ICD of CRT-D implantatie

Voorbereiding

U krijgt een oproep voor opname van de Cardiologie functieafdeling. Eerst heeft u een voorbereidend gesprek met een verpleegkundige. Samen neemt u het ICD-informatieboek door. Van de cardioloog krijgt u advies over het gebruik van medicijnen in de periode voor de operatie.

Opname

Op de dag van opname gaat u naar de verpleegafdeling. Er worden diverse controles gedaan: lengte, gewicht, bloeddruk, pols en temperatuur. In de week voor de operatie wordt een ECG (hartfilmpje) en een röntgenfoto van de borst gemaakt.

Operatie

U heeft met de cardioloog besproken aan welke kant u de ICD/CRT-D krijgt. De operatie vindt plaats onder plaatselijke verdoving, soms onder sedatie (roesje) of algehele verdoving (narcose). Dat heeft u vooraf besproken.

Bij operatie met plaatselijke verdoving

• Krijgt u plaatselijke verdoving en is uw operatie ’s morgens gepland? Dan mag u na 24.00 uur ’s avonds niet meer eten. Uw normale medicijnen mag u gewoon innemen, behalve plastabletten of Metformine.
• Bent u diabetespatiënt en gebruikt u insuline? Dan mag u geen insuline spuiten als u om 8.00 uur de ICD/CRT-D-implantatie heeft. U mag wél insuline spuiten als de implantatie na 8.00 uur is. U krijgt een infuus volgens afspraak met de arts/internist.
• Is uw operatie ’s middags? Dan mag u niet meer eten en drinken na 8.00 uur ‘s morgens. U kunt wel uw normale medicijnen innemen, behalve Metformine.

Bij operatie onder algehele verdoving (narcose)

Als u bij de operatie onder narcose gaat, mag u vanaf 24.00 uur ’s avonds niet meer eten of drinken (nuchter).

Goed om te weten

• Een halfuur voor de implantatie krijgt u een tablet om te ontspannen. Hier kunt u wat slaperig van worden.
• Voor de operatie doet u uw sieraden af.
• U verwijdert eventuele make-up.
• Het is belangrijk om voor de implantatie goed uit te plassen op het toilet.
• Vervolgens trekt u een OK-hemd aan en doet een OK-muts op. Ondergoed en sokken mag u aanhouden.
• Het implantatiegebied wordt met steriele doeken afgedekt en daarna gedesinfecteerd en verdoofd. Daarna wordt de ICD/CRT-D geïmplanteerd.

Na de operatie

Na de operatie gaat u weer terug naar de verpleegafdeling. Hier ligt u aan de hartbewaking om uw hartritme in de gaten te houden. De verpleegkundige controleert regelmatig uw pols, bloeddruk, temperatuur en de wond. Ook wordt er een hartfilmpje gemaakt en als dat nodig is ook een röntgenfoto van de borst.

Na de operatie moet u 4 uur lang rustig in bed blijven. U krijgt een mitella (doek) om uw arm aan de implantatiekant. Na de 4 uur in bed mag u alleen uit bed voor de postoel. 

Dag 2

De volgende dag mag u uit bed met uw arm in de mitella. Deze arm mag u niet boven schouderhoogte tillen. De ICD/CRT-D wordt gecontroleerd op de functieafdeling Cardiologie.

Als alle controles goed zijn, mag u de dag na de ICD/CRT-D-implantatie naar huis. U krijgt dan informatie mee over wondcontrole, wat te doen na een elektrische shock en belangrijke telefoonnummers van het ziekenhuis. Ook krijgt u afspraken mee. Voor controle bij de cardioloog en ICD-laborant, cardioconsulent, fietstest en defibrillatietest (DFT).

Weer thuis

Na uw ontslag uit het ziekenhuis mag u 6 weken lang:

• uw arm aan de kant van de ICD niet hoger tillen dan uw schouder;
• niet te veel draaien met uw arm aan de kant van de ICD;
• niet zwaar tillen of zwaar lichamelijk werk doen zoals boodschappen tillen, stofzuigen, dweilen, was ophangen, zagen, etc.

U mag 2 tot 4 weken na de operatie wel weer wandelen en fietsen. Bij roodheid, zwelling, pijn of koorts moet u contact opnemen met de huisarts.

Versie: 12 februari 2020