Inleiding
Nierstenen komen veel voor en staan bekend om de pijn die ze kunnen veroorzaken. Deze koliekpijn geeft vaak bewegingsdrang en misselijkheid. Soms doen ze geen pijn, maar zorgen wel voor nierproblemen of urineweginfecties.
Oorzaak vaststellen
Om vast te stellen dat er een niersteen is, is er beeldvorming nodig. Dit kan met behulp van echografie of een CT scan van de buik. Het laatste onderzoek is het beste voor het vinden van een niersteen, maar dit geeft wel röntgenstraling, dus wordt bij voorkeur niet te vaak gebruikt. Ook wordt er gekeken naar bloed- en urine-onderzoek.
Niersteenbehandeling
De uroloog kan (één van de) volgende drie behandelingen met u bespreken. Welke behandeling het best is, is mede afhankelijk van het type niersteen, waar die zit en hoe groot hij is.
Niersteenvergruizing (ESWL)
ESWL staat voor extracorporeal shockwave lithotripsy. Dit vindt plaats op poli urologie. In de folder vindt u meer informatie.
Inwendige niersteen operatie (URS)
URS staat voor ureterorenoscopie. Deze ingreep vindt plaats onder narcose of met een ruggenprik. In de folder vindt u meer informatie over deze inwendige operatie waarbij nierstenen verwijderd en/of gelaserd kunnen worden.
Uitwendige niersteen operatie (PNL)
PNL staat voor percutane nefrolitholapaxie. Deze ingreep vindt plaats onder narcose. Via de flank wordt de nier rechtstreeks aangeprikt, om via een holle buis de niersteen te behandelen. In deze folder vindt u meer informatie.
Informatieve filmpjes over bovenstaande niersteenbehandelingen vindt u ook op www.allesoverurologie.nl.
Nierstenen voorkomen
Na een niersteenbehandeling is het van belang om te kijken naar het voorkómen van nieuwe nierstenen. Denk daarbij aan 2 L vocht per dag drinken, of een specifiek dieet of medicatie. We werken daarbij samen met de internisten en de diëtisten. Ook anatomische variatie van de nieren of andere aandoeningen zoals overgewicht of darmproblemen kunnen een rol spelen in het opnieuw krijgen van nierstenen. In deze folder staat meer informatie.