Medische Psychologie (polikliniek)
Op werkdagen van 8.00 tot 16.00 uur
Tel.: (050) 524 5990
Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.
Vrijheidsbeperkende middelen worden gebruikt om de patiënt of anderen te beschermen. Soms wordt een vrijheidsbeperkend middel gebruikt om een behandeling uit te kunnen voeren. In deze folder leest u wat vrijheidsbeperkende middelen zijn en waarom die soms nodig zijn. Daarnaast leest u wat er gedaan kan worden om dit te voorkomen. Tot slot leest u over de beslissing en wettelijke afspraken over deze middelen. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met de arts.
Vrijheidsbeperkende middelen zijn middelen die de persoonlijke vrijheid van een patiënt beperken. Welke middelen gebruikt worden, hangt af van de situatie van de patiënt.
Tijdens een ziekenhuisopname komt het soms voor dat iemand verward of onrustig raakt. Hierdoor ontstaat de kans dat de patiënt gewond raakt. Ook kan het gedrag de behandeling in de weg zitten. Verwardheid en onrust kunnen ontstaan door een lichamelijke ziekte. Andere oorzaken zijn een verandering van medicatie of de behandeling. Voorbeelden van dit gedrag zijn:
Meestal is deze verwardheid of onrust tijdelijk. Hierover leest u meer in de folder Acuut optredende verwardheid, delier.
Om onrust en verwardheid te voorkomen, worden er vrijheidsbeperkende middelen gebruikt. Dit is belangrijk voor de veiligheid van de patiënt en voor een goede behandeling. Voorbeelden van vrijheidsbeperkende middelen zijn:
Het kan voor u erg moeilijk zijn om te zien dat uw naaste een vrijheidsbeperking heeft. Het is daarom belangrijk dat u weet wat de reden van het vrijheidsbeperkende middel is. Wanneer u of anderen op bezoek komen, kan het vrijheidsbeperkende middel soms worden gestopt. Deze mogelijkheid kunt u met de verpleegkundige op de afdeling bespreken.
Vrijheidsbeperking is altijd de laatste keuze. Voordat hiervoor wordt gekozen, is er altijd gekeken of het anders kan. Zelfs als er al een vrijheidsbeperking geldt, kijkt het behandelteam naar alternatieve middelen. Zowel u als de verpleging kan de patiënt hiermee helpen. Hieronder leest u er meer over.
U kunt ervoor zorgen dat er altijd een vertrouwd persoon aanwezig is. Overleg met de verpleging wanneer u buiten de bezoektijden langs mag komen. Blijven slapen is ook mogelijk.
Bezoek is erg belangrijk. Wel kan het vermoeiend of verwarrend zijn om veel personen tegelijk te zien, of lang bezoek te hebben. De verpleging kan u hierover adviseren.
Eerst wordt er gekeken naar alternatieve middelen. Werken de alternatieve middelen niet goed genoeg? Dan overlegt de verpleegkundige met de behandelend arts. Ze bespreken of er vrijheidsbeperkende middelen worden ingezet. Als dat zo is, wordt dat zo snel mogelijk met u besproken.
Soms is er een noodsituatie. Dan mag de verpleegkundige vrijheidsbeperkende middelen gebruiken zonder toestemming van de arts. Wordt het vrijheidsbeperkende middel gebruikt? Dan overlegt de verpleegkundige dit zo snel mogelijk met de arts.
Bij de behandeling van verwardheid of onrust en het gebruiken van vrijheidsbeperkende middelen, wordt het delierteam ingeschakeld. Het delierteam bestaat uit medewerkers van de afdeling Geriatrie en Psychiatrie.
Het inzetten van vrijheidsbeperkende middelen gebeurt volgens de afspraken in de Wet op Geneeskundige Behandel Overeenkomst (WGBO). De verpleegkundige en de arts schrijven het gebruikte middel op in het patiëntendossier. Het behandelteam beoordeelt iedere dag of de middelen werken en nog nodig zijn.
Versie: 00083 Vrijheidsbeperkende middelen 2023-09