Kolposcopisch onderzoek

Algemeen

• Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
• Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
• Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
• Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

In overleg met uw arts heeft u afgesproken dat u een kolposcopisch onderzoek ondergaat. In deze folder leest u wat u van dit onderzoek kunt verwachten. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts.

Wat is een kolposcopie?:

Een kolposcopie is een kijkonderzoek van de baarmoedermond, waarbij een aangepaste microscoop (een kolposcoop) wordt gebruikt. Het onderzoek vindt plaats op de polikliniek gynaecologie in het Martini ziekenhuis. Met de kolposcoop wordt de baarmoedermond goed in beeld gebracht. Een kolposcopie is pijnloos. Het afnemen van het weefsel kan pijn en buikkramp veroorzaken. Dit duurt gelukkig maar kort.

Wanneer wordt een kolposcopie verricht?

Dit onderzoek doen we wanneer bij een uitstrijkje een afwijking is gevonden. Bijvoorbeeld wanneer de huisarts of doktersassistente een uitstrijkje afneemt en deze de baarmoedermond er afwijkend vindt uitzien. Of wanneer iemand aanhoudend contactbloedingen heeft. Dit zijn bloedingen tijdens of direct na seksueel contact. Het beste moment voor een kolposcopie is tussen twee menstruaties in. Vooraf kunt u pijnstillers innemen om de kramp en pijn van het wegnemen van het weefsel te verzachten.

Bent u zwanger? Dan kan het onderzoek waarschijnlijk wel doorgaan, maar moet u een behandeling mogelijk nog even uitstellen. Bespreek dit met uw arts.

Wat gebeurt er tijdens een kolposcopie?

Tijdens dit onderzoek ligt u op de gynaecologische behandeltafel, met ontbloot onderlijf en uw benen gespreid in de beensteunen. De gynaecoloog brengt een speculum in uw vagina om deze goed open te houden en plaatst de kolposcoop ervoor. De baarmoedermond wordt vele malen vergroot. De baarmoedermond stippen we aan met een azijnzuuroplossing en soms met een soort jodium. Dit kan een prikkend gevoel geven. Zo is het verschil tussen gezond weefsel en afwijkingen beter te zien.

Uitslag

Als alles goed is krijgt u hiervan direct de uitslag. De baarmoedermond zal worden aangestipt met zilvernitraat bij contactbloedingen waarbij veel oppervlakkige bloedvaatjes zonder afwijkingen worden gezien. Het aanstippen zelf is niet pijnlijk, wel treedt er soms wat buikpijn op door krampen in de baarmoeder.

Afwijkingen

Als er afwijkingen zichtbaar zijn die nader onderzocht moeten worden, dan wordt met een klein tangetje een stukje weefsel afgenomen. Hiervoor is geen verdoving nodig. Het stukje weefsel (ook wel biopt genoemd) wordt opgestuurd naar de patholoog. En u krijgt hierover telefonisch een uitslag van uw behandelend arts na 1 week.

Uitslag biopt

Als de uitslag van het stukje weefsel geringe afwijkingen laat zien (dit heet CIN 1), dan is er geen verdere behandeling nodig. Wel moet u nog een keer terugkomen op de polikliniek gynaecologie voor een controle uitstrijkje. Dit is na 12 maanden.

Als de uitslag van het stukje weefsel een matige (CIN 2) of ernstige afwijking (CIN 3) laat zien, dan wordt u ingepland voor een diathermische lisexcisie. Deze afwijkingen zijn allen niet kwaadaardig.

Wat is een diathermische lisexcisie?

Bij een diathermische lisexcisie wordt een groter stuk weefsel met daarin de afwijkingen uit de baarmoedermond verwijderd. Dit gebeurt als de uitslag van het biopt een CIN 2 of een CIN 3 laat zien.

Deze ingreep vindt plaats op de poliklinische behandelkamer van het Martini ziekenhuis. Hiervoor krijgt u een plaatselijke verdoving in de baarmoedermond. Een lisexcisie gebeurt met een verhit metalen lusje. Het stukje weefsel wordt uitgesneden en door de warmte schroeien de bloedvaatjes meteen weer dicht.

Als er weefsel is afgenomen, dan krijgt u een gynaecologische tampon om het bloeden te verminderen. Deze verliest u vanzelf of lost op. U hoeft de tampon niet zelf te verwijderen. De dagen na de lisexcisie kunt u wat nabloeden. Dit duurt ongeveer 10 tot 14 dagen.

Na de lisexcisie

Zolang u bloed afscheidt, zijn er nog wondjes aan de baarmoedermond. Het is beter om in die periode geen seksueel contact te hebben, geen tampons te gebruiken en ook niet te zwemmen of in bad te gaan. Krijgt u koorts, wordt het bloedverlies erger of duurt het nabloeden langer dan 14 dagen? Neem dan contact op met uw behandelend arts .

Uw arts maakt een (telefonische) afspraak met u om de uitslag van de lisexcisie te bespreken. Zijn er geen andere bevindingen dan CIN 2 of CIN 3, zoals uit het biopt? Dan komt u na 6 maanden terug op de polikliniek gynaecologie voor een controle uitstrijkje.

Versie: 00054 Kolposcopisch onderzoek 08-2023