Nier (gedeeltelijk) verwijderen
Bezoek is welkom tussen 11.00 en 20.00 uur.
Tel.: (050) 524 5510
Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.
U wordt binnenkort opgenomen in het Martini Ziekenhuis voor een urologische operatie. In overleg met de uroloog heeft u besloten om een nier of een gedeelte van een nier te laten verwijderen. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Zo kan het zijn dat uw nier niet meer werkt of dat er een tumor in de nier zit.
Als de tumor zich tot de nier beperkt, kunt u meestal genezen door de nier operatief te laten weghalen. Als het kan, probeert de uroloog de tumor te verwijderen. Dit doet de uroloog door een gedeelte van de nier weg te halen in plaats van de hele nier. Dit is een iets grotere operatie, maar uw nier blijft zo een deel van zijn functie behouden.
De informatie in deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw uroloog of de behandelend arts.
De nieren zijn boonvormige organen die achter de buikholte liggen. Als een soort filter verwijderen de nieren afvalstoffen en vocht uit het bloed. De afvalstoffen en het vocht vormen samen uw urine. De urine vloeit via de urineleiders vanuit het nierbekken naar de blaas. Als 1 van uw nieren wordt weggehaald, kan de andere nier in principe de nierfunctie overnemen. Dit kan zonder schadelijke gevolgen voor uw lichaam.
Het is belangrijk dat u zich op de operatie voorbereidt. Hieronder leest u hoe u dit doet.
Vóór de operatie gaat u naar het spreekuur op de polikliniek Urologie. Op dit spreekuur praat u met een uroloog, een uroloog in opleiding of een afdelingsarts. U krijgt informatie over de operatie, mogelijke complicaties en uw opname.
U krijgt ook een koolhydraatrijke drank (PreOp) mee naar huis. Meer over PreOp leest u n de informatie over het Preoperatief Spreekuur en anesthesie. Als u diabetes hebt, krijgt u geen PreOp mee.
Een paar weken voor de operatie krijgt u 2 keer een uitnodiging voor een telefonisch consult. Dit is voor het preoperatieve spreekuur. U belt dan met een apothekersassistent, een anesthesioloog of anesthesiemedewerker en de intakeverpleegkundige. Als u diabetes heeft, dan spreekt u ook de verpleegkundig diabetesspecialist.
Vóór uw afspraak vult u een digitale vragenlijst in. Deze preoperatieve vragenlijst vindt u in het patiëntenportaal. In de informatie over het Preoperatief Spreekuur en anesthesie leest u er meer over. Bijvoorbeeld over wat u mee moet nemen. In de informatie over uw opname leest u meer over een operatie en een verblijf in het ziekenhuis. De datum en tijd van uw operatie krijgt u van de Opnameplanning.
U moet nuchter zijn voor de operatie. Dit betekent dat u voor de operatie niet alles mag eten en drinken. Wat u wel en niet mag eten leest u in de informatie over het Preoperatief Spreekuur en anesthesie.
U doet mee aan het ERAS-programma bij urologische operaties. ERAS staat voor Enhanced Recovery After Surgery (Versneld beter worden na een operatie). ERAS is een methode om patiënten sneller te laten herstellen na een (urologische) operatie. Het programma maakt de kans op complicaties een stuk kleiner.
De operatie vindt plaats onder algehele narcose middels een kijkoperatie. U wordt door de uroloog geopereerd met de Da Vinci Xi Robot. Deze operatierobot heeft een speciale camera om in de buikholte te kijken. De uroloog stuurt de robotarmen aan. Er zijn 2 soorten operaties:
De volledige nier wordt verwijderd (radicale nefrectomie).
Een gedeelte van een nier wordt verwijderd (partiële nefrectomie).
U hoort vóór de operatie welke operatie u krijgt.
Een kijkoperatie heeft verschillende voordelen vergeleken met een open operatie:
U heeft kleinere wondjes op een minder vervelende plek. Hierdoor heeft u minder pijn na de operatie.
Een kijkoperatie is niet altijd mogelijk. De tumor kan bijvoorbeeld te groot zijn. Of er zitten veel verklevingen in de buik door eerdere operaties. Ook kunnen de nier of de bloedvaten anders liggen. Soms zijn ze met een kijkoperatie niet goed in beeld te krijgen. Als dat zo is, wordt u geopereerd via een dwarse snee onder de ribbenboog in uw buik.
Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer van de operatieafdeling. Hier houden artsen en verpleegkundigen u goed in de gaten. Zij controleren onder andere uw hartslag en bloeddruk. U krijgt pijnstillers en medicatie tegen de misselijkheid.
Uw contactpersoon wordt gebeld dat de operatie is afgelopen. Op de uitslaapkamer mag u geen bezoek ontvangen. U mag een beetje drinken of een waterijsje proberen.
Na een tijdje wordt u op de rand van uw bed geholpen. Dit stimuleert het lichaam om te herstellen. Dan wordt het infuus stilgezet. Dit betekent dat u geen vocht meer krijgt via het infuusnaaldje en dat u zelf weer moet gaan drinken. Na een paar uur wordt u weer opgehaald en naar de verpleegafdeling gebracht. Dan gaat u terug naar uw kamer.
Na de operatie heeft u een katheter in uw blaas. Deze mag er vaak op de uitslaapkamer alweer uit.
De verpleegkundige belt uw contactpersoon zodra u terug bent op de verpleegafdeling. De verpleegkundige controleert regelmatig uw hartslag, bloeddruk, lichaamstemperatuur en uw wond.
Bewegen
Bij terugkomst op de afdeling gaat u meteen op een stoel zitten. Als u rechtop zit kunt u beter ademhalen, hierdoor voorkomt u luchtweginfecties. Het is de bedoeling dat u minimaal 2 uur uit bed komt. Bewegen is belangrijk om:
Trombose tegen te gaan
Verlies van spierkracht tegen te gaan
De darmen weer op gang te brengen
Eten en drinken
U mag na de operatie meteen beginnen met drinken. Begin dan eerst met een glas water, thee of met een waterijsje. Als u niet misselijk wordt, mag u wat meer eten en drinken. De verpleegkundige en de voedingsassistent helpen u hierbij.
Op de dag van de operatie is het goed als u 4 tot 6 glazen drinkt. U krijgt op die dag ook medicijnen tegen misselijkheid. Die medicijnen krijgt u ook de dagen erna. Blijft u toch misselijk? Vertel dit aan de verpleegkundige. U kunt dan extra medicijnen krijgen.
Kauwgom is de eerste dagen goed voor u, omdat kauwen goed is voor uw maagdarmkanaal.
Pijnbestrijding
U krijgt pijnbestrijding via tabletten of een injectie. Als u pijn blijft houden, kunt u dat de verpleegkundige vertellen. U krijgt eerst 4 keer per dag paracetamol. U kunt afspreken met de verpleegkundige dat u andere medicijnen krijgt. Als u bijna geen pijn meer heeft, stopt u daar als eerste mee.
De verpleegkundige vraagt tijdens de opname een paar keer per dag hoeveel pijn u heeft. Dat heet de pijnscore. U geeft uw pijn aan met een cijfer tussen 0 en 10. U geeft een 0 wanneer u helemaal geen pijn heeft en een 10 wanneer u de ergste pijn heeft die u zich voor kunt stellen.
Op de eerste dag na de operatie komt een uroloog of de afdelingsarts bij u langs. Als u vragen heeft, kunt u deze dan stellen. De arts bespreekt dan ook met u wanneer u weer naar huis mag. Meestal kan dat de dag na de kijkoperatie. Na een open operatie blijft u meestal een paar dagen langer.
Bezoek kan vermoeiend voor u zijn. Daarom is het niet toegestaan om meer dan 2 bezoekers tegelijk te ontvangen. Het is goed om uw contactpersoon het bezoek te laten regelen.
Bewegen
U bent minimaal 6 tot 8 uur per dag uit bed. Dit mag u over de dag verdelen. Zo herstelt u sneller en de kans op complicaties wordt veel kleiner.
Eten en drinken
U drinkt per dag minimaal 10 glazen. Probeer te variëren en niet alleen maar water of thee te drinken. Drinken is nodig om het lichaam voldoende vocht te geven. Dit is belangrijk voor een zo goed mogelijk herstel. Ook worden de darmen gestimuleerd om weer op gang te komen.
Als u eet, eet dan vaak kleine beetjes en verspreid dit over de dag. Dat is beter dan bijvoorbeeld 3 keer een grotere maaltijd.
Stoelgang
Het kan vaak een paar dagen duren voordat uw stoelgang op gang komt. U krijgt elke dag medicijnen om uw stoelgang te verbeteren of te stimuleren. Als u windjes laat en darmkrampen voelt, dan betekent het dat uw darmen weer aan het werk zijn. Door veel te wandelen en vaak uit bed te zijn, laat u uw darmen weer sneller werken. U krijgt laxeermiddelen mee naar huis die u kunt gebruiken tot uw ontlasting goed op gang is.
Wanneer u naar huis mag, hangt af van hoe snel u herstelt. Dit is soms 1 dag na de operatie tot meerdere dagen na de operatie. De uroloog of zaalarts beslist of u naar huis mag.
U mag meestal weer naar huis als:
De verpleegkundige vraagt of u thuis zorg nodig heeft en kan dat voor u regelen. Als u naar huis mag, krijgt u een afspraak mee voor het spreekuur van de uroloog.
Als u eenmaal thuis bent, is het voor uw herstel belangrijk dat u actief blijft. In het algemeen geldt dat wat u kunt, ook mag. Forceer niets en luister goed naar uw lichaam. De duur van de periode voordat iemand zich hersteld voelt, is bij iedereen weer anders.
Na de operatie kunnen er complicaties ontstaan.
Krijgt u tijdens de opname last van complicaties? Dan is het mogelijk dat u langer in het ziekenhuis moet blijven.
Krijgt u binnen 48 uur na ontslag onderstaande klachten? Neem dan contact op met de polikliniek urologie tijdens kantooruren (050-5246920). Buiten kantooruren neemt u contact op met de verpleegafdeling (050-5245510).
Na de eerste 48 uur neemt u bij bovenstaande klachten contact op met de huisarts of zo nodig de huisartsenpost. Die neemt, indien nodig, contact op met de uroloog.
Het weefsel dat tijdens de operatie is verwijderd, wordt onderzocht in het laboratorium. Uw arts of uw uroloog vertelt u de uitslag hiervan. Dit is ongeveer 1 week na de operatie, via een telefonische of poliklinische afspraak.
Versie: 20180041 06-2023 Verwijderen van een nier of gedeelte van de nier