Inleiding
U heeft een afspraak voor het urogynaecologie spreekuur. Bij dit spreekuur is een uroloog, gynaecoloog, bekkenfysiotherapeut en een verpleegkundige of verpleegkundig specialist aanwezig. Tijdens dit spreekuur wordt er gynaecologisch en urologisch onderzoek verricht waarbij de vagina, de bekkenspieren en de binnenkant van de blaas en de plasbuis worden bekeken. Dit spreekuur is vooral bedoeld voor vrouwen met wat complexere incontinentieklachten.
Incontinentie
- Incontinentie is het ongewild verlies van urine of ontlasting. Urine-incontinentie komt vaker voor dan incontinentie van ontlasting.
- De meest voorkomende vorm van urine-incontinentie is stress- of inspanningsincontinentie. ‘Stress’ staat hier voor drukverhoging in de buik. Gaat die druk omhoog – door bijvoorbeeld hoesten, lachen, rennen – dan verliest u ongewild urine. Dit is een teken van een verminderde sluitfunctie van de blaas.
- Een andere veel voorkomende vorm van urine-incontinentie is urge- of aandrangsincontinentie. Daarbij voelen vrouwen plotselinge aandrang en kunnen ze hun urine niet ophouden. Dit gaat meestal gepaard met overdag en ’s nachts vaak plassen (overactieve blaasklachten).
- Een mengvorm van stress- en urge-incontinentie komt regelmatig voor. Ook kan er sprake zijn van ongewild verlies van ontlasting.
- De meeste vrouwen ervaren de incontinentie als erg vervelend en onhygiënisch. Het geeft regelmatig belemmeringen bij activiteiten, sporten en vrijen. Veel vrouwen schamen zich hiervoor. Een feit is dat incontinentie heel veel voorkomt en dat er behandelmethodes zijn om uw kwaliteit van leven te verbeteren. In deze folder leest u wat u op het urogynaecologisch spreekuur kunt verwachten.
Voorbereidingen
- Voorafgaand aan de onderzoeken mag u gewoon eten en drinken.
- Uroflowmetrie
Het is belangrijk dat u een volle blaas heeft voor dit onderzoek, zodat u het gevoel heeft dat u moet plassen. Het advies is om 2 uur voor het onderzoek minimaal 4 glazen thee of water te drinken. ‘s Morgens, als u opstaat, kunt u gewoon naar het toilet gaan om te plassen. Daarna zorgt u dat u genoeg drinkt (minimaal 4 glazen). Dit hangt ook af van het tijdstip van het onderzoek. Misschien is het handig dit op de dag vóór het onderzoek al eens uit te proberen.
Als het voor u niet mogelijk is om 2 uur voor het onderzoek minimaal 4 glazen thee of water te drinken, dan mag u ook 1 uur voor het onderzoek minimaal 2 glazen thee of water drinken. Als dit ook geen mogelijkheid is voor u, dan mag u ook 1 uur voor het onderzoek op de polikliniek komen. Op de polikliniek kunt u bekertjes water pakken. Als u dan aandrang krijgt om te plassen, proberen wij u zo snel mogelijk te helpen.
- Geef voor het onderzoek door of u:
- Medicijnen gebruikt.
- Allergisch bent voor bepaalde geneesmiddelen.
- Een aandoening heeft, zoals suikerziekte.
- Zwanger bent.
Onderzoeken
Er worden verschillende onderzoeken gedaan:
- Flowmetrie door de verpleegkundige
- Gynaecologisch onderzoek door de gynaecoloog
- Onderzoek naar de bekkenbodem door de bekkenfysiotherapeut
- Cystoscopie (blaasonderzoek) door de uroloog
Flowmetrie
Eerst wordt u opgeroepen voor de flowmetrie. We hebben op de polikliniek een aparte kamer waar u ongestoord kunt plassen. Uw urinestraal wordt automatisch gemeten en geregistreerd. U merkt daar niets van. Als u klaar bent met plassen, is het onderzoek voltooid.
Let op: de straalmeter is alleen bedoeld om te plassen. Voor ontlasting is er een gewoon toilet aanwezig.
Na de meting wordt er een echo gemaakt van uw blaas. Die echo is bedoeld om te kijken of uw blaas echt leeg is.
Spreekkamer
Na de flowmetrie wordt u in de spreekkamer gezien door de uroloog, de gynaecoloog en de bekkenfysiotherapeut. Hier wordt de anamnese (gesprek) gedaan.
Kleedkamer
Voor het onderzoek kleedt u zich van onderen uit (broek, onderbroek). Dit doet u in de kleedkamer. Via de kleedkamer komt u in de behandelruimte, waar u op een onderzoekstafel gaat liggen. Uw benen rusten daarbij in beensteunen.
Gynaecologisch onderzoek
- De gynaecoloog verricht (echografisch) onderzoek.
- De gynaecoloog begint met inwendig onderzoek en gebruikt hiervoor een eendenbek. Voor het inwendige onderzoek brengt de gynaecoloog een eendenbek in de vagina.
- Bij een gynaecologische (inwendige) echo wordt een afbeelding gemaakt van de baarmoeder en de eierstokken. Om de dunne echokop wordt een condoom gedaan. Daarop wordt glijmiddel aangebracht om het inbrengen voor u zo soepel mogelijk te laten verlopen. Het inbrengen doet meestal geen pijn. De inwendige echo wordt verricht omdat het uiteinde van de echokop op deze manier dichter bij de baarmoeder en eierstokken komt dan bij een uitwendige echo. Zo ontstaat een scherper en gedetailleerder beeld.
Bekkenfysiotherapeut
De bekkenfysiotherapeut verricht onderzoek naar de bekkenbodem. Dit is een inwendig onderzoek.
Tijdens een inwendig onderzoek wordt met één of twee vingers in de vagina gevoeld of de werking van de bekkenbodemspieren goed is. Zo wordt de kracht en het uithoudingsvermogen van deze spieren beoordeeld. Bij dit onderzoek wordt u gevraagd of u de spieren aan wilt spannen en of u wilt persen. Er wordt u gevraagd of u wilt doen alsof u de plas ophoudt en of u wilt hoesten. Op deze manier kan de bekkenfysiotherapeut voelen of de bekkenbodem de plasbuis goed afsluit.
Cystoscopie
Het doel van een cystoscopie is om de binnenkant van de blaas en de plasbuis te bekijken. Dit gebeurt met een flexibel buisje waar een camera met een lampje op zit. Dit heet een cystoscoop. Het gebied rondom de plasbuis wordt schoongemaakt met water. Ook wordt er een glijmiddel in de plasbuis gebracht. Daarna wordt het gebied afgedekt met steriele doeken. De arts brengt vervolgens de cystoscoop in en vult de blaas met steriel water. Op die manier kan de binnenkant van de blaas en plasbuis worden bekeken. Daarna wordt de cystoscoop verwijderd.
Na de onderzoeken mag u zich in de kleedkamer weer aankleden. Daarna worden de uitslagen en het behandelplan met u besproken.
Duur van de onderzoeken
In totaliteit duren de onderzoeken ongeveer 30 minuten.
Na het onderzoek
De eerste keer plassen na de cystoscopie kan wat branderig aanvoelen. Daarom is het advies om na het onderzoek extra te drinken (ongeveer 1 liter). Ook kan er wat bloed bij de plas zitten. Dit is niets om u zorgen over te maken. U merkt vanzelf dat uw plas na een paar uur weer normaal van kleur is.
Mogelijke complicaties
De cystoscopie gaat meestal zonder problemen. Toch kan er een complicatie optreden. De meest voorkomende complicatie is een blaasontsteking. Een blaasontsteking is goed met antibiotica te behandelen.
Versie: 00252 Urogynaecologie spreekuur 2024-05