Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Totale elleboog- of radiuskopprothese
Terug naar bovenliggende pagina

Totale elleboog- of radiuskopprothese

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

In overleg met uw orthopedisch chirurg heeft u een afspraak gemaakt voor een operatie aan uw elleboog. In deze folder kunt u lezen hoe de ingreep verloopt. Ook leest u wat u zelf moet voorbereiden. Deze folder geeft extra informatie, naast de mondelinge informatie die u van uw orthopedisch chirurg en de orthopedieconsulent heeft gekregen.

Motivatie

Voor het slagen van de elleboogoperatie en uw herstel is uw eigen motivatie heel belangrijk. Natuurlijk mag u rekenen op ondersteuning van artsen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen. De eerste dag na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs om te oefenen en uitleg te geven over het oefenschema. Dit oefenschema krijgt u mee zodat u hier thuis mee door kunt gaan.

Goede voorbereiding

Het is belangrijk dat u de informatie goed doorleest. Bij voorkeur samen met uw partner, familie of een kennis. Op die manier begint u goed voorbereid aan de operatie en het herstel. Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen? Stelt u die dan aan de orthopedieconsulent of aan de afdelingsverpleegkundige. Zij nemen zo nodig contact op met uw behandelend orthopedisch chirurg.

Wetenschappelijk onderzoek

Het kan zijn dat we u vragen mee te doen aan een wetenschappelijk onderzoek. Zo draagt ons team bij aan nieuwe ontwikkelingen op ons vakgebied. Uw deelname is geheel vrijwillig. De arts informeert u zo goed mogelijk over de bijzonderheden. Als u hierover vragen heeft, stelt u die dan aan uw behandelend orthopedisch chirurg.

Vragenlijsten

Voor en na de operatie krijgt u in het geval van een totale knieprothese het verzoek om vragenlijsten in te vullen. Zo krijgen wij inzicht in het effect van de behandeling en het verloop van uw herstel. Dit inzicht krijgen we door uw antwoorden voor en na de behandeling met elkaar te vergelijken.
Daarom is het belangrijk dat u op meerdere momenten dezelfde vragenlijst(en) invult. Ook worden de vragenlijsten gebruikt om landelijk inzicht te krijgen in de kwaliteit van zorg. Door mogelijke verschillen tussen ziekenhuizen en de behandelingen verder te onderzoeken, verbeteren we de kwaliteit van zorg steeds verder.

Over het ellebooggewricht

Gewrichten in ons lichaam vormen de beweeglijke verbindingen tussen verschillende botstukken. De elleboog is een complex gewricht en vormt de verbinding tussen bovenarm en onderarm. Het ellebooggewricht bestaat uit 3 gewrichten: het gewricht tussen bovenarm en ellepijp en het gewricht tussen bovenarm en spaakbeen. En het gewricht tussen spaakbeen en ellepijp. Deze zijn zo gevormd, dat ze precies tegen elkaar aan kunnen liggen of in elkaar passen.
De uiteinden van deze 3 botten zijn bekleed met kraakbeen zodat de verschil- lende botten soepel over elkaar bewegen. Het kraakbeen is glad en veerkrachtig en wordt gevoed door het gewrichtsvocht. Een stevig kapsel houdt de botdelen van het gewricht op hun plaats.
Dit kapsel bestaat uit spieren, pezen en banden die ervoor zorgen dat het gewricht soepel kan bewegen. Ook zorgen deze voor stabiliteit van de elleboog.

Oorzaak van de klachten

Veel mensen hebben last van gewrichtsslijtage, wordt ook wel artrose genoemd. Slijtage tast de gladde kraakbeenlaag van het gewricht aan. Daardoor kan deze laag uiteindelijk helemaal verdwijnen. De gewrichtsvlakken glijden dan niet meer zo soepel langs elkaar, met het gevolg dat bewegen steeds moeilijker en pijnlijker wordt. Door de irritatie die ontstaat bij bewegen wordt er meer gewrichtsvocht aangemaakt, waardoor de elleboog en arm dikker kan worden.

Verschillende oorzaken

Een oorzaak voor gewrichtsslijtage is reumatoïde artritis. Dit is een chronische ziekte die voortdurend gewrichtsontstekingen veroorzaakt. Andere oorzaken zijn langdurige overbelasting of botbreuken. Soms is de ernst van de breuk zodanig dat deze niet meer te repareren is. Het kraakbeen kan ook door een ongeval of een botbreuk na verloop van tijd slijtage gaan vertonen. In enkele gevallen is er geen oorzaak voor de slijtage.

Klachten

De klachten die kunnen ontstaan zijn:

  • Verminderde spierkracht/stabiliteit van het ellebooggewricht
  • Het draaien van de onderarm wordt moeilijker en pijnlijk
  • Zwelling rondom het ellebooggewricht
  • Ernstige pijnklachten bij bewegen, zowel vanuit het gewricht als weefsels rond het gewricht (pezen, spieren en banden)
  • Het horen kraken/knarsen bij het buigen van de arm
  • Stijfheid van het ellebooggewricht

Soms is het niet meer mogelijk om de pijn te verlichten met medicijnen en spierkracht. Of om de coördinatie te herstellen met behulp van fysiotherapie. In dat geval kan een operatie een oplossing zijn. Dit is een operatie waarbij een elleboogprothese wordt geïmplanteerd.
Er zijn verschillende elleboogprotheses mogelijk. De orthopedisch chirurg overlegt met u welk type prothese voor u geschikt is.

Voorbereiding

Een goede voorbereiding op de opname is heel belangrijk. Hieronder leest u wat wij voor u regelen en wat u zelf moet doen.

Arbodienst

In sommige gevallen heeft uw aandoening en de behandeling ervan gevolgen voor het uitoefenen van uw werkzaamheden. U kunt met uw specialist bespreken of u (tijdelijke) beperkingen heeft.
Het is belangrijk dat u uw bedrijfsarts/leidinggevende op de hoogte stelt van uw aandoening en behandeling, zodat hij/ zij u goed kan begeleiden bij de terugkeer naar uw werk. Hiervoor kunt u een afspraak maken op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de Arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt.
Om uw privacy te beschermen, is uw toestemming nodig. Dit is voor overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts, als dat nodig is.

Preoperatief spreekuur

Van de Opnameplanning krijgt u een afspraak voor de orthopedieconsulent. De afspraak met de anesthesie is telefonisch. U wordt binnen 6 maanden na het preoperatief spreekuur geopereerd.
De datum en het tijdstip van opname en operatie ontvangt u via de Opnameplanning. Daar kan het secretariaat van de polikliniek of de orthopedieconsulent u helaas geen informatie over geven. Uitgebreide informatie over opname in het ziekenhuis leest u in de brochure ‘Welkom in het Martini Ziekenhuis’.

Afspraak met de orthopedieconsulent

U heeft een afspraak met de orthopedieconsulent op de polikliniek Orthopedie. Tijdens deze afspraak krijgt u van de orthopedieconsulent informatie over de gang van zaken bij uw opname en ontslag.

Nazorg

De orthopedieconsulent bekijkt ook samen met u welke zorg u eventueel nodig heeft na uw ontslag. Als u nazorg nodig heeft, dan bespreekt het Transferpunt met u voor welke zorg u in aanmerking komt. Dit is aan de hand van de geldende richtlijnen. Het Transferpunt is de schakel tussen de verpleegafdeling in het ziekenhuis en de thuiszorgorganisatie of het verpleeghuis.

Partner, kennis of familielid mee

U krijgt tijdens deze afspraak veel informatie in 1 keer. Ook verzamelen we allerlei gegevens. We raden u daarom aan uw partner, een familielid of een kennis mee te nemen naar deze afspraak.
Heeft u vragen over uw opname of verblijf? Die kunt u voor, tijdens en na de ope- ratie stellen aan een van onze orthopedieconsulenten. Zij hebben op werkdagen op 2 momenten telefonisch spreekuur. Deze tijden staan op het visitekaartje ver- meld.

Belangrijk

Soms kan de operatie op de geplande datum niet doorgaan. Bijvoorbeeld, omdat:

  • Er meer voorbereiding nodig is. Omdat u ook onder behandeling staat van een andere specialist.
  • U griep heeft (met koorts).
  • U verhinderd bent door privé omstandigheden.

Infectie

Ook als u een infectie heeft, kan de operatie niet doorgaan. Dan gaat het om bijvoorbeeld:

  • Een abces
  • Een steenpuist
  • Tandwortelgranuloom (een ontsteking aan de wortel van een kies of tand)
  • Wondroos
  • Wen ontstoken likdoorn
  • Een ingegroeide nagel
  • Open wondjes aan de handen
  • Blaasontsteking
  • Longontsteking

Het is dan niet verstandig een prothese te plaatsen vanwege de kans op infectie. Neem bij de bovengenoemde situaties zo snel mogelijk contact op met de Opnameplanning. Deze afdeling is bereikbaar op werkdagen van 8:00 tot 16:00 uur.

Voorbereidingen op de operatie

Na de operatie aan uw elleboog kunt u de geopereerde arm een aantal weken niet goed gebruiken. Gaat het om de arm van uw dominante hand? Dan is het ongemak vaak groter. Dagelijkse activiteiten zoals aankleden, wassen en naar het toilet gaan, kunnen dan moeizamer verlopen.
We raden u in dat geval aan om voor de operatie alvast te oefenen met de niet dominante hand. Ondanks het feit dat u gewoon mobiel bent en na de operatie zelf wel iets kunt doen, is het verstandig om van tevoren hulp te regelen voor boodschappen, koken, huishoudelijk werk en vervoer.

Nuchter zijn

Voor de operatie moet u nuchter zijn. Wat u wel of niet mag eten en drinken, leest u in de folder Anesthesie en preoperatief spreekuur. Verder vragen we u om te douchen op de ochtend voor de operatie.

Opname

Wij nemen u op de dag van de operatie op in het ziekenhuis. Dit kan via de verpleegafdeling of via de Opnamelounge.
U meldt zich bij de receptie in de centrale hal. Als u dat graag wilt, kan een gastvrouw van het ziekenhuis u begeleiden.

Wat u zelf moet meenemen

Tijdens de opname heeft u de volgende zaken nodig:

  • Ondergoed en nachtkleding (bij voorkeur met wijde of korte mouwen)
  • Comfortabele kleding (bijvoorbeeld een trainingsbroek of broek met een elas- tische boord)
  • Stevige schoenen waarop u goed kunt lopen en waarvan de hakzijde is gesloten
  • Toiletartikelen
  • Medicijnen die u gewoonlijk gebruikt

U kunt waardevolle bezittingen zoals sieraden of grote geldbedragen beter thuis laten. Dit is vanwege het risico op diefstal of vermissing. Het ziekenhuis is hiervoor namelijk niet aansprakelijk.

Opnamegesprek

Op de opnamelounge neemt een verpleegkundige alle informatie die u eerder heeft gegeven met u door. Wijzigingen kunt u op dat moment doorgeven. Ook krijgt u informatie over de operatie en over het programma tijdens de opnamedag. Uw partner of familielid mag bij dit gesprek aanwezig zijn.

Voor de operatie

Een uur voor de operatie trekt u een operatiejasje aan. U krijgt pijnmedicatie ter voorbereiding op de operatie en we markeren uw knie. Het is belangrijk dat u op dat moment nog even naar de wc gaat en goed uitplast.
Een verpleegkundige brengt u naar de holding. Dat is de ruimte waar de eerste voorbereidingen plaatsvinden voor de operatie. Daarna wordt u naar de operatiekamer gebracht. Daar leggen we u op de operatietafel. De anesthesioloog kan dan beginnen met de voorbereiding voor de operatie.

De operatie

Er zijn verschillende typen elleboogprotheses. De orthopedisch chirurg beslist welke prothese voor u geschikt is. Het soort prothese hangt af van uw leeftijd, de kwaliteit van de spieren en pezen en de ernst van slijtage.

Totale elleboogprothese

De chirurg maakt een snede aan de achterkant van de elleboog. Daarna wordt het ellebooggewricht bloot gelegd, waarna het kopje van het spaakbeen wordt verwijderd. Daarna worden de versleten gewrichtsvlakken verwijderd en wordt een proefprothese geplaatst.
Na controle van de stand en beweging van de elleboog met een proefprothese wordt de definitieve prothese met botcement geplaatst. Hierna worden de weggeschoven banden en spieren zorgvuldig teruggeplaatst en wordt de wond gesloten.

Radiuskopprothese

De chirurg maakt een snede aan de zijkant van de elleboog. Daarna wordt het ellebooggewricht blootgelegd en het versleten of beschadigde kopje van het spaakbeen verwijderd. Hierna wordt een metalen pen in de mergholte van het spaakbeen bevestigd.
Tijdens de operatie beoordeelt de chirurg of de pen met botcement moet worden vastgezet. Daarna wordt het kopje bovenop de pen vastgemaakt. Soms is het herstellen van beschadigde banden nodig. In dat geval krijgt u na de operatie gips of een spalk.

Drain

In de meeste gevallen wordt er geen drain achtergelaten. Daarna wordt de huid gehecht met ‘nietjes’. U krijgt een stevig drukverband om het ellebooggewricht. Dit is om zwelling te voorkomen. Ook krijgt u een draagband (collar ‘n cuff ) om uw elleboog en arm rust te geven.
In opdracht van de orthopedisch chirurg kunt u soms voor een periode van 6 weken een afneembare gipsspalk of scharnierbrace krijgen. Dit is om de elleboog te ondersteunen en te voorkomen dat u bepaalde bewegingen maakt na de operatie. De orthopedisch chirurg bespreekt met u of u met of zonder gips nabehandeld wordt. In de meeste gevallen is het niet nodig de elleboog met gips na te behandelen.

Tijdsduur

De operatie duurt ongeveer 1,5 tot 3 uur. Om infecties te voorkomen, krijgt u tijdens en na de operatie via een infuus een antibioticum toegediend.

Na de operatie

Na de operatie rijden we u naar de recovery (uitslaapkamer). Ook hier blijft u op bewakingsapparatuur aangesloten, zodat we uw lichaamsfuncties kunnen controleren. De recoveryverpleegkundige laat uw contactpersoon telefonisch weten dat de operatie klaar is.
Als u weer goed wakker bent en alle lichaamsfuncties in orde zijn, mag u terug naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige van de afdeling stelt uw contactpersoon daarvan op de hoogte en mag dan op bezoek komen.
Na de operatie heeft u in uw arm een naaldje of infuus. Via deze weg krijgt u anti­biotica en eventueel vocht toegediend.

Trombose

Vanwege de operatie neemt de kans op trombose (bloedstolsel) toe. Om trombose te voorkomen krijgt u ‘s avonds na de operatie een bloedverdunnende injectie. Meestal dienen we deze toe in de buik. Deze injectie werkt preventief en stopt als u naar huis (met ontslag) gaat.
Gebruikte u voor de operatie al bloedverdunners, zoals Acenocoumarol, Sintromitis, Fenprocoumon, Dabigatran of Marcoumar? Dan stellen we u hier na de operatie weer op in. U krijgt na de operatie tegelijkertijd bovenstaande injecties. Zodra u goed bent ingesteld op de bloedverdunners, of als u naar huis gaat, zijn deze injecties niet meer nodig.
Gebruikt u andere bloedverdunners dan hierboven staat beschreven? Dan wordt het herstarten van uw eigen bloedverdunners overlegd met de orthopedisch chirurg of anesthesist.

Terug op de afdeling

Op de verpleegafdeling mag u weer eten en drinken. Wassen en aankleden doet u meteen weer zo veel mogelijk zelf. Als het nodig is, helpt een verpleegkundige u daarbij.

Liggen en slapen

Het is aan te raden om na de operatie op uw rug te slapen. Hierbij moet u uw arm wat hoger op een kussen laten rusten. Dit is om zwelling in de vingers te voorkomen. Dit kan ook de pijnklachten verminderen, omdat uw arm goed wordt ondersteund. Op de zij slapen mag wel als dat mogelijk is. Ook dan is het goed om de arm te laten rusten op een (dik) kussen.

Wond en wondverband

Na het sluiten van de wond op de operatiekamer krijgt u een verband op de wond en wordt er een drukverband aangelegd. Het drukverband mag 2 dagen na de operatie worden verwijderd. Soms mag het eerder worden verwijderd, als dat nodig is. Dit is om goed te kunnen oefenen. Dit gaat altijd in overleg met de orthopedisch chirurg en fysiotherapeut.
Zo nodig verwisselt de verpleegkundige het verband voordat u naar huis gaat. Als de wond droog is, hoeft de wond niet opnieuw te worden verbonden. Als er een drain is, wordt deze de eerste dag na de operatie verwijderd. De insteekopening van de drain wordt verbonden met wondverband.
Bij uw ontslag krijgt u een telefonische afspraak met de orthopedieconsulent mee. Dit is rond 5 dagen na uw ontslag. De dag dat de consulent u belt, mag u na het opstaan de pleister verwijderen. Zo kunt u de consulent vertellen hoe de wond eruitziet.

Bloedafname en röntgenfoto

De eerste dag na de operatie neemt een laborant bloed af om bepaalde waarden in uw bloed te controleren. Op de dag van de operatie of de dag erna wordt op de afdeling Radiologie een controlefoto gemaakt van uw elleboog.

Mobiliseren

U mag, als u zich goed voelt, op de dag van de operatie uit bed. We raden u aan dit de eerste keer onder begeleiding van een verpleegkundige te doen. Dit is in verband met mogelijk duizeligheidsklachten. Om uw elleboog te ontlasten draagt u een collar ‘n cuff.
Afhankelijk van de operatie geven de orthopedisch chirurg en fysiotherapeut u advies over wat u wel en niet met uw arm mag doen na de operatie. En ook hoe lang u de collar ‘n cuff moet dragen.

Fysiotherapie

De eerste dag na de operatie start u met oefeningen onder begeleiding van de fysiotherapeut. De eerste 6 weken is het de bedoeling de elleboog te gebruiken op geleide van klachten. Bijvoorbeeld pijn en zwelling. Ook gebruikt u de elleboog volgens de (verderop te lezen) leefregels. Als het nodig is, gebruikt u een collar ’n cuff.
Alleen wanneer de orthopedisch chirurg dit voorgeschreven heeft, moet er een (afneembare) gipsspalk of scharnierbrace gebruikt worden.

Waarschuwing: antibiotica bij toekomstige behandelingen en ingrepen

U krijgt bij uw ontslag uit het ziekenhuis een pasje mee. Hierop staat een link naar informatie over het gebruik van antibiotica bij toekomstige behandelingen en ingrepen. Dit advies blijft voor u levenslang van kracht. Dit geldt dus niet alleen voor de eerste maanden na de operatie.

Naar huis

Meestal gaat u 2 tot 3 dagen na de operatie weer naar huis. Dit hangt af van de soort pijnbestrijding die voor u is afgesproken, hoe u zich voelt, hoe de wond er uit ziet en of u de oefeningen goed uit kunt voeren volgens de fysiotherapeut.

Thuiszorg

Voor de opname is met u besproken wat de mogelijkheden zijn als u na de operatie niet of met hulp naar huis kunt. Heeft u thuiszorg nodig voor hulp bij de lichamelijke verzorging, en/of wondverzorging? Dan schakelen we het Transferpunt van het ziekenhuis in. Is een tijdelijke opname in een verpleeghuis nodig? En komt u hiervoor in aanmerking? Dan regelt het Transferpunt dat al voor de opname.

Medicatie

Voordat u met ontslag gaat, neemt de verpleegkundige nog enkele praktische zaken met u door, zoals de controleafspraken. Wijzigt uw medicatie tijdens de ziekenhuisopname? Dan komt onze apothekersassistent bij u langs op de verpleegafdeling om daarover uitleg te geven.
Zij of hij kan de medicatie die u thuis moet gebruiken direct voor u meenemen. U hoeft dan dus niet meer langs uw eigen apotheek. Dat geldt ook voor de pijnmedicatie die door de arts is voorgeschreven voor de operatie. Houd er wel rekening mee dat u een eventuele eigen bijdrage dan met uw pinpas betaalt.

Overzicht ontslagmedicatie

Maakt u geen gebruik van de service van de politheek in het ziekenhuis? Dan krijgt u een overzicht van uw ontslagmedicatie mee en zo nodig een recept voor medicijnen. Uw huisarts en thuisapotheek ontvangen een overzicht van uw ontslagmedicatie.
Als u opgehaald wordt, is het handig dat alvast een rolstoel meegenomen wordt vanaf de ingang van het ziekenhuis.

Weer thuis

De eerste tijd na de operatie kan uw elleboog en het gebied rondom de wond dik en warm aanvoelen, dit is normaal en neemt geleidelijk af. Ook heeft u mogelijk blauwe plekken rondom de wond die na enige tijd vanzelf verdwijnen. De eerste tijd is de elleboog nog pijnlijk, ook tijdens het oefenen. Deze pijnklachten nemen steeds meer af, maar kunnen soms nog 3 tot 4 maanden na de operatie aanwezig zijn.

Tillen

Het (uitbreiden van) het oefenen gaat in overleg met uw fysiotherapeut en orthopedisch chirurg. Stukje bij beetje kunt u de dagelijkse bezigheden weer uitvoeren. Het wordt aangeraden om niet meer dan 2 kilogram te tillen. En in sommige gevallen 5 kilogram. Het advies is om (levenslang) niet zwaarder dan 5 kg te tillen. Dit advies wordt gegeven om te voorkomen dat de prothese zich loswrikt uit het bot.
De gemiddelde tijd voor de revalidatie na de plaatsing van de elleboogprothese is 3 maanden tot een half jaar.

Fysiotherapie

Na de operatie aan uw elleboog krijgt u een verwijsbrief mee voor de voortzetting van de fysiotherapie. Het is van groot belang dat de fysiotherapeut u ook na de operatie goed blijft begeleiden om de spierkracht en de beweeglijkheid te verbeteren. U maakt zelf een afspraak met uw fysiotherapeut.
Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis heeft u van de fysiotherapeut instructies gekregen om thuis zelfstandig te kunnen oefenen. Dagelijks oefenen is erg belangrijk voor een goed resultaat. Ook krijgt u een folder mee die u kunt overhandigen aan de fysiotherapeut. Hierin staat  de benodigde informatie voor een goede nabehandeling.

Resultaat

Over het algemeen is het resultaat van het plaatsen van een elleboogprothese goed. U mag verwachten dat de pijn verdwijnt. Hoe goed de beweeglijkheid wordt, hangt onder andere af van de stijfheid van het kapsel en de pezen rondom de elleboog. Maar ook de mate waarin het gewricht versleten was en de spierkracht.
Vergeleken met een normaal ellebooggewricht kunt u de elleboogprothese over het algemeen minder zwaar belasten. Meestal kunt u de elleboog niet meer volledig strekken. Maar dat is meestal niet nodig om dagelijkse werkzaamheden te kunnen uitvoeren.

Complicaties

Net als bij andere operaties kunnen er complicaties optreden. De volgende complicaties zijn mogelijk:

Zenuwklachten

Er loopt een zenuw heel dicht langs de elleboog, bij het ‘telefoonbotje’. Deze zenuw moet volledig worden vrij gelegd om goed bij de elleboog te komen. Deze zenuw is erg kwetsbaar. En veel patiënten (ongeveer 10 procent) ervaren daarom na de operatie tintelingen of een doof gevoel in de pink en ringvinger. In de meeste gevallen herstellen deze klachten weer. Soms zijn ze blijvend.

Breuk in bovenarm, spaakbeen of ellepijp.

Het spaakbeen en de ellepijp zijn dunne botten. Daarom kan tijdens het plaatsen van de prothese een scheurtje of breukje ontstaan. In de meeste gevallen heeft dit geen gevolgen. Maar soms kan het nodig zijn de arm in gips na te behandelen.

Infectie

Rond de elleboogprothese kan een infectie ontstaan. De kans op een infectie blijft altijd aanwezig zolang u een prothese heeft. Dus ook langere tijd na de operatie.

Nabloeding

Er kan na de operatie een nabloeding optreden.

Slijtage en loslating.

De gemiddelde levensduur van een prothese is 10 tot 15 jaar, afhankelijk van de belasting. Als de prothese is versleten, is het vaak wel mogelijk om een hersteloperatie uit te voeren. Maar dat is technisch veel lastiger en ingewikkelder. En met meer kans op complicaties zoals infectie, botbreuken en vaat-/zenuwletsel. Het is daarom heel belangrijk dat u ook voor het behoud van de prothese voorzichtig omgaat met uw kunstgewricht.

Controle

Na de operatie maken we verschillende afspraken met u.

  • De secretaresse maakt voor u een belafspraak voor 5 tot 7 dagen na de operatie. De orthopedieconsulent neemt dan telefonisch contact met u op. Op die dag mag u ‘s ochtends bij het opstaan het wondverband verwijderen.
  • Ongeveer 2 weken na de operatie verwijdert de huisarts uw hechtingen. Deze afspraak met de huisarts moet u zelf maken.
  • Ongeveer 6 weken na de operatie komt u terug naar het ziekenhuis voor een controleafspraak met de orthopeed die u heeft geopereerd.
  • Voorafgaand aan deze afspraak gaat u naar de afdeling Radiologie voor een controlefoto.

Leefregels

Er zijn een aantal leefregels waarmee u rekening moet houden in de eerste 6 weken na de operatie. Dit om te voorkomen dat u uw elleboog overbelast. Hieronder staan de leefregels op een rij:

  • Gebruik uw elleboog op geleide van klachten, afhankelijk wat de pijn en zwelling toelaten. U mag maximaal een kopje koffie tillen de eerste 6 weken.
  • Na de eerste 6 weken niet meer dan 2 kilo tillen. Buigen is meestal niet verder mogelijk dan 100 graden, vanwege de hechtingen. Bij (afneembare) gipsspalk of scharnierbrace gelden natuurlijk andere regels.
  • U draagt gedurende 1 week een collar ‘n cuff en bouwt dit in de 5 weken daarna af. Na 6 weken mag de collar ‘n cuff af en mag u geleidelijk beginnen met lichte activiteiten met de arm. Dit mag ook eerder als de pijn en zwelling dat toelaten. In de meeste gevallen mag u de arm na de operatie ook actief strekken. Gebruikt de chirurg een operatietechniek waarbij dit niet toegestaan is? Dan wordt dit duidelijk vermeld.
  • Bij het optillen van dingen geldt levenslang een belasting incidenteel van maximaal 5 kilo.
  • In rust mag u de hand zoveel mogelijk net iets hoger leggen dan de elleboog. Dit om zwelling van de hand tegen te gaan.
  • Fietsen en autorijden (met stuurbekrachtiging) mag rond 6-8 weken na de operatie, mits er voldoende controle over de arm is op dat moment.

Veel gestelde vragen en antwoorden

1. Wanneer neem ik contact op met de polikliniek/orthopedieconsulent?

  • Als de operatiewond 14 dagen na de operatie nog niet droog is.
  • Als de operatiewond gaat lekken, terwijl dat eerder niet zo was. Of bij forse toename van wondlekkage.
  • Als u ineens hevige pijn heeft in de elleboog, ongewone pijnklachten heeft of een toename van pijnklachten bij bewegen.
  • Bij koorts, hoger dan 38,5 graden Celsius, koude rillingen en als u zich hierbij ziek voelt.

2. Hoe vaak moet ik oefenen en wanneer weet ik of ik teveel heb geoefend?

Oefenen doet u 2 tot 3 keer per dag. In series van 3 keer 5, uitbreidend naar 3 keer 10 herhalingen.
Raken de elleboog en/of vingers meer gezwollen na het oefenen? Dan kan dat een teken zijn van te veel oefenen. De elleboog doet dan vaak ook meer pijn en voelt vaak warmer aan. Het is normaal dat de elleboog tijdens het oefenen meer pijn doet, maar deze pijn moet na de oefeningen binnen ongeveer 10-15 minuten wel weer goed afzakken.

3. Hoe lang blijven mijn arm en elleboog warm aanvoelen?

Gedurende 6 tot 12 maanden kan de elleboog warm blijven aanvoelen.

4. Hoe lang blijft mijn elleboog pijnlijk?

De eerste 3 maanden na de operatie neemt de pijn langzaam af.

5. Mijn arm is gezwollen, is dat verontrustend?

Het is heel normaal dat u de eerste 3 maanden na de operatie nog wat zwelling merkt in uw arm en/of elleboog.

6. Hoe verzorg ik mijn wond?

  • De wond moet schoon en droog blijven. Meestal gaat u met ontslag met een wondverband op de wond. U kunt het verband de vijfde dag na de operatie verwijderen. Dan is de wond meestal droog en hoeft er geen andere pleister meer op.
  • De huid rondom de hechtingen kan wat rood of geïrriteerd zijn. 14 dagen na de operatie worden de hechtingen verwijderd. Dan heeft u snel minder last van een geïrriteerde huid.
  • Heeft u last van veel wondlekkage? Neem dan contact op met de orthopedieconsulent voor advies.
  • U krijgt in ieder geval 5 tot 7 dagen na de operatie een telefoontje van deze consulent.
  • Smeer de eerste maanden na de operatie geen lotion of crème op de wond.

7. Hoe bouw ik pijnmedicatie af?

Hiervoor verwijzen we naar het afbouwschema dat u heeft meegekregen. Als dit niet voldoende werkt, mag u contact opnemen met de huisarts over het wijzigen van pijnmedicatie.

8. Wat voor kleding kan ik het beste dragen?

Draag kleding die u gemakkelijk uit- en aan kunt krijgen met 1 hand. Denk daarbij aan een broek met een elastische boord en soepele stof. Ruime bovenkleding, die prettig zit als u uw arm tegen uw buik aanhoudt. Bijvoorbeeld een blouse of een vest.

9. Wanneer mag ik weer…

Douchen of in bad?

In principe mag u gelijk weer douchen. De wond is de eerste 5 dagen afgedekt met een pleister. Als de pleister na 5 dagen is verwijderd, adviseren we u om de wond na het douchen goed droog te deppen. Het droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing. U mag de eerste 3 maanden niet in bad.

Autorijden?

De eerste 6 tot 8 weken na de operatie mag u niet autorijden.

Fietsen?

De eerste 6 tot 8 weken na de operatie mag u niet fietsen.

Werken?

Dit hangt af van het soort werk. Bij een zittend beroep is dit afhankelijk van de klachten. Zwaarder lichamelijk werk is niet verstandig na het plaatsen van een elleboogprothese. De hervatting van uw werk wordt begeleid door uw bedrijfsarts.

Sporten?

Het nieuwe gewricht is een kunstgewricht en dit is altijd kwetsbaar. Zware lichamelijke inspanningen en sporten kunnen de levensduur van het nieuwe gewricht verkorten. Bespreekt u daarom met uw arts wanneer u welke sport weer mag beoefenen.

Versie: 20190026 08-2023 Totale elleboog- of radiuskopprothese

Specialisme: Orthopedie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.