Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Totale heupprothese
Terug naar bovenliggende pagina

Totale heupprothese

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

U heeft een afspraak gemaakt voor een operatie aan uw heup. Dat heeft u met uw orthopedisch chirurg overlegd. In deze folder kunt u lezen hoe de ingreep verloopt en hoe u zich kunt voorbereiden. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw orthopedisch chirurg en de orthopedieconsulent.

Het is belangrijk dat u de informatie goed doorleest. Bij voorkeur samen met uw partner, familie of een kennis. Zo begint u goed voorbereid aan de operatie en het herstel. Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen? Stelt u die dan aan de orthopedieconsulent of aan de afdelingsverpleegkundige. Zij nemen zo nodig contact op met uw behandelend orthopedisch chirurg.

Opleidingsziekenhuis

Het Martini ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Dit betekent dat u naast de behandelend specialist, ook arts-assistenten en/of coassistenten in opleiding tegen kunt komen. Zij werken altijd onder supervisie van de specialisten en zijn betrokken in het hele traject dat u als patiënt doorloopt. Ze doen bijvoorbeeld poliklinische consulten. Ook lopen ze visite op de verpleegafdeling. En ze voeren operaties uit en zijn ook betrokken bij de nazorg. Alle handelingen worden samen met of onder supervisie van de specialist uitgevoerd. De kwaliteit van zorg en uw veiligheid zijn hierbij altijd gewaarborgd.

Heupgewricht

Gewrichten in ons lichaam vormen de beweeglijke verbindingen tussen 2 botstukken. Een gewricht bestaat uit 2 botdelen. 

Het heupgewricht is een kogelgewricht. Bij het lopen en bewegen glijdt de kop van het dijbeen soepel rond in de kom van het bekken. Dit kan doordat er een laagje kraakbeen op de kop en in de kom zit. Het kraakbeen is glad en veerkrachtig. Een stevig kapsel houdt de botdelen van het heupgewricht op hun plek. Om dit kapsel zitten pezen en spieren. De spieren zorgen voor de controle over de beweeglijkheid. Daarnaast geven de spieren stevigheid aan de benige gedeelten van het heupgewricht.

Pijnklachten

Sommige mensen krijgen pijnklachten aan de heup als gevolg van artrose. Dit is een versleten heup. Ontwikkelingsstoornissen van de heup in de kindertijd kunnen ook pijnklachten veroorzaken. Andere oorzaken voor gewrichtsslijtage zijn bijvoorbeeld reumatoïde artritis. Dit is een chronische ziekte die gewrichtsontstekingen veroorzaakt. Pijnklachten kunnen ook ontstaan zijn door erfelijke aandoeningen. Of door botbreuken die doorwerken in het gewricht.

Slijtage

Slijtage tast de gladde kraakbeenlaag van het gewricht aan. Daardoor kan deze laag verdwijnen. De gewrichtsvlakken glijden dan niet meer soepel langs elkaar. Zo wordt bewegen steeds moeilijker en pijnlijker. De klachten die door de slijtage kunnen ontstaan zijn:

  • Een voortdurende pijn in de lies. De pijn kan uitstralen naar de dij, het bovenbeen en de knie. En soms ook naar het onderbeen.
  • Stijfheid bij het opstaan, ook wel startpijn genoemd
  • Moeite met lopen, mank lopen en de neiging voorover te lopen
  • Niet kunnen bukken of traplopen
  • Pijn in de nacht
  • Verergering van de klachten bij vochtig en koud weer
  • Moeite met het strikken van de schoenveters

Heupprothese

Eerst wordt geprobeerd om pijn te verminderen. Dit kan door bijvoorbeeld medicatie of lopen met een hulpmiddel. Als dit niet meer lukt, is een operatie meestal de enige oplossing. U krijgt dan een heupprothese die uw heupgewricht vervangt. Er zijn verschillende heupprotheses. De orthopedisch chirurg overlegt met u welke prothese voor u geschikt is.

Voorbereiding

Een goede voorbereiding op de opname is heel belangrijk.

Preoperatief spreekuur

Van de Opnameplanning krijgt u een afspraak voor de orthopedieconsulent. De afspraak met de anesthesioloog is telefonisch. In de folders Preoperatief Spreekuur en Anesthesie leest u meer.

U wordt binnen 6 maanden na het preoperatieve spreekuur geopereerd. De datum en het tijdstip van opname en operatie ontvangt u via de Opnameplanning.

Afspraak met de orthopedieconsulent

U heeft een afspraak met de orthopedieconsulent op de polikliniek Orthopedie. Tijdens deze afspraak krijgt u van de orthopedieconsulent informatie. U bespreekt de Rapid Recovery en wat er bij uw opname en ontslag gaat gebeuren.

Neuskweek

U krijgt ook informatie over een neuskweek. Dat is een test die u thuis zelf uitvoert voor de operatie. Blijkt uit deze test dat u drager bent van een bepaalde bacterie? Dan wordt u vóór de operatie behandeld, om het risico op infecties na de operatie te verkleinen. U wast zich dan 5 dagen lang met een speciale zeep en u gebruikt een neuszalf. Meer uitleg hierover krijgt u van de orthopedieconsulent.

Samen naar de afspraak

U krijgt tijdens deze afspraak veel informatie in 1 keer. U mag daarom uw partner, een familielid of een kennis meenemen naar deze afspraak. Heeft u vragen over uw opname of verblijf? Die kunt u voor, tijdens en na de operatie stellen aan 1 van onze orthopedieconsulenten. Zij hebben tijdens werkdagen op 2 momenten telefonisch spreekuur.

Uitstel van operatie

Soms kan de operatie op de geplande datum niet doorgaan. Bijvoorbeeld omdat er meer voorbereiding nodig is. Of omdat u onder behandeling staat van een andere specialist. Het kan ook zijn dat u griep heeft, met koorts, of dat u een infectie heeft. Dan gaat het bijvoorbeeld om:

  • Een abces
  • Een steenpuist
  • Tandwortelgranuloom (een ontsteking aan de wortel van een kies of tand)
  • Wondroos
  • Een ontstoken likdoorn
  • Een ingegroeide nagel
  • Open wondjes aan de handen of in de buurt van het te opereren gewricht. 
  • Blaasontsteking
  • Longontsteking
  • Smetplekken in de liezen/buikplooi

Het is dan niet verstandig een prothese te plaatsen, omdat er kans is op een infectie. Dan neemt u zo snel mogelijk contact op met de Opnameplanning. Deze afdeling is bereikbaar op werkdagen van 08.00 tot 16.00 uur.

Nuchter

Voor de operatie moet u nuchter zijn. Lees meer over nuchter zijn.

Wetenschappelijk onderzoek

Het kan zijn dat u wordt gevraagd om mee te doen aan een wetenschappelijk onderzoek. Uw deelname is vrijwillig. Als u hierover vragen heeft, dan stelt u die aan uw behandelend orthopedisch chirurg.

Meenemen naar het ziekenhuis

Tijdens de opname heeft u het volgende nodig:

  • Krukken of rollator
  • Ondergoed en nachtkleding (bij voorkeur met wijde of korte mouwen)
  • Comfortabele kleding (bijvoorbeeld een trainingsbroek)
  • Stevige en gesloten schoenen, waarop u goed kunt lopen
  • Toiletartikelen
  • Alle medicijnen die u gebruikt

De operatie

U komt de dag vóór de operatie of op de dag van de operatie naar het ziekenhuis. Gebruikt u elleboogkrukken of een rollator? Dan mag u die meenemen. U meldt zich bij de receptie in de centrale hal. U wordt dan opgenomen via de Opname Lounge of u gaat naar de verpleegafdeling Orthopedie.

Voorbereidingen

Voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan en krijgt u pijnmedicatie als voorbereiding op de operatie. Ook wordt uw heup gemarkeerd. Het is belangrijk dat u op dat moment nog even naar de wc gaat en goed uitplast. Vervolgens wordt u naar de holding begeleid. Dat is de ruimte waar de eerste voorbereidingen plaatsvinden voor de operatie. Daarna wordt u naar de operatiekamer gebracht. De anesthesioloog kan dan beginnen met de voorbereiding voor de operatie.

Operatietechnieken

De orthopedisch chirurg vertelt u van tevoren welke operatietechniek u krijgt. Hieronder leest u meer over deze technieken.

Ventrale (voorste) benadering
U krijgt een snee aan de voorkant van uw bovenbeen. Daarna maakt de chirurg het gewrichtskapsel open om de kop uit de kom te kunnen halen. De chirurg verwijdert de heupkop en maakt de kom schoon. Daarna plaatst de chirurg een nieuwe kom in het bekken. In het dijbeen zet de chirurg een metalen pen. Hierop is een kop vastgemaakt, die precies in de kom past.

Posterolaterale (achterste) benadering
U krijgt een snee aan de zijkant van uw bovenbeen, net achter het dijbeen langs. De verdere werkwijze komt overeen met de voorste (ventrale) benadering.

Bij beide technieken houdt het gewrichtskapsel de prothese op zijn plaats. Net als bij uw eigen gewricht. Meestal maken we de kom en de metalen pen met botcement in het bot vast. Soms kiest de chirurg voor een prothese zonder cement. Als de kop in de kom is geplaatst, wordt het gewrichtskapsel gehecht of gelijmd.

Duur van het onderzoek

De operatie duurt ongeveer 1 tot 1,5 uur.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Ook hier blijft u op bewakingsapparatuur aangesloten, zodat uw lichaamsfuncties worden gecontroleerd. De verpleegkundige laat uw contactpersoon weten dat de operatie klaar is.

Terug naar de afdeling

Als u wakker bent en uw lichaamsfuncties goed werken, mag u naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige van de afdeling stelt uw contactpersoon daarvan op de hoogte. Deze mag dan bij u op bezoek komen. 

Trombose

Door de operatie heeft u meer kans op trombose (bloedstolsel). Om trombose te voorkomen, start u de avond na de operatie met bloedverdunnende medicatie die u 6 weken moet blijven gebruiken. Tijdens de opname krijgt u dit medicijn in de vorm van een injectie in de buik. Als u naar huis gaat krijgt u hiervoor tabletten mee. De apotheek komt voor ontslag deze medicatie bij u langsbrengen.

Gebruikte u voor de operatie al bloedverdunners, zoals Acenocoumarol, Sintromitis, Fenprocoumon, Dabigatran of Marcoumar? Als de wond droog is, mag u die weer gaan gebruiken.

Eten, drinken, wassen en aankleden

Op de verpleegafdeling mag u weer eten en drinken. Wassen en aankleden doet u meteen weer zo veel mogelijk zelf. Als het nodig is, helpt een verpleegkundige u daarbij.

Liggen en slapen

Het hangt af van de operatie welke bewegingen u mag maken als u in bed ligt. Dat hoort u van de verpleegkundige op de afdeling, de fysiotherapeut of van de (zaal)arts.

Wond en wondverband

Na het sluiten van de wond op de operatiekamer krijgt u een verband op de wond. Dit verband blijft zitten zolang u in het ziekenhuis bent. Als dat nodig is, verwisselt de verpleegkundige het verband voordat u naar huis gaat. Vanaf de operatie tot 2 dagen daarna, draagt u over de pleister een drukverband­broekje (spica). Dit is om te voorkomen dat er een zwelling bij het heup­gewricht komt.

Als u naar huis gaat, krijgt u een afspraak met de orthopedieconsulent mee. De dag dat de consulent u belt, mag u na het opstaan de pleister verwijderen. Dan kan u de consulent vertellen hoe de wond eruitziet.

Bloedafname en röntgenfoto

De eerste dag na de operatie neemt een laborant bloed af om bepaalde waarden in uw bloed te controleren. Op dezelfde dag gaat u naar de afdeling Radiologie om een controlefoto te maken.

Fysiotherapie

Voor het slagen van de heupoperatie en uw herstel is uw eigen motivatie heel belangrijk. Een paar uur na de operatie gaat u onder begeleiding van de fysiotherapeut voor de eerste keer uit bed. U leert eerst lopen achter een looprek. Daarna leert u lopen met elleboogkrukken of met behulp van een rollator. U krijgt oefeningen en u leert traplopen. Loopt u met rollator of hoeft u thuis geen trap te lopen? Dan is leren traplopen niet nodig. Ook krijgt u uitleg over het oefenschema. Dit oefenschema krijgt u mee zodat u hier thuis mee door kunt gaan.

Meer informatie over mobiliseren leest u in de folder Rapid Recovery.

Thuiszorg

Voor de opname is met u besproken wat de mogelijkheden zijn voor thuiszorg. Heeft u thuiszorg nodig voor hulp bij de lichamelijke verzorging of wondverzorging? Dan helpt het Transferpunt van het ziekenhuis u daarmee. Is een opname in een verpleeghuis nodig? En komt u hiervoor in aanmerking? Dan regelt het Transferpunt dat al vóór de opname.

Weer naar huis

Voordat u naar huis gaat, neemt de verpleegkundige nog wat dingen met u door. Bijvoorbeeld wanneer u voor uw controles komt.

Krijgt u in het ziekenhuis andere medicijnen? Dan komt de apothekersassistent bij u langs om u daarover uitleg te geven. U krijgt de medicijnen dan gelijk van de apothekersassistent. U hoeft dan dus niet meer langs uw eigen apotheek. Dat geldt ook voor de pijnmedicatie die door de arts is voorgeschreven voor de operatie.

Overzicht ontslagmedicatie

Maakt u geen gebruik van de service van de politheek in het ziekenhuis? Dan krijgt u een overzicht van uw ontslagmedicatie mee en een recept voor medicijnen. Uw huisarts en thuisapotheek ontvangen een overzicht van uw ontslagmedicatie.

Aanpassingen in huis

Het is verstandig om aanpassingen in huis te doen. Voor de operatie heeft u deze aanpassingen al besproken met de orthopedieconsulent. Hieronder leest u een overzicht van mogelijke aanpassingen:

  • Een hoge rechte stoel met leuningen.
  • Een stevig bevestigde trapleuning.
  • Een toiletverhoger.
  • Handgrepen in het toilet en de doucheruimte.
  • Een lange schoenlepel en een grijptang.
  • Verwijder losse kleedjes op een gladde vloer of losliggende snoeren. Dit verkleint de kans dat u uitglijdt of struikelt.

Vragenlijsten

Voor en na de operatie krijgt u het verzoek om vragenlijsten in te vullen. Die vragenlijsten zijn bedoeld om te kijken of de behandeling goed is gegaan. Daarom is het belangrijk dat u op een paar momenten dezelfde vragenlijst(en) invult.

Leefregels

Er zijn verschillende leefregels waarmee u rekening moet houden in de 6 weken na de operatie. De leefregels zijn om te voorkomen dat de heupprothese uit de kom gaat. Tijdens het voorlichtingsgesprek met de orthopedieconsulent krijgt u meer informatie over deze leefregels.

Leefregels die bij beide operatietechnieken gelden:

  • Draag stevig schoeisel.
  • Ga niet op een lage stoel of kruk zitten.
  • Na de operatie loopt u de eerste 6 weken met krukken. Pas na advies van de fysiotherapeut of orthopeed mag u zonder krukken lopen. Zelfs als het al lukt zonder krukken, moet u dit advies afwachten. Voor het gebruik van elleboogkrukken leest u de folder Instructies voor het gebruik van elleboogkrukken.

Fysiotherapie

De fysiotherapeut adviseert om na de operatie thuis wel met fysiotherapie door te gaan. In het ziekenhuis heeft u van de fysiotherapeut oefeningen gekregen om thuis te doen. Dagelijks oefenen is erg belangrijk voor een goed resultaat. Hieronder ziet u om welke oefeningen het gaat.

Basisoefeningen voor functieherstel

  • Tijdens uw opname krijgt u van de fysiotherapeut oefeningen om uw beenspieren te versterken. De oefeningen helpen ook om de beweeglijkheid van uw heup te verbeteren.
  • U begint met de fysiotherapeut met de oefeningen. U krijgt adviezen voor uw eigen situatie. Herhaal de oefeningen iedere dag 2 keer. Het is belangrijk de oefeningen rustig en met aandacht te doen. Als u pijn krijgt of een zwelling, dan is het beter om iets minder te oefenen.
  • Als u naar huis gaat, krijgt u van de fysiotherapeut een oefenschema mee. Hierin worden de verschillende oefeningen uitgelegd. Hier kunt u thuis dan mee verder gaan.

Zitten en draaien
Gebruik bij voorkeur een hoge stoel met armleuningen. Als u gaat zitten of staan, dan moet u het geopereerde been vooraf iets naar voren plaatsen. Draaien doet u stap voor stap. Niet staand draaien op de voet van het geopereerde been.

Traplopen
De fysiotherapeut heeft in het ziekenhuis het traplopen met u ge­oefend. Voor meer informatie leest u de folder Instructies voor het gebruik van elleboogkrukken.

Het resultaat

Dankzij de nieuwe heup zullen de pijnklachten die u had grotendeels zijn verdwenen. De eerste maanden na de operatie kan uw nieuwe heup nog gevoelig zijn. Die klachten worden steeds minder.

Ook met een nieuwe heup kunt u stijfheid ervaren. De spieren rond de heup zijn door de langdurige pijn voor de operatie iets korter geworden. De operatie kan die klachten niet altijd verhelpen. Oefenen helpt wel. Onder begeleiding van de fysiotherapeut begint u in het ziekenhuis met oefenen. Daarmee gaat u thuis zelf verder.

Mogelijke complicaties

Net als bij andere operaties kunnen er complicaties optreden. De volgende com­plicaties zijn mogelijk:

  • Rond de heupprothese kan een infectie ontstaan. De kans op een infectie blijft altijd aanwezig als u een prothese heeft.
  • Er kan na de operatie een nabloeding optreden.
  • Vanwege verminderde mobiliteit kunt u last krijgen van trombose. Om dit te voorkomen krijgt u 6 weken bloedverdunnende medicijnen.
  • De kop van de heupprothese kan losschieten uit de kom (luxatie). Dit gebeurt in de meeste gevallen in de eerste 2 maanden na de operatie. Na de operatie krijgt u instructies om de kans hierop te verkleinen.
  • Er kan een verschil in beenlengte ontstaan.
  • Na de operatie kan (tijdelijk) een klapvoet ontstaan. In dat geval kunt u uw voet niet optillen door irritatie van een zenuw tijdens de operatie.
  • Ook kan er soms een doof gevoel rond het litteken ontstaan.
  • Slijtage en loslating. De levensduur van een prothese is 10 tot 20 jaar. Als de prothese is versleten, is het meestal wel mogelijk om een nieuwe heupprothese te plaatsen.

Controle

Na de operatie krijgt u een paar afspraken.

  • U krijgt een belafspraak voor 5 tot 7 dagen na de operatie. De orthopedieconsulent neemt dan contact met u op. Op die dag mag u ‘s ochtends bij het opstaan het wondverband verwijderen.
  • Ongeveer 2 weken na de operatie verwijdert de huisarts uw hechtingen. Deze afspraak met de huisarts moet u zelf maken.
  • Ongeveer 6 weken na de operatie komt u terug naar het ziekenhuis. Dit is voor een controleafspraak met de orthopeed die u heeft geopereerd. Voor deze afspraak gaat u naar de afdeling Radiologie voor een controlefoto.

Veelgestelde vragen

Hieronder ziet u een antwoord op veelgestelde vragen na een totale heupprothese.

Bij welke problemen moet ik actie ondernemen?

Bij sommige klachten is het belangrijk dat u contact opneemt. Op werkdagen tussen 09.00 en 16.00 belt u de poli­kliniek Orthopedie. Buiten deze momenten belt u de huisarts. Wanneer bellen:

  • U heeft onverwachts pijn, ongewone pijn of de pijn wordt opeens erger.
  • U heeft een lichaamstemperatuur hoger dan 38,5 graden Celsius.
  • Als de operatiewond gaat lekken terwijl dat eerder niet zo was, of bij een toename van de wondlekkage.
  • Als de wond of het gebied rondom de wond steeds roder/vuriger wordt. 

Hoelang moet ik de bloedverdunnende medicatie gebruiken?

De bloedverdunnende medicatie moet u tot 6 weken na de operatie gebrui­ken.

Hoelang moet het spica-heupverband (broekje) gebruikt worden?

Het advies is om dit broekje tot 48 uur na de operatie om te houden. Vindt u de stevigheid van het broekje prettig? Dan mag u het broekje langer gebruiken. 

Hoelang blijft mijn heup pijnlijk?

In de eerste 3 maanden na de operatie wordt de pijn langzaam minder. Startpijn, lokale vermoeidheid en een rekkend, trekkend, drukkend gevoel nemen steeds meer af.

Hoelang blijft mijn been dik?

Het is heel normaal dat u de eerste 3 maanden na de operatie een beetje zwelling merkt in uw voet of onderbeen. U kunt dan het geopereerde been op een krukje leggen of koelen met een coldpack. U kunt ook een zak met bevroren erwten gebruiken om de wond te koelen. Verpak de zak voor gebruik in een doek om bevriezing van de huid te voorkomen en koel niet langer dan 15 minuten. ’s Nachts kunt u het voeteneind van uw bed hoger doen of een kussen onder uw matras leggen om de zwelling tegen te gaan.

Ik heb een zwelling bij de operatiewond, is dat erg?

Mogelijk ontstaat er een bloeduitstorting of zwelling vlak bij de operatiewond. Dit is niet erg en neemt na een paar weken weer af. U kunt het spica heupverband (broekje) weer kunnen gebruiken om de zwelling tegen te gaan.

Hoe vaak moet ik oefenen?

Als u 3 keer per dag 10 minuten oefent, is dat voldoende. Overdrijf de oefeningen niet. Als de zwelling toeneemt, moet u uw been rust gunnen. Dit doet u ook als u weer pijn krijgt.

Hoe verzorg ik mijn wond?

De wond moet schoon en droog blijven. U gaat met een wondverband of pleister op de wond naar huis. Dit verband blijft ongeveer 5 dagen zitten. Andere wondverzorging is niet nodig. De huid rondom de hechtingen kan wat rood of geïrriteerd zijn.

2 weken na de operatie verwijdert de huisarts de hechtingen. Deze af­spraak met de huisarts moet u zelf maken. Mogelijke roodheid of irritatie verdwijnt dan snel. Breng de eerste maanden na de operatie geen lotion of crème aan rond de wond.

Hoe bouw ik de pijnmedicatie af?

Voor het afbouwen van uw medicatie heeft u een afbouwschema meegekregen. Als dit niet voldoende werkt, neemt u contact op met de huisarts.

Wat moet ik doen bij obstipatie (verstopping van de darmen)?

U mag dan Movicolon innemen. Is dat niet voldoende? Dan kunt u contact opnemen met de huisarts voor advies. Of u kunt bij de drogist een Microlax of Bisacodyl zetpil halen. Dit zijn laxerende middelen.

Welke aanpassingen heb ik nodig in huis?

Zorg ervoor dat u in uw leefomgeving veel bewegingsruimte heeft. Zet bijvoorbeeld stoelen aan de kant. Een stoel met armleuningen kan het opstaan gemakkelijker maken. Laat geen losliggende en wegglijdende matjes of kleden op de vloer en in de badkamer liggen.

Wat voor soort schoenen kan ik het beste dragen?

Draag goed aansluitende schoenen met een brede hak en een veerkrachtige zool. Dit zorgt voor een goede schokdemping. Hoge hakken en slippers zijn niet ideaal. Het kan zijn dat uw voet en enkel een tijd na de operatie gezwollen zijn. Dan heeft u tijdelijk ruimere schoenen nodig.

Hoelang moet ik een loophulpmiddel gebruiken?

Tot 6 weken na de operatie gebruikt u 2 elleboogkrukken of een ander loophulpmiddel. Soms moet u het loopmiddel langer gebruiken. Het gebruik van loophulpmiddelen hangt af van uw persoonlijke situatie. Bijvoorbeeld uw leeftijd, andere beperkingen en uw gevoel van veiligheid tijdens het lopen.

Wanneer mag ik weer…

Hieronder ziet u wanneer u weer met bepaalde activiteiten mag beginnen.

Douchen
Douchen is geen probleem. Let er wel op dat u het wondgebied de eerste weken goed naspoelt. Er mogen geen zeepresten achterblijven.

Een bad nemen
U mag pas in bad als de nietjes uit de wond zijn verwijderd. Let erop dat u wacht met het nemen van een bad totdat het goed lukt om zelf in en uit het bad te stappen. Verder is het belangrijk dat u uw been niet hoog hoeft op te tillen. Hoe lang dat duurt, verschilt van persoon tot persoon. Zorg ook na een bad dat u het wondgebied goed naspoelt.

Zelf een auto besturen
Als u voldoende controle heeft over uw geopereerde heup, mag u na 6 weken weer autorijden. U kunt dit met uw arts bespreken als u op het spreekuur komt.

Als u nog pijnmedicatie slikt, kunt u de auto beter laten staan. Door de medicatie en een mindere controle over uw heup, reageert u mogelijk trager. Hierdoor is mogelijke schade niet gedekt. Lees daarom de polisvoorwaarden van uw verzekering goed door.

Fietsen

  • Als u zonder hulpmiddel kunt lopen en u voelt zich goed, dan mag u na 6 weken weer fietsen. Overleg bij twijfel met de orthopeed.
  • Mannen kunnen de eerste tijd beter een damesfiets gebruiken. Dit is vanwege de lage instap.
  • U kunt vooraf oefenen op een hometrainer.

Zwemmen of naar de sauna?
Na ongeveer 6 weken mag u weer zwemmen of naar de sauna, maar alleen als de wond droog is.

Vrijen
Als u zich houdt aan de leefregels, zijn er geen belemmeringen om te vrijen.

Werken en sporten
De orthopeed kan dat samen met u inschatten tijdens de controleafspraak. Dit is 6 weken na de operatie.

20230051 : totale heupprothese 7-12-2023

Specialisme: Orthopedie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.