Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Behandeling en onderzoek
  3. Totale heupprothese

Totale heupprothese

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

U heeft een afspraak gemaakt voor een operatie aan uw heup. Dat heeft u met uw orthopedisch chirurg overlegd. In deze folder kunt u lezen hoe de ingreep verloopt en hoe u zich kunt voorbereiden. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw orthopedisch chirurg en de orthopedieconsulent.

Het is belangrijk dat u de informatie goed doorleest. Bij voorkeur samen met uw partner, familie of een kennis. Zo begint u goed voorbereid aan de operatie en het herstel. Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen? Stelt u die dan aan de orthopedieconsulent of aan de afdelingsverpleegkundige. Zij nemen zo nodig contact op met uw behandelend orthopedisch chirurg. 

Wetenschappelijk onderzoek

Het kan zijn dat u wordt gevraagd om mee te doen aan een wetenschappelijk onderzoek. Uw deelname is vrijwillig. Als u hierover vragen heeft, dan kunt u die stellen aan uw behandelend orthopedisch chirurg.

Opleidingsziekenhuis

Het Martini ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Dit betekent dat u naast de behandelend specialist, ook arts-assistenten en/of coassistenten in opleiding tegen kunt komen. Zij werken altijd onder supervisie van de specialisten en zijn betrokken in het hele traject dat u als patiënt doorloopt. Ze doen bijvoorbeeld poliklinische consulten. Ook lopen ze visite op de verpleegafdeling. En ze voeren operaties uit en zijn ook betrokken bij de nazorg. Alle handelingen worden samen met of onder supervisie van de specialist uitgevoerd. De kwaliteit van zorg en uw veiligheid zijn hierbij altijd gewaarborgd.

Heupgewricht

Gewrichten in ons lichaam vormen de beweeglijke verbindingen tussen 2 botstukken. Een gewricht bestaat uit 2 botdelen. 

Het heupgewricht is een kogelgewricht. Bij het lopen en bewegen glijdt de kop van het dijbeen soepel rond in de kom van het bekken. Dit kan doordat er een laagje kraakbeen op de kop en in de kom zit. Het kraakbeen is glad en veerkrachtig. Een stevig kapsel houdt de botdelen van het heupgewricht op hun plek. Om dit kapsel zitten pezen en spieren. De spieren zorgen voor de controle over de beweeglijkheid. Daarnaast geven de spieren stevigheid aan de benige gedeelten van het heupgewricht.

Pijnklachten

Sommige mensen krijgen pijnklachten aan de heup als gevolg van artrose. Dit is een versleten heup. Ontwikkelingsstoornissen van de heup in de kindertijd kunnen ook pijnklachten veroorzaken. Andere oorzaken voor gewrichtsslijtage zijn bijvoorbeeld reumatoïde artritis. Dit is een chronische ziekte die gewrichtsontstekingen veroorzaakt. Pijnklachten kunnen ook ontstaan zijn door erfelijke aandoeningen. Of door botbreuken die doorwerken in het gewricht. Soms veroorzaakt een probleem met de doorbloeding van de heupkop (heupkopnecrose) enige pijnklachten. 

Slijtage

Slijtage tast de gladde kraakbeenlaag van het gewricht aan. Daardoor kan deze laag verdwijnen. De gewrichtsvlakken glijden dan niet meer soepel langs elkaar. Zo wordt bewegen steeds moeilijker en pijnlijker. De klachten die door de slijtage kunnen ontstaan zijn:

  • Een voortdurende pijn in de lies. De pijn kan uitstralen naar de dij, het bovenbeen en de knie. En soms ook naar het onderbeen.
  • Stijfheid bij het opstaan, ook wel startpijn genoemd
  • Moeite met lopen, mank lopen en de neiging voorover te lopen
  • Niet kunnen bukken of traplopen
  • Pijn in de nacht
  • Verergering van de klachten bij vochtig en koud weer
  • Moeite met het strikken van de schoenveters

Heupprothese

Eerst wordt geprobeerd om pijn te verminderen. Dit kan door bijvoorbeeld medicatie, fysiotherapie of lopen met een hulpmiddel. Als dit niet meer lukt, is een operatie meestal de enige oplossing. U krijgt dan een heupprothese die uw heupgewricht vervangt. Zo'n  prothese bestaat uit een metalen pen en een plastic kommetje. Sommige onderdelen worden vastgezet met botcement (gecementeerd)  sommige moeten ingroeien in het bot (ongecementeerd) . De keuze voor welk soort prothese u in aanmerking komt, hangt af van verschillende factoren, bijvoorbeeld uw leeftijd en botkwaliteit. 

Voorbereiding

Een goede voorbereiding op de opname is heel belangrijk.

Preoperatief spreekuur

Van de Opnameplanning krijgt u een afspraak voor de orthopedieconsulent. De afspraak met de anesthesioloog is telefonisch. Zonodig spreekt de anesthesioloog aanvullend onderzoek af. In de folders Preoperatief Spreekuur en Anesthesie leest u meer.

U wordt binnen 6 maanden na het preoperatieve spreekuur geopereerd. De datum en het tijdstip van opname en operatie ontvangt u via de Opnameplanning.

Afspraak met de orthopedieconsulent

U heeft een afspraak met de orthopedieconsulent op de polikliniek Orthopedie. Tijdens deze afspraak krijgt u van de orthopedieconsulent informatie. U bespreekt de Rapid Recovery, de opname, operatie en ontslag. Daarbij staat snel herstel "Rapid Recovery " op de voorgrond.

Staphylococ aureus

De Staphylococcus aureus-bacterie is één van de meest voorkomende veroorzaker van wondinfecties. Deze bacterie komt bij een groot deel van de gezonde mensen (20-50%) voor op de huid en slijmvliezen en zit veelal in de neus.

De aanwezigheid van de bacterie levert voor gezonde mensen geen problemen op. Maar wel voor patiënten die de bacterie in de neus dragen en geopereerd worden. Zij hebben een verhoogde kans op een infectie die wordt veroorzaakt door deze bacterie. Patiënten die een gewrichtsvervangende operatie ondergaan worden daarom preventief behandeld.

Behandeling van de Staphylococcus aureus
De behandeling duurt in totaal 5 dagen. U start 4 dagen voor de operatie met de behandeling (de dag van de operatie is de 5e dag). U krijgt dit recept mee bij uw afspraak met de orthopedieconsulent.

De behandeling gaat als volgt:

  • 3 keer per dag brengt u mupirocine neuszalf (Bactroban®) aan. Dit doet u vooraan in beide neusgaten (binnenkant van de neusvleugels). Hiervoor gebruikt u uw vingers of een wattenstaafje.
  • 1 keer per dag doucht of wast u uw gehele lichaam. Hiervoor gebruikt u de desinfecterende zeepoplossing (Hibiscrub®). Zorg ervoor dat u hiermee ook uw hoofdhaar wast.
  • Op de dag van de operatie wast u zich ’s morgens met de desinfecterende zeepoplossing (Hibiscrub®).

Goed om te weten:

  • Is de 5-daagse behandeling bij uw opname nog niet afgerond? Dan neemt u de desinfecterende zeepoplossing (Hibiscrub®) en de mupirocine (Bactroban®) mee naar het ziekenhuis.
  • Tijdens de behandeling mag u geen andere zeep of shampoo gebruiken. Op de dag van de operatie mag u geen huidverzorgingsproducten gebruiken. Dus geen crèmes of lotions na het douchen of haren wassen. Op de andere dagen mag dat wel. Deodorant mag wel.
  • De neuszalf en zeepoplossing geven (zeker bij kort gebruik) bijna nooit bijwerkingen. Huidirritatie treedt bijna nooit op. De neuszalf en zeepoplossing kunnen gecombineerd worden met andere geneesmiddelen.
  • Voor de zeepoplossing geldt: vermijd contact met de ogen en laat het niet in uw mond of neus komen. Komt het toch in uw ogen? Spoel uw ogen dan meteen met water.

Samen naar de afspraak

U krijgt tijdens deze afspraak veel informatie in 1 keer. U mag daarom uw partner, een familielid of een kennis meenemen naar deze afspraak. Heeft u vragen over uw opname of verblijf? Die kunt u voor, tijdens en na de operatie stellen aan 1 van onze orthopedieconsulenten. Zij hebben tijdens werkdagen op 2 momenten telefonisch spreekuur.

Uitstel van operatie

Soms kan de operatie op de geplande datum niet doorgaan. Bijvoorbeeld omdat er meer voorbereiding nodig is. Of omdat u onder behandeling staat van een andere specialist. Het kan ook zijn dat u griep heeft, met koorts, of dat u een infectie heeft. Dan gaat het bijvoorbeeld om:

  • Een abces
  • Een steenpuist
  • Tandwortelgranuloom (een ontsteking aan de wortel van een kies of tand)
  • Wondroos
  • Een ontstoken likdoorn
  • Een ingegroeide nagel
  • Open wondjes aan de handen of in de buurt van het te opereren gewricht. 
  • Blaasontsteking
  • Longontsteking
  • Smetplekken in de liezen/buikplooi

Het is dan niet verstandig een prothese te plaatsen, omdat er kans is op een infectie. Dan neemt u zo snel mogelijk contact op met de Opnameplanning. Deze afdeling is bereikbaar op werkdagen van 08.00 tot 16.00 uur.

Nuchter

Voor de operatie moet u nuchter zijn. U mag 6 uur voor de operatie niets meer eten. Lees meer over nuchter zijn.

Meenemen naar het ziekenhuis

Tijdens de opname heeft u het volgende nodig:

  • Krukken of rollator
  • Ondergoed en nachtkleding (bij voorkeur met wijde of korte mouwen)
  • Comfortabele kleding (bijvoorbeeld een trainingsbroek)
  • Stevige en gesloten schoenen, waarop u goed kunt lopen
  • Toiletartikelen
  • Alle medicijnen die u gebruikt

De operatie

U komt de dag vóór de operatie of op de dag van de operatie naar het ziekenhuis. Gebruikt u elleboogkrukken of een rollator? Dan mag u die meenemen. U meldt zich bij de receptie in de centrale hal. U wordt dan opgenomen via de Opname Lounge of u gaat naar de verpleegafdeling Orthopedie.

Voorbereidingen

Voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan en krijgt u pijnmedicatie als voorbereiding op de operatie. Ook wordt uw heup gemarkeerd. Het is belangrijk dat u op dat moment nog even naar de wc gaat en goed uitplast. Vervolgens wordt u naar de holding begeleid. Dat is de ruimte waar de eerste voorbereidingen plaatsvinden voor de operatie. Daarna wordt u naar de operatiekamer gebracht. De anesthesioloog kan dan beginnen met de voorbereiding voor de operatie.

Operatietechnieken

De orthopedisch chirurg vertelt u van tevoren welke operatietechniek u krijgt. Hieronder leest u meer over deze technieken.

Ventrale (voorste) benadering
U krijgt een snee aan de voorkant van uw bovenbeen. Daarna maakt de chirurg het gewrichtskapsel open om de kop uit de kom te kunnen halen. De chirurg verwijdert de heupkop en maakt de kom schoon. Daarna plaatst de chirurg een nieuwe kom in het bekken. In het dijbeen zet de chirurg een metalen pen. Hierop is een kop vastgemaakt, die precies in de kom past.

Posterolaterale (achterste) benadering
U krijgt een snee aan de zijkant van uw bovenbeen, net achter het dijbeen langs. De verdere werkwijze komt overeen met de voorste (ventrale) benadering.

Bij beide technieken houden het gewrichtskapsel en de spieren de prothese op zijn plaats. Net als bij uw eigen gewricht. Nadat de prothese is geplaatst, worden het gewrichtskapsel en de spieren weer dichtgemaakt over de prothese heen. Vervolgens wordt de huid dichtgemaakt, met nietjes of oplosbare hechtingen die in de huid zitten. Bij die hechtingen steken alleen 2 knoopjes aan de uiteindes van de hechting buiten de huid.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer 1 tot 1,5 uur.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Ook hier blijft u op bewakingsapparatuur aangesloten, zodat uw lichaamsfuncties worden gecontroleerd. De verpleegkundige laat uw contactpersoon weten dat de operatie klaar is.

Terug naar de afdeling

Als u wakker bent en uw lichaamsfuncties goed werken, mag u naar de verpleegafdeling. Op de afdeling kunt u of de verpleegkundige uw contactpersoon bellen. U mag dan uw bezoek ontvangen .

Trombose

Door de operatie heeft u meer kans op trombose (bloedstolsel). Om trombose te voorkomen, start u de avond na de operatie met bloedverdunnende medicatie die u 30 dagen moet blijven gebruiken. Tijdens de opname krijgt u dit medicijn in de vorm van een injectie in de buik. Als u naar huis gaat krijgt u hiervoor tabletten mee. De apotheek brengt voor ontslag deze medicatie bij u langs.

Gebruikte u voor de operatie al bloedverdunners, zoals Acenocoumarol, Sintromitis, Fenprocoumon, Dabigatran of Marcoumar? Als de wond droog is, mag u die weer gaan gebruiken.

Eten, drinken, wassen en aankleden

Op de verpleegafdeling mag u weer eten en drinken. Wassen en aankleden doet u meteen weer zo veel mogelijk zelf. Als het nodig is, helpt een verpleegkundige u daarbij.

Liggen en slapen

Het hangt af van de operatie welke bewegingen u mag maken als u in bed ligt. Dat hoort u van de verpleegkundige op de afdeling, de fysiotherapeut of van de (zaal)arts.

Wond en wondverband

Na het sluiten van de wond op de operatiekamer krijgt u een pleister op de wond. Deze pleister blijft zitten zolang u in het ziekenhuis bent. Als dat nodig is, verwisselt de verpleegkundige de pleister voordat u naar huis gaat. Vanaf de operatie tot 2 dagen daarna, draagt u over de pleister een drukverband­broekje (spica). Dit is om zwelling rondom de wond bij het heupgewricht te voorkomen

De pleister mag na ongeveer 5 à 6 dagen dagen worden verwijderd of verwisseld. De pleister mag eraf blijven als de wond geheel droog is. Dit mag u s morgens doen op de dag dat de consulent u belt. Dan kunt u vertellen hoe de wond eruit ziet. U krijgt pleisters mee bij ontslag uit het ziekenhuis.

Bloedafname en röntgenfoto

De eerste dag na de operatie kan het zijn dat een laborant bloed af komt nemen om bepaalde waarden in uw bloed te controleren. Op de dag van de operatie of de volgende dag gaat u naar de afdeling Radiologie om een controlefoto te maken.

Fysiotherapie

Voor het slagen van de heupoperatie en uw herstel is uw eigen motivatie heel belangrijk. Een paar uur na de operatie gaat u onder begeleiding van de fysiotherapeut voor de eerste keer uit bed. U leert eerst lopen achter een looprek. Daarna leert u lopen met elleboogkrukken of met behulp van een rollator. U krijgt oefeningen en u leert traplopen. Loopt u met rollator of hoeft u thuis geen trap te lopen? Dan is leren traplopen niet nodig. Ook krijgt u uitleg over het oefenschema. Dit oefenschema krijgt u mee zodat u hier thuis mee door kunt gaan.

Thuiszorg

Voor de opname is met u door de orthopedie consulent besproken wat de mogelijkheden zijn voor thuiszorg. Heeft u thuiszorg nodig voor hulp bij de lichamelijke verzorging of wondverzorging? Dan schakelt het Transferpunt van het ziekenhuis de thuiszorg in  Is een opname in een verpleeghuis nodig? En komt u hiervoor in aanmerking? Dan regelt het Transferpunt dat al vóór de opname. U wordt dan enkele dagen voor operatie door het Transferpunt gebeld.

Weer naar huis

Voordat u naar huis gaat, neemt de verpleegkundige nog wat dingen met u door. Bijvoorbeeld wanneer u voor uw controles komt.

Krijgt u in het ziekenhuis andere medicijnen? Dan komt de apothekersassistent bij u langs om u daarover uitleg te geven. U krijgt de medicijnen dan gelijk van de apothekersassistent. U hoeft dan dus niet meer langs uw eigen apotheek. Dat geldt ook voor de pijnmedicatie die door de arts is voorgeschreven voor de operatie.

Overzicht ontslagmedicatie

Maakt u geen gebruik van de service van de apotheek in het ziekenhuis? Dan krijgt u een overzicht van uw ontslagmedicatie mee en een recept voor medicijnen. Uw huisarts en thuisapotheek ontvangen een overzicht van uw ontslagmedicatie.

Aanpassingen in huis

Het is verstandig om aanpassingen in huis te doen. Voor de operatie heeft u deze aanpassingen al besproken met de orthopedieconsulent. Hieronder leest u een overzicht van mogelijke aanpassingen:

  • Een hoge rechte stoel met leuningen.
  • Een stevig bevestigde trapleuning.
  • Een toiletverhoger.
  • Handgrepen in het toilet en de doucheruimte.
  • Een lange schoenlepel en een grijptang.
  • Verwijder losse kleedjes op een gladde vloer of losliggende snoeren. Dit verkleint de kans dat u uitglijdt of struikelt.

Vragenlijsten

Voor en na de operatie krijgt u het verzoek om vragenlijsten in te vullen. Die vragenlijsten zijn bedoeld om te kijken of de behandeling goed is gegaan. Daarom is het belangrijk dat u op een paar momenten dezelfde vragenlijst(en) invult.

Leefregels

Er zijn verschillende leefregels waarmee u rekening moet houden in de 6 weken na de operatie. De leefregels zijn om te voorkomen dat de heupprothese uit de kom gaat. Tijdens het voorlichtingsgesprek met de orthopedieconsulent krijgt u meer informatie over deze leefregels.

Leefregels die bij beide operatietechnieken gelden:

  • Draag stevig schoeisel.
  • Ga niet op een lage stoel of kruk zitten.
  • Na de operatie loopt u de eerste 6 weken met krukken. Pas na advies van de fysiotherapeut of orthopeed mag u zonder krukken lopen. Zelfs als het al lukt zonder krukken, moet u dit advies afwachten. Voor het gebruik van elleboogkrukken leest u de folder Instructies voor het gebruik van elleboogkrukken. Bekijk ook de video's over lopen met krukken bij de informatie over fysiotherapie.

Fysiotherapie

De fysiotherapeut adviseert om na de operatie thuis wel met fysiotherapie door te gaan. In het ziekenhuis heeft u van de fysiotherapeut oefeningen gekregen om thuis te doen. Dagelijks oefenen is erg belangrijk voor een goed resultaat. Hieronder ziet u om welke oefeningen het gaat.

Basisoefeningen voor functieherstel

  • Tijdens uw opname krijgt u van de fysiotherapeut oefeningen om uw beenspieren te versterken. De oefeningen helpen ook om de beweeglijkheid van uw heup te verbeteren.
  • U begint met de fysiotherapeut met de oefeningen. U krijgt adviezen voor uw eigen situatie. Herhaal de oefeningen iedere dag 2 keer. Het is belangrijk de oefeningen rustig en met aandacht te doen. Als u pijn krijgt of een zwelling, dan is het beter om iets minder te oefenen. Van te fanatiek oefenen kunt u meer last krijgen.
  • Als u naar huis gaat, krijgt u van de fysiotherapeut een oefenschema mee. Hierin worden de verschillende oefeningen uitgelegd. Hier kunt u thuis dan mee verder gaan.

Zitten en draaien
Gebruik bij voorkeur een hoge stoel met armleuningen. Als u gaat zitten of staan, dan moet u het geopereerde been vooraf iets naar voren plaatsen. Draaien doet u stap voor stap. Niet staand draaien op de voet van het geopereerde been.

Traplopen
De fysiotherapeut heeft in het ziekenhuis het traplopen met u ge­oefend. Voor meer informatie leest u de folder Instructies voor het gebruik van elleboogkrukken. Bekijk ook de video's over lopen met krukken bij de informatie over fysiotherapie.

Het resultaat

Dankzij de nieuwe heup zullen de pijnklachten die u had grotendeels zijn verdwenen. De eerste maanden na de operatie kan uw nieuwe heup nog gevoelig zijn. Die klachten worden steeds minder. Opstartklachten zijn bijvoorbeeld heel gebruikelijk. 

Ook met een nieuwe heup kunt u stijfheid ervaren. De spieren rond de heup zijn door de langdurige pijn voor de operatie iets korter geworden. De operatie kan die klachten niet altijd verhelpen. Oefenen helpt wel. Onder begeleiding van de fysiotherapeut begint u in het ziekenhuis met oefenen. Daarmee gaat u thuis zelf verder.

Mogelijke complicaties

Net als bij andere operaties kunnen er complicaties optreden. De volgende com­plicaties zijn mogelijk:

  • Rond de heupprothese kan een infectie (een ontsteking door een bacterie) ontstaan. De kans op een infectie blijft altijd aanwezig als u een prothese heeft.
  • Er kan na de operatie een nabloeding optreden.
  • Vanwege verminderde mobiliteit kunt u last krijgen van trombose. Om dit te voorkomen krijgt u 30 dagen bloedverdunnende medicijnen.
  • De kop van de heupprothese kan losschieten uit de kom (luxatie). Dit gebeurt in de meeste gevallen in de eerste 2 maanden na de operatie. Na de operatie krijgt u instructies om de kans hierop te verkleinen.
  • Er kan een verschil in beenlengte ontstaan.
  • Door zenuw irritatie of beschadiging kan er na de operatie (tijdelijk) uitval van spieren in het bovenbeen of in de voet (klapvoet) ontstaan.
  • Ook kan er soms een doof gevoel rond het litteken ontstaan.
  • Slijtage en loslating. De levensduur van een prothese is waarschijnlijk wel 20 tot 30 jaar. Als de prothese is versleten, is het vrijwel altijd mogelijk om een nieuwe prothese te plaatsen. 

Controle

Na de operatie krijgt u een paar afspraken.

  • U krijgt een belafspraak voor 5 tot 7 dagen na de operatie. De orthopedieconsulent neemt dan contact met u op. Op die dag mag u ‘s ochtends bij het opstaan de pleister verwijderen.
  • Ongeveer 2 weken na de operatie verwijdert de huisarts uw hechtingen. Deze afspraak met de huisarts moet u zelf maken.
  • Ongeveer 6 weken na de operatie komt u terug naar het ziekenhuis. 

Veelgestelde vragen

Hieronder ziet u een antwoord op veelgestelde vragen na een totale heupprothese.

Bij welke problemen moet ik actie ondernemen?

Bij sommige klachten is het belangrijk dat u contact opneemt. Op werkdagen tussen 09.00 en 16.00 belt u de poli­kliniek Orthopedie. U heeft van de orthopedieconsulent een visitekaartje gekregen met daarop tijden waartussen u kunt bellen bij problemen. Buiten deze momenten belt u de huisarts. Wanneer bellen:

  • U heeft onverwachts pijn, ongewone pijn of de pijn wordt opeens erger.
  • U heeft een lichaamstemperatuur hoger dan 38,5 graden Celsius.
  • Als de operatiewond gaat lekken terwijl dat eerder niet zo was, of bij een toename van de wondlekkage.
  • Als de wond of het gebied rondom de wond steeds roder/vuriger wordt.
  • Als u onderbeen steeds dikker wordt, ondanks hoog leggen van uw been.
  • Als u bent gevallen en de pijn zakt niet af .

Hoelang moet ik de bloedverdunnende medicatie gebruiken?

De bloedverdunnende medicatie moet u tot 30 dagen na de operatie gebrui­ken.

Hoelang moet het spica-heupverband (broekje) gebruikt worden?

Het advies is om dit broekje tot 48 uur na de operatie om te houden. Vindt u de stevigheid van het broekje prettig? Dan mag u het broekje langer gebruiken. 

Hoelang blijft mijn heup pijnlijk?

In de eerste 3 maanden na de operatie wordt de pijn langzaam minder. Startpijn, lokale vermoeidheid en een rekkend, trekkend, drukkend gevoel nemen steeds meer af. Soms duurt het langer, pas na een jaar kunt u min of meer iets zeggen over het eindresultaat.

Hoelang blijft mijn been dik?

Het is heel normaal dat u de eerste 3 maanden na de operatie zwelling bemerkt in uw voet of onderbeen. U kunt dan het geopereerde been op een krukje leggen of koelen met een coldpack. U kunt ook een zak met bevroren erwten gebruiken om de wond te koelen. Verpak de zak voor gebruik in een doek om bevriezing van de huid te voorkomen en koel niet langer dan 15 minuten. ’s Nachts kunt u het voeteneind van uw bed hoger doen of een kussen onder uw matras leggen om de zwelling tegen te gaan.

Ik heb een zwelling bij de operatiewond, is dat erg?

Mogelijk ontstaat er een bloeduitstorting of zwelling vlak bij de operatiewond. Dit is niet erg en neemt na een paar weken weer af. U zou het spica heupverband (broekje) weer kunnen gebruiken om de zwelling tegen te gaan.

Hoe vaak moet ik oefenen?

Als u 3 keer per dag 10 minuten oefent, is dat voldoende. Overdrijf de oefeningen niet. Als de zwelling toeneemt, moet u uw been rust gunnen. Dit doet u ook als u weer meer pijn krijgt.

Hoe verzorg ik mijn wond?

De wond moet schoon en droog blijven. U gaat met een pleister op de wond naar huis. Dit verband blijft ongeveer 5 dagen zitten. Andere wondverzorging is niet nodig. De huid rondom de hechtingen kan wat rood of geïrriteerd zijn.

2 weken na de operatie verwijdert de huisarts de hechtingen. Deze af­spraak met de huisarts moet u zelf maken. Mogelijke roodheid of irritatie verdwijnt dan snel. Breng de eerste maanden na de operatie geen lotion of crème aan rond de wond.

Hoe bouw ik de pijnmedicatie af?

Voor het afbouwen van uw medicatie heeft u een afbouwschema meegekregen. Als dit niet voldoende werkt, neemt u contact op met de huisarts.

Wat moet ik doen bij obstipatie (verstopping van de darmen)?

U mag dan Movicolon innemen. Is dat niet voldoende? Dan kunt u contact opnemen met de huisarts voor advies. Of u kunt bij de drogist een Microlax of Bisacodyl zetpil halen. Dit zijn laxerende middelen.

Welke aanpassingen heb ik nodig in huis?

Zorg ervoor dat u in uw leefomgeving veel bewegingsruimte heeft. Zet bijvoorbeeld stoelen aan de kant. Een stoel met armleuningen kan het opstaan gemakkelijker maken. Laat geen losliggende en wegglijdende matjes of kleden op de vloer en in de badkamer liggen.

Wat voor soort schoenen kan ik het beste dragen?

Draag goed aansluitende schoenen met een brede hak en een veerkrachtige zool. Dit zorgt voor een goede schokdemping. Hoge hakken en slippers zijn niet ideaal. Het kan zijn dat uw voet en enkel een tijd na de operatie gezwollen zijn. Dan heeft u tijdelijk ruimere schoenen nodig.

Hoelang moet ik een loophulpmiddel gebruiken?

Tot 6 weken na de operatie gebruikt u 2 elleboogkrukken of een ander loophulpmiddel. Soms moet u het loopmiddel langer gebruiken. Het gebruik van loophulpmiddelen hangt af van uw persoonlijke situatie. Bijvoorbeeld uw leeftijd, andere beperkingen en uw gevoel van veiligheid tijdens het lopen.

Wanneer mag ik weer…

Hieronder ziet u wanneer u weer met bepaalde activiteiten mag beginnen.

Douchen
Douchen is geen probleem. De eerste dagen met de pleister erop. Als de wond goed droog is kunt u zonder pleister douchen. Let er wel op dat u het wondgebied dan goed naspoelt. Er mogen geen zeepresten achterblijven. Let er wel goed op dat de vloer niet glad is. 

Een bad nemen
U mag pas in bad als de hechtingen uit de wond zijn verwijderd. Let erop dat u wacht met het nemen van een bad totdat het goed lukt om zelf in en uit het bad te stappen. Verder is het belangrijk dat u uw been niet hoog hoeft op te tillen. Hoe lang dat duurt, verschilt van persoon tot persoon. Zorg ook na een bad dat u het wondgebied goed naspoelt.

Zelf een auto besturen
Als u voldoende controle heeft over uw geopereerde heup, mag u na 6 weken weer autorijden. U kunt dit met uw arts bespreken als u op het spreekuur komt.

Als u nog pijnmedicatie slikt, kunt u de auto beter laten staan. Door de medicatie en een mindere controle over uw heup, reageert u mogelijk trager. Hierdoor is mogelijke schade niet gedekt. Lees daarom de polisvoorwaarden van uw verzekering goed door.

Fietsen

  • Als u zonder hulpmiddel kunt lopen en u voelt zich goed, dan mag u na 6 weken weer fietsen. Overleg bij twijfel met de orthopeed.
  • Mannen kunnen de eerste tijd beter een damesfiets gebruiken. Dit is vanwege de lage instap.
  • U kunt vooraf oefenen op een hometrainer.
  • Probeer eerst op een rustig stuk te gaan fietsen. Het op en af stappen is over het algemeen het lastigste.

Zwemmen of naar de sauna?
Na ongeveer 6 weken mag u weer zwemmen of naar de sauna, maar alleen als de wond droog is.

Vrijen
Als u zich houdt aan de leefregels, zijn er geen belemmeringen om te vrijen.

Werken en sporten
De orthopeed kan dat samen met u inschatten tijdens de controleafspraak. Dit is 6 weken na de operatie.

20230051 : totale heupprothese 7-12-2023

Specialisme: Orthopedie