KNO / Urologie (verpleegafdeling)
Bezoek is welkom tussen 11.00 en 20.00 uur.
Tel.: (050) 524 5510
Routenummer: 3.6
Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.
U wordt binnenkort opgenomen in het Martini Ziekenhuis voor een urologische operatie. U heeft een vernauwing tussen het nierbekken en de urineleider (ureter). Deze vernauwing wordt een UPJ-stenose genoemd. De vernauwing kan met een operatie worden weggehaald. In deze folder leest u meer over deze operatie. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw uroloog.
De urineleider is een dun buisje van ongeveer 20 tot 25 centimeter. Het vervoert urine van de nieren naar de blaas. Dit gebeurt door samentrekkende bewegingen te maken. Een UPJ-stenose is een vernauwing tussen het nierbekken en de urineleider. Daar kunt u klachten van krijgen. Een UPJ-stenose is meestal een aangeboren afwijking. Maar het kan ook op latere leeftijd ontstaan door littekenweefsel.
Voor de operatie krijgt u afspraken om zich voor te bereiden. Ook moet u nuchter zijn. Hieronder leest u er meer over.
Vóór de operatie gaat u naar het spreekuur op de polikliniek Urologie. Op dit spreekuur praat u met een uroloog, een uroloog in opleiding of een afdelingsarts. De arts bespreekt met u de operatie en de mogelijke complicaties. Ook hoort u hoe lang u in het ziekenhuis moet blijven.
U krijgt ook een koolhydraatrijke drank (PreOp) mee naar huis. Meer over PreOp leest u in de informatie over het Preoperatief Spreekuur en Anesthesie. Als u diabetes hebt, krijgt u geen PreOp mee.
Enkele weken voor de operatie wordt u uitgenodigd voor het preoperatief spreekuur. U krijgt 2 uitnodigingen voor een telefonisch gesprek. Dan belt u met een apothekersassistent, een anesthesioloog of anesthesiemedewerker en de intakeverpleegkundige. Als u diabetes heeft, dan spreekt u ook de verpleegkundig diabetesspecialist.
Vóór uw afspraak krijgt u een digitale vragenlijst. Alle informatie over het preoperatieve spreekuur en anesthesie leest u in de folder Preoperatief Spreekuur en Anesthesie.
In Meerdaagse opname leest u meer over een operatie en een verblijf in het ziekenhuis. De datum en tijd van uw operatie krijgt u van de Opnameplanning.
U moet nuchter zijn voor de operatie. Dit betekent dat u voor de operatie niet alles mag eten en drinken. Wat u wel en niet mag eten, leest u in de folder Preoperatief Spreekuur en Anesthesie.
U doet mee aan het ERAS-programma bij urologische operaties. ERAS staat voor Enhanced Recovery After Surgery (Versneld beter worden na een operatie). ERAS is een methode om patiënten sneller te laten herstellen na een (urologische) operatie. Het programma maakt de kans op complicaties een stuk kleiner.
De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Als u onder narcose bent, wordt een blaaskatheter ingebracht.
Het is en kijkoperatie. U wordt door de uroloog geopereerd met de Da Vinci Xi Robot. De operatierobot heeft een speciale camera om in de buikholte te kijken. De uroloog stuurt de robotarmen aan. De Da Vinci Xi Robot werkt heel precies. U heeft na de operatie minder pijn, omdat er geen grote wond is. Daardoor herstelt u sneller en hoeft u niet lang in het ziekenhuis te blijven.
De arts haalt dan de vernauwing weg en hecht de urineleider weer aan het nierbekken. Deze nieuwe verbinding heet een anastomose. Tijdens de operatie krijgt u een dubbel J-katheter. De dubbel J-katheter is een slangetje tussen de nieren en de blaas. Het slangetje zorgt ervoor dat de nieuwe verbinding goed kan genezen. De dubbel J-katheter blijft 6 weken zitten. Na deze periode wordt deze op de polikliniek Urologie verwijderd.
De operatie duurt ongeveer 2 uur.
Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer van de operatieafdeling. Hier controleren artsen en verpleegkundigen uw hartslag en bloeddruk. U krijgt pijnstillers en medicatie tegen misselijkheid. Uw contactpersoon wordt gebeld dat de operatie is afgelopen. Op de uitslaapkamer mag u geen bezoek ontvangen. U mag een beetje drinken of een waterijsje proberen.
Na een tijdje wordt u op de rand van uw bed geholpen. Dit stimuleert het lichaam om te herstellen. Dan wordt het infuus stilgezet. Dit betekent dat u geen vocht meer krijgt via het infuusnaaldje en dat u zelf weer moet gaan drinken. Na een paar uur wordt u opgehaald en naar de verpleegafdeling gebracht. Dan gaat u terug naar uw kamer.
Na de operatie heeft u een katheter in uw blaas. De katheter mag er vaak op de uitslaapkamer weer uit.
Zodra u terug bent op de afdeling, belt de verpleegkundige uw contactpersoon. Ook controleert de verpleegkundige uw hartslag, bloeddruk, lichaamstemperatuur en de wond.
Bij terugkomst op de afdeling gaat u meteen op een stoel zitten. Als u rechtop zit kunt u beter ademhalen, hierdoor voorkomt u luchtweginfecties. Het is de bedoeling dat u minimaal 2 uur uit bed komt.
Bewegen is belangrijk om trombose te voorkomen en om verlies van spierkracht tegen te gaan. Ook helpt beweging na de operatie om de darmen weer op gang te brengen.
U mag na de operatie meteen beginnen met drinken. Begin dan eerst met een glas water, thee of met een waterijsje. Als u niet misselijk wordt, mag u wat meer eten en drinken. De verpleegkundige en de voedingsassistent helpen u hierbij. Op de dag van de operatie is het goed als u 4 tot 6 glazen drinkt.
U krijgt op die dag ook medicijnen tegen misselijkheid. Die medicijnen krijgt u ook de dagen erna. Blijft u toch misselijk? Vertel dit aan de verpleegkundige. U kunt dan extra medicijnen krijgen.
Kauwgom is de eerste dagen goed voor u, omdat kauwen goed is voor uw maagdarmkanaal.
U krijgt tabletten of een injectie tegen de pijn. Heeft u nog steeds pijn? Vertel dit dan aan de verpleegkundige. U krijgt dan 4 keer per dag paracetamol. Vaak is met u afgesproken om ook andere pijnstillers te gebruiken. Als u bijna geen pijn meer heeft, stopt u met de andere pijnstillers.
De verpleegkundige vraagt u tijdens de opname een paar keer per dag hoeveel pijn u heeft. Dit heet de pijnscore. De pijn geeft u aan met een cijfer van 0 tot 10. Een 0 betekent dat u helemaal geen pijn heeft en een 10 als u de ergste pijn heeft die u zich kunt voorstellen.
Elke dag komt een uroloog of de zaalarts bij u langs. U kunt dan vragen stellen over het verloop van uw behandeling.
Bezoek
Bezoek kan vermoeiend zijn. Daarom mag u niet meer dan 2 bezoekers tegelijk ontvangen. Het is goed om uw contactpersoon het bezoek te laten regelen.
Bewegen
U bent minimaal 6 tot 8 uur per dag uit bed. Dit mag u over de dag verdelen. Zo herstelt u sneller en de kans op complicaties wordt veel kleiner.
Drinken
U drinkt per dag minimaal 10 glazen. Probeer te variëren en niet alleen maar water of thee te drinken. Drinken is nodig om het lichaam voldoende vocht te geven. Dit is zodat het herstel zo goed mogelijk verloopt. Ook komen uw darmen zo weer op gang.
Eten
Als u eet, eet dan vaak kleine beetjes, verspreid over de dag. Dat is beter dan bijvoorbeeld 3 keer een grotere maaltijd.
Stoelgang
Het kan vaak een paar dagen duren voor uw stoelgang op gang komt. U krijgt elke dag medicijnen om de stoelgang te verbeteren. Als u windjes laat en darmkrampen voelt, dan betekent het dat uw darmen weer aan het werk zijn. Door veel te wandelen en vaak uit bed te zijn, laat u uw darmen weer sneller werken. U krijgt laxeermiddelen mee naar huis die u kunt gebruiken tot uw ontlasting goed op gang is.
Controles voor u naar huis gaat
U mag naar huis als:
Wanneer u naar huis mag, hangt af van hoe snel u herstelt. Dit is soms 1 dag na de operatie, soms een paar dagen na de operatie. De uroloog of zaalarts vertelt u wanneer u naar huis mag. De verpleegkundige vraagt of u thuis zorg nodig heeft en kan dat voor u regelen. Als u naar huis mag, krijgt u een afspraak mee voor het spreekuur van de uroloog.
Als u weer thuis bent, kunt u de eerste tijd last hebben van het volgende:
Als u eenmaal thuis bent, is het voor uw herstel belangrijk dat u actief blijft. Begin met regelmatig een stukje lopen en voer de afstand indien mogelijk iedere dag een beetje op. Probeer op deze manier stapje voor stapje weer wat energie op te bouwen. Doe nog geen inspannende sportactiviteiten en forceer niets. Luister goed naar uw lichaam. Hoelang het duurt voordat iemand zich weer echt goed voelt, is bij iedereen anders. Hieronder leest u adviezen waarmee u verder herstelt.
Na de operatie kunnen er complicaties ontstaan.
Krijgt u in het ziekenhuis al last van complicaties? Dan moet u mogelijk langer in het ziekenhuis blijven.
Krijgt u binnen 48 uur na ontslag onderstaande klachten?
Neem dan contact op met de polikliniek Urologie tijdens kantooruren (050) 524 6920. Buiten kantooruren neemt u contact op met de verpleegafdeling.
U neemt contact op bij de volgende klachten:
Na de eerste 48 uur neemt u bij bovenstaande klachten contact op met de huisarts of zo nodig de huisartsenpost. Die neemt, indien nodig, contact op met de uroloog.
Versie: 20180044 06-2023 Opheffen vernauwing tussen nierbekken en urineleider