Terugblik op 67 jaar Martini Omroep
09-06-2022Na ruim 67 jaar viel vorige maand het doek voor de Martini Omroep. Op 18 mei was de laatste uitzending en binnenkort wordt de radiostudio definitief ontmanteld. Presentatrice Truus van Dalen (89) kijkt terug op een fantastische periode. ‘De saamhorigheid binnen ons team was groot, ik had deze ervaring voor geen goud willen missen.’
Het doek is gevallen, maar niet zonder een woord van dank aan alle vrijwilligers van de Martini Omroep. Dank voor alle jaren luisterplezier voor onze patiënten! Samen met Truus van Dalen en Piet de Boer, voorzitter van het omroepbestuur, halen we herinneringen op aan hoe het begon en hoe de omroep in de loop van de jaren ontwikkelde.
We schrijven 1952. Dagblad ‘Ons Noorden’ organiseert een inzamelingsactie voor een wekelijks verzoekplatenprogramma in het RKZ. Van de opbrengst worden lp’s, een pick-up en luidsprekers gekocht. Drie jaar later wordt het ziekenhuis aangesloten op de PTT draadomroep. In datzelfde jaar krijgt iedere patiënt de beschikking over een zogeheten luisterkussen, inclusief keuzeschakelaar… Pater Visser noemt zijn kindje Radio Omroep Katholiek Ziekenhuis Groningen (ROKZG). De voorloper van de Martini Omroep is geboren!
Omroepbus
Al vanaf die eerste dag kunnen patiënten verzoekplaten aanvragen. Daarnaast worden vanuit de kelder plechtigheden, amusementsmuziek en reportages uitgezonden. Na verschillende naamswijzigingen start het RKZ vanaf 1973 met dagelijkse uitzendingen. AVRO-dj Krijn Torringa komt naar Groningen om Studio ‘73 officieel te openen. Een jaar later krijgt het team de beschikking over een eigen omroepbus voor reportages op locatie. De presentatoren verschijnen bij de Zwemvierdaagse en de Jaarbeurs in Groningen. In 1976 doet Studio ’73 vanaf vliegveld Eelde live verslag van Koninginnedag. Kort daarna wordt bij een inbraak voor een kapitaal aan apparatuur ontvreemd. Dankzij een blikseminzameling kunnen de uitzendingen snel worden hervat.
Cd-speler
Begin jaren tachtig is Studio ’73 naarstig op zoek naar versterking. Stadjer Truus van Dalen meldt zich aan en krijgt de portefeuille klassiek aangeboden. ‘Ik had destijds niets met klassieke muziek, maar ik accepteerde het aanbod. En al zeg ik het zelf: binnen een week klonk mijn uitzending als een klok.’
In 1986 geeft de omroep een wekelijks programmablad uit dat ziekenhuisbreed wordt verspreid. Een jaar later volgt een nieuwe mijlpaal: Studio ’73 neemt een cd-speler in gebruik. Na de fusie van RKZ en Diaconessenhuis klinkt op 27 april 1992 het startschot van de Martini Omroep.
Promotieteam
In de jaren negentig starten dagelijkse live-uitzendingen en ook worden er steeds vaker tv-programma’s gemaakt. In het nieuwe millennium zet de digitalisering door en de computer verdringt de overjarige cd’s. Onder het motto ‘Analoog is uit, digitaal is in’ gaan de spoelenrecorders in 2010 naar het museum.
Wat tot het einde van de Martini Omroep níét veranderde, is de inzet van het promotieteam. Deze vrijwilligers verzamelden dagelijks verzoeknummers op de afdelingen. 't Het nog nooit zo donker west van Ede Staal spande de kroon, maar ook André Hazes was favoriet, weet Truus. In haar klassieke uurtje op de donderdagavond voerde Eine kleine Nachtmusik van Mozart regelmatig de lijst aan. ‘Met Beethoven als goede tweede hoor.’
Frans Bauer
Voor de vrijwilligers die de omroepknoppen bedienden, golden duidelijke regels. ‘Tijdens de uitzendingen was geen ruimte voor ziektebeelden, geloofsovertuiging en politiek’, benadrukt Piet de Boer, voorzitter van het omroepbestuur. Dat was geen enkel probleem voor Truus, die bijna veertig jaar achter de microfoon kroop. ‘Het draaide niet om mij, maar om de luisteraars. Als presentator moet je jezelf kunnen wegcijferen. Als iemand Frans Bauer aanvroeg, dan respecteerde ik dat.’
De presentatrice bereidde haar wekelijkse uitzendingen goed voor. Ze schreef haar teksten volledig uit op blocnotes (‘die heb ik allemaal nog’). Bovendien verzuimde ze zelden. ‘Vrijwilligerswerk is wat mij betreft niet vrijblijvend.’
Donderslag
In haar veertig omroepjaren ontving Truus verschillende coryfeeën in haar programma zoals voormalig burgervader Peter Rehwinkel. ‘En ken je presentator Edwin Pasveer? Die heb ik opgeleid’, klinkt het trots. Aan de kerstuitzendingen bewaart ze de beste herinneringen. 'Ik ben niet gelovig, maar de sfeer en de warme woorden van Hans Feenstra, de toenmalige voorzitter van de raad van bestuur, vond ik heel bijzonder.’
De afgelopen jaren belandde de Martini Omroep in zwaar weer. Zo maakte corona uitzenden op locatie onmogelijk en ondertussen wint concurrent Spotify steeds meer terrein. Door deze trend heeft de ziekenomroep geen toekomst meer, oordeelde de raad van bestuur in april. Dat besluit kwam voor de presentatoren en technici als een donderslag bij heldere hemel. ‘Toen ik dat hoorde, heb ik wel even gevloekt’, bekent de presentatrice. Ook bij haar man Dick en zoon Jan kwam dat bericht hard aan. ‘De Martini Omroep was ons kindje.’
Het zij zo…
Naast de teleurstelling is er ook begrip. ‘Iedereen heeft tegenwoordig een mobieltje en patiënten liggen steeds korter in het ziekenhuis’, weet Piet. ‘Dus wat is uiteindelijk de toegevoegde waarde van een ziekenomroep?’, vraagt hij zich hardop af. ‘Maar de deur achter je dichttrekken? Dat wil geen enkele voorzitter.’
Namen als Hans Spijkerman en Jan Schipper vullen de ruimte, maar door hen te noemen doet hij anderen te kort. Hij prijst de bevlogenheid en het enthousiasme van ‘zijn’ team. ‘Professioneel en zeer betrokken, een club om trots op te zijn.’ De presentatrice kaatst die bal graag terug. ‘Een goede voorzitter weet precies wat er in de studio gebeurt, maar bemoeit zich niet met de inhoud. Piet was zo’n voorzitter…’
De afloop kon hij niet voorkomen, maar hij verzoent zich met het slotakkoord. ‘Van mijn kant geen treurzang, ik kijk vooral terug op een prachtige periode. Aan dat tijdperk komt nu een einde, het zij zo…’
Enkele feitjes over de Martini Omroep
• 68 jaar radio
• 38 jaar televisie
• 33 jaar kabelkrant
• 30.000 verzoekplaten sinds 1995
• 900 uur live radio per jaar
• honderden enthousiaste vrijwilligers
• voor 25.000 klinische patiënten per jaar