Borst verwijderen (Ablatio)
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
In overleg met de specialist heeft u besloten om uw borst te laten verwijderen. Ablatio is de medische term voor het verwijderen van de borstklier. In deze folder leest u de belangrijkste informatie over deze operatie. U leest over de voorbereiding, de opnamedag, de operatie zelf en wanneer u de uitslag krijgt. Ook leest u over het vervolgtraject. Dat gaat over welke behandeling(en) u na de operatie krijgt. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts.
Voorbereiding
Voor de operatie heeft u gesprek met de verpleegkundig casemanager. Tijdens dat gesprek krijgt u informatie over hoe de operatie gaat. U krijgt ook een datum voor de dagopname en operatie.
Informatieklapper
Informatie over hoe het in het Martini Ziekenhuis gaat, leest u in de informatieklapper. Deze klapper krijgt u van uw verpleegkundig casemanager. Hierin staat alle informatie over mogelijke behandelingen. Ook bevat de klapper een lijst met alle afspraken voor de komende tijd.
Preoperatief spreekuur
Voor uw operatie gaat u nog naar het preoperatieve spreekuur. Tijdens dit spreekuur krijgt u over de voorbereidingen, zoals het medicijngebruik. De anesthesioloog vertelt u vanaf welk tijdstip vóór de operatie u nuchter moet blijven. Nuchter blijven betekent dat u niet meer eet en drinkt.
Meer informatie over het preoperatieve spreekuur leest u in de folder Anesthesie en preoperatief spreekuur.
Voor de opnamedag
- Heeft u de dag voor de operatie griep of koorts? Neemt u dan meteen contact op. U hoort dan of het nodig is om de operatie te verplaatsen.
- Zorg dat uw huid schoon is. Ga voor uw opname in bad of onder de douche, knip uw nagels kort, verwijder nagellak of kunstnagels. Gebruik daarnaast geen crème of make-up.
- Tijdens de ingreep mag u geen lenzen, piercings of sieraden dragen. U mag wel een bril meenemen. Die kunt u tijdens de opname gewoon dragen.
De operatie
U wordt de dag van de operatie in het ziekenhuis opgenomen. Op de verpleegafdeling heeft u eerst een gesprek met een verpleegkundig casemanager. U krijgt dan meer informatie over de operatie.
Een borst verwijderen kan om verschillende redenen worden gedaan. U heeft bijvoorbeeld een kwaadaardige tumor in uw borst. Het kan ook zijn dat u een voorstadium van borstkanker heeft. Soms is de operatie preventief: als u borstkanker wil voorkomen. Soms is deze operatie nodig na een borstsparende operatie. Dat kan gebeuren als de tumor niet goed genoeg verwijderd is.
Narcose
De operatie is onder algehele narcose. Dat betekent dat u in slaap wordt gebracht en niets van de operatie merkt.
Schildwachtklieren
Meestal is het noodzakelijk om de schildwachtklier(en) in uw oksel ook te verwijderen. Schildwachtklier is de naam van de eerste lymfeklier waar uitzaaiingen uit de borst terechtkomen.
Om de schildwachtklier(en) te kunnen opsporen, moeten ze eerst zichtbaar worden gemaakt. Dat gebeurt met radioactiviteit. Op de dag voor de operatie of op de ochtend van de operatie krijgt u een injectie in de borst met de tumor. Deze injectie bevat een kleine, ongevaarlijke hoeveelheid radioactieve stof.
Radioactieve stof
De radioactieve stof gaat via een lymfebaan naar de schildwachtklier. Na een paar uur worden er foto’s van de schildwachtklier gemaakt, die door de radioactieve stof te zien is. Daarna bepaalt de radioloog de exacte plek van de schildwachtklier. Dit wordt op uw huid aangegeven. Zo weet de chirurg tijdens de operatie precies waar de schildwachtklier zit.
Voor alle duidelijkheid: de radioactieve stof maakt de schildwachtklier(en) zichtbaar. Tumoren zijn niet op de foto te zien. Schrik er dus niet van als u de klier(en) op het beeldscherm ziet. Dat is normaal en hoort bij het onderzoek.
Bij 1 procent van de mensen is de schildwachtklier niet te vinden. Als dat bij u zo is, dan zal de chirurg hier met u over spreken. Dat gebeurt nog voor de operatie. Tijdens de operatie wordt de schildwachtklier verwijderd. De operatie geeft meer informatie over uw ziekte. Daarom heet dit een diagnostische operatie.
Ablatio
Bij een ablatio verwijdert de chirurg het borstklierweefsel en meestal de tepel met de tepelhof. Na de operatie heeft u een litteken van 15 tot 20 centimeter. De wond wordt gehecht met oplosbare hechtingen onder de huid. U krijgt een drain (slangetje) in het wondgebied dat het wondvocht afvoert. De eerste dag na de operatie wordt de drain verwijderd. Als u voldoende hersteld bent, mag u naar huis. Dat geldt dus niet wanneer u een borstreconstructie heeft ondergaan. Dan blijft de drain langer zitten. De plastisch chirurg bepaalt dan wanneer u naar huis mag. Dat hangt af van de productie van wondvocht in de drainpot.
Duur van de operatie
De opnameduur is 1 nacht. Als u meteen een borstreconstructie laat doen, is de opnameduur maximaal 6 nachten.
Reconstructie van de borst
Voordat u naar huis mag, krijgt u een tijdelijke prothese. Dat gebeurt na het verwijderen van de drain. De prothese komt in uw eigen beha. Het is belangrijk om een beha mee te nemen die goed en prettig zit, zonder beugel. Hoe de beha er verder uit moet zien, hoort u van de verpleegkundig casemanager.
Definitieve prothese
Ongeveer 3 maanden na de operatie krijgt u een definitieve prothese. Bent u onder behandeling van de radiotherapeut? Dan kan dit ongeveer 2 maanden na het beëindigen van de radiotherapie. Voor de aankoop van een definitieve prothese, krijgt u een machtiging voor de verzekering. Ook krijgt u een adressenlijst met speciaalzaken die protheses maken.
Voor de operatie overlegt de specialist de mogelijkheid om uw borst te laten reconstrueren. Reconstrueren betekent dat uw borst wordt nagemaakt. Hierover heeft u eerst een gesprek met de plastisch chirurg. Als u kiest voor een reconstructie, gebeurt dit tijdens de operatie. Lees voor meer informatie de folder Borstreconstructie: tissue expander.
Weer naar huis
De meeste patiënten vinden deze operatie lichamelijk niet zwaar. Wel kan de operatie u emotioneel maken.
Thuis kunt u de meeste dingen weer zelf doen, zoals uzelf wassen en licht huishoudelijk werk doen. Als het lukt met uw klachten, mag u de activiteiten langzaam uitbreiden. Dat geldt ook voor weer aan het werk gaan. Wat u wanneer kunt doen, hangt af van of u nog een nabehandeling krijgt. En natuurlijk van hoe u zich voelt, lichamelijk en geestelijk.
Als uw borst tijdens de operatie een reconstructie krijgt, mag u niet alles doen. U mag de eerste 6 weken niet autorijden, sporten, zwaar tillen en bovenhands werken.
Vermoeidheid
Veel patiënten merken dat ze snel moe zijn. Dit kan komen door een combinatie van dingen. Bijvoorbeeld de operatie en de narcose, maar ook de spanning die de operatie met zich meebrengt. Ook kan de nabehandeling u moe maken.
Probeer rustig uit hoeveel uw lichaam aan kan. U bouwt uw conditie weer op door beweging af te wisselen met rust. Hier kunt u begeleiding bij krijgen, bijvoorbeeld van een fysiotherapeut. Bewegen en goed eten zorgen ervoor dat u tijdens de behandeling zo fit mogelijk blijft. Uw voeding moet daarom zo veel mogelijk goede voedingsstoffen bevatten.
De uitslag
Het borstklierweefsel wordt onderzocht in het pathologisch laboratorium. Na 7 tot 10 dagen is de uitslag van dit onderzoek bekend. U krijgt een afspraak bij het Academisch Borstcentrum Groningen om de uitslag met de chirurg te bespreken. Bij dit gesprek is een verpleegkundig casemanager aanwezig.
Vervolgtraject voor behandeling na de operatie
Tijdens het gesprek over de uitslag krijgt u advies over het vervolgtraject. Dat gaat over welke nabehandeling(en) u de komende tijd krijgt. Het advies wordt gegeven door een multidisciplinair team. Dat is een team met meerdere specialisten die samen kijken wat de beste behandeling voor u is.
Mogelijke nabehandelingen
Het advies kan uit 1 of meerdere nabehandelingen bestaan. Mogelijke behandelingen zijn:
-
Radiotherapie (bestraling)
-
Chemotherapie
-
Anti-hormonale therapie
-
Immunotherapie
Welke nabehandeling(en) u krijgt, hangt af van de uitslag.
Mogelijke complicaties
Zoals bij elke operatie kunnen er complicaties ontstaan. Bij een ablatio kunnen dit zijn:
- Een nabloeding
- Een infectie van de wond
- Ophoping van wondvocht (seroom)
Controle
Nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen, komt u voor een controle naar het spreekuur. Wanneer dat is, ziet u in uw klapper. Tijdens de eerste controle wordt gekeken hoe uw wond geneest. Ook gaat deze afspraak over uw vervolgtraject en hoe het met u gaat.
In overleg blijft u in elk geval 5 jaar onder controle. De controle krijgt u 1 keer per jaar. Dan krijgt u een mammografie of echografie en lichamelijk onderzoek. U ziet afwisselend de chirurg, de basisarts en de verpleegkundig casemanager.
Versie: 20200057 05-2023 Het verwijderen van een borst