katheter blijft 1 à 2 dagen zitten, afhankelijk van de kleur van uw plas. Als de katheter verwijderd is, moet de urine opgevangen worden in een urinaal. De verpleegkundige kan dan zien of u voldoende plast en hoe de urine eruit ziet. Ook wordt met een echo bekeken of u voldoende leeg plast. Als het plassen goed gaat mag u naar huis. Dit gebeurt in overleg met uw uroloog.
Bij een TURP-operatie ontstaat er geen uitwendige operatiewond. Wel is er een inwendige wond in de prostaat. Daardoor kan na de operatie het plassen tijdelijk pijn doen. Door veel te drinken wordt de pijn steeds minder.
Naar huis
Als dat nodig is, krijgt u een recept mee voor antibiotica. Deze kuur moet u helemaal afmaken. U krijgt een controleafspraak voor over 6 weken.
Als er weefsel is afgenomen bij de operatie, wordt dat altijd opgestuurd voor onderzoek. Dit onderzoek duurt een paar dagen. De uitslag krijgt u soms tijdens de opname. Als de uitslag er nog niet is, dan hoort u dit op uw controleafspraak.
Leefregels na de operatie
De eerste 6 weken na de operatie houdt u zich aan de volgende leefregels:
- Geen seksuele gemeenschap.
- Niet zwaar tillen.
- Niet fietsen.
- Niet langdurig autorijden.
- Niet persen bij de stoelgang.
- Geen alcohol drinken, in verband met de kans op een nabloeding.
- Veel drinken, minimaal 2 liter vocht per dag.
Het kan gebeuren dat er nog wat bloed bij uw plas zit. Dit is niet om ongerust over te zijn. Als de hoeveelheid bloed toeneemt, kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts.
Op de verpleegafdeling krijgt u ook leefregels mee voor een sneller herstel.
Vragen na een prostaatoperatie
Veel mannen zijn bang dat ze door de operatie impotent worden. Meestal zijn uw seksuele verlangens, de potentie en het genot na een paar maanden weer hetzelfde als voor de operatie.
Het enige verschil merkt u bij de zaadlozing. Dan komt er meestal geen vocht meer naar buiten, het blijft droog. Het sperma komt namelijk in de blaas terecht en wordt uitgeplast. Dit kan absoluut geen kwaad. De beleving van het orgasme blijft hetzelfde.
U moet er rekening mee houden dat u na een prostaatoperatie nog vruchtbaar bent. Plasproblemen zijn een paar maanden na de operatie meestal voorbij.
Versie: 976642 06-2023 Prostaatproblemen en de prostaatoperatie