Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Acuut optredende verwardheid (delier)
Terug naar bovenliggende pagina

Acuut optredende verwardheid (delier)

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

Mensen met een lichamelijke ziekte kunnen een delier krijgen. Dat betekent dat iemand acuut verward wordt. Soms zit het delier de behandeling in de weg. In deze folder leest u wat een delier is, hoe het ontstaat en wat u ervan merkt. Ook leest u hoe een delier behandeld wordt en wat u als naaste kunt doen om te helpen. Als laatste wat u na het delier nog kunt merken. 

Delier

Een delier is de naam voor plotselinge verwardheid. Een delier komt regelmatig voor bij mensen met een lichamelijke ziekte. Het de­lier ontstaat doordat de hersenen informatie niet goed meer kunnen verwerken. Dit kan leiden tot plotselinge verwardheid. Deze verwardheid is te vergelijken met het ijlen van een koortsig kind. Patiënten hebben zelf vaak niet door dat ze verward zijn, dat merkt vooral hun omgeving. 

Wat vergroot de kans op een delier?

Veel mensen denken bij het horen van het woord delier aan alcoholverslavingen. Maar een delier komt ook voor bij mensen die niet of nauwelijks alcohol drinken. Zaken die de kans op een delier vergroten, zijn: 

  • Een hersenbloeding in het verleden.
  • Een leeftijd van 70 jaar of ouder.
  • Dagelijks meer dan 2 glazen alcohol drinken.
  • Geheugenproblemen en/of concentratieproblemen.
  • Al eerder een delier gehad.
  • Een verminderd zicht of gehoor. 
  • Bepaalde medicijnen.

Als een patiënt wordt opgenomen, onderzoekt de verpleegkundige de kans op een delier.

Wat merkt u van een delier?

Een delier ontstaat vrij plotseling. Vaak binnen enkele uren tot dagen na opname in het ziekenhuis. Meestal verergeren de symptomen ’s avonds en ’s nachts. Daardoor slaapt iemand met een delier minder goed. 

Overdag kan de verwardheid veel minder of zelfs helemaal verdwenen zijn. Vaak weet een patiënt overdag niet meer wat hij de vorige nacht heeft gedaan. Het delier kan enkele uren tot enkele dagen duren. Soms duurt het zelfs enkele weken.  

Wat zijn mogelijke symptomen?

  • Iemand met een delier is niet zo helder als normaal. Het lijkt alsof de dingen langs iemand heen gaan.
  • Een normaal gesprek voeren is vaak niet mogelijk.
  • Er kan sprake zijn van vergeetachtigheid. Dat wat is verteld, wordt niet altijd onthouden. Soms moet het keer op keer worden herhaald. 
  • De patiënt weet niet goed waar hij is, is niet ‘bij de tijd’ en is de controle over zichzelf en de omgeving kwijt.
  • De werkelijkheid kan anders ervaren worden. De patiënt heeft waanideeën of hallucinaties (ziet of hoort dingen die er niet zijn). Dat kunnen bijvoorbeeld beestjes, stemmen of geluiden zijn.
  • Het is mogelijk dat de patiënt zichzelf in zijn verwardheid schade toebrengt. De patiënt weet bijvoorbeeld niet meer dat hij in bed moet blijven liggen of wat het infuus in zijn arm doet. Hij heeft de neiging te gaan plukken aan de infuuslijnen of deken.
  • Iemand met een delier kan angstig en onrustig zijn. Of zich agressief en achter­dochtig gedragen. Het is ook mogelijk dat de patiënt heel stil of slaperig is.

Hoe gaat een delier (verloop)? 

Het verloop van een delier hangt af van de lichamelijke aandoening en het herstel. Gaat het om klachten die voorbijgaan?  Dan zal het delier meestal ook voorbijgaan. Komt het delier door een beschadiging in de hersenen? Dan kan het delier langer duren. Soms kan het niet meer helemaal herstellen. 

Mogelijke oorzaken

Het delier is een uiting van een verstoorde hersenfunctie door een lichamelijke oorzaak. Meestal is sprake van een combinatie van oorzaken. Oorzaken van een delier zijn bijvoorbeeld:

  • Hoge koorts bij een infectie.
  • Medicijngebruik (bijwerkingen van, het plotseling stoppen ervan of een medi­cijnvergiftiging).
  • Ontstekingen.
  • Grote operaties.
  • Het plotseling stoppen met medicijnen, alcohol of drugs.
  • Bloedvergiftiging.
  • Veranderingen in de samenstelling van het bloed.

De behandeling

De behandeling van een delier richt zich op 3 zaken:

  1. De behandeling van de lichamelijke oorzaken.
  2. De behandeling van het delier zelf.
  3. Begeleiding en ondersteuning.

Het delierteam

Bij het Martini Ziekenhuis is een delierteam. Dit bestaat uit medewerkers van de ziekenhuispsychiatrie en geriatrie. Het delierteam adviseert over de behandeling en ondersteunende maatregelen. 

Medicatie

Tegen onrust, angst, waanideeën en hallucinaties wordt meestal medicatie voor­geschreven. 

Ondersteuning en begeleiding

Het is belangrijk de verwardheid zoveel mogelijk te verminderen met ondersteuning en begeleiding. Het besef van tijd is bijvoorbeeld te verbeteren door een klok en een kalender. Het besef van de realiteit kan worden verbeterd door vertrouwde voorwerpen of foto’s. Een eventuele bril of een gehoorapparaat moet ook worden gebruikt.

Vrijheidsbeperkende maatregelen

Door een delier kan een patiënt vaak minder goed meehelpen met de behandeling. Soms doet hij door de verwardheid zelfs dingen die gevaarlijk zijn. Bijvoorbeeld sondes eruit trekken, een katheter verwijderen, uit bed komen, enzovoorts. Hierdoor kan het soms nodig zijn om de vrijheid van de patiënt te beperken. Dat heten vrijheidsbeperkende maatregelen.

Het is voor de naasten niet prettig om te zien dat de patiënt in vrijheid beperkt wordt. Daarom willen artsen er alles aan doen om dit te voorkomen. Doet zo'n situatie zich toch voor? Als vrijheidsbeperkende middelen wel nodig zijn, dan zoekt de arts naar het minst ingrijpende middel. Voorbeelden van vrijheidsbeperkende middelen zijn bedhekken, een trippelhoes of banden rond de middel en/of polsen. Dit wordt zo snel mogelijk met de contactpersoon van de patiënt besproken. 

Tips voor naasten

Het is voor een patiënt vaak heel fijn als zijn of haar naasten vaker op be­zoek komen. Als naaste kunt u dingen doen om de verwardheid te verminderen. Soms kan het gebruiken van vrijheidsbeperkende maatregelen hiermee worden voorkomen. 

Op bezoek komen

  • Als u op bezoek komt, zeg dan wie u bent, waarom u komt en herhaal dit zo nodig.
  • Bezoek is erg belangrijk. Maar veel personen tegelijk, of een te lange bezoektijd, kan vermoeiend en verwarrend zijn. De verpleging kan u over het bezoek adviseren.
  • Spreek met andere bezoekers af wie wanneer op bezoek komt. Als u met meer dan één persoon op bezoek komt, ga dan aan één kant van het bed of de stoel zitten. De patiënt kan zich dan zoveel mogelijk op één punt richten. Belangrijk is dat het bed in de laagste stand staat.
  • Ga op ooghoogte zitten bij uw naaste. Dit is voor de patiënt vaak veel prettiger.

Praten met uw naaste

  • Noem de dag en de plaats. Bijvoorbeeld: “Het is vandaag 21 december en je bent in het Martini Ziekenhuis Groningen op de afdeling…”. Vertel ook waarom iemand hier is. Bijvoorbeeld: “Je bent gisteren aan je heup geopereerd”.
  • Het kan geruststellend zijn om tijdens het gesprek uw hand op de hand van de patiënt te leggen.
  • Spreek rustig en in korte duidelijke zinnen. Stel eenvoudige vragen. Bijvoor­beeld: “Heb je lekker geslapen?”. Stel geen dubbele vragen zoals “Heb je lekker geslapen of ben je steeds wakker geweest?”
  • Het is beter dat u niet meegaat in de hallucinaties of waanideeën. Probeer niet tegen te spreken, maar duidelijk te maken dat u het anders ziet.
  • U hoeft niet steeds te praten. Het is vaak al genoeg dat u aanwezig bent.
  • Praat over bestaande personen en echte gebeurtenissen.

Andere tips

  • Breng enkele vertrouwde zaken mee van thuis. Bijvoorbeeld een foto met familiele­den of een klok met een zichtbare wijzerplaat. Ook is het mogelijk om op het beeldscherm boven het bed de klok met wijzerplaat te zetten.
  • Om onrust en angst bij de patiënt te verminderen, is het soms mogelijk om ’s nachts bij de patiënt te blijven slapen. Dat heet ook wel ‘rooming in’. U kunt de verpleegkundige vragen naar de mogelijkheden.
  • Let erop dat de patiënt zijn bril en/of gehoorapparaat gebruikt.
  • Zachte achtergrondmuziek kan prettig zijn en ontspannend werken. Muziek kan herkenning oproepen en herinneringen terughalen.

Na de behandeling

Het kan zijn dat u thuis een tijdje last houdt van het delier. Misschien heeft u wat meer moeite om u te concentreren. Dit kan een paar weken aanhouden. Ook kan het zijn dat u angstige of nare gevoelens heeft overgehouden aan het delier.

Heeft u na 3 maanden nog last van de gevolgen van het delier? Neem dan contact op met uw huisarts. Met de huisarts kunt u uw klach­ten bespreken. De huisarts kan u dan doorverwijzen naar het ziekenhuis. Dan kijkt het ziekenhuis welke hulp u kunt krijgen.

Belangrijk: meld uw delier

Wanneer iemand een delier heeft gehad, is er een grotere kans op een nieuw de­lier. Dat ontstaat bijvoorbeeld bij ziekte, een ziekenhuisopname of een operatie. Bij iedere op­name in het ziekenhuis is het daarom belangrijk om te zeggen dat u eerder een delier heeft gehad. Dan nemen de arts en verpleegkundige maatregelen. Hiermee voorkomen ze een nieuw delier of zorgen ze dat de klachten minder ernstig zijn. 

Het ontstaan van een delier kan het eerste teken van een lichamelijke ziekte zijn. Meld uw delier daarom ook altijd bij uw huisarts.

Versie: 20140024 delier- 29-11-2023

Specialisme: Psychiatrie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.