Neurochirurgie (polikliniek)
Op werkdagen van 8.00 tot 16.00 uur.
Tel.: (050) 524 5950
Routenummer: 0.7

Chronisch subduraal hematoom
Bij een bloeduitstorting onder het (harde) hersenvlies (chronisch subduraal hematoom wordt u opgenomen op de afdeling Neurochirurgie. De neurochirurg heeft de diagnose gesteld op basis van de foto’s die met een CT-scan (computer-tomografisch onderzoek) van uw hoofd zijn gemaakt. Een chronisch subduraal hematoom is op verschillende manieren te behandelen.
Voorbereiding
Gebruikt u bloedverdunners? Dan moet u met het innemen hiervan vaak voor langere tijd stoppen, omdat bloedverdunners meestal mede de oorzaak zijn van de ontstane bloeding. Bovendien kan een operatieve behandeling gevaarlijk zijn als uw bloedstolling niet goed functioneert. Stoppen met bloedverdunners betekent wel dat er een groter risico bestaat op het ontstaan van bloedstolsels. In de praktijk blijken deze risico’s mee te vallen. Hoe lang u met de bloedverdunners moet stoppen, hangt mede af van de reden waarvoor u die medicijnen gebruikt. Zo nodig vindt hierover overleg plaats tussen de neurochirurg en de specialist die u de bloedverdunners heeft voorgeschreven.
Behandelingen
Een chronisch subduraal hematoom is op verschillende manieren te behandelen: via een punctie, via en operatie met boorgat (of meerdere boorgaten) of via een luik in de schedel. Wij geven hier uitleg over de punctie en de operatie met boorgat. Bij beide behandelingen verwijdert de neurochirurg de bloeduitstorting zodat er geen druk staat op de hersenen. Hierdoor verdwijnen uw klachten.
Punctie
Behandeling met een punctie vindt in Nederland alleen in het Martini Ziekenhuis in Groningen plaats. De neurochirurg voert de punctie uit op de Medium Care (behandel- en bewakingsafdeling) van de afdeling Neurochirurgie.
De neurochirurg geeft u een plaatselijke verdoving en prikt de bloeduitstorting via de schedel aan met een holle naald. Met deze naald kan de neurochirurg de bloeduitstorting grotendeels wegzuigen. Mogelijk krijgt u tijdens de behandeling hoofdpijnklachten. Deze klachten verdwijnen vaak binnen enkele minuten na de punctie. De behandeling duurt ongeveer 15 minuten.
Zo nodig zal de neurochirurg de punctie nog een keer uitvoeren, bijvoorbeeld wanneer de bloeduitstorting onvoldoende weg is. Na de punctie blijft u in ieder geval 1 nacht ter observatie op de Medium Care. Vaak mag u, in overleg met de neurochirurg, de volgende dag met ontslag. De kans op het optreden van complicaties (zoals het optreden van een infectie of bloeding) is zeer klein.
Operatie met boorgat
Deze behandeling ‘operatie met boorgat(-en)’ gebeurt onder algehele narcose op de operatiekamer. De neurochirurg boort via een klein sneetje in de huid een gat in de schedel op de plaats waar de bloeduitstorting zit. Via die opening in de schedel opent de chirurg het hersenvlies en spoelt met een vloeistof de holte van de bloeduitstorting schoon. Vaak brengt de chirurg daarna een dun slangetje (drain) in de holte aan, waardoor nog achtergebleven vloeistof kan aflopen. De ingreep duurt ongeveer 30 minuten.
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer en daarna ter observatie naar de Medium Care (behandel- en bewakingsafdeling) van de afdeling Neurochirurgie. De verpleegkundige voert regelmatig controles bij u uit. Afhankelijk van uw situatie blijft u enkele dagen op de Medium Care. Hierna gaat u naar een patiëntenkamer op de verpleegafdeling. In overleg met de neurochirurg verblijft u 1 tot 7 dagen in het ziekenhuis. De behandeling heeft meestal een zeer goed resultaat en patiënten hebben doorgaans weinig ongemak van de ingreep. De kans op het optreden van complicaties (zoals een infectie of bloeding) is gering.
Nazorg
Ongeveer 2 tot 3 weken na de ingreep komt u voor controle bij de neurochirurg. Dat geldt zowel voor de behandeling met punctie als voor de operatie met boorgat(en).
Leefregels
Tot de controleafspraak bij de neurochirurg mag u niet zelf een auto besturen. De beslissing omtrent de rijbevoegdheid na deze periode ligt bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Wacht u ook met het hervatten van uw werk tot na uw controlebezoek bij de neurochirurg. Wisselt u activiteit en rust zoveel mogelijk af. Wij adviseren u de eerste 3 weken voorzichtig te zijn met bukken en geen grote inspanningen te doen. U mag vrij bewegen, maar het is raadzaam uw conditie gedurende de eerste 6 weken langzaam op te bouwen. De eerste 6 weken kunt u beter geen zware (huishoudelijke) werkzaamheden verrichten. De bloeduitstorting kan terugkomen, waardoor de klachten weer opnieuw ontstaan. Mocht dit het geval zijn, neemt u dan contact op met uw huisarts.
Versie: 12 februari 2020