Staaroperatie poliklinisch
Op werkdagen van 8.00 tot 16.00 uur
Tel.: (050) 524 6990
E-mail:
Oogheelkunde@mzh.nl
Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.
Uw oogarts heeft bij u staar (cataract) geconstateerd. In overleg met de oogarts heeft u besloten zich te laten opereren. De operatie gebeurt met een druppelverdoving op de polikliniek Oogheelkunde. In deze folder leest u hoe u zich kunt voorbereiden en hoe de operatie verloopt.
U meldt zich op de afgesproken tijd bij de polikliniek Oogheelkunde. Een spreekuurassistente vertelt u wat er gaat gebeuren. De operatie gebeurt met druppelverdoving. U krijgt druppels in het oog dat wordt geopereerd. Deze druppels werken verschillend: sommige hebben een verdovende werking, andere zorgen ervoor dat uw pupil wijder wordt.
Tijdens de operatie is uw hoofd afgedekt met een steriel laken. De oogarts maakt een klein sneetje in het oog, verwijdert uw troebele ooglens en vervangt deze door een kunstlens. Het verwijderen van de lens gebeurt met een apparaatjes dat trilt en zo de lens verpulvert. Deze techniek heet phaco-emulsificatie.
De operatie duurt ongeveer 20 minuten. De hele opname duurt 60 tot 90 minuten.
Het druppelen bouwt u per week af middels een druppelschema. Dit druppelschema ontvangt u op de dag van de operatie. Kunt u het oog niet zelf druppelen? Zorg er dan voor dat er iemand is die de druppels kan toedienen, zoals bijvoorbeeld een familielid, uw buren of eventueel de thuiszorg.
Tenminste 95 procent van de mensen die geopereerd zijn, kunnen na de operatie beter zien. Als u last heeft van andere oogproblemen, dan is de verbetering soms minder groot. In de eerste dagen na de operatie ziet u misschien nog niet zo goed. Na een paar dagen ziet u waarschijnlijk beter. Na 4 tot 6 weken is uw zicht stabiel.
Vóór de operatie doen we een lensmeting. Deze meting is nodig voor het berekenen van de sterkte van uw implantlenzen (kunstlenzen). Dat gebeurt om te zorgen dat de brilsterkte voor veraf na de operatie zo klein mogelijk is. Toch kan de oogarts nooit garanderen dat het oog zonder bril altijd scherp kan zien, ook niet als de operatie perfect is verlopen. Meestal heeft u in ieder geval een leesbril nodig.
Soms kunt u in overleg met de oogarts ervoor kiezen dat u na de operatie goed kunt lezen zonder bril. In dat geval is er voor veraf een bril nodig. De keuze hiervoor hangt af van bijvoorbeeld de brilsterkte vóór de operatie en van uw leesgewoonten.
Er zijn speciale implantlenzen die ervoor zorgen dat u na de staaroperatie minder afhankelijk bent van een bril. Dit zijn bijvoorbeeld torische implantlenzen, deze implantlenzen corrigeren een cylinderafwijking. Met deze lenzen hoeft u na de operatie een minder sterke bril. In de meeste gevallen worden torische implantlenzen niet vergoed door uw zorgverzekeraar, u moet hiervoor extra betalen.
Daarnaast zijn er multifocale implantlenzen die, net als een multifocale bril, het zicht voor veraf en voor dichtbij verbeteren. Deze speciale implantlenzen kunnen niet bij iedereen worden gebruikt. Deze multifocale lenzen kunnen ook bepaalde bijwerkingen hebben, bijvoorbeeld gekleurde ringen rond lichtbronnen, lichtschitteringen en het zien van minder contrast. Bovendien heeft u met die lenzen soms toch nog een leesbril nodig. Multifocale lenzen vallen niet onder de normale verzekerde zorg, daarom moet u hier extra voor betalen.
Bij 2 tot 3 van de 100 operaties treden complicaties op. Er kunnen ook complicaties optreden als de operatie technisch goed verlopen is. Een complicatie kan leiden tot achteruitgang van uw zicht. Hieronder leest u over een aantal belangrijke complicaties. Het is niet mogelijk om alle complicaties in deze folder te bespreken.
Er bestaat altijd een reële kans dat u in de maanden of jaren na de operatie nastaar krijgt. Bij nastaar vertroebelt het kapsel achter de implantlens. Dan lijkt het alsof de staar terugkomt. Dit kan goed behandeld worden met een laserbehandeling.
Versie: 1495970 Poliklinische staaroperatie 2025-04