Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Osteoporose (botontkalking)
Terug naar bovenliggende pagina

Osteoporose (botontkalking)

Folder

Inleiding

Osteoporose is de medische term voor botontkalking. Botontkalking begint meestal vanaf uw  45ste jaar. Bij mensen van 60 jaar komt osteoporose bij 1 op de 3 vrouwen en bij 1 op de 7 mannen voor. Meestal merkt u hier niets van, tot het moment dat u een bot breekt. Bij u is osteoporose geconstateerd. In deze folder leest u hier meer over. 

Wat is osteoporose?

Het skelet maakt iedere dag nieuw botweefsel aan. Oud botweefsel wordt afgebroken. Per jaar wordt meer dan 10 procent van uw botten vernieuwd. Als u 30 jaar oud bent, is de dichtheid van uw botten het grootst. Dat betekent dat uw botten dan het sterkst zijn. Vanaf 45 jaar wordt er meer bot afgebroken dan er wordt aangemaakt. Als u ouder wordt, is het dus normaal dat uw botten brozer worden. De kans op osteoporose is groter als u een botbreuk krijgt vanaf 50 jaar. 

Als er veel botafbraak plaatsvindt, is er sprake van osteoporose. Uw botten zijn dan niet meer sterk genoeg, waardoor gemakkelijk botbreuken kunnen ontstaan. De meest voorkomende botbreuken bij osteoporose zijn botbreuken van de heup, pols en wervels.

Vooral vrouwen krijgen osteoporose. Dit heeft te maken met de overgang. Tijdens en na de menopauze wordt namelijk veel minder oestrogeen aangemaakt. Dat zorgt ervoor dat de botafbraak bij de overgang extra toeneemt.

Risicofactoren

Osteoporose kan ook veroorzaakt worden door andere factoren. Dit zijn risicofactoren, zoals bijvoorbeeld:  

  • Een van uw ouders heeft een gebroken heup gehad. Osteoporose kan erfelijk zijn.
  • U bent lichter dan 60 kilo of u bent te licht voor uw lengte. 
  • U heeft heel lang weinig lichaamsbeweging gehad.
  • U gebruikt bepaalde medicijnen zoals Prednisolon of ontstekingsremmers, of u heeft die medicijnen gebruikt.
  • U heeft een tekort aan calcium of vitamine D.

Sommige aandoeningen kunnen zorgen voor meer kans op osteoporose, bijvoorbeeld:

  • Een tekort aan geslachtshormonen, bijvoorbeeld doordat u vroeg in de overgang bent.
  • Een afwijking van uw schildklier of bijschildklier.
  • U heeft een darmaandoening, bijvoorbeeld coeliakie.
  • U heeft een vorm van reuma.

Gevolgen van osteoporose

De gevolgen van botbreuken, die door osteoporose ontstaan, kunnen heel heftig zijn. Botbreuken genezen op latere leeftijd veel minder snel dan bij jonge mensen. U heeft langer pijnklachten en u beweegt daarna ook minder gemakkelijk. 

Behandeling

U kunt goed behandeld worden tegen osteoporose. Zo kan het risico op nieuwe breuken in de toekomst verminderd worden. De behandeling van osteoporose gebeurt met medicijnen en met leefregels. 

Eerst zal uw arts u een behandeling adviseren met bisfosfonaat met extra calcium en vitamine D. Soms krijgt u een ander soort medicijn voorgeschreven. Het is belangrijk deze medicijnen op tijd in te nemen en de aanwijzingen van de bijsluiter op te volgen.

Bisfosfonaten

Bisfosfonaten zorgen ervoor dat de cellen die het bot afbreken minder actief zijn. Zo remmen ze de botafbraak af. Cellen die het bot opbouwen, krijgen daardoor meer kans. Zo verhogen ze de botdichtheid. Onderzoek heeft laten zien dat de kans op breuken minder wordt. Bisfosfonaten werken het beste als ze lang worden gebruikt, minimaal 5 jaar. 

Bisfosfonaten kunnen bijwerkingen hebben, zoals misselijkheid, buikpijn, diarree of irritatie van de slokdarm. Gelukkig komen deze bijwerkingen niet veel voor. Het is daarom belangrijk dat u op tijd de medicijnen inneemt. Dat doet u niet alleen omdat het medicijn beter werkt, maar ook omdat de kans op bijwerkingen dan minder wordt.

Bisfosfonaat neemt u 1 keer per week in met een glas water op de nuchtere maag. Als u dat heeft gedaan, mag u een half uur niet gaan liggen en niet ontbijten.

Als u binnenkort voor een behandeling aan uw gebit naar de tandarts gaat, is het beter om de behandeling met bisfosfonaten pas te beginnen als de tandbehandeling helemaal voorbij is. Het is belangrijk om te zorgen voor een goede mondhygiëne. 

Calcium en vitamine D

U krijgt vaak een kauwtablet of bruispoeder met calcium en vitamine D voorgeschreven. Deze mag u niet gecombineerd met het bisfosfonaat innemen. U mag nooit zomaar stoppen met uw medicijnen zonder dit eerst met uw behandelend arts te overleggen. 

Pijnbestrijding

Als u last heeft van botontkalking, kunt u daar veel pijn van hebben. Het is goed om op te schrijven wanneer u pijn heeft en hoe erg die pijn is. U kunt een dagboekje bijhouden waarin u dit opschrijft. Dat kan heel handig zijn als u uw pijnklachten met uw arts bespreekt. U schrijft dan op wanneer u pijn hebt en geeft aan hoeveel pijn u heeft met een rapportcijfer (0 = geen pijn, 10 = de meest denkbare pijn).

Pijnbehandeling met medicijnen

Om uw pijn te behandelen, krijgt u meestal eerst een combinatie van paracetamol en een NSAID. Dat is de afkorting van een niet-steroïde ontstekingsremmende pijnstiller. Als deze medicijnen te weinig helpen, zijn er andere medicijnen. Samen met uw arts zoekt u zo naar de juiste medicatie. In sommige gevallen kunt u naar een gespecialiseerde pijnpolikliniek.

Leefregels

Behalve medicijnen zijn er een aantal belangrijke leefregels voor mensen met osteoporose:

 

  • Eet gezond en zorg ervoor dat u voldoende calcium binnen krijgt.
  • Ga regelmatig naar buiten, de zon zorgt voor extra vitamine D.
  • Drink zo min mogelijk alcohol en koffie.
  • Gebruik zo min mogelijk zout en stop met roken.
  • Beweeg regelmatig en begin daar zo jong mogelijk mee.
  • Voorkom vallen.

Eet gezond en zorg voor voldoende calcium

Het is belangrijk dat u iedere dag genoeg calcium (kalk) binnenkrijgt. Calcium is goed voor uw botmassa. Als u ouder wordt, is calcium vooral belangrijk omdat het lichaam dan minder calcium opneemt. Het is goed om 1000 tot 1200 mg calcium per dag in te nemen. Dat lukt als u naast uw gewone maaltijden in ieder geval 4 zuivelconsumpties per dag neemt. Het maakt niet uit of u magere, halfvolle of volle zuivelproducten gebruikt. Overal zit ongeveer evenveel calcium in. Ook in peulvruchten, groenten en noten zit calcium.

Neemt u geen zuivelproducten of mag u geen zuivelproducten? Er zijn allerlei producten waar extra calcium aan is toegevoegd, zoals sojamelk, frisdranken, siropen en margarine. Hiermee komt u toch aan de gewenste dagelijkse hoeveelheid calcium.

Ga regelmatig naar buiten

Uw lichaam heeft vitamine D nodig voor stevige botten. Vitamine D zorgt ervoor dat calcium uit voeding beter in het bloed en in de botten wordt opgenomen. Een tekort aan vitamine D zorgt voor botverlies. Door zonlicht wordt in uw huid vitamine D aangemaakt. De productie van vitamine D is het hoogst van mei tot augustus. In de winter wordt de vitamine D gebruikt die in de zomer in uw lichaam is opgeslagen.

Ook in voeding zit vitamine D. Het zit vooral in vette vis zoals zalm, haring en makreel. Maar ook in margarine, halvarine en boter. Een tekort aan vitamine D komt veel voor als u ouder wordt. Het kan zorgen voor spierpijn en spierzwakte, waardoor u meer kans heeft om te vallen. Als u een tekort heeft aan vitamine D, kunt u moeite hebben met traplopen en uit een stoel opstaan. U heeft ook vaak een zwaar gevoel in uw benen.

Drink zo min mogelijk alcohol en koffie. Gebruik zo min mogelijk zout en stop met roken.

Om het risico op broze botten te verminderen, is het belangrijk dat u voldoende calcium en vitamine D inneemt. Alcohol, zout, koffie, cola en roken verlagen het effect van calciumrijke voeding. Ook passief meeroken (tabaksrook) heeft een negatieve invloed op uw botten.

Beweeg regelmatig

Het verlies van botmassa wordt vertraagd door veel te bewegen. Een half uur per dag bewegen is daarom belangrijk. Het gaat dan niet om sporten op topniveau. Elke vorm van lichaamsbeweging is zinvol. Goede manieren van bewegen zijn wandelen, traplopen, tuinieren of hardlopen, omdat u zo uw eigen gewicht draagt.

Lichaamsbeweging waarbij uw eigen gewicht ondersteunt, zoals zwemmen en fietsen, heeft minder effect. Vooral zwemmen is minder effectief. Omdat het lichaam wordt gedragen door het water, wordt het niet echt belast. Wel maakt zwemmen de spieren en gewrichten los, vooral als u in warm water zwemt. 

Voorkom vallen

Lichaamsbeweging helpt u ook om uw balans en coördinatie te verbeteren. Hierdoor valt u minder snel. Ook is het belangrijk om uw huis en werkplek te controleren op losse kleden, loszittende trapleuningen en slecht verlichte trappen en opstapjes.

Het kan verstandig zijn om contact op te nemen met een fysiotherapeut. Misschien hebt u een loophulpmiddel nodig of heeft u problemen met uw evenwicht. Het kan ook zijn dat u minder spierkracht heeft of weinig uithoudingsvermogen. Bij al deze problemen kan de fysiotherapeut u helpen. Voor een verwijzing naar de fysiotherapeut kunt u contact opnemen met uw huisarts.

Inleiding

Osteoporose is de medische term voor botontkalking. Botontkalking begint meestal vanaf uw  45ste jaar. Bij mensen van 60 jaar komt osteoporose bij 1 op de 3 vrouwen en bij 1 op de 7 mannen voor. Meestal merkt u hier niets van, tot het moment dat u een bot breekt. Bij u is osteoporose geconstateerd. In deze folder leest u hier meer over. 

Wat is osteoporose?

Het skelet maakt iedere dag nieuw botweefsel aan. Oud botweefsel wordt afgebroken. Per jaar wordt meer dan 10 procent van uw botten vernieuwd. Als u 30 jaar oud bent, is de dichtheid van uw botten het grootst. Dat betekent dat uw botten dan het sterkst zijn. Vanaf 45 jaar wordt er meer bot afgebroken dan er wordt aangemaakt. Als u ouder wordt, is het dus normaal dat uw botten brozer worden. De kans op osteoporose is groter als u een botbreuk krijgt vanaf 50 jaar. 

Als er veel botafbraak plaatsvindt, is er sprake van osteoporose. Uw botten zijn dan niet meer sterk genoeg, waardoor gemakkelijk botbreuken kunnen ontstaan. De meest voorkomende botbreuken bij osteoporose zijn botbreuken van de heup, pols en wervels.

Vooral vrouwen krijgen osteoporose. Dit heeft te maken met de overgang. Tijdens en na de menopauze wordt namelijk veel minder oestrogeen aangemaakt. Dat zorgt ervoor dat de botafbraak bij de overgang extra toeneemt.

Risicofactoren

Osteoporose kan ook veroorzaakt worden door andere factoren. Dit zijn risicofactoren, zoals bijvoorbeeld:  

  • Een van uw ouders heeft een gebroken heup gehad. Osteoporose kan erfelijk zijn.
  • U bent lichter dan 60 kilo of u bent te licht voor uw lengte. 
  • U heeft heel lang weinig lichaamsbeweging gehad.
  • U gebruikt bepaalde medicijnen zoals Prednisolon of ontstekingsremmers, of u heeft die medicijnen gebruikt.
  • U heeft een tekort aan calcium of vitamine D.

Sommige aandoeningen kunnen zorgen voor meer kans op osteoporose, bijvoorbeeld:

  • Een tekort aan geslachtshormonen, bijvoorbeeld doordat u vroeg in de overgang bent.
  • Een afwijking van uw schildklier of bijschildklier.
  • U heeft een darmaandoening, bijvoorbeeld coeliakie.
  • U heeft een vorm van reuma.

Gevolgen van osteoporose

De gevolgen van botbreuken, die door osteoporose ontstaan, kunnen heel heftig zijn. Botbreuken genezen op latere leeftijd veel minder snel dan bij jonge mensen. U heeft langer pijnklachten en u beweegt daarna ook minder gemakkelijk. 

Behandeling

U kunt goed behandeld worden tegen osteoporose. Zo kan het risico op nieuwe breuken in de toekomst verminderd worden. De behandeling van osteoporose gebeurt met medicijnen en met leefregels. 

Eerst zal uw arts u een behandeling adviseren met bisfosfonaat met extra calcium en vitamine D. Soms krijgt u een ander soort medicijn voorgeschreven. Het is belangrijk deze medicijnen op tijd in te nemen en de aanwijzingen van de bijsluiter op te volgen.

Bisfosfonaten

Bisfosfonaten zorgen ervoor dat de cellen die het bot afbreken minder actief zijn. Zo remmen ze de botafbraak af. Cellen die het bot opbouwen, krijgen daardoor meer kans. Zo verhogen ze de botdichtheid. Onderzoek heeft laten zien dat de kans op breuken minder wordt. Bisfosfonaten werken het beste als ze lang worden gebruikt, minimaal 5 jaar. 

Bisfosfonaten kunnen bijwerkingen hebben, zoals misselijkheid, buikpijn, diarree of irritatie van de slokdarm. Gelukkig komen deze bijwerkingen niet veel voor. Het is daarom belangrijk dat u op tijd de medicijnen inneemt. Dat doet u niet alleen omdat het medicijn beter werkt, maar ook omdat de kans op bijwerkingen dan minder wordt.

Bisfosfonaat neemt u 1 keer per week in met een glas water op de nuchtere maag. Als u dat heeft gedaan, mag u een half uur niet gaan liggen en niet ontbijten.

Als u binnenkort voor een behandeling aan uw gebit naar de tandarts gaat, is het beter om de behandeling met bisfosfonaten pas te beginnen als de tandbehandeling helemaal voorbij is. Het is belangrijk om te zorgen voor een goede mondhygiëne. 

Calcium en vitamine D

U krijgt vaak een kauwtablet of bruispoeder met calcium en vitamine D voorgeschreven. Deze mag u niet gecombineerd met het bisfosfonaat innemen. U mag nooit zomaar stoppen met uw medicijnen zonder dit eerst met uw behandelend arts te overleggen. 

Pijnbestrijding

Als u last heeft van botontkalking, kunt u daar veel pijn van hebben. Het is goed om op te schrijven wanneer u pijn heeft en hoe erg die pijn is. U kunt een dagboekje bijhouden waarin u dit opschrijft. Dat kan heel handig zijn als u uw pijnklachten met uw arts bespreekt. U schrijft dan op wanneer u pijn hebt en geeft aan hoeveel pijn u heeft met een rapportcijfer (0 = geen pijn, 10 = de meest denkbare pijn).

Pijnbehandeling met medicijnen

Om uw pijn te behandelen, krijgt u meestal eerst een combinatie van paracetamol en een NSAID. Dat is de afkorting van een niet-steroïde ontstekingsremmende pijnstiller. Als deze medicijnen te weinig helpen, zijn er andere medicijnen. Samen met uw arts zoekt u zo naar de juiste medicatie. In sommige gevallen kunt u naar een gespecialiseerde pijnpolikliniek.

Leefregels

Behalve medicijnen zijn er een aantal belangrijke leefregels voor mensen met osteoporose:

  • Eet gezond en zorg ervoor dat u voldoende calcium binnen krijgt.
  • Ga regelmatig naar buiten, de zon zorgt voor extra vitamine D.
  • Drink zo min mogelijk alcohol en koffie.
  • Gebruik zo min mogelijk zout en stop met roken.
  • Beweeg regelmatig en begin daar zo jong mogelijk mee.
  • Voorkom vallen.

Eet gezond en zorg voor voldoende calcium

Het is belangrijk dat u iedere dag genoeg calcium (kalk) binnenkrijgt. Calcium is goed voor uw botmassa. Als u ouder wordt, is calcium vooral belangrijk omdat het lichaam dan minder calcium opneemt. Het is goed om 1000 tot 1200 mg calcium per dag in te nemen. Dat lukt als u naast uw gewone maaltijden in ieder geval 4 zuivelconsumpties per dag neemt. Het maakt niet uit of u magere, halfvolle of volle zuivelproducten gebruikt. Overal zit ongeveer evenveel calcium in. Ook in peulvruchten, groenten en noten zit calcium.

Neemt u geen zuivelproducten of mag u geen zuivelproducten? Er zijn allerlei producten waar extra calcium aan is toegevoegd, zoals sojamelk, frisdranken, siropen en margarine. Hiermee komt u toch aan de gewenste dagelijkse hoeveelheid calcium.

Ga regelmatig naar buiten

Uw lichaam heeft vitamine D nodig voor stevige botten. Vitamine D zorgt ervoor dat calcium uit voeding beter in het bloed en in de botten wordt opgenomen. Een tekort aan vitamine D zorgt voor botverlies. Door zonlicht wordt in uw huid vitamine D aangemaakt. De productie van vitamine D is het hoogst van mei tot augustus. In de winter wordt de vitamine D gebruikt die in de zomer in uw lichaam is opgeslagen.

Ook in voeding zit vitamine D. Het zit vooral in vette vis zoals zalm, haring en makreel. Maar ook in margarine, halvarine en boter. Een tekort aan vitamine D komt veel voor als u ouder wordt. Het kan zorgen voor spierpijn en spierzwakte, waardoor u meer kans heeft om te vallen. Als u een tekort heeft aan vitamine D, kunt u moeite hebben met traplopen en uit een stoel opstaan. U heeft ook vaak een zwaar gevoel in uw benen.

Drink zo min mogelijk alcohol en koffie. Gebruik zo min mogelijk zout en stop met roken.

Om het risico op broze botten te verminderen, is het belangrijk dat u voldoende calcium en vitamine D inneemt. Alcohol, zout, koffie, cola en roken verlagen het effect van calciumrijke voeding. Ook passief meeroken (tabaksrook) heeft een negatieve invloed op uw botten.

Beweeg regelmatig

Het verlies van botmassa wordt vertraagd door veel te bewegen. Een half uur per dag bewegen is daarom belangrijk. Het gaat dan niet om sporten op topniveau. Elke vorm van lichaamsbeweging is zinvol. Goede manieren van bewegen zijn wandelen, traplopen, tuinieren of hardlopen, omdat u zo uw eigen gewicht draagt.

Lichaamsbeweging waarbij uw eigen gewicht ondersteunt, zoals zwemmen en fietsen, heeft minder effect. Vooral zwemmen is minder effectief. Omdat het lichaam wordt gedragen door het water, wordt het niet echt belast. Wel maakt zwemmen de spieren en gewrichten los, vooral als u in warm water zwemt. 

Voorkom vallen

Lichaamsbeweging helpt u ook om uw balans en coördinatie te verbeteren. Hierdoor valt u minder snel. Ook is het belangrijk om uw huis en werkplek te controleren op losse kleden, loszittende trapleuningen en slecht verlichte trappen en opstapjes.

Het kan verstandig zijn om contact op te nemen met een fysiotherapeut. Misschien hebt u een loophulpmiddel nodig of heeft u problemen met uw evenwicht. Het kan ook zijn dat u minder spierkracht heeft of weinig uithoudingsvermogen. Bij al deze problemen kan de fysiotherapeut u helpen. Voor een verwijzing naar de fysiotherapeut kunt u contact opnemen met uw huisarts.

Versie: v1 20150016 Osteoporose 2023-09

Specialisme: Geriatrie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.