Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Vrijheidsbeperkende middelen
Terug naar bovenliggende pagina

Vrijheidsbeperkende middelen

Folder

Inleiding

Vrijheidsbeperkende middelen worden gebruikt om de patiënt of anderen te beschermen. Soms wordt een vrijheidsbeperkend middel gebruikt om een behandeling uit te kunnen voeren. In deze folder leest u wat vrijheidsbeperkende middelen zijn en waarom die soms nodig zijn. Daarnaast leest u wat er gedaan kan worden om dit te voorkomen. Tot slot leest u over de beslissing en wettelijke afspraken over deze middelen. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met de arts.

Vrijheidsbeperkende middelen

Vrijheidsbeperkende middelen zijn middelen die de persoonlijke vrijheid van een patiënt beperken. Welke middelen gebruikt worden, hangt af van de situatie van de patiënt.

Waarom vrijheidsbeperkende middelen?

Tijdens een ziekenhuisopname komt het soms voor dat iemand verward of onrustig raakt. Hierdoor ontstaat de kans dat de patiënt gewond raakt. Ook kan het gedrag de behandeling in de weg zitten. Verwardheid en onrust kunnen ontstaan door een lichamelijke ziekte. Andere oorzaken zijn een verandering van medicatie of de behandeling. Voorbeelden van dit gedrag zijn:

  • Uit bed gaan
  • (Ver)dwalen 
  • Zelf verwijderen van sondes, drains, katheters of infuuslijnen 
  • Agressief gedrag naar zichzelf of anderen

Meestal is deze verwardheid of onrust tijdelijk. Hierover leest u meer in de folder Acuut optredende verwardheid, delier.

Welke middelen zijn er?

Om onrust en verwardheid te voorkomen, worden er vrijheidsbeperkende middelen gebruikt. Dit is belangrijk voor de veiligheid van de patiënt en voor een goede behandeling. Voorbeelden van vrijheidsbeperkende middelen zijn: 

  • Een bewegingssensor  
  • Rustgevende medicijnen
  • Dwaaldetectie 
  • Veiligheidswanten
  • Bedhekken
  • Een trippelhoes (soort slaapzak)
  • Pols- of enkelbanden 
  • Taillebanden voor fixatie in bed 
  • Taillebanden voor fixatie in de (rol)stoel 

Hoe gaat u als naaste om met vrijheidsbeperkende middelen?

Het kan voor u erg moeilijk zijn om te zien dat uw naaste een vrijheidsbeperking heeft. Het is daarom belangrijk dat u weet wat de reden van het vrijheidsbeperkende middel is. Wanneer u of anderen op bezoek komen, kan het vrijheidsbeperkende middel soms worden gestopt. Deze mogelijkheid kunt u met de verpleegkundige op de afdeling bespreken. 

Alternatieve middelen

Vrijheidsbeperking is altijd de laatste keuze. Voordat hiervoor wordt gekozen, is er altijd gekeken of het anders kan. Zelfs als er al een vrijheidsbeperking geldt, kijkt het behandelteam naar alternatieve middelen. Zowel u als de verpleging kan de patiënt hiermee helpen. Hieronder leest u er meer over.

Wat u zelf kunt doen

  • U kunt ervoor zorgen dat er altijd een vertrouwd persoon aanwezig is. Overleg met de verpleging wanneer u buiten de bezoektijden langs mag komen. Blijven slapen is ook mogelijk.

  • Het kan helpen dat de patiënt zich bewust is van de tijd. Als u op bezoek komt, zeg dan wie u bent, waarom u komt en herhaal dit zo nodig. Noem regelmatig de datum, het tijdstip en de plaats. Bijvoorbeeld: “Het is vandaag 21 december en je bent in het Martini Ziekenhuis op de afdeling…”. Een klok of een kalender kunnen ook helpen.
  • Vertel regelmatig waarom de patiënt in het ziekenhuis ligt. Bijvoorbeeld: “Je bent gisteren aan je heup geopereerd”.
  • Het is beter dat u niet meegaat in de hallucinaties of waanideeën. Probeer niet tegen te spreken, maar wel duidelijk te maken dat uw waarneming anders is. Probeer de patiënt niet te overtuigen. Betrek de patiënt zoveel mogelijk bij de realiteit.
  • Praat over bestaande personen en echte gebeurtenissen.
  • Ga op ooghoogte zitten bij uw naaste. Dit is voor de patiënt vaak veel prettiger. Soms kan het geruststellen als u uw hand op de hand van de patiënt legt terwijl u spreekt.
  • Spreek rustig en in korte, duidelijke zinnen. 
  • Stel eenvoudige vragen. Bijvoorbeeld: “Heb je lekker geslapen?” Stel geen dubbele vragen zoals: “Heb je lekker geslapen of ben je steeds wakker geweest?”
  • Bezoek is erg belangrijk. Wel kan het vermoeiend of verwarrend zijn om veel personen tegelijk te zien, of lang bezoek te hebben. De verpleging kan u hierover adviseren.

  • Spreek met andere bezoekers af wie wanneer op bezoek komt. Als u met meerdere personen op bezoek komt, ga dan aan dezelfde kant van het bed of de stoel zitten. De patiënt kan zich dan zoveel mogelijk op 1 punt richten. 
  • Breng vertrouwde zaken mee van thuis. Bijvoorbeeld een foto met familieleden of een klok met een zichtbare wijzerplaat.
  • Als de patiënt in het dagelijks leven een bril of gehoorapparaat draagt, zorgt u dat dat ook in het ziekenhuis zo is.
  • U hoeft niet steeds te praten, het is vaak al genoeg dat u aanwezig bent.

Wat de verpleging kan doen

  • Het opzetten van zachte, rustgevende achtergrondmuziek. Dat kan prettig zijn en ontspannen werken. Ook kan muziek herkenning geven en herinneringen terughalen.
  • Het bed kan tegen de muur worden gezet. 
  • Het bed kan in de laagste stand gezet worden. Dit is belangrijk vanwege het risico dat de patiënt uit bed valt. Als het bed laag staat, heeft de val minder gevolgen. Daarnaast kan er een valmat naast het bed worden gelegd. Deze mat is om te voorkomen dat de patiënt op de harde vloer valt. 
  • Rustgevende medicatie kan ervoor zorgen dat de patiënt zich beter kan ontspannen. 

Beslissing

Eerst wordt er gekeken naar alternatieve middelen. Werken de alternatieve middelen niet goed genoeg? Dan overlegt de verpleegkundige met de behandelend arts. Ze bespreken of er vrijheidsbeperkende middelen worden ingezet. Als dat zo is, wordt dat zo snel mogelijk met u besproken.

Noodsituatie

Soms is er een noodsituatie. Dan mag de verpleegkundige vrijheidsbeperkende middelen gebruiken zonder toestemming van de arts. Wordt het vrijheidsbeperkende middel gebruikt? Dan overlegt de verpleegkundige dit zo snel mogelijk met de arts.

Het delierteam

Bij de behandeling van verwardheid of onrust en het gebruiken van vrijheidsbeperkende middelen, wordt het delierteam ingeschakeld. Het delierteam bestaat uit medewerkers van de afdeling Geriatrie en Psychiatrie.

Wettelijke afspraken

Het inzetten van vrijheidsbeperkende middelen gebeurt volgens de afspraken in de Wet op Geneeskundige Behandel Overeenkomst (WGBO). De verpleegkundige en de arts schrijven het gebruikte middel op in het patiëntendossier. Het behandelteam beoordeelt iedere dag of de middelen werken en nog nodig zijn.

Versie: 00083 Vrijheidsbeperkende middelen 2023-09

Specialisme: Psychiatrie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.