Bekkenbodemproblemen
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
Problemen met de bekkenbodem kunnen heel vervelend zijn. In deze folder leest u wat de bekkenbodem is en welke problemen er kunnen ontstaan. Ook leest u welk onderzoek u krijgt en welke behandelingen er zijn.
Wat is de bekkenbodem?
Het bekken bevindt zich tussen de heupen, het schaambeen en het stuitje. Aan de onderkant van het bekken zit de bekkenbodem. Deze geeft steun aan onder andere de blaas, de baarmoeder en de darm.
Hoe werkt de bekkenbodem?
Een goed werkende bekkenbodem zorgt voor voldoende afsluiting van de plasbuis, de vagina en de anus. Hierdoor verliest u geen plas of ontlasting. Tegelijkertijd zorgt de bekkenbodem dat de plasbuis, de vagina en de anus zich openen als u aandrang voelt.
Als de bekkenbodem verzwakt of juist overactief is, kunt u allerlei klachten krijgen. Bijvoorbeeld een verzakking, moeite met het ophouden van uw plas of ontlasting of problemen bij het vrijen.
Om bekkenbodemproblemen te behandelen, zijn er verschillende mogelijkheden.
Bekkenbodemproblemen
Bekende bekkenbodemproblemen zijn een verzakte bekkenbodem en een overactieve bekkenbodem. Hieronder leest u wat dat inhoudt.
Een verzwakte bekkenbodem
Als de bekkenbodem minder stevig is kunnende de blaas, baarmoeder en endeldarm gaan verzakken. Dit kan de vaginawand iets naar buiten drukken, zodat deze als een balletje zichtbaar wordt. Dat kan een vervelend gevoel geven, bijvoorbeeld bij het wandelen, fietsen of vrijen. De klachten verergeren vaak in de loop van de dag of na inspanning. Ook kunt u door een verzwakte bekkenbodem moeite hebben met het ophouden van plas en ontlasting. Het kan samengaan met een gevoel van moeheid. Na rust worden de klachten vaak minder.
Mogelijke oorzaken
Een bekkenbodem kan minder stevig zijn als deze tijdens een bevalling is beschadigd. Ook kan een verzwakte bekkenbodem het gevolg zijn van overbelasting door lichamelijk zwaar werk, overgewicht of een aanhoudende hoest. Verder kan een (aangeboren) zwakte van het bindweefsel in de bekkenbodem een rol spelen.
Een overactieve bekkenbodem
Een bekkenbodem kan ook té actief zijn. De spieren zijn dan te veel aangespannen. Dit kan ervoor zorgen dat u erg vaak moet plassen, moeite hebt met ontlasting of pijn hebt bij het vrijen.
Verzakkingen
Bij een verzwakte bekkenbodem worden de baarmoeder, de blaas en de darm niet goed meer op hun plaats gehouden. Dit kan de wand van de vagina naar beneden of naar buiten drukken. Dit gebeurt vooral op oudere leeftijd, maar ook op jongere leeftijd komt het voor. Dit kan voor verschillende verzakkingen zorgen.
Verzakking van de blaas
Als de blaas is verzakt, drukt deze de voorkant van de vagina naar buiten. Op die plek ontstaat dan een uitstulping. Met een verzakte blaas kan het moeilijk zijn om uw plas op te houden. Bij een grote verzakking is het soms ook lastig om goed uit te plassen.
Verzakking van de baarmoeder
Bij een verzakking van de baarmoeder is het mogelijk dat u de baarmoedermond ziet of voelt bij de ingang van de vagina. Als uw baarmoeder is verwijderd, kan de top van de vagina verzakt zijn.
Verzakking van de darm
Bij een verzakking van de darm kan een uitstulping aan de achterkant van de vagina ontstaan. Soms krijgt u hierdoor problemen met uw stoelgang. Zo kunt u nadat u naar het toilet bent geweest het gevoel hebben dat er nog iets achterblijft in de darm. Soms is de dunne darm ook verzakt.
Verzakking van meer organen
Het komt vaak voor dat verschillende organen tegelijk zijn verzakt. Dit kan dan een combinatie van klachten geven.
Incontinentie bij verzwakte bekkenbodem
Een verzwakte bekkenbodem kan voor incontinentieproblemen zorgen. Hieronder leest u wat dat u daarvan kunt merken.
Urine-incontinentie
Als de sluitfunctie van blaas onvoldoende werkt, kunt u druppeltjes of scheutjes plas verliezen. Dat gebeurt op momenten dat de druk op de blaas toeneemt. Bijvoorbeeld bij het sporten, traplopen, tillen, hoesten of lachen. Dit noemen we ‘inspanningsincontinentie’. Als u sterke aandrang voelt om te plassen en dan plas verliest, heet dit aandrangincontinentie. Meestal moet u dan erg vaak plassen, ook ’s nachts.
Ontlastingsincontinentie
Als u uw ontlasting niet goed kunt ophouden, wordt dit ontlastingsincontinentie genoemd. Vaak hebt u dan ook moeite om windjes tegen te houden. Een verzwakte bekkenbodem is een van de mogelijke oorzaken van ontlastingsincontinentie.
Problemen bij het vrijen
Bekkenbodemklachten geven vaak problemen bij het vrijen. Bijvoorbeeld doordat het niet prettig voelt, door een gevoel van onzekerheid of doordat u bang bent uw plas of ontlasting niet op te kunnen houden.
Bij een overactieve bekkenbodem kan het vrijen zo pijnlijk zijn dat het niet meer lukt. Als het vrijen moeilijk gaat, bespreek dit dan gerust met uw gynaecoloog. Eventueel kan deze de hulp inroepen van een bekkenfysiotherapeut of een seksuoloog.
Onderzoek
Als u bent doorverwezen naar onze polikliniek, vindt onderzoek plaats door een gynaecoloog. Deze neemt uw klachten met u door. Daarna krijgt u een gynaecologisch onderzoek.
Over het gynaecologisch onderzoek
Bij het gynaecologisch onderzoek zit u met ontbloot onderlichaam in een onderzoekstoel. U wordt gevraagd om te hoesten en te persen, zodat de gynaecoloog kan zien of u plas verliest. Om vast te kunnen stellen of u een verzakking heeft, wordt daarna inwendig onderzoek gedaan. Ook wordt vaak een inwendige echo gemaakt. Meestal kan de gynaecoloog daarna een behandelvoorstel doen.
Het is mogelijk dat tijdens het eerste bezoek al een ring wordt ingebracht. Dit wordt gedaan om de klachten van incontinentie of een verzakking zo goed mogelijk te verhelpen. Soms is aanvullend onderzoek nodig om een volledig beeld te krijgen van uw klachten.
Mogelijke behandelingen
Voor bekkenbodemproblemen zijn er verschillende behandelmogelijkheden. Wat in uw geval de beste keuze is, hangt af van uw klachten. De gynaecoloog kan u de verschillende mogelijkheden uitleggen. Verder is het altijd aan uzelf om na te denken over de voor- en nadelen van behandelingen.
Bekkenfysiotherapie
Bekkenfysiotherapie helpt de bekkenbodemspieren te versterken. Als u uw bekkenbodemspieren beter kunt aanspannen, kan dit ervoor zorgen dat u geen of minder plas verliest. Dat scheelt als u bijvoorbeeld moet lachen of hoesten.
Bij een grotere verzakking werkt bekkenfysiotherapie meestal niet goed genoeg. Bij een overactieve bekkenbodem kan fysiotherapie soms helpen om de spieren weer te ontspannen.
Medicijnen
Bij bepaalde klachten kunnen medicijnen helpen.
Laxerende medicijnen
Als u last heeft van verstopping, kan het verstandig zijn om uw voedingspatroon aan te passen. Als dit niet helpt, kan de gynaecoloog laxerende medicijnen voorschrijven.
Crème of zetpillen met oestrogeen
Na de overgang is de vaginawand vaak droger en schraler. Hierdoor kunt u meer klachten hebben. Het kan dan helpen om vaginale crème of zetpillen met oestrogeen gebruiken.
Een ring
Om een verzakte blaas of baarmoeder tegen te houden, kan een ring (pessarium) een goede oplossing zijn. Deze buigzame ring wordt diep in de vagina geplaatst. Een ring neemt de verzakking niet weg, maar kan er wel voor zorgen dat uw klachten verminderen of verdwijnen. Een nadeel van een ring is dat deze de vaginawand kan irriteren. Ook komt het voor dat de ring via de vagina naar buiten glijdt.
Een operatie
Als het met andere behandelingen niet mogelijk is om uw klachten te verhelpen, kunt u een operatie krijgen. Meestal zorgt een operatie ervoor dat uw klachten afnemen of weggaan. We kunnen helaas niet beloven dat uw klachten op na een tijdje toch weer terugkomen. Ook is er altijd een kleine kans op complicaties. Bovendien heeft u ten minste 6 weken nodig om van de operatie te herstellen.
Incontinentiematerialen
Soms zijn incontinentieklachten niet (meer) te verhelpen. Incontinentiematerialen kunnen dan helpen. U kunt daarvoor een afspraak maken met een incontinentieverpleegkundige.
Meer informatie
Meer informatie over bekkenbodemproblemen en incontinentieklachten vindt u op:
Versie: 20180026 - Bekkenbodemproblemen 2023-08