Sigmoïdoscopie (in dagverpleging)
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
Uw behandelend arts heeft in overleg met u een sigmoïdoscopie onder sedatie (roesje) aangevraagd. In deze folder leest u informatie over de voorbereiding op dit onderzoek, het onderzoek zelf en mogelijke complicaties. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts.
Wat is een sigmoïdoscopie?
Een sigmoïdoscopie is een inwendig onderzoek in het onderste deel van dikke darm. Hierbij wordt het slijmvlies (de binnenbekleding) van de laatste 60 centimeter van de dikke darm onderzocht. Dit gebeurt door een soepele en bestuurbare slang in het lichaam te brengen: de endoscoop. In deze endoscoop zit een videocamera en een lichtbron. Hierdoor wordt de binnenkant van de dikke darm zichtbaar op een beeldscherm. Dit onderzoek wordt gedaan om eventuele afwijkingen op te sporen (of uit te sluiten) die uw klachten of ziekte kunnen veroorzaken
Voorbereiding op het onderzoek
Het is belangrijk dat u zich voorbereidt op het onderzoek. Hieronder leest u hoe u dat doet.
Klysma
Op de dag van het onderzoek krijgt u een klysma (darmspoeling). Dit krijgt u een half uur voor het onderzoek. U gaat dan nog naar het toilet. Daarna kan het onderzoek beginnen.
Nuchter zijn
Bij het onderzoek krijgt u een lichte sedatie (roesje). U mag tot 6 uur voordat het onderzoek begint iets eten. Het is belangrijk dat u daarna niks meer eet. U mag tot 2 uur voor het onderzoek begint iets drinken. Dit mogen alleen heldere vloeistoffen zijn, zoals een glas water, ranja of thee.
Pacemaker of intracardial defibrillator (ICD)
Heeft u een pacemaker? Of heeft u een ICD? Vertel dit aan de arts die u voor dit onderzoek heeft aangemeld. U moet dit ook vertellen aan de arts die het onderzoek uitvoert. Het is mogelijk dat de arts voor u extra maatregelen moet nemen.
Medicijngebruik
Soms moet u tijdelijk anders omgaan met uw medicijnen. Dit geldt voor u als u insuline, tabletten voor diabetes of bloedverdunners gebruikt. Stoppen met medicijnen gaat altijd in overleg met uw behandelend arts.
Bloedverdunners
Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen, zoals Acenocoumarol (Sintrom), Fenprocoumon (Marcoumar), Plavix of Dabigatran? Een sigmoïdoscopie kan in die gevallen meestal gewoon worden uitgevoerd. Deze medicijnen moet u alleen stoppen als uw behandelend arts dit met u heeft afgesproken. Stop nooit zelf met deze medicijnen.
Heeft uw arts met u afgesproken dat u moet stoppen met bloedverdunners? Dan vertelt de arts u na het onderzoek wanneer u ze weer mag innemen..
Staaltabletten
Gebruikt u staaltabletten, zoals Ferrofumaraat of Ferrogradumet? Dan moet u daar in overleg met uw behandelend arts 7 dagen voor het onderzoek mee stoppen. De staaltabletten maken het moeilijker om de dikke darm schoon te maken. Als er nog ontlasting in de dikke darm zit, dan krijgt het een zwarte kleur. Dat maakt het kijkonderzoek moeilijker.
Andere medicijnen mag u gewoon innemen.
Lichte sedatie (roesje)
U krijgt een sigmoidoscopie onder sedatie (roesje). Dit heeft u voor het onderzoek besproken met uw arts. Bij een roesje krijgt u via een infuusnaaldje een slaapmiddel (Midazolam) en / of een sterke pijnstiller (Fentanyl) ingespoten.
Door deze medicatie kunt u slaperig worden. U voelt zich ook ontspannen. Het is geen narcose. Het roesje helpt tegen ongemak tijdens het onderzoek.
Bij een roesje
Krijgt u een roesje? Houd u dan rekening met het volgende:
- Na het onderzoek mag u 24 uur niet actief meedoen aan het verkeer. Het is belangrijk dat u voor het onderzoek het vervoer naar huis geregeld heeft.
- Uw begeleider haalt u op uit de wachtkamer van het Endoscopiecentrum.
- Het roesje kan op de dag van het onderzoek voor geheugenverlies zorgen.
- Thuis kunt u zich de hele dag minder fit voelen en minder scherp zijn.
- We raden u af om belangrijke afspraken te maken op de dag van het onderzoek.
- Bedien in de eerste 24 uur na het onderzoek geen gevaarlijke machines.
Allergieën
Bent u allergisch voor bepaalde middelen? Bespreek dit voor het onderzoek met uw arts.
Opname
- U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij het Endoscopiecentrum.
- Neem uw legitimatiebewijs en het telefoonnummer van uw contactpersoon mee naar het ziekenhuis.
- Draag makkelijk zittende kleding. Neem als u wil reservekleding mee.
- U krijgt een half uur voor het onderzoek een klysma. U gaat dan nog naar het toilet. Daarna haalt een verpleegkundige u op. U wordt opgenomen op de dagverpleging van het Endoscopiecentrum. Hier begint de verdere voorbereiding voor het onderzoek.
- Na het onderzoek komt u hier weer terug om bij te komen.
- We houden rekening met privacy van u en andere patiënten. Daarom mag uw begeleiding niet mee op de dagverpleging.
- De ruimte in de wachtkamer is beperkt. Daarom vragen we uw begeleider om ergens anders in of buiten het ziekenhuis te wachten.
- U kunt een boek, telefoon of tablet meenemen om uzelf te vermaken tijdens het wachten.
Over het onderzoek
Vanuit de dagverpleging wordt u naar de behandelkamer gereden. Hier gebeurt het onderzoek. Uw begeleider dient u op te halen uit de wachtkamer van het Endoscopiecentrum.
U wordt eerst klaargelegd voor het onderzoek. Dan wordt u aangesloten op de bewakingsapparatuur. Hiermee worden uw bloeddruk, hartslag en het zuurstofgehalte in uw bloed in de gaten gehouden. De arts stelt u een paar vragen en dient daarna het roesje toe.
Tijdens het onderzoek
Bij het onderzoek ligt u op de linkerzijde. Meestal wordt eerst met de vinger gevoeld. Daarna wordt de endoscoop in de anus ingebracht. Deze wordt langzaam naar binnen geschoven om de laatste 60 centimeter van de dikke darm te bekijken. Af en toe wordt wat lucht of water in de darm gebracht. Daardoor kunt u tijdelijk wat krampen in de buik voelen. Ook kunt u aandrang voelen, alsof u naar het toilet moet. Schaamt u zich niet om winden te laten. Dit geeft vaak opluchting.
Soms wordt een stukje weefsel weggenomen voor onderzoek. Hier voelt u niets van. Het kan zijn dat er tijdens de sigmoïdoscopie een poliep wordt gevonden. De poliep kan dan direct verwijderd worden. Dit is niet pijnlijk. Soms worden er meerdere poliepen gevonden of moet uw hele dikke darm worden bekeken. In dat geval is het nodig dat u hiervoor nog een keer terugkomt.
Tijdsduur van het onderzoek
Als voorbereiding op het onderzoek krijgt u eerst een klysma. Dat gebeurt een half uur voordat het onderzoek begint. Het onderzoek zelf duurt ongeveer 10 of 15 minuten.
Na het onderzoek
Na het onderzoek wordt u teruggebracht naar de dagverpleging. Omdat u een roesje heeft gekregen, duurt het even voordat u weer helemaal wakker bent. Gemiddeld is het roesje na 1,5 tot 2 uur uitgewerkt.
U krijgt wat te eten en te drinken. De infuusnaald wordt verwijderd. Soms wordt er tijdens het onderzoek een stukje weefsel weggenomen. Dan kan het zijn dat u wat bloed bij de ontlasting ziet. U hoeft zich daarover geen zorgen te maken.
De uitslag
U krijgt in sommige gevallen een gesprek met de arts over de uitslag. Of u krijgt een formulier met de uitslag mee naar huis. Als er bij u ook weefsel is onderzocht, dan krijgt u daar niet direct de uitslag van. Uw huisarts of uw behandelend arts neemt hier later contact met u over op.
Risico’s en complicaties
Een sigmoïdoscopie is een veilig onderzoek. Complicaties of problemen komen gelukkig bijna nooit voor. Toch willen we u graag informeren over de risico’s en complicaties. Hieronder leest u daar meer over.
Perforatie
Een mogelijke complicatie is dat er een gaatje (perforatie) of bloeding in de darmwand ontstaat. In sommige gevallen is de kans dat dit gebeurt groter. Bijvoorbeeld als de darmwand erg ontstoken is of als veel bulten of uitstulpingen (divertikels) zijn. Ook als de darmwand smaller is dan normaal (een vernauwing), kan er een gaatje of bloeding ontstaan. Dit kan ook ontstaan als er tijdens het onderzoek een poliep bij u is verwijderd.
Klachten die bij een perforatie horen zijn bijvoorbeeld buikpijn die steeds erger wordt. U kunt ook koorts krijgen. Bij een perforatie moet u in het ziekenhuis opgenomen worden. Soms is zelfs een operatie nodig.
Nabloeding
Als er tijdens het onderzoek een poliep is verwijderd, dan kan dit nabloeden. Een nabloeding kan tot 4 weken na het onderzoek ontstaan.
Ademhalingsproblemen of stoornis hartfunctie
In zeldzame gevallen kunnen hart- en / of longproblemen ontstaan. Dat komt door het gebruik van slaapmiddelen tijdens het onderzoek. Bij oudere patiënten of mensen met hart- en longproblemen, past de arts daarom het roesje aan. Dit is om de kans op een stoornis te verkleinen.
Wilt u voor het onderzoek in gesprek met de MDL-arts om over het risico van complicaties te praten? Dan kunt u hiervoor een afspraak maken op onze polikliniek.
Opslaan van gegevens
Treedt er bij u een complicatie op? Dan slaan we uw gegevens (patiëntnummer en geboortedatum) en de gegevens van de complicatie op in een landelijke database. Het doel van die database is om de kwaliteit en veiligheid van endoscopieën te verbeteren. Als u dat niet wil, kunt u het ons laten weten.
Reanimeren in het Endoscopiecentrum
- Krijgt u een onderzoek of behandeling in het Endoscopiecentrum? Dan moet u weten hoe wij hier mee omgaan. Het kan namelijk anders zijn dan uw eigen keuze.
- In het Endoscopiecentrum reanimeren we altijd. Ook als u heeft laten weten om niet gereanimeerd te willen worden bij een hartstilstand. Misschien denkt u: waarom reanimeren, als ik dat niet wil? We leggen het u uit.
- Soms kan het onderzoek of de behandeling voor een hartstilstand zorgen. Bijvoorbeeld door het toedienen van de medicatie, zoals het roesje of contrastvloeistof. Maar we weten nooit zeker of dit door de behandeling komt, of dat dit spontaan gebeurt. Daarom reanimeren we altijd: zowel in de endoscopiekamer als op de dagverpleging.
- Wilt u absoluut niet gereanimeerd worden? Vertel dit vooraf aan uw behandelend arts. Daarnaast kan uw arts u meer vertellen over het reanimatiebeleid.
Wanneer naar het ziekenhuis bellen?
U moet contact met ons opnemen als u na het onderzoek klachten krijgt zoals aanhoudende pijn, braken, koorts of aanhoudend helderrood bloedverlies.
Krijgt u ernstige klachten binnen 24 uur na het onderzoek?
- Neem tijdens kantoortijden (08.00 tot 16.00 uur) contact op met het secretariaat van de poli Maag-Darm-Leverziekten.
- Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met de eerste hulp van het Martini Ziekenhuis via (050) 5245152.
Krijgt u ernstige klachten na de eerste 24 uur?
- Neem tijdens kantoortijden (08.00 tot 16.00 uur) contact op met het secretariaat van de poli Maag-Darm-Leverziekten.
- Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met de huisartsenpost.
Versie: 20150027 04-2023 sigmoidoscopie indagverpleging