Amandelen verwijderen bij kinderen
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
U heeft in overleg met uw Keel-Neus-Oor-arts (KNO-arts) besloten dat de amandelen van uw kind worden verwijderd. Dat gebeurt tijdens een dagopname in het ziekenhuis. Een bezoek aan een ziekenhuis is indrukwekkend voor uw kind. Om uw kind goed voor te bereiden, helpt het als u weet wat er gaat gebeuren.
In deze folder leest u informatie over de amandelen, de ingreep en de dagopname. Ook krijgt u uitleg over de voorbereiding op de ingreep. Het is belangrijk dat u de uitleg goed opvolgt: dan gaat de ingreep sneller en veiliger. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw KNO-arts
Over de amandelen
Het lichaam heeft een uitgebreid systeem om infecties te bestrijden: het lymfekliersysteem. De overgang van de mond en neus naar de keel bevat veel lymfeklierweefsel. Het vangt ziekteverwekkers op en maakt ze onschadelijk. Op sommige plaatsen is dit weefsel verdikt. We noemen dit de amandelen. Amandelen komen voor in:
De neus-keelholte
neus-keelholte is de ruimte achter de neus, boven het zachte verhemelte. Vooral jonge kinderen hebben deze neusamandel. Vanaf 8 jaar wordt de neusamandel kleiner.
De keel
De keelamandelen zijn te zien als knobbels, links en rechts achterin de keel.
Achter op de tong
Dit noemen we de tongamandel. De tongamandel gaat aan de zijkant van de tong over in de keelamandelen. De tongamandel geeft bijna nooit klachten.
De amandelen zijn maar een klein onderdeel van het lymfekliersysteem. Dus na het verwijderen van de amandelen, zal het lichaam nog steeds infecties kunnen bestrijden. Op de langere termijn zijn er geen gevolgen te merken.
Welke klachten kan uw kind hebben?
De amandelen gaan ontsteken als ze de ziekteverwekkers niet meer kunnen bestrijden. Ze zwellen dan heel erg op. Bij de neusamandel kan uw kind steeds verkouden zijn of een vieze neus hebben. Andere klachten zijn: slecht slapen, snurken of veel door de mond ademen. Ook kan uw kind terugkerende oorontstekingen krijgen.
Bij de keelamandelen heeft uw kind vaker last van keelpijn, slikklachten, koorts, snurken en zelfs slaapapneu. Deze klachten duren een bepaalde tijd en komen later weer terug. Zijn de amandelen bijna de hele tijd ontstoken? Dan kan dit voor moeheid, hangerigheid, minder eetlust, slechte adem en snurken zorgen. In de hals voelt u dan vaak verdikte lymfeklieren.
Wanneer is het beter de amandelen te verwijderen?
Of we de amandelen verwijderen, ligt aan de ernst en de klachten. Eerst proberen we de amandelen met medicijnen te behandelen. Als dit niet goed genoeg werkt, dan kan het verstandig zijn om de amandelen te verwijderen.
Daarbij kijken we naar de leeftijd van uw kind. Hoe jonger een kind is, hoe minder snel een arts de amandelen zal verwijderen. Er is geen leeftijdsgrens: de arts bepaalt het per kind.
Let op: de neusamandel kan de arts niet helemaal verwijderen. De arts haalt alleen het dikste deel weg. Daarna kan de neusamandel weer aangroeien en opnieuw klachten geven. De keelamandelen kan de arts wel helemaal verwijderen.
Voorbereiding op de operatie
Het is belangrijk dat u uw kind voorbereidt op de operatie. Hieronder leest u hoe u dat doet.
Pijnstillers
5 dagen voor de operatie mag uw kind geen pijnstillers met acetylsalicylzuur nemen. Acetylsalicylzuur zit bijvoorbeeld in aspirine. De reden is dat acetylsalicylzuur ongunstig is voor de bloedstolling en de kans op nabloeding vergroot.
Bij ziekte
Als uw kind ziek is, kan de operatie niet doorgaan. Het gaat om een ziekte met koorts hoger dan 38,5 °C. Ook als uw kind in contact is geweest met iemand met een besmettelijke ziekte, kan de operatie niet doorgaan. Neem bij ziekte direct contact op met uw behandelend arts of met de Dagverpleging kinderen.
Nuchter zijn
Om de operatie zo goed mogelijk te laten verlopen, moet uw kind nuchter zijn. Dat betekent dat uw kind de avond voor de ingreep niets meer eet vanaf 24.00 uur. Wel mag uw kind tot 7.30 uur op de opnamedag nog 1 glas drinken. Geef uw kind alleen helder drinken: water, thee (zonder melk), ranja of appelsap. Dit mag niet meer dan 1 glas zijn.
Een kind dat niet nuchter is, wordt snel misselijk en kan gaan braken. Braaksel kan in de luchtwegen komen en een longontsteking veroorzaken. De operatie kan dan niet doorgaan.
Gaat u met uw kind mee naar het ziekenhuis? Dan adviseren we om zelf vooraf wel wat te eten.
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?
- Geef uw kind iets vertrouwds mee. Bijvoorbeeld een knuffel, pop, leesboek of ander speelgoed.
- Zorg voor een pyjama, pantoffels en zo nodig extra verschoning.
- Als uw kind sieraden draagt, kunt u die beter thuislaten.
- Heeft uw kind lang haar? Doe dit dan in een staart of vlecht.
- Verwijder eventuele nagellak bij uw kind.
Waar moet u zijn?
U meldt zich tussen 7.30uur en 7.45 uur bij de balie van de afdeling Dagverpleging Kinderen, route 2.5. Eén ouder mag bij de opname aanwezig zijn. Tussentijds wisselen van ouders mag wel. Een volwassen begeleider mag natuurlijk ook. Andere kinderen uit het gezin mogen niet mee naar het ziekenhuis. Bezoek is niet mogelijk.
Voor de operatie
Bij aankomst, krijgt uw kind een polsbandje met de naam en geboortedatum. Voor de operatie luistert de anesthesioloog naar de longen en het hart van uw kind. Daarna krijgt uw kind een zetpil tegen de pijn na de operatie (geen prikjes). Dan wacht u met uw kind tot u aan de beurt bent. De wachttijd is soms langer dan een uur: alle kinderen in de wachtkamer worden één voor één geholpen.
Tijdens de operatie
De anesthesioloog brengt uw kind langzaam in slaap. Dat gebeurt met een kapje op de neus en mond. Het kapje en de narcosegassen stinken een beetje, daar kunnen we helaas niets aan doen. Leg dit vooraf aan uw kind uit. 1 ouder mag aanwezig zijn bij het ‘in slaap brengen’. Als u daar tegenop ziet, vertelt u ons dat dan.
Bent u zwanger of denkt u dat u zwanger bent? Dan kunt u beter niet aanwezig zijn bij het geven van de narcose of het wakker worden. Dit is omdat het narcosegas schadelijk kan zijn voor de ongeboren baby.
Na de operatie
Tijdens de operatie bent u op de toegewezen kamer van uw kind. Als uw kind wakker is geworden, komt het terug op de afdeling.
Uw kind heeft dan keelpijn, vooral na het verwijderen van de keelamandelen. Dat is lastig bij het drinken. Vertel daarom voor de operatie al dat dit gebeurt en dat het belangrijk is om goed te drinken. De keel geneest dan sneller en doet minder pijn. Op de verpleegafdeling krijgt uw kind koud water en limonade, een ijsje, vla of yoghurt. Ook kan uw kind een zetpil tegen de pijn krijgen.
Weer naar huis
Hoe laat u naar huis mag, ligt aan het tijdstip van de operatie en hoe het met uw kind gaat. Meestal mogen kinderen ‘s middags weer naar huis. Zorg dat u een bakje of plastic zakje bij de hand heeft, voor als uw kind moet overgeven. We raden u aan om met 2 volwassenen naar huis te gaan.
Uw huisarts krijgt dezelfde dag automatisch bericht van de operatie.
Verzorging thuis
De eerste dag moet uw kind voldoende rusten. Dat vermindert de kans op nabloeden. Het is belangrijk dat uw kind voldoende drinkt, elk half uur een paar slokken.
Keelamandel(en) verwijderd
Voeding
Dag 1: koud, helder, vloeibaar drinken (ranja, water, limonade zonder prik) of ijs. ’s Avonds mag uw kind appelmoes, vla en yoghurt proberen te eten.
Dag 2: normaal eten.
Pijnstilling
We adviseren om uw kind 2 dagen lang paracetamol te geven. Dat doet u elke 6 uur. U kunt kiezen voor een zetpil, drankje of (smelt)tablet. Na 2 dagen, bouwt u de pijnstilling af. Eerst geeft u elke 8 uur een paracetamol, dan elke 12 uur. Hierna stopt u met pijnstilling, tenzij als uw kind nog pijn heeft. Werkt paracetamol onvoldoende? Dan kunt u de eerste 2 dagen iedere 12 uur Diclofenac geven.
Volg voor de hoeveelheid paracetamol en Diclofenac het advies van uw anesthesioloog.
Gewicht van uw kind
12 kg en minder | 120 mg Paracetamol |
12-22 kg | 240 mg Paracetamol |
22 kg en meer |
Advies voor het geven van Diclofenac:
Minder dan 15 kg | 2 keer per dag 12,5 mg |
Meer dan 15 kg | 2 keer per dag 25 mg |
De volgende dagen
Probeer contact met andere kinderen zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Dit is om infecties van buitenaf tegen te gaan. Uw kind moet 5 dagen binnen blijven en kan dus niet naar school.
Neusamandel verwijderd
Voeding
Dag 1: koud, vloeibaar drinken (zonder prik), appelmoes en toetjes. ‘s Avonds zacht brood zonder kost met smeerbaar beleg. Lauw, gepureerd eten mag ook.
Dag 2: normaal eten.
Pijnstilling
Geef uw kind 2 dagen lang om de 6 uur paracetamol. Daarna kunt u afbouwen naar om de 8 uur en om de 12 uur. Is paracetamol alleen onvoldoende? Dan kunt u de eerste 2 dagen Diclofenac erbij geven.
De volgende dagen
Probeer contact met andere kinderen zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Dit om infecties van buitenaf tegen te gaan. Het is verstandig dat uw kind de eerste dagen rustig doet en thuis blijft.
Wanneer belt u het ziekenhuis?
De eerste dag na de operatie kan er wat slijm met bloed uit de mond en neus komen. Ook kan uw kind een beetje zwart braaksel opgeven. Dat is niet erg.
Komt er veel vers, helderrood bloed uit de mond? Of grote hoeveelheden zwart braaksel? Dan heeft uw kind een nabloeding. Neem overdag contact op met de polikliniek KNO. ‘s Avonds en ‘s nachts belt u het algemene nummer van het ziekenhuis: (050) 524 5245.
Nacontrole
Na 6 weken is er een telefonische controle. Daarna zijn er in overleg met de KNO-arts extra controles, als dat nodig is. Houdt uw kind na de controle nog steeds klachten? Of krijgt uw kind opnieuw klachten? Neem dan contact op met de polikliniek KNO.
Hoe bereidt u uw kind voor?
Hoe u uw kind voorbereidt, ligt aan de leeftijd, hoe uw kind is en hoe u met uw kind omgaat. Maak uw kind niet bang. Probeer duidelijk te vertellen wat er gaat gebeuren. Hieronder leest u per leeftijd een advies.
Peuters
Peuters begrijpen al veel van wat u tegen ze zegt. Ook al kunnen ze zelf nog niet goed praten. Vertel zo eenvoudig mogelijk wat er gaat gebeuren en herhaal dat een paar keer. Begin hier niet te vroeg mee, kinderen hebben nog geen idee van tijd. Zeg dat u samen naar het ziekenhuis gaat, dat het maar 1 dag duurt en dat u erbij blijft. U kunt de gewone dingen uitleggen, zoals in bed liggen en spelletjes doen. Maar het is ook belangrijk om te vertellen over de dokter, de verpleegkundige, de slaapdokter, het kapje, de zetpil en pijn na de operatie.
Kleuters
Voor kleuters geldt ongeveer hetzelfde als voor peuters. Uw verhaal kan een beetje uitgebreider zijn. Op deze leeftijd gaan kinderen ook vragen stellen. Vertel niet te veel over de ingreep zelf. Kleuters overzien dit niet en de informatie maakt ze bang. Wel moet u vertellen over de narcose: dat je in slaap valt en niets voelt.
Oudere kinderen
Bij een ouder kind kunt u zelf het beste bepalen hoe en wanneer u de voorbereiding doet. Het ene kind wil graag op tijd weten wat er gaat gebeuren. Een ander wordt angstig van het lange wachten. Door de fantasie van het kind, ontstaat dan vaak een verkeerd beeld. Probeer er dan zo weinig mogelijk over te praten en uw eigen ongerustheid niet te laten merken. Anders wordt uw kind nog angstiger.
Wilt u meer informatie voor kinderen, tieners en ouders? Op de website www.kindenziekenhuis.nl vindt u meer informatie.
Recht op informatie, toestemming minderjarigen en privacy
Elk kind dat voor onderzoek of behandeling in het ziekenhuis komt, heeft recht op informatie. Net als een volwassene. Ook heeft een kind vanaf een bepaalde leeftijd inspraak in wat er gaat gebeuren. Dit is vastgelegd in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Kijk voor meer informatie ook op www.jadokterneedokter.nl.
Toestemming voor behandeling of onderzoek
Hoe de toestemming voor behandeling of onderzoek werkt, ligt aan de leeftijd van het kind. Hieronder leest u hoe dat per leeftijd werkt.
Jonger dan 12 jaar
Kinderen jonger dan 12 jaar mogen niet voor zichzelf beslissen. Dat doen hun ouders. Wel moet een arts of verpleegkundige het kind duidelijk uitleggen wat er gaat gebeuren.
Tussen 12 en 16 jaar
Kinderen tussen 12 en 16 jaar begrijpen de meeste situaties goed. En ze hebben hier een eigen mening over. Daarom vragen we toestemming van het kind en van de ouders. Als het kind en de ouders het niet met elkaar eens zijn, vragen we nog een keer de mening van het kind. De arts of verpleegkundige doet uiteindelijk wat het kind wil.
Vanaf 16 jaar
Vanaf 16 jaar hebben kinderen hetzelfde recht op inspraak als volwassenen. Ze mogen dus voor zichzelf beslissen. Toestemming van de ouders, is niet nodig. Ook mag een arts of verpleegkundige niet zomaar informatie over de gezondheid aan ouders geven. Dat gebeurt alleen als het kind het goedvindt.
Het dossier bekijken
Als uw kind voor onderzoek of behandeling naar het ziekenhuis komt, worden gegevens verzameld en verwerkt. Het gaat om persoonlijke gegevens (zoals naam, adres en geboortedatum) en om medische gegevens (zoals de diagnose en behandeling). Alle gegevens over de behandeling van uw kind, staan in het dossier. U heeft het recht om dit dossier te bekijken. Als u wilt, mag u een kopie ontvangen van (een deel) van de gegevens. Kinderen vanaf 12 jaar mogen hun eigen dossier bekijken.
Privacy
In het ziekenhuis slaan we persoonlijke en medische gegevens van uw kind op. Alle specialisten en medewerkers gaan hier vertrouwelijk mee om. Dat betekent dat ze de gegevens geheim houden. Ze delen de gegevens alleen met elkaar als dat nodig is voor de behandeling. Alleen met uw toestemming mogen ze informatie over uw kind aan naasten geven. Kijk hier voor meer informatie.
Versie: 1496042 2023-03 Verwijderen van amandelen bij kinderen