Hoe kankercellen hierop reageren en welke medicijnen het beste werken, verschilt per patiënt en per kankersoort. Voor de behandeling bespreken we welke medicijnen u krijgt, hoe u deze krijgt, de mogelijke bijwerkingen en welk resultaat we daarmee willen bereiken.
Er zijn twee soorten doelgerichte therapie:
- monoklonale antilichamen: deze werken aan de buitenkant van de kankercel
- small molecules: werken binnenin de kankercel.
Beiden groepen hebben een remmende en/of blokkerende functie, zodat bepaalde signalen die kankercellen nodig hebben voor de groei, deling en overleving niet meer goed worden doorgegeven. Hierdoor sterft de kankercel af.
De bijwerkingen van deze medicijnen zijn afhankelijk van het gebruikte middel en uw reactie hierop.
Nazorg
Tijdens de behandeling houdt u contact met uw arts, verpleegkundig casemanager, oncologieverpleegkundige of verpleegkundig specialist. De behandeling van kanker doet veel met u. Zowel lichamelijk als emotioneel. Heeft u vragen of hulp nodig? Stel deze dan aan uw arts, verpleegkundig casemanager, verpleegkundig specialist of de oncologieverpleegkundige.
Versie: 10 december 2021