Beweegprogramma hartrevalidatie en bewegen na opname cardiologie
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
Omdat u bent opgenomen op de verpleegafdeling cardiologie of hartbewaking, mag u meedoen aan het beweegprogramma van de hartrevalidatie. Hartrevalidatie is een behandelprogramma tijdens de nazorg. In het programma leert u over risicofactoren en hoe u hiermee omgaat. Het programma draait om bewegen.
Voordat u aan het beweegprogramma mag beginnen, doet u eerst een inspanningstest
op de functieafdeling van de cardiologie. In deze test wordt gekeken wat u aankan.
Na de test krijgt u een telefonisch intakegesprek met 1 van de therapeuten van het beweegprogramma. Tijdens dit gesprek wordt met u besproken met welke doelen u aan het programma deelneemt.
Voorbeelden van deze doelen zijn:
- Het verbeteren van uw lichamelijke conditie.
- Het overwinnen van angst tijdens inspanning.
- Het weer leren kennen van uw lichamelijke grenzen.
Tussen uw ontslag uit het ziekenhuis en het begin van het beweegprogramma zitten 4 tot 6 weken. Het kan zijn dat u niet naar het ziekenhuis kan komen om aan het programma mee te doen. Daarom krijgt u nu al wat informatie om weer aan te sterken, het bewegen op te pakken en weer vertrouwen in uw lichaam te krijgen.
Bewegen
Bewegen is goed, veel bewegen is beter. Maar hoeveel moet u nu bewegen nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen? En wanneer doet u te veel of juist te weinig?
Bewegen zorgt voor een lagere bloeddruk, hartslag en gewicht. Het verlaagt ook stress en zorgt ervoor dat u minder kans hebt op klontering van bloedplaatjes. Bewegen
versterkt uw botten en spieren en uw conditie wordt er beter van. Bewegen heeft een gunstig effect op suikerziekte en verhoogt het de beschermende HDL cholesterol in het bloed.
Beweging is voor iedereen dus belangrijk, maar zeker voor u, als hartpatiënt.
Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen
Om voldoende te bewegen kunt u de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen aanhouden.
Dit houdt in dat u iedere dag een half uur tot 3 kwartier een gewone tot redelijke inspanning
levert. Dit hoeft niet achter elkaar door te zijn. Het mag ook in delen. Langer, vaker en meer bewegen is extra positief voor uw gezondheid.
Opbouwen van uw programma
Voordat u aan het beweegprogramma begint, kunt u het beste rustig opbouwen. Begin bijvoorbeeld met kleine stukjes wandelen of fietsen. Als dat goed gaat, doet u steeds iets meer, iets langer en zwaarder. Dit hangt vooral af of u snel herstelt van de inspanning.
Tijdens het beweegprogramma wordt de inspanning steeds een beetje verder opgevoerd.
Om uw conditie op te bouwen is het goed om 2 tot 3 keer per week 30 minuten een flinke inspanning te leveren.
Hartslag
Bij matig tot intensief bewegen gaat de hartslag omhoog en krijgt u een versnelde ademhaling. Voorbeelden daarvan zijn wandelen, de hond uitlaten, fietsen, paardrijden, spitten in de tuin, boodschappen doen met een zware tas, grasmaaien met de hand, trappen oplopen, ramen wassen.
Bij een flinke inspanning verhoogt uw hartslag, gaat u zweten en raakt u buiten adem.
Voorbeelden daarvan zijn hardlopen, wielrennen, snel traplopen, aerobics oefeningen, squashen.
Belasten en overbelasten
Hoeveel u aankan, verschilt van persoon tot persoon. Voor de ene persoon is 15
minuten wandelen een zware belasting en voor de ander is 20 minuten hardlopen gemakkelijk. Luister bij het inspannen altijd naar uw eigen lichaam. Bekijk altijd hoe het ging en hoe u zich voelt. De inspanning mag best zwaar aanvoelen en u mag ook buiten adem raken, maar als u merkt dat u meer dan 3 uur nodig heeft om bij te komen, bent u over uw grens gegaan. Dan past u uw inspanning aan en zorgt u voor meer rust tussendoor. Probeer het beetje bij beetje op te bouwen, maar wees voorzichtig met overbelasten.
Verschijnselen van overbelasting zijn:
- Pijn op uw borst.
- Te veel vermoeidheid, als u kijkt naar hoeveel u eigenlijk gedaan heeft.
- Kortademig.
- Snelle of onregelmatige hartslag die niet klopt met wat u gedaan heeft.
- Duizeligheid en het gevoel dat u kunt flauwvallen.
- Veel zweten.
- Uw bloeddruk stijgt of daalt snel en te veel.
Normale verschijnselen bij lichamelijke inspanning zijn:
- Uw hartslag gaat omhoog als u zich inspant.
- Uw ademhaling gaat omhoog en u haalt dieper adem.
- Uw lichaamstemperatuur stijgt. U gaat zweten.
- Uw bloeddruk verandert: de bovendruk stijgt, de onderdruk blijft gelijk of wordt lager.
- U krijgt een roze of rood gezicht van de inspanning.
- U raakt vermoeid als u zich meer inspant.
Stress en ontspanning
Naast lichamelijk actief zijn, is ontspanning ook goed voor uw herstel. Stress is niet goed voor uw hart. Uw hartspier heeft extra zuurstof nodig bij stress. Door stress ontstaan stresshormonen in uw bloed. Deze hormonen zorgen voor stijging van uw bloeddruk en hartslag, voor een achteruitgang van uw afweersysteem en een grotere kans op slagaderverkalking. Dit zorgt voor een hoger risico op hart- en vaatziekten.
Heeft u regelmatig last van stress? Het is belangrijk dat u de signalen voor stress herkent. De meest voorkomende symptomen van stress zijn:
- Een snelle of hoge ademhaling.
- Gespannen kaken.
- Vermoeidheid.
- Slapeloosheid.
- Duizeligheid.
- Hoofdpijn.
- Spierpijn.
Het is belangrijk om te ontspannen. Zorg daarom dat u inspannen en ontspannen afwisselt. Ademhalingsoefeningen of meditatie-oefeningen kunnen u helpen om stress en angst te verminderen. Kies altijd voor ontspanning die bij u past.
Versie : V1 00092 Informatie beweegprogramma hartrevalidatie en bewegen na opname cardiologie 2023-09