Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Verwijderen van een zaadbal via een incisie in de lies (inguinale orchidectomie)
Terug naar bovenliggende pagina

Zaadbal verwijderen (via de lies)

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

In overleg met uw uroloog is besloten om bij u één of beide zaadballen te verwijderen. Dit heet een orchidectomie. In deze folder leest u meer informatie over deze operatie en over de zaadballen. Ook krijgt u informatie over de periode voor, tijdens en na de operatie. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw uroloog. 

De zaadballen

De uitwendige geslachtsorganen van de man bestaan uit de penis en de balzak (scrotum). In de balzak zitten 2 zaadballen (testes). Aan de achterkant van elke zaadbal zit een bijbal (epididymis). Vanuit de bijbal loopt een zaadstreng door de prostaat naar de urinebuis. De zaadballen maken zaadcellen (sperma) aan. Het zaad wordt opgeslagen in de bijballen. Bij een ejaculatie of zaadlozing verlaat het zaad vanuit de bijbal het lichaam. Dat gebeurt via de zaadleider en de urinebuis. In de zaadballen wordt ook het mannelijk hormoon testosteron geproduceerd.

Orchidectomie

Bij een orchidectomie worden 1 of 2 zaadballen verwijderd. Er kunnen verschillende redenen zijn om één of beide zaadballen weg te nemen. U kunt bijvoorbeeld last hebben van een infectie aan de zaadbal of bijbal die maar niet weggaat. Of het is zo dat de infectie telkens terugkeert. Ook kan een zaadbal met bloedvaten (torsio) gedraaid zijn. Hierdoor werkt de zaadbal niet meer goed.

Wordt een zaadbal weggehaald omdat u misschien zaadbalkanker heeft? Dan komen er na de operatie bijna altijd meer behandelingen. De operatie vindt dan zo snel mogelijk plaats.

Vruchtbaarheid (fertiliteit)

Als een zaadbal weggehaald wordt, heeft u meestal nog 1 zaadbal over. Deze zaadbal produceert nog zaadcellen. U bent na de operatie dus nog vruchtbaar en in staat om kinderen te verwekken.

Als beide zaadballen worden weggehaald, bent u na de operatie onvruchtbaar. Dit geldt ook als uw overgebleven zaadbal weinig of geen zaadcellen produceert. Als dat zo is, kunt u voor de operatie doorverwezen worden naar het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde van het UMCG. Het is dan mogelijk om uw eigen zaad (sperma) voor de operatie in te vriezen.

Testosteron

Testosteron is het mannelijke geslachtshormoon. Het heeft onder andere invloed op de seksualiteit. Testosteron zorgt voor opwinding en de erectie van uw penis. Als een zaadbal verwijderd wordt, zorgt de andere zaadbal meestal voor voldoende testosteron.

In sommige gevallen daalt uw testosteronproductie na de operatie. Dat gebeurt als beide zaadballen worden weggehaald, of als de overgebleven zaadbal niet goed werkt. De uroloog bespreekt met u hoe een tekort aan testosteron behandeld kan worden.

Voorbereiding

Bij een geplande operatie wordt u op de dag van operatie opgenomen op de verpleegafdeling. U krijgt vooraf een brief met de opnamedatum thuis gestuurd. Het komt vaak voor dat u direct na het spreekuur wordt opgenomen op de verpleegafdeling. Dit zal de uroloog dan met u bespreken. Hieronder leest u hoe u zich op de operatie voorbereidt.

Preoperatief spreekuur

Vóór de operatie heeft u een afspraak op het preoperatieve spreekuur op de polikliniek Anesthesiologie. In de informatie over het Preoperatief Spreekuur en anesthesie leest u er meer over.

Nuchter zijn

U moet nuchter zijn voor de operatie. Wat dit betekent en wat u wel en niet mag eten en drinken, leest u ook in de informatie over het Preoperatief Spreekuur en anesthesie.

Wordt u met spoed geopereerd? Dan mag u vanaf het moment dat de uroloog u vertelt dat u geopereerd wordt, niet meer eten en drinken.

De opname

  • Een verpleegkundige brengt u naar uw kamer. Tijdens een gesprek hoort u ook wanneer u geopereerd wordt. Wordt u plotseling opgenomen, dan kan het zijn dat u nog laat in de avond of pas de volgende dag geopereerd wordt. In het laatste geval krijgt u ‘s avonds een maaltijd. Er wordt bloed afgenomen voor onderzoek.
  • Als u plotseling wordt opgenomen, kunt u met uw naasten bellen. Zij kunnen dingen langsbrengen zoals ondergoed, slaapkleding en de medicijnen die u gebruikt. Het is ook belangrijk om een strakke onderbroek mee te nemen, om aan te trekken na de operatie.
  • Voor de operatie helpt de verpleegkundige u in een operatiejas. Als u een gebitsprothese (bijvoorbeeld een kunstgebit) draagt, dan doet u die uit. U doet ook uw horloge en sieraden af en piercings uit.

De operatie

  • De verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatiekamer. De anesthesioloog geeft u daar de verdoving. De uroloog maakt een horizontale snee net boven de lies en haalt dan de zaadbal en de zaadleider weg.
  • Het weefsel dat is weggehaald, wordt opgestuurd naar het pathologisch-anatomisch laboratorium. Hier wordt het weefsel onderzocht.
  • De balzak is na de operatie aan 1 kant leeg. Als u dat wilt, kan de leegte worden opgevuld met een prothese. Dit gebeurt dan later.

Na de operatie

  • Als de operatie voorbij is, wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. De verpleegkundige belt met uw contactpersoon. Als alles goed gaat, mag u terug naar de afdeling. Een verpleegkundige van de afdeling Urologie haalt u op.
  • U heeft dan een infuus in uw arm voor het toedienen van vocht en soms ook voor medicijnen. Het infuus wordt weggehaald als u niet meer misselijk bent en geen koorts meer heeft.
  • De verpleegkundige helpt u met het aantrekken van een strakke onderbroek. Ook legt de verpleegkundige een opgerolde handdoek onder uw scrotum. Dit is om een zwelling tegen te gaan.
  • Als u pijn heeft of misselijk bent, kunt u dit tegen de verpleegkundige zeggen. Dan kunt u medicijnen krijgen. U mag eten en drinken als u zich goed voelt. Ongeveer 6 uur na de operatie krijgt u een injectie om trombose te voorkomen. Trombose betekent een verstopping van de bloedvaten.

Dag na de operatie

De ochtend na de operatie verwijdert de verpleegkundige het verband. Als u een wonddrain heeft, dan wordt die drain weggehaald als de wond geen vocht meer geeft. De hechtingen van de wond zijn meestal oplosbaar.
De uroloog of zaalarts komt bij u langs, u kunt dan uw vragen stellen. Er wordt nog een keer bloed bij u afgenomen.

Weer naar huis

U mag naar huis als u geen koorts heeft, de wond dicht is en er geen grote zwelling in het scrotum te zien is. U krijgt dan een afspraak mee. In die afspraak staat informatie over:

  • Bloedonderzoek op de derde en vijfde dag na de operatie.
  • Aanvullend röntgenonderzoek (ct-scan).
  • Een gesprek bij de uroloog. U krijgt dan de uitslag van het weefselonderzoek, bloedonderzoek en de ct-scan.

Leefregels

Onderstaande leefregels zijn belangrijk voor uw herstel:

  • Thuis mag u douchen.
  • Om infecties en het te snel oplossen van de hechtingen te voorkomen mag u een week lang niet in bad, zwemmen of naar de sauna.
  • U draagt de eerste week een strakke onderbroek.
  • Neem de eerste dagen veel rust en ondersteun het scrotum met een handdoek. Hierdoor worden de pijn en de zwelling snel minder.
  • Bij pijn mag u paracetamol gebruiken, zo nodig 2 tabletten à 500 mg. tegelijk (maximaal 6 tabletten/dag)

Mogelijk klachten en verschijnselen

  • Vaak is het scrotum blauw door een bloeduitstorting. Daar hoeft u niet van te schrikken. De bloeduitstorting trekt vanzelf langzaam weg.

Complicaties

Na elke ingreep kan er een complicatie ontstaan maar doorgaans verloopt een operatie en de periode daarna zonder problemen. Problemen die na deze ingreep voor kunnen komen zijn:

  • Soms treedt een infectie van de wond op waarvoor verdere behandeling nodig is.
  • Soms treedt een bloeding op in de lieswond of in de balzak. Hiervoor kan een tweede operatie nodig zijn.
  • Afhankelijk van uw situatie kan de vruchtbaarheid in de toekomst verminderd zijn.
  • Blijvende gevoelsstoornissen in de regio van de lies en de balzak (zelden; minder dan 1 op de 50 patiënten, dus minder dan 2% van de patiënten).

Wanneer bellen?

Krijgt u binnen 48 uur na ontslag onderstaande klachten?

Neem dan contact op met de polikliniek Urologie tijdens kantooruren. Buiten kantooruren neemt u contact op met de verpleegafdeling (050-5245510).

U neemt contact op bij:

  • Koorts boven de 38,5 graden Celsius.
  • Veel pijn die niet verminderd/verdwijnt na het innemen van pijnmedicatie
  • Een wond die rood wordt, warm aanvoelt, opzwelt of bij pus uit de wond

Na de eerste 48 uur neemt u bij bovenstaande klachten contact op met de huisarts of zo nodig de huisartsenpost. Die neemt, indien nodig, contact op met de uroloog.

Versie: 20140047 06-2023 Verwijderen van een zaadbal via een incisie in de lies

Specialisme: Urologie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.