Voorbereiding
In overleg met uw arts heeft u een afspraak voor een botscan. Voor het onderzoek hoeft u zich niet speciaal voor te bereiden. Wel is het heel belangrijk dat u voor het onderzoek alvast uw medicijngebruik bespreekt met uw arts. En het ook vertelt als u een allergie heeft.
Lees voor uw afspraak alvast goed onze algemene folder Skeletscandoor. Daarin vindt u alles wat belangrijk is om te weten over de voorbereiding, het onderzoek zelf en leefregels voor na het onderzoek.
Het onderzoek
Op de dag van het onderzoek komt u naar onze afdeling Nucleaire Geneeskunde. We zien u daar op 2 momenten:
- Voor het inspuiten van een licht radioactieve stof;
- Voor het maken van de foto’s, zo’n 3 tot 6 uur later.
Radioactieve vloeistof
Voor het onderzoek gebruiken we een licht radioactieve stof. Hiervoor krijgt u even een infuus in uw arm. Uw botten nemen de vloeistof op. Afwijkingen lichten hierdoor straks op in de scan. Het inwerken van de vloeistof duurt 3 tot 6 uur. Daarom spreken we met u af hoe laat u terugkomt voor het maken van de foto’s. U hoeft niet in het ziekenhuis te wachten.
Het is belangrijk om tijdens het inwerken van de vloeistof extra te drinken, en regelmatig te plassen. Ook vlak voor het maken van de foto’s.
Maken van de scan
Als de radioactieve vloeistof goed is ingewerkt, gaat u in de scanner voor de botscan. Hierbij maken we foto’s van uw botten met röntgenstraling. De hoeveelheid straling is ongeveer evenveel als bij een röntgenfoto.
Na het onderzoek
U ontvangt de uitslag van de botscan van uw eigen arts. De radioactieve stof is niet schadelijk en geeft geen bijwerkingen. U plast de stof vanzelf weer uit. Het is hierbij wel belangrijk om goed te drinken. De eerste 12 uur na het onderzoek kunt u beter geen kleine kinderen op schoot nemen. Er kan dan nog wat straling in uw lichaam zijn.