Thoraxdrainage
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
U wordt opgenomen voor een behandeling met thoraxdrainage. In deze folder leest u over de oorzaken, klachten, behandeling en leefregels. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts.
Thoraxdrainage
Soms zit er lucht of vocht naast of onder uw long, in uw borstholte. Om dat te verhelpen krijgt u een thoraxdrainage. Lucht of vocht drukt uw long samen, waardoor de long kleiner wordt. Daardoor kunt u minder goed ademhalen. Als de lucht of het vocht uit de borstholte weg is, dan kan de long weer helemaal uitzetten en kunt u weer gewoon ademhalen.
Oorzaak
Om de buitenkant van uw longen zit het longvlies en aan de binnenkant van de borstkas zit het borstvlies. Tussen deze vliezen zit een laagje vloeistof. Dat laagje zorgt ervoor dat uw longen makkelijk in de borstholte bewegen als u in- en uitademt. U krijgt een thoraxdrain als er lucht of vocht in de ruimte tussen deze vliezen (pleuraholte) zit. Lucht in de pleuraholte wordt een klaplong genoemd.
Vocht of lucht in de borstholte kan zomaar ontstaan. Soms ontstaat het door een ongeval, tijdens ziekte of als complicatie van een behandeling.
Klachten
Een klaplong of vochtophoping kan verschillende klachten veroorzaken.
- Hevige pijn op de borst en achterop de rug, die soms doortrekt naar de nek, schouder en buik.
- Na enige tijd kan de kortademigheid minder worden, doordat het lichaam zich aanpast op het ademen met één long.
Verloop van de behandeling
Om de lucht of het vocht uit de borstholte weg te halen, brengt de arts een slangetje (een drain) in via een opening tussen twee ribben. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Deze drain zuigt, waardoor de lucht of het vocht uit de borstkas verdwijnt. Via de drain kan de behandelend arts ook medicatie toedienen, voor een plaatselijke behandeling.
Opvangsystemen
Er zijn 3 opvangsystemen voor thoraxdrainage. Welk systeem bij u wordt gebruikt, hangt af van uw situatie. Het opvangsysteem wordt aan de drain in uw borstholte gekoppeld en bestaat uit flessen, een bak of een elektronisch systeem.
Omdat zwaartekracht een rol speelt bij de drainage, is het belangrijk dat het opvangsysteem lager ligt dan uw borstholte. Als u bijvoorbeeld uit bed wil, moet u dus vooraf de verpleegkundige waarschuwen.
Verdoving
Vóór het inbrengen van een thoraxdrain wordt u plaatselijk verdoofd. Het inbrengen van een thoraxdrain in uw borstholte. Dit duurt ongeveer 15 minuten en gebeurt op de verpleegafdeling. U hoeft voor de ingreep niet nuchter te zijn.
Complicaties
Zoals alle behandelingen is ook de behandeling met thoraxdrainage niet helemaal zonder risico’s. Er bestaat een kleine kans op een bloeding bij het inbrengen van de drain, of een infectie van de borstholte via de drain. Deze complicaties komen gelukkig zelden voor. Gebruikt u bloedverdunners? Meldt u dit dan aan uw behandelend arts.
Soms geneest een klaplong niet zo snel als verwacht. Het kan gebeuren dat u daardoor (veel) langer met een thoraxdrain in het ziekenhuis moet blijven. Dit is geen complicatie van de behandeling, maar wel erg vervelend.
Na de behandeling
De drain wordt zo snel mogelijk weer verwijderd. Om te zorgen dat de opening waar de drain in heeft gezeten zo goed mogelijk heelt, mag u het verband in de eerste 48 uur niet van de wond halen. In deze 2 dagen mag u ook niet douchen.
De arts bepaalt in overleg met u wanneer u weer naar huis mag.
Leefregels
Na een thoraxdrain is het belangrijk dat de wondjes goed genezen en de long niet inklapt. Daarom is het belangrijk dat u zich houdt aan de leefregels.
- Niet roken.
- Niet persen.
- In de eerste 6 weken geen zwaar huishoudelijk werk doen, zoals stofzuigen of ramen lappen.
- In de eerste 6 weken niet zwaar tillen.
- Lopen en fietsen langzaam opbouwen, in overleg met de specialist.
- In de eerste 6 weken niet sporten of vliegen.
- In de eerste 6 weken geen blaasinstrumenten bespelen.
- Zittend werk kunt u in overleg met uw specialist meestal snel weer doen.
- Doet u aan duiksport? Dat doet u zeker de eerste 6 weken niet, maar mogelijk de rest van uw leven niet meer.
Zorg ervoor dat u weinig pijn hebt. Vraag desnoods om pijnstillers aan de (zaal)arts. Alleen als u weinig of geen pijn hebt, kunt u goed doorademen en hoesten. Dit voorkomt slijmophoping en longontsteking.
Controle
Na een paar weken komt u terug voor een controleafspraak op de polikliniek. Hoe snel u weer op de polikliniek komt, hangt af van de reden waarom u een thoraxdrain had. U neemt dan samen met de specialist de leefregels door en bespreekt welke activiteiten u weer mag uitvoeren. Duiksport is voor de rest van uw leven sterk af te raden.
Versie: 1172010 06-2023 Thoraxdrainage