Martini Niercentrum
Dialyse afdeling: maandag t/m zaterdag van 7.30 tot 22.00 uur. Polikliniek Martini Niercentrum: maandag t/m vrijdag 8.30 tot 16.00 uur.
Tel.: (050) 524 5460
Routenummer: 0.8

Dialysekatheter
Een dialysekatheter is een kunststof slangetje van ongeveer 20 cm lang. Deze katheter is ingebracht in een ader. Dat kan de halsader, de ader onder het sleutelbeen of in de liesader zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een tijdelijke dialysekatheter en een permanente dialysekatheter.
Dialysekatheter
Als u met dialyseren moet starten en er is er geen tijd om een shunt aan te leggen, dan krijgt u een dialysekatheter. Dat is een slangetje waar bloed doorheen kan. Het is gemaakt van kunststof en de lengte kan variëren van 15 tot 25 cm. Het langste gedeelte komt in het bloedvat te liggen. Het laatste stukje dat zich in tweeën splitst, waar op elk uiteinde een klemmetje en een dopje zit, steekt uit het lichaam en wordt met een hechting vastgezet.
De dialysekatheter is infectiegevoelig en er bestaat een kans dat de katheter na verloop van tijd niet goed meer functioneert. Daarom is zorgvuldige behandeling en verzorging van de katheter heel belangrijk.
Tijdelijke dialysekatheter
De tijdelijke katheter wordt ingebracht in de liesader of in de halsader. De dialysekatheter wordt onder plaatselijke verdoving rechtstreeks in de ader geplaatst. Deze wordt vastgehecht aan de huid. Meestal gebeurt het inbrengen in het Martini Niercentrum, door onze eigen nefrologen. Soms wordt de katheter ingebracht door de radioloog op de interventiekamer.
Na het inbrengen van de dialysekatheter in de halsader, wordt ter controle altijd een röntgenfoto gemaakt van de borstkast. Meteen na de ingreep is de dialysekatheter te gebruiken voor dialyse. Als de katheter in de lies is ingebracht, is een röntgenfoto niet nodig.
Permanente dialysekatheter
De permanente dialysekatheter is ervoor gemaakt om zo lang mogelijk in het bloedvat te kunnen blijven zitten. Dit noemen we een getunnelde dialysekatheter. Bij een getunnelde dialysekatheter wordt een gedeelte van de katheter onderhuids geplaatst om de katheter vast te laten groeien en zo infectie tegen te gaan.
De permanente dialysekatheter plaatsen we in de halsader. Dat wordt door de nefroloog gedaan en vindt plaats in het Martini Niercentrum. Het inbrengen van de katheter gebeurt onder plaatselijke verdoving. De katheter wordt vastgehecht aan de huid. De hechtingen worden na 10 dagen verwijderd. Na de ingreep wordt een röntgenfoto gemaakt om te controleren of de katheter goed ligt. De katheter is daarna direct te gebruiken voor dialyse. Als de katheter voldoende is ingegroeid, kunt u na overleg met de verpleegkundige douchen.
Leefregels
De plek waar de katheter de huid in gaat, wordt afgeplakt met een steriele pleister.
U moet daarna op de volgende zaken letten:
- Douchen is afhankelijk van het type pleister dat u gebruikt;
- Soms komt het voor dat de insteekopening van de katheter wat nalekt (bloedverlies).
Als dit niet veel is, hoeft u niets te doen;
- Als er veel bloedverlies is, moet u direct contact opnemen met het Martini Niercentrum;
- Als de katheter uit het bloedvat glijdt, moet u de insteekopening afdrukken met verbandgaasjes (minimaal 15 minuten). Daarna neemt u contact op met het Martini Niercentrum.
Versie: 12 februari 2020