Zenuwwortelbehandeling (rhizotomie)

Inleiding

Uw behandelend arts heeft met u besproken dat uw pijnklachten behandeld worden met een zenuwwortelblokkade. De informatie in deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw behandelend arts.

 Zenuwwortelblokkade

De wervelkolom loopt van de hals tot het staartbeen (stuitje) en bestaat uit wervels en tussenwervelschijven. Tussen deze wervels komen zenuwwortels uit de wervelkolom die pijn en gevoel doorgeven. Als een zenuwwortel beklemd of geïrriteerd is geraakt door bijvoorbeeld een hernia of slijtage, kunnen pijnklachten ontstaan.   

Door de zenuwwortel te blokkeren, wordt de pijngeleiding in de zenuw onderbroken.

Waar de behandeling wordt uitgevoerd, hangt af van uw klachten:

• Ter hoogte van de nek (cervicaal niveau).
• Ter hoogte van de borstkas (thoracaal niveau).
• Ter hoogte van de lage rug (lumbaal niveau).
• Ter hoogte van het heiligbeen (caudaal niveau).

Aandachtspunten voor de behandeling

Voorbereiding

Voordat u behandeld wordt, zijn er een paar belangrijke zaken waar u rekening mee moet houden.

 Medicatie

• Gebruikt u medicatie die de bloedstolling beïnvloedt? Dan overlegt u met de pijnarts of u hier vóór de behandeling tijdelijk mee moet stoppen. U kunt uw andere medicatie gewoon blijven innemen.
• Heeft u een allergie of overgevoeligheid voor jodium, pleisters, contrastmiddelen of bepaalde medicatie? Dan vertelt u dat aan uw pijnarts.

Nuchter

U hoeft voor deze behandeling niet nuchter te zijn. Het is wel goed om op de dag van de behandeling licht verteerbaar voedsel te nemen en dit niet kort voor de behandeling te nuttigen.

Op de dag van de behandeling

• U draagt het beste makkelijk zittende kleding.
• Neem geen kostbaarheden mee naar het ziekenhuis.
• U mag tijdens de behandeling geen sieraden of piercings dragen.
• Als u op de dag van de behandeling koorts heeft, dan meldt u dat zo snel mogelijk. Uw behandeling kan dan niet doorgaan en wordt verplaatst naar een andere dag.
• Als u (mogelijk) zwanger bent, neemt u contact op met de Pijnpolikliniek. U hoort dan of de behandeling door kan gaan.
• Als u diabetes (suikerziekte) heeft, dan bespreekt u dat voor de behandeling met uw pijnarts.
• Na de behandeling mag u dezelfde dag niet actief aan het verkeer deelnemen. Zorg ervoor dat u naar huis gebracht wordt door een begeleider.

De behandeling

Op de dag van de behandeling wordt u naar de rustruimte gebracht. Daar kleedt u zich om.

Tijdens de behandeling draagt u een operatiejasje. U wordt op een bed van de rustruimte naar de behandelkamer gebracht. De behandelkamer is speciaal ingericht voor pijnbestrijding. Een medewerker op de behandelkamer stelt u een paar vragen (Time Out). Hierna vindt behandeling plaats onder röntgendoorlichting.

Er zijn drie vormen van behandeling mogelijk:

Diagnostische behandeling

De diagnostische behandeling is een proefbehandeling, waarbij de pijnarts één zenuwwortel verdoofd. Dat gebeurt via een naaldje. Als de pijn vermindert of een paar uur verdwijnt, weet de arts dat deze zenuw bij de pijn is betrokken.

Therapeutische behandeling

Bij een therapeutische behandeling verdooft de pijnarts één zenuwwortel met een naaldje. Dan krijgt u via dit naaldje een ontstekingsremmer ingespoten. Als de verdoving na de behandeling is uitgewerkt, neemt de ontstekingsremmer het over en laat de zwelling rond de zenuw afnemen, waardoor er meer ruimte ontstaat. De behandeling heeft tijd nodig om in te werken (ca 4 weken).

PRF behandeling

Een PRF behandeling maakt gebruik van elektrische stroompjes. Deze techniek zorgt ervoor dat de pijngeleiding van de zenuw wordt beïnvloed en pijnvermindering geeft.

Met een klein proefstroompje kijkt de arts of het naaldje op de goede plek zit. Hierna vindt lokale verdoving plaats en worden via het naaldje gedurende een paar minuten elektrische stroompjes toegediend.

Na de behandeling

Na de behandeling wordt u naar de rustruimte teruggebracht. Daar blijft u ongeveer een half uur in bed. Als u zich goed voelt, kunt u na overleg met de verpleegkundige weer naar huis. Soms kan tijdelijke, kortdurende verdoving van een arm of been optreden. Als u uit bed stapt, moet u hierop bedacht zijn.

Weer naar huis

Na de behandeling met een rhizotomie merkt u soms veranderingen. Deze veranderingen zijn tijdelijk en gaan vaak vanzelf over:

• U kunt last hebben van napijn. Die pijn kan soms een paar dagen duren. U kunt hiervoor een pijnstiller innemen.
• Heeft u diabetes (suikerziekte) en gebruikt u insuline? Dan merkt u mogelijk dat uw bloedsuikers de eerste paar dagen na de behandeling hoger zijn.
• De behandeling kan bij vrouwen voor opvliegers zorgen. Het kan ook de menstruatie korte tijd verstoren.
• Er is altijd een kleine kans dat u een allergische reactie krijgt op gebruikte medicatie. Dit komt bijna nooit voor. Als dat toch zo is, krijgt u daar medicatie voor en blijft u langer in het ziekenhuis.
• Op de plaats waar geprikt is, kunt u een bloeduitstorting krijgen. Heel soms kan de plek geïnfecteerd raken (roodheid, pijn of vochtafscheiding). Ook kunt u koorts krijgen. Als dat zo is, dan neemt u meteen contact op met uw pijnarts.
• Op de plek van de behandelde zenuw kan het voorkomen dat u minder kracht heeft en dat er minder gevoel is. Daarom is het beter dat u pas de dag na de behandeling weer zelf deelneemt aan het verkeer.
• Er is een heel kleine kans dat er een spinale blokkade ontstaat. Hierdoor kunnen uw bloeddruk en hartfrequentie voor een tijdje dalen. U voelt dan doofheid. De kans hierop is heel klein.
• Het kan gebeuren dat het ruggenmergvlies wordt aangeprikt. Dit kan hoofdpijn veroorzaken. Als dat bij u zo is, dan neemt u meteen contact op met uw pijnarts.
• Bij een behandeling van de zenuwwortel ter hoogte van de borstkas kan uw long worden aangeprikt. Als u na de behandeling kortademig wordt, neemt u meteen contact op met uw pijnarts.
• U kunt na de behandeling, vooral bij een behandeling in de hals, een beetje duizelig zijn. Als dat zo is, dan kunt u beter rustig aan doen. Het gaat dan vanzelf weer over.

Het resultaat

Pas na 6 tot 8 weken kan het resultaat van een PRF behandeling worden beoordeeld. De arts bespreekt met u of het nodig is een telefonische afspraak te maken.