Totale heupprothese
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
In overleg met uw orthopedisch chirurg heeft u een afspraak gemaakt voor een operatie aan uw heup. In deze folder kunt u lezen hoe de ingreep verloopt. Ook leest u wat u zelf moet voorbereiden. Deze folder geeft extra informatie, naast de mondelinge informatie die u van uw orthopedisch chirurg en de orthopedieconsulent heeft gekregen.
Ook ontvangt u ook de folder Rapid Recovery. Het Orthopedisch team gebruikt dit programma om u individueel te kunnen begeleiden. Dit is voor, tijdens en na de operatie.
Motivatie
Voor het slagen van de heupoperatie en uw herstel is uw eigen motivatie heel belangrijk. Natuurlijk mag u rekenen op ondersteuning van artsen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen. De eerste dag na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs om te oefenen en uitleg te geven over het oefenschema. Dit oefenschema krijgt u mee zodat u hier thuis mee door kunt gaan.
Goede voorbereiding
Het is belangrijk dat u de informatie goed doorleest. Bij voorkeur samen met uw partner, familie of een kennis. Op die manier begint u goed voorbereid aan de operatie en het herstel. Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen? Stelt u die dan aan de orthopedieconsulent of aan de afdelingsverpleegkundige. Zij nemen zo nodig contact op met uw behandelend orthopedisch chirurg.
Wetenschappelijk onderzoek
Het kan zijn dat we u vragen mee te doen aan een wetenschappelijk onderzoek. Zo draagt ons team bij aan nieuwe ontwikkelingen op ons vakgebied. Uw deelname is geheel vrijwillig. De arts informeert u zo goed mogelijk over de bijzonderheden. Als u hierover vragen heeft, stelt u die dan aan uw behandelend orthopedisch chirurg.
Heupgewricht
Gewrichten in ons lichaam vormen de beweeglijke verbindingen tussen twee botstukken. Een gewricht bestaat uit twee botdelen die zo zijn gevormd, dat ze precies tegen elkaar aan kunnen liggen of in elkaar passen.
Het heupgewricht is een zogenaamd kogelgewricht. Bij het lopen en bewegen glijdt de kop van het dijbeen soepel rond in de kom van het bekken. Dit kan doordat er een laagje kraakbeen op de kop en in de kom zit. Het kraakbeen is glad en veerkrachtig en wordt gevoed door het gewrichtsvocht. Een stevig kapsel houdt de botdelen van het heupgewricht op hun plek.
Om dit kapsel bevinden zich pezen en spieren. De spieren zorgen voor controle over de beweeglijkheid, de benige gedeelten van het heupgewricht voor de stevigheid.
Oorzaak van de pijnklachten
Vooral oudere mensen krijgen pijnklachten aan de heup als gevolg van artrose. Dit is een versleten heup. Ontwikkelingsstoornissen van de heup in de kindertijd kunnen ook op jonge leeftijd pijnklachten veroorzaken. Andere oorzaken voor gewrichtsslijtage zijn bijvoorbeeld reumatoïde artritis. Dit is een chronische ziekte die voortdurend gewrichtsontstekingen veroorzaakt. Maar ook erfelijke aandoeningen of botbreuken die doorwerken in het gewricht.
Slijtage
Slijtage tast de gladde kraakbeenlaag van het gewricht aan. Daardoor kan deze laag uiteindelijk helemaal verdwijnen. De gewrichtsvlakken glijden dan niet meer zo soepel langs elkaar. Het gevolg is dat bewegen steeds moeilijker en pijnlijker wordt.
De klachten die door de slijtage kunnen ontstaan zijn:
- Een voortdurende pijn in de lies. De pijn kan uitstralen naar de dijstreek, het bovenbeen en de knie. En soms ook naar het onderbeen.
- Stijfheid bij het opstaan, ook wel ‘startpijn’ genoemd.
- Moeite met lopen, mank lopen en de neiging voorover te lopen.
- Niet kunnen bukken of traplopen.
- Pijn gedurende de nacht.
- Verergering van de klachten bij vochtig en koud weer.
- Moeite met het strikken van de schoenveters.
Als het niet meer lukt om de pijn te verlichten met medicijnen en vermindering van de belasting op de heup (bijvoorbeeld met een stok), dan is een operatie meestal de enige oplossing. U krijgt een heupprothese die uw eigen heupgewricht vervangt.
Er zijn verschillende heupprotheses mogelijk. De orthopedisch chirurg overlegt met u welk type prothese voor u geschikt is.
Voorbereiding
Een goede voorbereiding op de opname is heel belangrijk. Hieronder leest u wat wij voor u regelen en wat u zelf moet doen.
Arbodienst
In sommige gevallen heeft uw aandoening en de behandeling ervan gevolgen voor het uitoefenen van uw werkzaamheden. U kunt met uw specialist bespreken of u (tijdelijke) beperkingen heeft.
Het is belangrijk dat u uw bedrijfsarts/leidinggevende op de hoogte stelt van uw aandoening en behandeling, zodat hij/ zij u goed kan begeleiden bij de terugkeer naar uw werk. Hiervoor kunt u een afspraak maken op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de Arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt.
Om uw privacy te beschermen, is uw toestemming nodig. Dit is voor overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts, als dat nodig is.
Preoperatief spreekuur
Van de Opnameplanning krijgt u een afspraak voor de orthopedieconsulent. De afspraak met de anesthesie is telefonisch. Informatie hierover leest u in de brochure ‘Anesthesie en preoperatief spreekuur’. U wordt binnen 6 maanden na het preoperatief spreekuur geopereerd.
De datum en het tijdstip van opname en operatie ontvangt u via de Opnameplanning. Daar kan het secretariaat van de polikliniek of de orthopedieconsulent u helaas geen informatie over geven. Uitgebreide informatie over opname in het ziekenhuis leest u in de brochure ‘Welkom in het Martini Ziekenhuis’.
Afspraak met de orthopedieconsulent
Voor uw bezoek aan het preoperatief spreekuur heeft u een afspraak met de orthopedieconsulent op de polikliniek Orthopedie. Tijdens deze afspraak krijgt u van de orthopedieconsulent consulent informatie over Rapid Recovery en de gang van zaken bij uw opname en ontslag.
Neuskweek
U krijgt ook informatie over een neuskweek. Dat is een ‘test’ die u thuis zelf uitvoert voor de operatie. Blijkt uit deze test dat u drager bent van een bepaalde bacterie? Dan volgt een behandeling voor de operatie om het risico op infectie na de operatie te verkleinen. U wast zich dan gedurende 5 dagen met een bepaalde zeep en u gebruikt een neuszalf.
Verdere uitleg hierover krijgt u van de orthopedieconsulent. Het is goed te weten dat u voor de zeep een eigen bijdrage moet betalen.
Nazorg
De orthopedieconsulent bekijkt ook samen met u welke zorg u eventueel nodig heeft na uw ontslag. Als u nazorg nodig heeft, dan bespreekt het Transferpunt met u voor welke zorg u in aanmerking komt. Dit is aan de hand van de geldende richtlijnen. Het Transferpunt is de schakel tussen de verpleegafdeling in het ziekenhuis en de thuiszorgorganisatie of het verpleeghuis.
Partner, kennis of familielid mee
U krijgt tijdens deze afspraak veel informatie in 1 keer. Ook verzamelen we allerlei gegevens. We raden u daarom aan uw partner, een familielid of een kennis mee te nemen naar deze afspraak.
Heeft u vragen over uw opname of verblijf? Die kunt u voor, tijdens en na de ope- ratie stellen aan een van onze orthopedieconsulenten. Zij hebben op werkdagen op 2 momenten telefonisch spreekuur. Deze tijden staan op het visitekaartje ver- meld.
Belangrijk
Soms kan de operatie op de geplande datum niet doorgaan. Bijvoorbeeld, omdat:
- Er meer voorbereiding nodig is. Omdat u ook onder behandeling staat van een andere specialist.
- U griep heeft (met koorts).
- U verhinderd bent door privé omstandigheden.
Infectie
Ook als u een infectie heeft, kan de operatie niet doorgaan. Dan gaat het om bijvoorbeeld:
- Een abces
- Een steenpuist
- Tandwortelgranuloom (een ontsteking aan de wortel van een kies of tand)
- Wondroos
- Wen ontstoken likdoorn
- Een ingegroeide nagel
- Open wondjes aan de handen
- Blaasontsteking
- Longontsteking
Het is dan niet verstandig een prothese te plaatsen vanwege de kans op infectie. Neem bij de bovengenoemde situaties zo snel mogelijk contact op met de Opnameplanning. Deze afdeling is bereikbaar op werkdagen van 8:00 tot 16:00 uur.
Voorbereidingen op de operatie
Voor de operatie moet u nuchter zijn. Wat u wel of niet mag eten en drinken, leest u in de brochure Anesthesie en preoperatief spreekuur. Verder vragen we u om te douchen op de ochtend voor de operatie.
Opname
Wij nemen u op in het ziekenhuis op de dag vóór de operatie of op de dag van de operatie zelf. Wilt u op de dag van opname elleboogkrukken of uw rollator, als u die nu ook gebruikt, meenemen? De elleboogkrukken kunnen we dan alvast goed afstellen.
U meldt zich bij de receptie in de centrale hal. Direct daarna gaat u naar verpleegafdeling Orthopedie. Als u dat graag wilt, kan een gastvrouw van het ziekenhuis u begeleiden naar de afdeling.
Tijdens de opname heeft u de volgende zaken nodig:
- Krukken of rollator
- Ondergoed en nachtkleding (bij voorkeur met wijde of korte mouwen)
- Comfortabele kleding (bijvoorbeeld een trainingsbroek)
- Stevige schoenen, waarop u goed kunt lopen en waarvan de hakzijde is gesloten.
- Toiletartikelen
- Medicijnen die u gewoonlijk gebruikt
U kunt waardevolle bezittingen zoals sieraden of grote geldbedragen beter thuis laten. Dit is vanwege het risico op diefstal of vermissing. Het ziekenhuis is hiervoor namelijk niet aansprakelijk.
Opnamegesprek
Op de lounge neemt een verpleegkundige alle informatie die u eerder heeft gegeven bij het gesprek met de orthopdieconsulent met u door. Wijzigingen kunt u op dat moment doorgeven. Ook krijgt u informatie over de operatie en over het programma tijdens de opnamedag. Uw partner of familielid mag bij dit gesprek aanwezig zijn.
Voor de operatie
Een uur voor de operatie trekt u een operatiejasje aan. U krijgt pijnmedicatie ter voorbereiding op de operatie en we markeren uw knie. Het is belangrijk dat u op dat moment nog even naar de wc gaat en goed uitplast.
Een verpleegkundige brengt u naar de holding. Dat is de ruimte waar de eerste voorbereidingen plaatsvinden voor de operatie. Daarna wordt u naar de operatiekamer gebracht. Daar leggen we u op de operatietafel. De anesthesioloog kan dan beginnen met de voorbereiding voor de operatie.
De operatie
Deze operatie kunnen wij op verschillende manieren uitvoeren. De orthopedisch chirurg vertelt u van tevoren welke van de beschreven operatietechnieken hij bij u gaat toepassen. Hieronder leest u hier meer over.
Ventrale (voorste) benadering
De chirurg maakt een snede aan de voorkant van uw bovenbeen. Daarna maakt de chirurg het gewrichtskapsel open om de kop uit de kom te kunnen halen. De chirurg verwijdert de heupkop en maakt de kom schoon. Daarna plaatst de chirurg een nieuwe kom in het bekken. In het dijbeen zet de chirurg een metalen pen. Hierop is een kop vastgemaakt, die precies in de kom past .
Posterolaterale (achterste) benadering
De chirurg maakt een snede aan de zijkant van uw bovenbeen, net achter het dijbeen langs. De verdere werkwijze komt overeen met de voorste (ventrale) benadering.
Voor beide methoden geldt dat het gewrichtskapsel de prothese op de plaats houdt, net als bij uw eigen gewricht. Meestal maken we de kom en de metalen pen met botcement in het bot vast. Soms kiest de chirurg voor een prothese zonder cement. Als de kop in de kom is geplaatst, hechten of lijmen we het gewrichtskapsel, de spieren en de huid weer.
Tijdsduur
De operatie duurt ongeveer één tot anderhalf uur. Om infecties te voorkomen, krijgt u tijdens en na de operatie via een infuus een antibioticum toegediend.
Na de operatie
Na de operatie rijden we u naar de recovery (uitslaapkamer). Ook hier blijft u op bewakingsapparatuur aangesloten, zodat we uw lichaamsfuncties kunnen controleren. De recoveryverpleegkundige laat uw contactpersoon telefonisch weten dat de operatie klaar is.
Als u weer goed wakker bent en alle lichaamsfuncties in orde zijn, mag u terug naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige van de afdeling stelt uw contactpersoon daarvan op de hoogte en mag dan op bezoek komen.
Na de operatie heeft u in uw arm een naaldje of infuus. Via deze weg krijgt u antibiotica en eventueel vocht toegediend.
Trombose
Vanwege de operatie neemt de kans op trombose (bloedstolsel) toe. Om trombose te voorkomen, krijgt u ‘s avonds na de operatie een bloed verdunnende injectie. Meestal dienen we deze toe in de buik. Het is de bedoeling dat u dit medicijn tot en met 6 weken na de operatie dagelijks blijft gebruiken. Tijdens uw opname leert u van de verpleegkundige op de afdeling hoe u zich kunt injecteren. U krijgt bij uw ontslag een recept mee.
Gebruikte u voor de operatie al bloedverdunners, zoals Acenocoumarol, Sintromitis, Fenprocoumon, Dabigatran of Marcoumar? Dan stellen we u hier na de operatie weer op in. U krijgt na de operatie tegelijkertijd bovenstaande injecties. Zodra u goed bent ingesteld op de bloedverdunners, zijn deze injecties niet meer nodig.
“Terug” op de afdeling
Op de verpleegafdeling mag u weer eten en drinken. Wassen en aankleden doet u meteen weer zo veel mogelijk zelf. Als het nodig is, helpt een verpleegkundige u daarbij.
Liggen en slapen
Het hangt af van de manier waarop de operatie is uitgevoerd welke bewegingen u wel of juist niet mag maken als u in bed ligt. Dat hoort u van de verpleegkundige op de afdeling, de fysiotherapeut of van de (zaal)arts.
Wond en wondverband
Na het sluiten van de wond op de operatiekamer krijgt u een verband op de wond. Dit verband mag enige tijd blijven zitten. Zo nodig verwisselt de verpleegkundige het verband voordat u naar huis gaat.
Vanaf de operatie tot 2 dagen daarna, draagt u over de pleister heen een soort drukverbandbroekje (spica). Dit is ter voorkoming van zwelling rondom het heup gewricht.
Bij uw ontslag krijgt u een telefonische afspraak met de orthopedieconsulent mee. De dag dat de consulent u belt, mag u na het opstaan de pleister verwijderen. Dit is zodat u de consulent kunt vertellen hoe de wond eruitziet.
Bloedafname en röntgenfoto
De eerste dag na de operatie neemt een laborant bloed af om bepaalde waarden in uw bloed te controleren. Op dezelfde dag laten we op de afdeling Radiologie een controlefoto maken.
Mobiliseren
De fysiotherapeut helpt u om weer zelfstandig te leren lopen. Tijdens de loopoefeningen adviseren we u om comfortabele kleding en stevige schoenen te dragen.
Onder begeleiding van de fysiotherapeut gaat u ongeveer 4 tot 6 uur na de operatie voor de eerste keer uit bed. U leert eerst lopen achter een looprek. Daarna leert u lopen met elleboogkrukken of met behulp van een rollator. U krijgt oefeningen en u leert traplopen.
Loopt u met rollator en/of hoeft u thuis geen trap te lopen? Dan is leren traplopen niet nodig. In sommige gevallen adviseren we nabehandeling door een fysiotherapeut. Meer informatie over mobiliseren kunt u lezen in de brochure Rapid Recovery.
Thuiszorg
Voor de opname is met u besproken wat de mogelijkheden zijn als u na de operatie niet of met hulp naar huis kunt. Heeft u thuiszorg nodig voor hulp bij de lichamelijke verzorging, en/of wondverzorging? Dan schakelen we het Transferpunt van het ziekenhuis in. Is een tijdelijke opname in een verpleeghuis nodig? En komt u hiervoor in aanmerking? Dan regelt het Transferpunt dat al voor de opname.
Medicatie
Voordat u met ontslag gaat, neemt de verpleegkundige nog enkele praktische zaken met u door, zoals de controleafspraken. Wijzigt uw medicatie tijdens de ziekenhuisopname? Dan komt onze apothekersassistent bij u langs op de verpleegafdeling om daarover uitleg te geven.
Zij of hij kan de medicatie die u thuis moet gebruiken direct voor u meenemen. U hoeft dan dus niet meer langs uw eigen apotheek. Dat geldt ook voor de pijnmedicatie die door de arts is voorgeschreven voor de operatie. Houd er wel rekening mee dat u een eventuele eigen bijdrage dan met uw pinpas betaalt.
Overzicht ontslagmedicatie
Maakt u geen gebruik van de service van de politheek in het ziekenhuis? Dan krijgt u een overzicht van uw ontslagmedicatie mee en zo nodig een recept voor medicijnen. Uw huisarts en thuisapotheek ontvangen een overzicht van uw ontslagmedicatie.
Als u opgehaald wordt, is het handig dat alvast een rolstoel meegenomen wordt vanaf de ingang van het ziekenhuis.
Ook is het handig dat er een vuilniszak op de zitting van de passagiersstoel van de auto ligt zodat u makkelijk de auto in- en uit kunt stappen.
Waarschuwing: antibiotica bij toekomstige behandelingen en ingrepen
U krijgt bij uw ontslag uit het ziekenhuis een pasje mee. Hierop staat een link naar informatie over het gebruik van antibiotica bij toekomstige behandelingen en ingrepen. Dit advies blijft voor u levenslang van kracht. Dit geldt dus niet alleen voor de eerste maanden na de operatie.
Fysiotherapie
Na uw heupoperatie krijgt u thuis alleen fysiotherapie als dit noodzakelijk is. In dat geval bespreekt de arts of de fysiotherapeut dit met u. Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis heeft u van de fysiotherapeut instructies gekregen om thuis zelfstandig te kunnen oefenen. Meer informatie over deze oefeningen vindt u verderop in deze folder. Dit staat bij Basisoefeningen voor functieherstel. Dagelijks oefenen is erg belangrijk voor een goed resultaat.
Aanpassingen in huis
De orthopedieconsulent heeft voor de operatie al met u besproken welke aanpassingen in huis verstandig zijn. Hieronder leest u een overzicht van mogelijke aanpassingen:
- Een hoge rechte stoel met leuningen
- Een stevig bevestigde trapleuning
- Een toiletverhoger
- Eventueel handgrepen in het toilet en de doucheruimte
- Eventueel een lange schoenlepel en een ‘helping hand’ (grijptang). Deze kunt u bijvoorbeeld aanschaffen bij een Thuiszorgwinkel, zoals de Vegro. Die is ook in het ziekenhuis gevestigd.
- Verwijder losse kleedjes op een gladde vloer of losliggende snoeren, zodat u niet kunt struikelen of uitglijden.
Resultaat
Dankzij de nieuwe heup zullen de pijnklachten die u had grotendeels zijn verdwenen. De eerste maanden na de operatie kan uw nieuwe heup nog wel gevoelig zijn, maar die klachten worden langzaamaan minder.
Ook met een nieuwe heup kunt u stijfheid ervaren. De spieren rond de heup zijn door uw langdurige pijnklachten voor de operatie namelijk iets korter geworden. De operatie kan die klachten niet altijd verhelpen. Oefenen achteraf helpt wel.
Onder begeleiding van de fysiotherapeut start u in het ziekenhuis met oefenen. Daarmee gaat u thuis zelfstandig verder.
Vragenlijsten
Voor en na de operatie kunt u het verzoek krijgen om een vragenlijst in te vullen. Deze lijsten zijn bedoeld om gegevens te verzamelen. Door het invullen van de lijsten na de operatie, weten we hoe het met u gaat. Dan kunnen we de situatie van voor en na de operatie met elkaar vergelijken. Zo gaan we na welk resultaat de operatie heeft gehad. Bij problemen nemen we ook contact met u op.
Complicaties
Net als bij andere operaties kunnen er complicaties optreden. De volgende complicaties zijn mogelijk:
- Rond de heupprothese kan een infectie ontstaan. De kans op een infectie blijft altijd aanwezig zolang u een prothese heeft.
- Er kan na de operatie een nabloeding optreden.
- Vanwege verminderde mobiliteit kunt u last krijgen van trombose. Om dit te voorkomen krijgt u gedurende 6 weken bloed verdunnende medicijnen voorgeschreven.
- De kop van de heupprothese kan losschieten uit de kom (luxatie). Dit gebeurt in de meeste gevallen in de eerste twee maanden na de operatie. Na de operatie krijgt u instructies om de kans hierop te verkleinen.
- Er kan een verschil in beenlengte ontstaan.
- Na de operatie kan (tijdelijk) een klapvoet ontstaan. In dat geval kunt u uw voet niet optillen door irritatie van een zenuw tijdens de operatie.
- Ook kan er soms een doof gevoel rond het litteken ontstaan.
- Slijtage en loslating. De gemiddelde levensduur van een prothese is tien tot twintig jaar, afhankelijk van de belasting. Als de prothese is versleten, is het meestal wel mogelijk om een nieuwe heupprothese te plaatsen.
Controle
Na de operatie maken we verschillende afspraken met u.
- De secretaresse maakt voor u een belafspraak voor 5 tot 7 dagen na de operatie. De orthopedieconsulent neemt dan telefonisch contact met u op. Op die dag mag u ‘s ochtends bij het opstaan het wondverband verwijderen.
- Ongeveer 2 weken na de operatie verwijdert de huisarts uw hechtingen. Deze afspraak met de huisarts moet u zelf maken.
- Ongeveer 6 weken na de operatie komt u terug naar het ziekenhuis voor een controleafspraak met de orthopeed die u heeft geopereerd.
- Voorafgaand aan deze afspraak gaat u naar de afdeling Radiologie voor een controlefoto.
Leefregels
Er zijn verschillende leefregels waarmee u rekening moet houden in de 6 weken na de operatie. Dit om te voorkomen dat de heupprothese uit de kom gaat. Welke leefregels voor u gelden hangt af van de operatietechniek. Tijdens het voorlichtingsgesprek met de orthopedieconsulent krijgt u meer informatie over deze leefregels.
Leefregels die bij beide operatietechnieken gelden:
- Draag stevig schoeisel.
- Ga niet op een lage stoel of kruk zitten.
- Na de operatie loopt u de eerste 6 weken met krukken. Zodra u zonder krukken kunt lopen, is dit toegestaan. Tenzij de fysiotherapeut of orthopeed een ander advies heeft gegeven. Voor het gebruik van elleboogkrukken verwijzen we u naar de brochure Instructies voor het gebruik van elleboogkrukken.
Basisoefeningen voor functieherstel
Tijdens uw opname krijgt u van de fysiotherapeut oefeningen om uw beenspieren te versterken en om de beweeglijkheid van uw heup te verbeteren. De oefeningen zijn bedoeld om de spierkracht en beweeglijkheid rond de heup te verbeteren.
U start onder begeleiding van de fysiotherapeut met de oefeningen. U krijgt adviezen voor uw specifieke situatie. Verbetering ontstaat door regelmatig te oefenen. Herhaal de oefeningen daarom dagelijks twee keer. Het is belangrijk de oefeningen rustig en met aandacht te doen. Oefen op de grens, ga er niet overheen. Bij toename van pijn of zwelling kunt u beter iets minder intensief oefenen.
Als u naar huis gaat krijgt u van de fysiotherapeut een oefenschema mee. Hierin worden de verschillende oefeningen uitgelegd, zodat u er thuis zelf mee verder kunt gaan.
Zitten en draaien
Gebruik bij voorkeur een hoge stoel met armleuningen. Als u gaat zitten of staan, dan moet u het geopereerde been vooraf iets naar voren plaatsen. Draaien doet u stap voor stap. Niet staand draaien op de voet van het geopereerde been.
Traplopen
De fysiotherapeut heeft voor ontslag uit het ziekenhuis het traplopen met u geoefend (zie de brochure Instructies voor het gebruik van elleboogkrukken).
Veel gestelde vragen en antwoorden
1. Bij welke problemen moet ik actie ondernemen?
In de volgende situaties kunt u op werkdagen contact opnemen met de polikliniek orthopedie. Belt u buiten kantoortijden met de huisarts.
- U heeft onverwachts pijn, ongewone pijn of de pijn wordt opeens erger.
- U heeft een lichaamstemperatuur hoger dan 38,5 graden Celsius.
- Als de operatiewond gaat lekken terwijl dat eerder niet zo was, of bij een toename van de wondlekkage.
2. Hoe lang moet ik de bloedverdunnende injecties gebruiken?
De bloedverdunnende injecties moet u tot 6 weken na de operatie gebruiken.
3. Hoe lang moet het spica-heupverband (broekje) gebruikt worden?
Het advies is om dit broekje in principe tot 48 uur na de operatie om te houden. Vindt u de stevigheid van het broekje prettig? Dan mag u het broekje langer gebruiken. Heeft u klachten door het broekje, dan mag u het eerder af doen.
4. Hoe lang blijft mijn heup pijnlijk?
De eerste 3 maanden na de operatie wordt de pijn langzaam minder. Startpijn, lokale vermoeidheid en een rekkend, trekkend en drukkend gevoel nemen steeds meer af.
5. Hoe lang blijft mijn been dik?
Het is heel normaal dat u de eerste 3 maanden na de operatie enige zwelling merkt in uw voet en/of onderbeen. Wij adviseren u om dan af en toe het geopereerde been op een krukje te leggen of te koelen met een coldpack rondom de wond.
Als alternatief kunt u ook een zak met bevroren erwten gebruiken om de wond te koelen. Verpak de zak voor gebruik in een doek om bevriezing van de huid te voorkomen en koel niet langer dan 15 minuten.
’s Nachts kunt u het voeteneind van uw bed hoger doen of een kussen onder uw matras leggen om de zwelling af te laten nemen.
6. Ik heb een zwelling bij de operatiewond, is dat verontrustend?
Het kan voorkomen dat er een bloeduitstorting of zwelling vlak bij de operatiewond ontstaat. Dit kan geen kwaad en neemt na enkele weken weer af. Als het gebied rondom de zwelling rood en/of pijnlijk wordt, dan mag u contact opnemen met de huisarts. U zou het spica heupverband (broekje) tijdelijk (weer) mogen gebruiken om de zwelling tegen te gaan.
7. Hoe vaak moet ik oefenen?
3 keer per dag 10 minuten oefenen is voldoende. Overdrijf de oefeningen niet. Als de zwelling toeneemt, moet u uw been rust gunnen. Dit geldt ook bij een toename van de pijn.
8. Hoe verzorg ik mijn wond?
De wond moet schoon en droog blijven. U gaat met een wondverband/pleister op de wond naar huis. Dit verband mag ongeveer 5 dagen blijven zitten. Verdere wondverzorging is niet nodig. De huid rondom de hechtingen kan wat rood of geïrriteerd zijn.
Twee weken na de operatie verwijdert de huisarts de hechtingen. Deze afspraak met de huisarts moet u zelf maken. Mogelijke roodheid of irritatie verdwijnt dan snel. Bij twijfel over wondlekkage, kunt u overdag altijd contact opnemen met de orthopedieconsulent. Buiten werktijden kunt u de huisarts hiervoor bellen. Breng de eerste maanden na de operatie geen lotion of crème aan rond de wond.
9. Hoe bouw ik de pijnmedicatie af?
Hiervoor verwijzen we naar het afbouwschema dat u heeft meegekregen. Als dit niet voldoende werkt, mag u contact opnemen met de huisarts over het wijzigen van pijnmedicatie.
10. Wat moet ik doen bij obstipatie (verstopping van de darmen)?
Allereerst mag u de Movicolon die u mee heeft gekregen van de apotheek innemen, als u dat nog niet heeft gedaan. Is dat niet voldoende? Dan kunt u contact opnemen met de huisarts voor advies of u kunt bij de drogist een Microlax of Bisacodyl zetpil halen. Dit zijn laxerende middelen.
11. Welke aanpassingen heb ik nodig in huis?
Zorg ervoor dat u in uw directe leefomgeving veel bewegingsruimte heeft. Zet bijvoorbeeld stoelen tijdelijk aan de kant. Er moet een redelijke doorgang voor u zijn. Een stoel met armleuningen kan het opstaan gemakkelijker maken. Laat geen losliggende en wegglijdende matjes op de vloer en in de badkamer liggen.
12. Wat voor soort schoenen kan ik het beste dragen?
Draag goed aansluitende schoenen met een brede hak en een veerkrachtige zool. Dit is in verband met schokdemping. We raden het dragen van hoge hakken en slippers de eerste maanden af. Het kan zijn dat uw voet en enkel een tijd na de operatie gezwollen zijn. Dan heeft u tijdelijk ruimere schoenen nodig.
13. Hoe lang moet ik een loophulpmiddel gebruiken?
In ieder geval tot 6 weken na de operatie adviseren we u 2 elleboogkrukken of een ander loophulpmiddel te gebruiken. Het gebruik van loophulpmiddelen hangt af van uw persoonlijke situatie. Factoren die meespelen zijn uw leeftijd, mogelijke andere beperkingen en uw gevoel van veiligheid tijdens het lopen.
14. Wanneer mag ik weer…
Douchen?
Douchen is geen probleem. Let er wel op dat u het wondgebied de eerste weken goed naspoelt. Er mogen geen zeepresten achterblijven.
Een bad nemen?
U mag pas in bad als de ‘nietjes’ uit de wond zijn verwijderd. Let erop dat u wacht met het nemen van een bad totdat het goed lukt om zelf in en uit het bad te stappen en u uw been niet hoog hoeft op te tillen. Hoe lang dat duurt, verschilt van persoon tot persoon. Zorg ook na een bad dat u het wondgebied goed naspoelt.
Zelf een auto besturen?
Als u voldoende controle heeft over uw geopereerde heup, mag u na 6 weken weer autorijden. Leg dit aspect voor aan uw arts als u voor controle op het spreekuur komt.
Als u nog pijnmedicatie slikt, kunt u de auto beter laten staan. De combinatie van de medicatie en een verminderde controle over uw geopereerde heup kan leiden tot een vertraagd reactievermogen. Hierdoor is mogelijke schade niet gedekt. Lees daarom de polisvoorwaarden van uw verzekering goed door.
Fietsen?
Als u zonder hulpmiddel kunt lopen en u voelt zich vertrouwd, dan mag u na 6 weken weer fietsen. Overleg bij twijfel met de orthopeed. We raden mannen aan de eerste tijd een damesfiets te gebruiken. Dit is vanwege de lage instap. Oefen bijvoorbeeld vooraf op een hometrainer.
Zwemmen?
Na ongeveer 6 weken mag u weer zwemmen, mits de wond droog is.
Naar de sauna?
U mag naar de sauna als de wond helemaal genezen is.
Vrijen?
Als u zich houdt aan de leefregels, zijn er geen belemmeringen om te vrijen.
Werken/sporten?
De orthopeed kan dat samen met u inschatten tijdens de controleafspraak. Dit is 6 weken na de operatie.