Percutane Endoscopische Gastrostomie (PEG)
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
Uw behandelend arts heeft in overleg met u een plaatsing van een PEG-sonde aangevraagd. In deze folder leest u wat een PEG-sonde is en welke soorten sondes er zijn. Daarna leest u over het onderzoek: de voorbereiding, het roesje en het onderzoek zelf. Verder leest u hoe u de PEG-sonde na plaatsing moet verzorgen. U leest ook welke complicaties er tijdens en na het plaatsen kunnen ontstaan. Als laatste leest u bij welke klachten u het ziekenhuis belt.
Wat is een PEG-sonde?
De afkorting PEG staat voor Percutane Endoscopische Gastrostomie. Een PEG-sonde is een verbinding met de maag. Deze verbinding gaat via uw buikwand. Via de verbinding krijgt u voeding of medicatie. U krijgt een PEG als u niet meer op een normale manier kunt eten en drinken. Dan krijgt u sondevoeding via de PEG.
PEG-J-sonde
Soms kiest de arts een PEG-J-sonde. Een PEG-J-sonde is een sonde met een verlengstuk naar de dunne darm. De J staat voor Jenunostomie.
Wanneer een PEG-J-sonde?
- Als u voor de behandeling van de ziekte van Parkinson start met Duodopa. Dat is een medicijn dat direct in de dunne darm moet komen.
- Als voeden via de maag niet meer mogelijk is.
Soorten PEG-sondes
Freka |
BARD |
|
Gebruik |
PEG en PEG-J |
PEG |
Voordeel |
Gaat 1 tot 2 jaar mee (levensduur) |
Verwijderen of verwisselen kan zonder gastroscopie |
Nadeel |
Verwijderen of verwisselen moet met een gastroscopie |
Gaat 6 tot 9 maanden mee (levensduur) |
Voorbereiding op het onderzoek
Het is belangrijk dat u zich voorbereidt op het onderzoek. Hieronder leest u hoe u dat doet.
Nuchter zijn
Om het onderzoek goed en veilig te doen, moeten uw maag en slokdarm leeg zijn. Daarom moet u voor het onderzoek nuchter zijn.
- Heeft u het onderzoek ‘s ochtends, voor 13.00 uur? Dan mag u na 24.00 niet meer eten en drinken.
- Heeft u het onderzoek ‘s middags, na 13.00 uur? Dan mag u voor 07.00 licht ontbijten. Uw ontbijt bestaat uit 2 beschuiten en 2 kopjes thee, koffie (zonder melk) of water. Na 07.00 mag u niet meer eten en drinken.
- Ook sondevoeding moet om 24.00 worden gestopt. Als het onderzoek na 13.00 is, mag u nog een licht ontbijt nemen. Doe dit voor 07.00 uur.
Volgt u een speciaal dieet? Dan raden we aan zelf iets te eten mee te nemen naar het ziekenhuis. Dit eet u na het onderzoek.
Pacemaker of intracardiaal defibrillator (ICD)
Heeft u een pacemaker of ICD? Vertel dit aan de arts die het onderzoek heeft aangevraagd en de arts die het onderzoek doet. Mogelijk moeten de artsen extra maatregelen nemen.
Medicijngebruik
Soms moet u tijdelijk anders omgaan met uw medicijnen. Dat is zo wanneer u insuline, tabletten voor diabetes of bloedverdunners gebruikt. Dit gaat altijd in overleg met uw arts. U mag nooit zelf met deze medicijnen stoppen.
Insuline en tabletten voor diabetes
Heeft u suikerziekte en gebruikt u insuline en/of tabletten? Dan moet de dosering worden aangepast omdat u maaltijden overslaat. Hiervoor is een apart schema (zie inlegvel). Daarnaast adviseren we om uw eigen insuline en bloedsuikerspiegel mee te nemen naar het endoscopiecentrum.
Bloedverdunners
Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Overleg met uw behandelend arts wat u moet doen. Soms moet u enkele dagen voor het onderzoek stoppen met bloedverdunners. Let op: stop nooit zelf met deze medicijnen, maar volg het advies van de arts. Na het onderzoek vertelt de arts wanneer u uw medicijnen weer mag geven.
Voorbeelden van bloedverdunners waar u mogelijk mee moet stoppen, zijn:
- Acenocoumarol (sintrom)
- Fenprocourmon (marcoumar)
- Apixaban (Eliquis)
- Dabigatran (Pradaxa)
- Rivaroxaban (Xarelto)
- Edoxaban (Lixiana)
- Clopidogrel (Plavix)
- Ticagrelor (Brilique) in combinatie met een andere bloedverdunner
Het roesje tijdens het onderzoek
Tijdens het plaatsen van de PEG krijgt u een roesje. Dit heeft u voor het onderzoek besproken met uw arts. Bij een roesje krijgt u via een infuusnaaldje een slaapmiddel (Midazolam) en / of sterke pijnstiller (Fentanyl) ingespoten.
Door deze medicatie kunt u slaperig worden. U voelt zich ook ontspannen. Het is geen narcose. Het roesje helpt tegen ongemak tijdens het onderzoek.
Bij een roesje
Krijgt u een roesje? Denk dan om het volgende:
- Na het onderzoek mag u 24 uur niet actief meedoen aan het verkeer. Het is belangrijk dat u vooraf het vervoer naar huis heeft geregeld.
- Uw begeleider haalt u op uit de wachtkamer van het Endoscopiecentrum.
- Het roesje kan geheugenverlies op de dag van het onderzoek veroorzaken.
- Eenmaal thuis kunt u de hele dag minder/ fit en alert zijn.
- U kunt beter geen belangrijke afspraken maken op de dag van het onderzoek.
- Wij raden u dringend af de eerste 24 uur gevaarlijke machines te bedienen.
Allergieën
Bent u overgevoelig (allergisch) voor bepaalde middelen? Bespreekt dit met uw behandelend arts voordat het onderzoek plaatsvindt.
Opname
- U meldt zich op de afgesproken tijd bij het Endoscopiecentrum.
- Zorg dat u uw legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs of identiteitskaart) en het telefoonnummer van uw contactpersoon bij u heeft.
- Draag makkelijk zittende kleding. Neem, als u wilt, reservekleding mee.
- U wordt door een verpleegkundige uit de wachtkamer opgehaald. U komt dan op de dagverpleging van het Endoscopiecentrum. Hier wordt u voorbereid op het onderzoek. Dit duurt ongeveer 30 minuten. Voordat de PEG geplaatst wordt, krijgt u antibiotica (Cefazoline) via het infuus. Na het onderzoek gaat u terug op de dagverpleging om bij te komen.
- Er is niet veel ruimte in de wachtkamer. Daarom vragen wij aan begeleiding en bezoek om ergens anders te wachten, bijvoorbeeld in de centrale wachtruimte van het ziekenhuis.
- U mag een boek, telefoon of iPad meenemen om uzelf te vermaken tijdens het wachten.
Het onderzoek en de plaatsing
Vanuit de dagverpleging wordt u naar de behandelkamer gebracht. Daar is het onderzoek. Eerst wordt u voorbereid op het onderzoek. Daarna kijkt de arts in uw maag. Als het mogelijk is, plaatst de arts de PEG-sonde.
Voorbereiden
- U wordt klaargelegd voor het onderzoek en aangesloten op de bewakingsapparatuur. Hiermee worden uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte in uw bloed in de gaten gehouden.
- Als u een kunstgebit heeft of losse gebitselementen vragen we u deze uit te doen. Eventueel krijgt u een spray om uw keel te verdoven. Zo voorkomt u kokhalzen.
- De arts stelt u nog een paar vragen en dient u het roesje toe.
Onderzoeken
- Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug. U krijgt een bijtring in uw mond om uw tanden en de gastroscoop te beschermen. De gastroscoop wordt voorzichtig door de ring in uw keel geschoven. Zo komt het in de slokdarm terecht. U houdt altijd voldoende ruimte om gewoon te kunnen ademen.
- Tijdens het onderzoek blaast de arts via de gastroscoop lucht in de slokdarm, de maag en de twaalfvingerige darm. Zo kan de arts alles beter bekijken. Het kan zijn dat u tijdens het onderzoek moet kokhalzen of van de extra lucht moet boeren. Schaamt u zich hier niet voor, dat is heel normaal. Wanneer er slijm in uw mond komt, wordt dat weggezogen. Probeer het slijm niet weg te slikken.
- De arts kijkt in de maag of het mogelijk is om een PEG-sonde te plaatsen. Ook bekijkt de arts wat de beste plek is.
Sonde plaatsen
- Voordat de arts een PEG-sonde plaatst, maakt de arts uw buikwand schoon. Dat gebeurt met een desinfecterend middel. Ook wordt uw huid plaatselijk verdoofd.
- Vervolgens doet de arts een holle naald met een draad in uw maag. De sonde wordt aan de naald vastgemaakt. Door aan de andere kant van de draad te plekken, komt de sonde op de goede plek. Ook plaatst de arts 2 ronde plaatjes: aan de binnenkant en aan de buitenkant van de maag. Dit zorgt dat de sonde niet naar buiten schiet en vast blijft zitten. Zo’n plaatje heet een fixatiedisk.
- Als het nodig is, plaatst de arts een verlengstuk naar de dunne darm (de PEG-J). Hiervoor gaat de arts opnieuw met de gastroscoop via uw mond naar uw maag. Daarna brengt de arts een dun slangetje in uw maag. Dat gaat via de PEG. Daarna wordt het slangetje in de dunne darm geplaatst. Dat gebeurt met de endoscoop.
Tijdsduur van het onderzoek
- PEG: het onderzoek duurt 15 - 20 minuten.
- PEG-J: het onderzoek duurt 30 minuten.
Na het onderzoek
- Na het onderzoek wordt u teruggebracht naar de Dagverpleging. Als u een roesje heeft gekregen, duurt het meestal 1,5 tot 2 uur voordat u weer helemaal wakker en fit bent.
- U krijgt wat te eten en te drinken en het infuusnaaldje wordt verwijderd.
- Het kan dat uw keel ruw aanvoelt. Vooral als u tijdens het onderzoek een paar keer flink moest boeren. Dit gevoel raakt u snel weer kwijt. Maakt u zich daar geen zorgen over.
- Zijn er geen complicaties ontstaan? Dan mag de sondevoeding 2 uur na het onderzoek worden aangesloten op de PEG.
- Bij een PEG-J voor medicijnen mogen de medicijnen direct worden aangesloten op de PEG-J.
De verzorging van de PEG-sonde
Het is belangrijk dat u uw PEG-sonde goed verzorgt. Dan werkt de sonde beter en verkleint u de kans op complicaties.
De eerste 10 dagen
- De eerste 10 dagen na de PEG-plaatsing mag u niet douchen. U moet de insteekopening in de buik droog houden.
- Dagelijks moet u de insteekopening inspecteren.
- Daarnaast moet u de insteekopening dagelijks schoonmaken. Dat doet u met een nat gaasje en lauw kraanwater. Drogen doet u met een nieuw gaasje. U plaatst een nieuw splitgaasje onder de fixatiedisk (het plaatje op uw buik).
- Dagelijks controleert u hoe ver de fixatiedisk van de buikwand af zit. De disk moet strak op de huid zitten. Als dat niet zo is, schuift u de fixatiedisk aan.
- Spoel uw PEG-sonde 4 tot 6 keer per dag door met 20 ml lauw kraanwater. Doe dit altijd vóór en na toediening van voeding en/of medicatie.
Vanaf 10 dagen
De fixatiedisk wordt 0,5 tot 1 cm losser gezet. Vanaf 10 dagen verandert de verzorging. Lees alleen de instructies voor de sonde die u heeft: BARD PEG, Freka PEG of Freka PEG-J.
BARD PEG-sonde
Draai de sonde dagelijks: 180 graden naar links en 180 graden naar rechts. U hoeft de fixatiedisk niet losser te schuiven.
Freka PEG-sonde
Dompel de sonde dagelijks. Pak de sonde tussen duim en wijsvinger. Schuif de fixatiedisk 3 tot 4 cm van de buikhuid af. Duw de sonde minimaal 3 cm naar binnen en trek deze weer terug. Herhaal deze beweging een paar keer en schuif de fixatiedisk terug. Houd 2 tot 5 mm ruimte tussen de fixatiedisk en de huid van de buik. Dit is zo dik als een munt.
Freka PEG-J
Dompel de sonde elke dag. Pak de sonde tussen duim en wijsvinger. Schuif de fixatiedisk ongeveer 3 à 4 cm van de buikhuid af. Duw de sonde minimaal 3 cm naar binnen en trek deze weer terug. Herhaal deze beweging een paar keer en schuif de fixatiedisk terug. Houd 2 tot 5 mm ruimte tussen de fixatiedisk en de huid van de buik. Dit is zo dik als een munt. U hoeft de Freka PEG-J NIET te draaien.
Complicaties
Complicaties tijdens het plaatsen van de PEG-sonde
Tijdens de plaatsing van de PEG-sonde kunnen complicaties ontstaan:
- Ademhalingsproblemen door verslikken.
- Verminderde ademhaling en/of daling van de bloeddruk. Dit komt door het slaapmiddel en/of de pijnstiller.
- Een allergische reactie op de pijnstiller, het slaapmiddel of de toegediende antibiotica.
- Het niet kunnen plaatsen van de sonde omdat er geen geschikte plaats is.
- Een bloeding op de plaats waar de sonde wordt geplaatst.
- Het tijdelijk stilliggen van de darmfunctie (ileus).
- Het ontstaan van een gat in de darm (perforatie). Dit gebeurt wanneer deze tussen de maag en de buikwand ligt.
Complicaties na het plaatsen van de PEG-sonde
Na de plaatsing van de PEG-sonde kunnen er ook complicaties ontstaan. Hieronder leest u wat er kan gebeuren en wat u dan moet doen.
Kans op buried bumper syndroom
Het Buried bumper syndroom betekent dat het fixatieplaatje in de maagwand groeit. Dit herkent u aan pijnklachten, lekkage en veel weerstand tijdens het toedienen van voeding. Deze complicatie kunt u makkelijk tegengaan door de sonde te dompelen.
Infectie van de insteekopening
In de eerste maand na plaatsing, komt een infectie van de insteekopening vaak voor. Meestal gaat het om een lichte, tijdelijke ontsteking. Symptomen zijn pijn, roodheid, zwelling en wondvocht/pus. Gebeurt dit na de eerst 10 dagen? Ga dan gewoon door met dagelijks douchen. Dat is extra belangrijk bij een infectie.
Ziet u na een paar dagen nog geen verbetering? Neem dan contact op met de poli Maag-Darm-Leverziekten. Krijgt u na de ingreep last van koorts en/of steeds erger wordende buikpijn? Neem dan zeker contact op met het ziekenhuis.
Klachten tijdens het voeden
- Krijgt u tijdens het voeden last van misselijkheid, braken, diarree of verstopping? Stop dan met de sondevoeding en neem contact op met uw arts of diëtist.
- Krijgt u tijdens het voeden last van maagzuur of oprispingen? Mogelijk is dat op te lossen door rechtop te gaan zitten.
- Bij nachtvoeding moet uw bovenlichaam hoger te liggen dan de rest van uw lichaam. Verder kunt u bij problemen altijd contact opnemen met de diëtist.
Lekkage van voeding rond de PEG-sonde
Lekt er voeding rond de PEG-sonde? Dan kunt u proberen om het huidplaatje een beetje strakker te zetten. Lekt het dan nog steeds? Dan kan u een gaasje tussen de huid en het plaatje leggen. Wanneer het veel blijft lekken, stop dan met voeden. Neem contact op met uw behandelend arts over wat te doen.
Aanhoudende pijn aan de fistel
Heeft u pijn aan de fistel? Neem contact op met uw behandelend arts.
Wild vlees
Wild vlees is overtollig weefsel. Het kan geen kwaad. Meestal hoeft hier niets aan gedaan te worden. Als er veel bloed ontstaat, dan kunt u contact opnemen met uw behandelend arts.
Drukplekken
Rond de insteekopening kunnen drukplekken ontstaan. Dit komt door overgevoeligheid voor een bepaald materiaal of door het niet correct afplakken van de PEG-sonde. Ook kan het buitenste huidplaatje te strak aangetrokken zijn.
Verstopping van de sonde
Voelt u veel weerstand tijdens het inspuiten? Dan kan het zijn dat de sonde verstopt is geraakt. Probeer de sonde door te spuiten met een 2 cc spuit met lucht. Als dit niet werkt, kunt u doorspuiten met lauwwarm water. Laat het water 15 minuten in de sonde.
Probeer daarna om met een 10 cc spuit rustig wat druk op te bouwen. Als u de verstopping ziet dan kunt u deze kneden. Zo komt de verstopping makkelijker los. Wanner niets werkt, neem dan contact op met uw behandelend arts.
Wat u vooral NIET mag doen:
- Kracht zetten bij het doorspoelen van water.
- Koolzuurhoudend water door de sonde spuiten.
- Scherpe voorwerpen gebruiken om de sonde weer open te krijgen.
De sonde gaat naar binnen
Controleer een paar keer per week bij welk streepje het huidplaatje zit. Ziet u geen verandering? Dan kan het zijn dat de sonde door bewegingen van de maag naar binnen wordt getrokken. Het deel van de sonde dat buiten het lichaam zit, is dan korter geworden. U kunt dan proberen om de PEG-sonde voorzichtig weer naar buiten te trekken. Stop met trekken als de sonde weer op de goede plek zit.
Dislocatie jejunumsonde
Er is een kans dat de jejunumsonde in de maag knikt of terugvalt. Daar kunt u misselijk van worden en van gaan braken. Ook kan er sondevoeding uit het maagdeel van de PEG-sonde komen. Het kan dan nodig zijn om de sonde opnieuw te plaatsen. Ernstige complicaties komen weinig voor: bij minder dan 1 op de 100 ingrepen.
Opslaan van gegevens
Is er een complicatie? Dan slaan we uw gegevens (patiëntennummer en geboortedatum) en informatie over de complicatie op in een landelijke database. Als u daar bezwaar tegen heeft, dan kunt u dit doorgeven.
Reanimatiebeleid in het Endoscopiecentrum
Als u een onderzoek of behandeling ondergaat in het Endoscopiecentrum, is het belangrijk dat u weet hoe we omgaan met reanimeren. Dit kan namelijk anders zijn dan uw eigen keuze.
In het Endoscopiecentrum wordt altijd gereanimeerd, ook als u heeft aangegeven dat u bij een hartstilstand niet gereanimeerd wil worden. Dit lijkt vreemd, maar is het niet: het kan zijn dat de hartstilstand optreedt vanwege het toedienen van een roesje en niet door de operatie zelf. Daarom zullen we altijd reanimeren.
Als u dit absoluut niet wilt, kunt u dat altijd melden bij uw arts. Alle vragen over het reanimatiebeleid in het Endoscopiecentrum kunt u stellen aan uw behandelend arts.
Wanneer moet u het ziekenhuis bellen?
U moet contact met ons opnemen als u na het onderzoek klachten krijgt, zoals aanhoudende pijn, braken, koorts of aanhoudend helderrood bloedverlies.Krijgt u ernstige klachten binnen 24 na het onderzoek?
- Neem tijdens kantoortijden (08.00 tot 16.00) contact op met het secretariaat van de polikliniek Maag-Darm-Leverziekten.
- Neem buiten kantoortijden contact op met de eerste hulp van het Martini Ziekenhuis via (050) 5245152.
Krijgt u ernstige klachten na de eerste 24 uur?
- Neem tijdens kantoortijden (08.00 tot 16.00) contact op met het secretariaat van de polikliniek Maag-Darm-Leverziekten of met de polikliniek Interne Geneeskunde.
- Neem buiten kantoortijden contact op met de huisartsenpost.
Versie: 00059 Percutane Endoscopische Gastrostomie (PEG) 2023-08