Voorbereiding
U heeft last van inspanningsincontinentie. In overleg met uw behandelend specialist wordt u daaraan geopereerd. Tijdens deze operatie wordt de afsluitfunctie van de blaas verbeterd. De operatie vindt in principe in dagbehandeling plaats. U gaat dezelfde dag weer naar huis.
- Voor de operatie krijgt u een roesje (sedatie). Narcose of een ruggenprik is dan niet nodig. Daardoor herstelt u sneller. Soms wordt bewust voor een andere vorm van anesthesie gekozen (ruggenprik of algehele narcose). Dit bespreekt de arts met u. Is dit het geval dan krijgt u eerst een afspraak op het preoperatief spreekuur.
- Het is goed om voor de operatie te stoppen met roken. Roken verslechtert de doorbloeding van het lichaam en daardoor geneest u minder snel.
- Scheren voor de operatie is niet nodig maar mag wel. Doet u dit dan wel uiterlijk 5 dagen vóór de operatie. Scheert u zich later, dan bestaat de kans op het ontstaan van wondjes. Dat kan een infectie opleveren.
- Na de operatie mag u niet zelf naar huis rijden. Regel daarom vooraf vervoer terug naar huis.
Opname
Op de dag van de operatie komt u nuchter naar het Martini Ziekenhuis. U gaat eerst naar de sedatiespecialist en vervolgens naar de dagbehandeling. U wordt op de dag van de opname geopereerd.
Operatie
U krijgt het roesje van de sedatiespecialist. Dat gebeurt met medicijnen via het infuus in uw arm. Krijgt u algehele narcose of een ruggenprik? Dan zorgt de anesthesioloog voor de verdoving. Ook krijgt u een infuus (een naald met daaraan een slangetje) in een bloedvat, voor de toediening van vocht, medicijnen en de verdoving.
Dan volgt de operatie via de schede. De gynaecoloog plaatst een zogenaamd bandje onder de plasbuis. Dit is vergelijkbaar met een platte veter en geeft extra versteviging. Bij verhoogde druk wordt de plasbuis dan tegen dit bandje dichtgedrukt. Urineverlies blijft uit of is veel minder. Er zijn verschillende methodes om het kunststof bandje via de schede te plaatsen. Vaak wordt een zogenaamd mini-bandje (Ajust) gebruikt. Alternatieven zijn een vaginaal bandje via de liezen (TOT/TVT-O) of via de buikwand (TVT). De gynaecoloog bespreekt vooraf met u welke methode voor u het beste resultaat geeft. De operatie duurt ongeveer 15 tot 30 minuten. Hoe lang uw operatie duurt, hangt af van de gekozen methode.
Tijdens de operatie krijgt u een blaaskatheter, waardoor de urine vanzelf wegloopt. De katheter wordt, voordat u teruggaat naar de verpleegafdeling, weer verwijderd. Zodra u zelf de blaas goed leeg kunt plassen en u zich goed voelt, kunt u weer naar huis. Dit is meestal 8 tot 10 uur na de operatie. Soms moet u een nachtje blijven.
Nazorg
Na de operatie mag u snel weer naar huis. Daar kunt u verder herstellen. Houd rekening met een herstelperiode van 3 tot 4 weken. Bij uw ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een ontslagbrief voor de huisarts mee. Heeft u nog pijn? Dan kunt u paracetamol nemen (maximaal 4 keer daags 1000 mg).
De eerste weken na de operatie kan het plassen lastig(er) zijn dan normaal. Soms is plassen pijnlijk. De straal is vaak zwak. Persen is niet verstandig, omdat hiermee de plasbuis tegen het bandje wordt dicht gedrukt. Neem de tijd.
Telefonisch overleg met de verpleegkundige
De verpleegkundige belt u 2 tot 4 dagen na ontslag om te horen hoe het gaat. Het is handig om voordat wij bellen, uw vragen op te schrijven. De verpleegkundige neemt de tijd om uw vragen te beantwoorden. Zijn er eerder problemen, dan kunt u ons altijd bellen.
Naar de bekkenfysiotherapeut
Ongeveer 4 weken na de operatie kunt u naar de bekkenfysiotherapeut. Deze gespecialiseerde fysiotherapeut geeft u adviezen over het plassen, uw lichaamshouding en de beste manier van bewegen. De fysiotherapeut leert u zo nodig de spieren van de bekkenbodem bewust aan te spannen, waarmee u ook de blaas beter onder controle krijgt.
Nacontrole gynaecoloog
De gynaecoloog belt u nog een keer en ziet u na ongeveer 6 weken terug voor een nacontrole.
Complicaties
Ongeveer 90% van de vrouwen heeft na de ingreep geen of veel minder last van ongewild urineverlies. Toch is de operatie geen wondermiddel. Het is belangrijk dat u bepaalde leefregels in acht neemt die bijdragen aan een goed herstel.
Een operatie bij inspanningsincontinentie geeft relatief weinig complicaties. Er is echter kans op pijn in de lies, bloedverlies, bemoeilijkte plas, infectie en een toegenomen vaginale afscheiding. Het kunststof implantaat kan in zeldzame gevallen voelbaar zijn in de vagina. Heeft u klachten? Bespreek ze dan bij de controleafspraak met uw arts.
Ongewild urineverlies kan ook na een geslaagde operatie na verloop van tijd terugkomen. Als het gebeurt, is dit meestal pas jaren later. Gelukkig komt dit niet vaak voor.
Versie: 12 februari 2020