Openbuikoperatie (laparotomie)
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
Samen met uw arts heeft u besloten dat u een openbuikoperatie ondergaat. In deze folder leest u meer over de ingreep en een aantal leefregels en richtlijnen voor de periode erna. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts.
Wat is een laparotomie?
Een openbuikoperatie (laparotomie) is een operatie via een snede in de buikwand. Hierbij kan de gynaecoloog een horizontale of een verticale snede maken. Dit hangt af van de reden van de ingreep en wordt door de arts bepaald. Het is een redelijk grote operatie en het herstelproces vraagt aandacht.
Operatie
Er zijn verschillende manieren om een openbuikoperatie uit te voeren. Voor een gynaecologische operatie wordt vaak gekozen voor een horizontale snede. Dit wordt ook wel
bikinisnede genoemd. Deze snede zit ongeveer 2 centimeter boven het schaambeen en is meestal ongeveer 10 tot 15 centimeter lang. Dit is ook de snede die bijna altijd bij een keizersnede wordt gekozen.
Grotere snede
Soms heeft de gynaecoloog meer ruimte nodig. Dat is bijvoorbeeld het geval als er een grote afwijking in de buik is. Of als er sprake is van kanker of het vermoeden hiervan. Dan kan de gynaecoloog ervoor kiezen om een verticale snede van ongeveer 15 tot 20 centimeter te maken. Deze loopt vanaf de navel recht naar beneden tot op het schaambeen. Soms loopt de snede door tot boven de navel.
Bij deze twee operaties worden de spieren normaal gesproken niet doorgesneden. Wel wordt de bekledende laag van de spieren (de fascie) losgemaakt, maar de spieren zelf worden opzij gelegd.
De huidwond kan met een hechting of met agraves (nietjes) worden dichtgemaakt. Dit maakt bijna geen verschil voor de genezing.
Voorbereiding
Nadat u met uw behandelend arts heeft besproken dat u een operatieve ingreep zult ondergaan, krijgt u een afspraak voor het preoperatief spreekuur (POS). U heeft eerst een gesprek met de anesthesioloog of anesthesiemedewerker. Deze beoordeelt uw lichamelijke conditie en laat zo nodig aanvullend onderzoek verrichten.
U krijgt ook informatie over de verdoving tijdens de operatie. Dit is een algehele narcose, mogelijk in combinatie met een ruggenprik (epiduraal). De ruggenprik krijgt u dan pijnstilling tijdens en na de operatie. Daarna bespreekt u met de intakeverpleegkundige de voorbereiding op de operatie, uw ziekenhuisopname en uw thuissituatie.
Oproep voor opname
Ongeveer 2 weken voor uw operatie neemt de planningscoördinator telefonisch contact met u op. De planningscoördinator geeft u de opnamedag, het opnametijdstip en de operatiedag door. Mocht u telefonisch niet bereikbaar zijn, wordt u hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.
Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan wordt met u besproken of u hiermee moet stoppen en wanneer u hier mogelijk mee moet stoppen.
Opname
Meldt u zich op de afgesproken tijd bij de balie in de Centrale hal van het ziekenhuis. Nadat u eventueel bloed heeft geprikt, gaat u vervolgens naar de verpleegafdeling. Daar heeft u een gesprek met een verpleegkundige over de gang van zaken op de afdeling. De verpleegkundige zal u zo veel mogelijk begeleiden tijdens uw opnameperiode.
Voorbereiding op de operatie
Voor de operatie krijgt u zo nodig medicijnen (premedicatie en/of antibiotica) die voorgeschreven zijn door de anesthesioloog. Wanneer u aan de beurt bent, brengt een verpleegkundige van de afdeling u naar de operatieafdeling. Op de operatiekamer ontmoet u de anesthesioloog, de gynaecoloog en het operatieteam.
Na de operatie
Na de operatie wordt u naar de verkoeverkamer (recovery of uitslaapkamer) gebracht. Hier verblijft u totdat u weer goed wakker bent en/of de verdoving is uitgewerkt. Wanneer u weer op de verpleegafdeling bent, begint de periode van herstel. Op de operatiedag controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur. Ook bespreekt zij met u de verpleegkundige zorg. Aan het einde van dezelfde dag vertelt de chirurg hoe de operatie is verlopen.
Verder heeft u een infuus en een blaaskatheter en (meestal) een epidurale katheter voor de pijnstilling. Iedere dag komt een zaalarts/arts (assistent) bij u kijken en wordt besproken hoe het met u gaat en wanneer het infuus, de katheter en de epiduraal kunnen worden verwijderd. U krijgt een injectie met Fraxiparine om bloedstolling (trombose) te voorkomen. Deze injectie krijgt u dagelijks totdat u weer naar huis gaat.
Pijn
Om een duidelijk beeld te krijgen hoe uw pijn verloopt en of de pijn verlichtende maatregelen voldoende effect hebben, zal de verpleegkundige u een aantal keren per dag vragen hoeveel pijn u heeft.
Complicaties
Tijdens en na iedere operatie kunnen er complicaties optreden. Zo is er ook bij een buikoperatie kans op complicaties. Dit kunnen de volgende complicaties zijn:
- Beschadiging van darm, urineleider, of blaas
- Trombose (bloedstolling)
- Longontsteking
- Nabloeding
- Wondinfecties (dit zijn ontstekingen van de huid op de plaats van de hechtingen)
- Blaasontsteking
Herstel na de operatie
De duur van het uiteindelijke herstel is bij elke vrouw verschillend. Ook hangt de herstelduur af van de reden van de operatie en de mogelijke nabehandeling. Bijvoorbeeld als er sprake is van een goedaardige of kwaadaardige aandoening.
Moeheid
In het ziekenhuis heeft u misschien het gevoel dat u tot heel wat in staat bent. Maar eenmaal thuis valt dat vaak tegen. U bent sneller moe en kunt minder aan dan u dacht. Het beste kunt u toegeven aan de moeheid en extra rust nemen. Te hard van stapel lopen heeft vaak een averechts effect. Luister naar uw lichaam, uw lichaam geeft aan wat u wel en niet aankunt. Als u zich voelt opknappen, dan kunt u langzaam uw activiteiten uitbreiden.
Afscheiding
Tot 6 weken na de ingreep kunt u wat bloederige of bruinige afscheiding hebben. Is dit duidelijk meer dan bij een normale menstruatie? Neem dan contact op met de afdeling gynaecologie.
Wond
U heeft een buikwond die gehecht is met agraves (nietjes) of met oplosbare hechtingen. De oplosbare hechtingen verdwijnen vanzelf. De onoplosbare hechtingen en de agraves (nietjes) moeten na ongeveer 10 dagen worden verwijderd. Dit doet nauwelijks of geen pijn. Dit kan tijdens opname gebeuren, of bij de huisarts als u al met ontslag bent gegaan.
Douchen en baden
Douchen mag, want dit kan geen kwaad voor uw buikwond. Wacht met het nemen van een bad en zwemmen tot na de eerste controle op de polikliniek. Dit is ongeveer 6 weken na de ingreep.
Seksualiteit
Als bij de operatie de baarmoederhals verwijderd is, dan is er in de top van de vagina een litteken. Het is voor de genezing dan beter als er niets in de vagina komt. U krijgt daarom het advies om de eerste 6 weken (tot aan de eerste controle) geen gemeenschap te hebben of tampons te gebruiken.
Specifieke leefregels
Voor uw activiteiten gelden de eerste periode de volgende leefregels.
Niet zwaar tillen
De eerste 6 weken na de operatie mag u niet zwaarder dan 5 kilo tillen. Dus geen zware boodschappentassen tillen, vuilniszakken buiten zetten en dergelijke.
Traplopen
Traplopen mag met mate (het kan gevoelig zijn in de buik). Er hoeft dus geen bed in de huiskamer gezet te worden. Het is beter om 's middags in bed te rusten. U komt dan beter aan uw rust toe.
Huishouden
De zware huishoudelijke taken zoals stofzuigen, ramen lappen en de was kunt u pas na 6 weken weer uitvoeren. De lichtere huishoudelijke taken zoals koken, afwassen en afstoffen kunt u vrij snel naar eigen inzicht weer gaan doen.
Lichamelijke beweging/sporten
Een korte wandeling maken mag gerust. Fietsen kunt u naar eigen inzicht weer gaan doen. U voelt zelf wanneer u moe bent en moet stoppen. Overleg met de arts wanneer u uw sport weer kunt oppakken.
Werken
Ga niet te snel weer aan het werk (buitenshuis). U krijgt het advies om de eerste 6 weken niet te werken. Dit is ook afhankelijk van het werk dat u heeft (al dan niet zwaar lichamelijk werk). Overlegt u hierover ook met de controlerende Arbodienst.
Eten en drinken
De darmen moeten na de operatie vaak weer op gang komen. Het duurt vaak even voordat de ontlasting weer daadwerkelijk op gang is. Het is belangrijk om hierbij goed te drinken (minimaal 2 liter per dag), vezelrijke voeding te eten en in beweging te komen. Zo nodig kunt u overleggen met de gynaecoloog over het starten van laxeermiddel voor ontslag.
Mocht u hier, ondanks alle voorzorgsmaatregelen, toch problemen van ondervinden, dan is het altijd mogelijk om een microlax te (laten) halen bij uw apotheek. Soms is er ook al gestart voor ontslag met bijvoorbeeld movicolon.
Belangrijke informatie
Hieronder leest u meer over andere belangrijke zaken.
Behandelbeleid
Bij iedere patiënt die wordt opgenomen in het ziekenhuis bespreekt de arts een behandelbeleid. Meestal gebeurt dat al tijdens uw polibezoek. Misschien bent u al bekend binnen ons ziekenhuis. Dan is mogelijk dat het reanimatiebeleid al eerder met u is besproken en is het bekend bij ons in uw dossier. Tóch zal de arts dit voor uw opname nogmaals controleren.
Pijnbestrijding thuis
Het is verstandig om de eerste week thuis paracetamol te blijven gebruiken. U mag maximaal 4 keer per dag 2 tabletten van 500 milligram innemen. We adviseren u de paracetamol op vaste tijden in te nemen. Afhankelijk van uw pijnklachten kunt u het paracetamolgebruik afbouwen. Bij onvoldoende effect mag u naast paracetamol 3 keer per dag 1 tablet ibuprofen 400 milligram innemen. Deze combinatie mag u maximaal de eerste 3 dagen na opname gebruiken. Voorzichtigheid is geboden als u maagklachten heeft of krijgt.
Klachten of problemen?
Neem contact op met de afdeling gynaecologie als er problemen zijn als gevolg van de ingreep:
- Koorts boven de 38,5 graden Celsius
- Overmatig vloeien (meer dan een menstruatie)
- Nabloeden van de wond
- Roodheid/ontsteking van de wond
- Toenemende buikpijnklachten ondanks inname pijnmedicatie
- Als u het niet vertrouwt
Versie: 00055 Openbuikoperatie (laparotomie) 08-2023