Hartmonitor implantatie
Inleiding
In overleg met uw cardioloog heeft u besloten een hartmonitor te laten plaatsen. In deze folder leest u hoe de operatie gaat en hoe u zich voorbereidt. Deze folder is een aanvulling op uw gesprek met de cardioloog.
Hartmonitor
Een hartmonitor is een apparaatje dat onder de huid wordt geplaatst. Dit gebeurt aan de linkerkant van het borstbeen. Het apparaatje controleert het hartritme.
De hartmonitor wordt geplaatst bij mensen met klachten zoals:
-
Wegvallen
-
Een licht gevoel in het hoofd
-
Duizeligheid
-
Hartkloppingen.
Bij eerdere onderzoeken kon voor deze klachten geen oorzaak worden gevonden. Daarom wordt nu een hartmonitor geplaatst.
Hoe werkt de hartmonitor?
De hartmonitor bestaat uit 2 delen: een apparaatje onder de huid en een draadloze afstandsbediening die de hartmonitor kan activeren. Het onderhuidse gedeelte slaat bijzonderheden op. Denk hierbij aan een trage, snelle en onregelmatige hartslag of een pauze van het hart.
Afstandsbediening
Bij hartklachten waarmee u eerst naar de huisarts ging, gebruikt u nu de afstandsbediening van de hartmonitor. U plaatst de afstandsbediening op de huid of bovenop de kleding. Precies op de plek waar het onderhuidse apparaatje zit. Vervolgens drukt u op de knop. Er gaat een lampje branden, waardoor u weet dat de handeling goed is uitgevoerd. Door het brandende lampje weet u dat de ritmestoornis is geregistreerd.
Voorbereiding
Om de hartmonitor te plaatsen wordt u een dag opgenomen in het ziekenhuis. Op de dag van de opname gaat u naar de verpleegafdeling of de afdeling Dagbehandeling.
Voorbereiding thuis
Op de dag van de ingreep vragen we u nuchter te zijn volgens de 6-4-2 regel. Dat betekent:
- Tot 6 uur voor de ingreep mag u normaal vast en vloeibaar voedsel eten. Ook mag u alle vloeistoffen drinken.
- Tot 4 uur voor de ingreep mag u alle vloeistoffen (helder en niet helder) drinken.
- Tot 2 uur voor de ingreep mag u alleen nog heldere, niet koolzuurhoudende vloeistoffen (zonder prik) drinken. Drink niet meer dan 400 milliliter.
- Hebt u diabetes (type I of II)? Dan mag u tot de ingreep gewoon eten en drinken.
Voorbeelden van niet heldere vloeistoffen |
Voorbeelden van heldere vloeistoffen |
Koffie of thee met melk |
Water |
Zuivelproducten (inclusief nutridrink) |
Koffie of thee zonder melk |
Sondevoeding |
Aanmaaklimonade |
Vruchtensappen met vruchtvlees, zoals sinaasappelsap |
Appelsap |
Cola |
Sportdrank |
Voorbereiding op de afdeling
- Op de afdeling kleedt u zich om. U krijgt een OK-jasje aan en een OK-muts op.
- Zo nodig wordt het midden en de linkerkant van uw borstkas geschoren. In uw rechterarm wordt een infuusnaaldje ingebracht.
- Om ontstekingen tegen te gaan, krijgt u 1 uur voor de operatie antibiotica toegediend.
De operatie
U wordt op uw bed naar de hartkatheterisatiekamer gebracht. Daar krijgt u een plaatselijke verdoving. Vervolgens maakt de cardioloog een sneetje in uw huid. De cardioloog plaatst de hartmonitor onder uw huid, links naast het borstbeen. Daarna wordt de wond gesloten.
Duur van de operatie
De operatie duurt ongeveer 15 minuten.
Na de operatie
Na de operatie gaat u terug naar de afdeling. Daar mag u eten en drinken en u kunt zich weer aankleden. U hoeft geen bedrust te houden. De wond wordt gecontroleerd en het infuusnaaldje wordt verwijderd.
Vervolgens gaat u naar de Cardiologie Functieafdeling. Daar activeert de functielaborant de hartmonitor. Ook krijgt u informatie en instructies over het gebruik van de hartmonitor. Nadat de vervolgafspraken zijn gepland, mag u weer naar huis.
Weer naar huis
Het is belangrijk om uw vrienden en familie uit te leggen hoe de hartmonitor en afstandsbediening werken. Ook is het belangrijk om uw normale activiteiten voort te zetten. Dit vergroot de kans op een juiste diagnose. Let daarnaast op de volgende punten.
Wond controleren
Controleer de eerste 8 weken na plaatsing regelmatig de wond. Neem contact op met de huisarts als:
- De wond rood, dik en gevoelig is
- De wond vocht produceert
- U koorts heeft, boven de 37,5 graden Celsius
Bij hartproblemen
Als u hartproblemen ervaart, moet u of uw partner de afstandsbediening activeren. Vervolgens belt u de Cardiologie Functieafdeling. Er wordt dan een afspraak gemaakt om de hartmonitor te laten uitlezen. Dan wordt gekeken of de klachten te maken hebben met een afwijkend hartritme. Bij ernstige klachten belt u 112.
Technische informatie, leefregels en tips
- Draag de afstandsbediening altijd bij u.
- Voorkom dat u de afstandsbediening per ongeluk activeert.
- Laat de afstandsbediening niet vallen. Gebeurt dit wel, dan kunt u de werking testen. Houd hiervoor de afstandsbediening op armlengte afstand. Druk vervolgens op de grote knop. Als het lampje gaat branden, werkt de afstandsbediening nog goed,
- De afstandsbediening is niet waterdicht.
-
Zorg dat de afstandsbediening niet te lang bij temperaturen onder de 9 graden Celsius is. Draag de afstandsbediening bijvoorbeeld in uw binnenzak als het koud is buiten.
- De hartmonitor is alleen gevoelig voor straling in een zeer hoge dosis. Toch adviseren wij u om uw telefoon op minimaal 15 centimeter afstand van de monitor te houden.
Controle
U komt 8 weken na de implantatie van de hartmonitor terug voor controle. Er wordt gekeken of de wond goed is genezen en of er klachten zijn geweest. Ook wordt de hartmonitor uitgelezen.
Elke 3 maanden heeft u een afspraak voor een vervolgcontrole op de Cardiologie Functieafdeling. U krijgt hiervoor steeds een uitnodiging thuis gestuurd. Hierin staat de datum en het tijdstip van de controle. Zijn er tijdens de controle(s) bijzonderheden? Dan worden deze besproken met uw cardioloog. Mogelijk moet de medicatie worden aangepast of de behandeling uitgebreid.
De hartmonitor heeft een maximale draagtijd van 3 jaar. Daarna wordt de hartmonitor door de cardioloog verwijderd.
Versie: 1495930 Hartmonitor implantatie 2023-08