Kijkoperatie in de knie
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
In overleg met uw behandelend arts heeft u een afspraak gemaakt voor een kijkoperatie in de knie (arthroscopie). In deze folder kunt u lezen hoe de ingreep verloopt. Ook leest u wat u zelf moet voorbereiden. Deze folder geeft extra informatie, naast de mondelinge informatie die u van uw orthopeed heeft gekregen.
De knie
De knie bestaat uit 3 botdelen: het bovenbeen, het onderbeen en de knieschijf. Om de knie ligt een gewrichtskapsel. Buiten dit gewrichtskapsel heeft de knie 2 banden. Die zorgen voor zijdelingse stabiliteit van de knie.
Midden in de knie liggen de voorste en de achterste kruisband. Deze zorgen ervoor dat het onderbeen niet naar voren of naar achteren kan verschuiven. Ook zorgen de kruisbanden ervoor dat bepaalde draaibewegingen tussen bovenbeen en onderbeen niet mogelijk zijn.
In de knie bevinden zich tussen het bovenbeen en onderbeen 2 maanvormige, elastische schijfjes (de meniscus). Deze vangen schokken van de knie op. Ook zorgen ze ervoor dat het bovenbeen en onderbeen in iedere stand goed op elkaar past. Elk botdeel is bekleed met een laag kraakbeen.
Mogelijke oorzaken van knieklachten
Als u last heeft van uw knie, dan kan dat veel verschillende oorzaken hebben. In deze folder worden alleen de oorzaken genoemd die bij een kijkoperatie zichtbaar zijn. Uw klachten kunnen het gevolg zijn van de oorzaken die hieronder beschreven staan.
Beschadigde of gescheurde meniscus
Tijdens de kijkoperatie werkt de orthopeed de meniscus bij. In sommige gevallen is het mogelijk de meniscus te hechten.
Beschadigd of abnormaal kraakbeen.
Losse flappen kraakbeen werkt de orthopeed bij. En soms kan een kraakbeenbeschadiging behandeld worden met boringen. Kraakbeenschade in meerdere delen van de knie kan via een kijkoperatie vaak niet worden hersteld.
Gewrichtsmuizen
Dit zijn afgeronde kraakbeenstukjes die los in de knie kunnen voorkomen. Gewrichtsmuizen kunnen slotklachten geven. Tijdens de kijkoperatie verwijdert de orthopeed deze.
Gescheurde kruisbanden
Meestal gaat het om de voorste kruisband. De orthopeed verwijdert flarden van de gescheurde kruisband. Als herstel nodig is, dan wordt dit in een aparte operatie verricht.
Ontsteking van het slijmvlies
Soms is er een ontsteking van de knie zonder duidelijke oorzaak. Via een kijkoperatie kan de orthopeed de knie schoonmaken en een stukje weefsel wegnemen voor verder onderzoek. Dit heet een biopsie.
Combinatie van bovenstaande afwijkingen
Het is niet altijd mogelijk om vooraf te zeggen wat de orthopeed in de knie zal aantreffen. En ook niet wat de orthopeed daaraan kan doen.
Kijkoperatie
Bij een kijkoperatie wordt via een klein sneetje aan de voorzijde van de knie een buisje met een camera in de knie gebracht. Hierdoor kan de orthopeed de gehele knie overzien. Via een ander sneetje wordt een instrument ingebracht om een mogelijke afwijking (aan meniscus of kraakbeen) te behandelen. Tijdens de kijkoperatie wordt de knie gespoeld met een vloeistof. Dit is om losse fragmenten en mogelijk wat bloed weg te spoelen.
Om bloedverlies tijdens de ingreep tot een minimum te beperken, krijgt u een strak opgepompte band om het been. Als de operatie met een ruggenprik plaatsvindt, dan is het voor u mogelijk de operatie op een beeldscherm te volgen.
Na de ingreep worden de sneetjes in de huid gehecht. Of worden ze met pleisters vastgezet en afgedekt met een zwachtel of drukverband. De hechtingen of pleisters kunnen na 1 week weer worden verwijderd.
Preoperatief spreekuur en nuchter zijn
Voorafgaand aan de kijkoperatie krijgt u een afspraak voor het zogeheten preoperatief spreekuur. Tijdens deze afspraak wordt ook het nuchterbeleid met u besproken. Hierbij hoort u wat u wel of niet eten en drinken voor de operatie. Voor het spreekuur ontvangt u een schriftelijke oproep van de Opnameplanning. Meer informatie kunt u lezen in de folder Anesthesie en preoperatief spreekuur.
Voorbereidingen op de opname
Voor de dag van opname moet u al krukken hebben opgehaald. Dit kan bijvoorbeeld bij een hulpmiddelencentrum. Deze krukken hoeft u niet mee te nemen naar de afdeling. Ze zijn bedoeld voor gebruik als u weer thuis bent. Het is wel raadzaam dat de persoon die u ophaalt van de afdeling, op dat moment gelijk een rolstoel meeneemt. Dit is vanaf de ingang van het ziekenhuis.
- Voorafgaand aan de operatie kunt u thuis douchen.
- Het is handig om comfortabele kleding te dragen.
- U mag na de operatie niet alleen terug naar huis. We raden u daarom aan om vervoer naar huis te regelen.
Op de dag van de operatie meldt u zich op de afdeling. Daar wordt u opgevangen door een verpleegkundige. Deze neemt uw gegevens nog even met u door.
Voorbereidingen voor de operatie
Uw knie wordt voor de operatie gemarkeerd. Vaak heeft de anesthesioloog preventief pijnmedicatie met u afgesproken. Deze krijgt u op de afdeling van de verpleegkundige en kunt u na het aandoen van het operatiejasje innemen.
Rond de afgesproken operatietijd brengt de verpleegkundige u naar de operatiekamer. Daar komt u op de operatietafel te liggen, waar de anesthesioloog begint met de voorbereiding op de narcose. U wordt dan aangesloten op bewakingsapparatuur. Dit is om uw bloeddruk, polsslag en ademhaling te kunnen observeren.
Na de operatie
Als de operatie voltooid is, gaat u naar de Recovery (uitslaapkamer). Ook hier bent u op bewakingsapparatuur aangesloten om uw lichaamsfuncties in de gaten te houden. Op de Recovery begint de pijnbestrijding. Als u weer wakker bent en alle controles goed zijn, mag u naar de verpleegafdeling. Hier gaat vaak wel enige tijd overheen.
Afhankelijk van de pijn en uw stabiliteit, kunt u thuis krukken gebruiken. Dit is vooral in het begin wel prettig. Bij gebruik van krukken is het wel verstandig om ze niet langer te gebruiken dan nodig is. Soms kan het vanwege de uitgevoerde ingreep wel nodig zijn om de krukken langer te gebruiken. Dit bespreekt de arts dan met u.
Omdat u het been de eerste week nog niet zo ver mag buigen, mag u nog niet fietsen. Autorijden is ook niet toegestaan. U kunt weer autorijden als u uw knie weer goed kunt gebruiken en u zichzelf in staat acht veilig een auto te besturen. Na de operatie kunt u meestal ook niet gelijk de normale werkzaamheden hervatten.
Oefeningen
De hieronder beschreven oefeningen kunnen bijdragen aan uw herstel.
Voor versterking van de spieren van het bovenbeen:
Ga met gestrekte benen zitten. En leg een opgerolde handdoek onder de knie. Til het gestrekte been een stukje op. Laat het been in 5 tellen langzaam zakken. Herhaal deze oefening totdat uw bovenbeen moe aanvoelt.
Voor verbetering van het strekken van de knie:
Ga met gestrekte benen zitten. Strek de knie volledig en druk de knieholte in de onderlaag. Hou de spieren 5 tellen aangespannen en ontspan daarna. Herhaal deze oefening 10 keer. Ook kunt u de opgerolde handdoek onder de hiel leggen, zodat de knie ‘uithangt’. Dit helpt het strekken te verbeteren.
Mogelijke complicaties
Gelukkig treden na een kijkoperatie niet vaak complicaties op. De volgende complicaties kunnen voorkomen:
Trombose
Er kan een verstopping van een bloedvat in het been (trombose) ontstaan. Als dit niet behandeld wordt, kan een stolsel naar de longvaten of hersenvaten schieten. Dit kan zeer ernstige gevolgen hebben. Trombose is herkenbaar aan een dikke en pijnlijke kuit. Om trombose te voorkomen, kunt u uw voet regelmatig vanuit de enkel naar u toe trekken. En daarna de voet weer strekken. Heeft u in het verleden ooit een trombosebeen gehad? Of is bij u bekend dat er een verhoogd risico is op trombose? Dan vragen wij u dit te melden bij uw behandelend arts.
Problemen met plassen
Als gevolg van de ruggenprik kan het gebeuren dat u na de operatie niet kunt plassen. In dat geval is het soms nodig dat u eenmalig wordt gekatheteriseerd. Hier kunnen later klachten door ontstaan. Dit zijn klachten zoals koorts of een branderig gevoel bij het plassen. Maar ook pijn in de onderbuik en vaak moeten plassen. Heeft u last van 1 of meer van deze klachten? Dan moet u contact opnemen met uw huisarts.
Zenuwbeschadiging
Omdat er sneden in de huid worden gemaakt, kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid. Meestal verdwijnen deze klachten na een tijd vanzelf. Soms zijn ze echter blijvend.
Wondinfectie
Er kan een wondinfectie optreden. De huid rondom de wond is dan rood en pijnlijk. Soms gaat dat samen met koorts.
Controle en herstel
Na 1 week mag u de hechtpleisters die op de wondjes zijn geplakt er thuis af halen. Na het verwijderen van de hechtpleisters, mag u de knie weer volledig buigen.
Een verwijzing naar de fysiotherapeut is mogelijk. Maar dat is zeker niet altijd noodzakelijk. U kunt het lopen langzamerhand uitbreiden. En u kunt beginnen met fietsen. Afhankelijk van de klachten, mag u uw werkzaamheden in de eerstvolgende 2 weken langzaam hervatten.
Mogelijk voelt uw knie 1 tot 6 weken na de operatie nog wat stijf en gevoelig aan. En soms kunnen deze klachten zelfs nog wat langer aanhouden. Dit is een normaal verschijnsel, dat samenhangt met de reactie van het gewricht op de operatie. We raden u aan pas 6 weken na de operatie weer te gaan sporten.
Bijzonderheden
Bij pijn mag u paracetamol gebruiken. Bij koorts, hevige pijn of ernstige zwelling van de knie adviseren wij u contact op te nemen met de huisarts. Als het nodig is, dan krijgt u een doorverwijzing naar de behandelend specialist.
Versie: 345181 07-2023 Kijkoperatie in de knie