Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Behandeling en onderzoek
  3. Verzorging en voeding op de afdeling Neonatologie

Verzorging en voeding op de afdeling Neonatologie

Inleiding

In deze folder lees je over de soorten zorg die het Martini Ziekenhuis biedt aan ouders en baby’s. Ook lees je meer over de verzorging van je baby en krijg je meer informatie over voeding. Bijvoorbeeld over borstvoeding, flesvoeding en sondevoeding. Heb je na het lezen van deze folder nog vragen? Stel deze dan aan de arts of verpleegkundige.

Ontwikkelingsgerichte en vraaggerichte zorg

De afdeling Neonatologie biedt ouders en baby’s verschillende soorten zorg. Hieronder lees je daar meer over.

Ontwikkelingsgerichte zorg

Het doel van ontwikkelingsgerichte zorg is de ontwikkeling van baby’s te ondersteunen. Bijvoorbeeld door stress te verminderen en comfort te vergroten. Hierbij kijken we bijvoorbeeld naar de lichaamstaal van baby’s. Maar ook de waarden op de monitor, het waak-slaapritme en de alertheid. En bijvoorbeeld reacties op geluiden, houding en beweging. 



Tijdens een opname komen baby’s al in aanraking met prikkels. Denk hierbij aan onderzoeken, bloedprikken, sonde of infuus inbrengen of de neus uitzuigen. En ook alarmgeluiden of drukte op de afdeling. Daarnaast moeten baby’s natuurlijk ook verzorgd, verschoond en gevoed worden. Er is tijdens deze zorg aandacht voor stress, comfort en pijn.

De omgeving en verzorging wordt aangepast aan wat een baby aankan. Er wordt getroost en ondersteund bij de verzorging, pijn en stressvolle handelingen. De couveuse wordt afgedekt om geluid en licht te dempen. Er is aandacht voor de ligging van de baby’s, zodat zij zich geborgen en gesteund voelen. Ook word je als ouder betrokken bij de zorg voor je baby.

Je kunt meer lezen over ontwikkelingsgerichte zorg op: Ontwikkelingsgerichte zorg - Website Care4Neo

Buidelen

Tijdens een ziekenhuisopname is er minder lichamelijk contact mogelijk tussen ouders en baby. Als de conditie van de baby het toelaat, wordt dan de kangoeroemethode geadviseerd. Dit wordt ook wel buidelen genoemd. De baby wordt met alleen een luier om op de ontblote huid van 1 van de ouders gelegd.

Voordelen van buidelen

Buidelen zorgt voor gevoelens van veiligheid en vertrouwen tussen ouder en baby. De baby ervaart een warme aanraking, herkent stemgeluid, de hartslag en ruikt de ouder. De baby heeft stabielere vitale functies, zoals hartslag, ademhaling en bloeddruk

Buidelen stimuleert de baby om zijn natuurlijke gedrag te vertonen. De baby ruikt zijn/haar moeders melk en gaat op zoek naar de borst. Ook bevordert het de productie van moedermelk.

Buidelen is bijna altijd mogelijk. Het is raadzaam om de tijd te nemen voor het buidelen. Het overtillen vanuit de couveuse naar de borst is het meest inspannend voor de baby. Het is goed om zoveel mogelijk te buidelen. Het liefst de hele dag. Lukt dat niet? Dan is het advies om te streven naar 8 uur buidelen per dag, met een minimum van 1 uur per keer. Is het om wat voor reden dan ook niet mogelijk om te buidelen? Neem dan contact op met de verpleegkundige.

Natuurlijke pijnstiller

Buidelen kan ook tijdens vervelende momenten, zoals bloedafname. Het helpt bij het troosten en het reguleren van de stress voor de baby. Baby’s ervaren door het buidelen minder stress en zijn sneller weer comfortabel en ontspannen na de handeling. Het is een bewezen natuurlijke pijnstiller. Buidelen werkt stressverminderend voor ouders, ondersteunt in hechting en binding en geeft meer zelfvertrouwen in de zorg voor de baby. 

Heb je vragen over het buidelen? De verpleging helpt je bij het leren. Ook de fysiotherapeut kan je leren hoe je jouw baby op een prettige manier van en naar het bedje kunt verplaatsen. En hoe je comfortabel de baby vast kan houden tijdens het buidelen.

Vraaggerichte zorg

Het is erg belangrijk dat ouders kunnen meedoen en meedenken bij de zorg van hun baby. Ouders zijn op de afdeling dan ook een volwaardige partner in de zorg voor hun baby.

Toch kan het erg spannend zijn om deel te nemen aan de zorg. De baby is natuurlijk nog erg klein en kwetsbaar. De medische apparatuur die mogelijk gebruikt wordt, kan daarbij een grote belemmering zijn. Toch zijn ouders heel belangrijk. Zij zijn de vaste, betrouwbare factoren voor hun baby. 

Het behandelteam leert je graag alles wat nodig is in de zorg voor je baby. In het geval van medische handelingen zal de verpleegkundige of de arts dit doen. Daarin kun je als ouder de baby ondersteunen. Zo word je de expert en de belangrijkste persoon in de zorg voor je eigen baby.

Op de neosuites mag je aanwezig zijn bij de visite. Je wordt uitgenodigd om samen het beleid rondom de zorg voor je baby te bepalen. Dit heet shared decision making.

Verzorging van je baby

Hieronder lees je meer over wat je als ouder zelf kunt doen bij de verzorging van je baby. En de afspraken

Wegen

Na de geboorte wordt je baby dagelijks gewogen. Het is normaal dat een baby eerst wat gewicht verliest. Zodra een baby terug is op het geboortegewicht, wordt er vaak niet meer dagelijks gewogen. Meestal hoeft het dan maar 3 keer per week, tenzij de arts opdracht geeft tot dagelijks wegen. Op maandag, woensdag en vrijdag wordt het actuele gewicht van de baby besproken. Dit gebeurt tijdens de visite.

Wassen en baden

In overleg met de verpleegkundige kan de baby in bad.  Als een baby nog erg klein is, kan dit eventueel in een klein badje in de couveuse. Verpleegkundigen zullen je hierbij ondersteunen. Het is belangrijk dat dagelijks het gezichtje, de oogjes, oortjes en alle plooitjes van een baby opgefrist worden. Mag je baby niet in bad? Dan wordt de baby met gazen gewassen.

Eigen kleding

Je kunt eigen kleding voor de baby bij het bedje neerleggen. Als de situatie het toelaat, mag een baby (ook in de couveuse) kleertjes aan. Kleding moet eerst gewassen worden.

Knuffeltjes

Je mag een klein knuffeltje bij je baby in het bedje leggen. Dit mag alleen aan het voeteneind van het bedje. En het knuffeltje moet voor gebruik en daarna wekelijks gewassen worden.

Geurdoekjes

Het is voor een baby fijn om de geur van de ouders te ruiken als het in een couveuse of bedje ligt. Je kunt daarom een doekje een aantal uren op je huid dragen. Dit is zodat je geur wordt opgenomen. In de couveuse zorgt dit doekje voor een gevoel van aanwezigheid van de ouders. Dit zorgt voor rust bij de baby en bevordert de hechting. 

Voeding, voedingstijden, voedingsbereiding, sondevoeding

Pasgeboren baby’s krijgen vlot na de geboorte al voeding. In enkele gevallen wordt het voeden uitgesteld. Bijvoorbeeld als een baby erg ziek is. Voeden kan door borstvoeding, flesvoeding of sondevoeding te geven.

Borstvoeding

Op de afdeling wordt het geven van borstvoeding aangemoedigd. Door borstvoeding krijgen baby’s belangrijke natuurlijke stoffen binnen. Ook bevordert borstvoeding het contact tussen de moeder en de baby. De opname van een baby hoeft geen belemmering te zijn voor het geven van borstvoeding. De verpleegkundige of borstvoedingsdeskundige kan je begeleiden bij het geven van borstvoeding. Bij te vroeg geboren baby’s maken we gebruik van het ‘Stappenplan borstvoeding vanaf 32 weken’.

Kan een baby nog niet of niet vaak genoeg aan de borst kan drinken? Bijvoorbeeld omdat de baby te vroeg geboren is? Dan kun je door te kolven de aanmaak van moedermelk op gang helpen en houden. De afgekolfde melk wordt dan aan je baby gegeven.

Krijgt je baby borstvoeding? Dan bepaalt de arts (of de baby zelf) hoe vaak er voeding nodig is. Dit kan wisselen tussen 6 tot 12 keer per dag. Je kunt ervan uitgaan dat je baby voldoende drinkt als het voldoende plast. Dit zijn gemiddeld 6 natte luiers per dag. En als de baby niet tussen de voedingen door aangeeft hongerig te zijn. Krijgt je baby bijvoeding in het ziekenhuis? Zorg er dan voor dat je dit in huis hebt als de baby thuis komt.

Bij borstvoeding hebben baby’s ook vitamine K en D nodig. Vitamine K is belangrijk voor de bloedstolling. Vanaf de geboorte tot en met de derde maand heeft je baby 25 microgram vitamine K per dag nodig. Geef een baby vanaf de tweede week vitamine D. Vitamine D is nodig voor een goede botontwikkeling.

Richtlijn voor het kolven van moedermelk

  • Was altijd je handen met water en zeep voordat je gaat kolven.
  • Zorg voor een rustige omgeving en ontspan jezelf.
  • Als het haalbaar is, dan is het advies om de 2 tot 3 uur te kolven.
  • Het is normaal dat je de eerste dagen geen of weinig (enkele druppels) melk afkolft
  • Er zijn meerdere kolven aanwezig op de afdeling. Een aantal van deze kolven heeft naast de normale kolfstand ook het initiatie-programma. Dit programma is speciaal bedoeld voor de eerste dagen om de moedermelkproductie op gang te brengen. De verpleegkundige kan je hierbij begeleiden. Ook hangt er een instructie aan het kolfapparaat.
  • Het kolven mag geen pijn doen.
  • Als je ‘s ochtends wakker wordt, heb je de meeste voeding.
  • Als de productie goed op gang is, kijk je tijdens het kolven naar de stroom om te bepalen wanneer je kunt stoppen. Als de melkstroom duidelijk afneemt en gaat druppelen, kolf je nog 1 minuut door. Daarna stop je, ook al is de borst dan nog niet helemaal leeg.
  • Om de productie op gang te brengen of te houden, kun je beter vaker dan langer kolven.
  • Wanneer je een grote hoeveelheid melk afkolft, verleng dan de tijd tussen het kolven.
  • Noteer de naam van je baby, de datum en het tijdstip, voordat je de melk in de koelkast zet.

Richtlijn voor het reinigen van de kolf

Reinig de afdelingskolf voor én na gebruik met een nat microvezeldoekje. De kolfsetjes moeten na gebruik eerst met koud water afgespoeld worden. En daarna moeten ze met heet water nagespoeld. 1 keer per dag moet de kolfset gewassen en uitgekookt worden.

Richtlijnen voor het bewaren en opwarmen van moedermelk

 

 

 Houdbaarheid moedermelk

 

Kamer

(20°C)

 

Koelkast

(4°C)

Vriezer

(-15°C / -20°C)

Ná opwarmen

Verse moedermelk in ziekenhuis*

4 uur

48 uur

3 maanden

1 uur

 Verse moedermelk thuis

5-10 uur

5 dagen

12 maanden

1 uur

 Ontdooide moedermelk

 1 uur

 24 uur

n.v.t.

1 uur

 

* In het ziekenhuis gelden andere regels dan thuis

Let op:

  • Tijdens de opname kan je steriele flesjes en etiketten van de afdeling mee naar huis nemen (deze flesjes kunnen niet uitgekookt worden)
  • Wanneer je melk in de diepvries bewaart, verzoeken wij je de naam van jouw baby op de dop schrijven
  • Melk dat meteen na het kolven ingevroren wordt, moet eerst afgekoeld worden in de koelkast
  • Ingevroren melk bij voorkeur in de koelkast ontdooien. Alternatief: onder stromend koud, later warm water (niet heet!)
  • Gekolfde melk koel vervoeren naar het ziekenhuis, bijvoorbeeld in een koeltas met koelelementen.

Op de afdeling zijn borstkolven aanwezig voor algemeen gebruik. Je krijgt 1 kolfsetje van de afdeling, die je 24 uur kunt gebruiken. Hierna kan je zelf setjes kopen bij bijvoorbeeld de zorgwinkel Vegro tegenover de apotheek. Je mag ook je eigen kolf van thuis meenemen.

Voor meer informatie over borstvoeding verwijzen wij je naar borstvoedingsorganisatie La Leche League: Borstvoedingsorganisatie La Leche League

Early Feeding skills (EFS)

Niet elke baby kan even makkelijk drinken. Het is een vaardigheid waarbij zuigen, slikken en ademhalen op elkaar afgestemd moeten worden. Soms is dit voor een baby moeilijk. Bijvoorbeeld bij vroeggeboorte of het ziek zijn van een baby. Dan kunnen er problemen ontstaan bij het voeden. Op onze afdelingen volgen we de methode van de Early Feeding Skills (EFS) om jou en je baby te ondersteunen. Hierbij wordt gelet op de houding en de techniek van het drinken. De baby geeft tijdens het drinken signalen af of het drinken goed gaat.

Borstvoedingsschema voor prematuren

Prematuur geboren baby’s mogen vanaf 32 weken voorzichtig kennismaken met borstvoeding. Dit doen we met het stappenplan borstvoeding voor prematuren.

Stap 1: Huid op huid contact

Probeer zo veel mogelijk te ‘buidelen’. Stem dit af met de verpleegkundige. Leg de baby met de blote huid tegen jouw blote huid aan. Praat tegen de baby. De baby herkent je stem en geur en voelt zich veilig dicht bij je. Vermijd sterke geuren zoals parfum.

Stap 2: Mond en neus tegen tepel

Leg tijdens het buidelen het hoofd van de baby ter hoogte van je tepel. Doe dit zo, dat neus en de mond bij de tepel liggen. De baby zal de borstvoeding ruiken en nieuwsgierig worden.

Stap 3: Beetje melk laten proeven

Als de baby ter hoogte van de tepel ligt, dan kun je met je hand voorzichtig wat melk uit de borst drukken. De baby ruikt deze druppeltjes melk die op de tepel zitten en wordt dan nieuwsgierig. De baby zal misschien ook voorzichtig wat melk willen oplikken. Een grote, belangrijke stap!

Stap 4: Ruiken en sabbelen

De baby laat steeds vaker zien dat hij of zij wil gaan drinken. Eerst zal de baby voorzichtig likken, later opent hij zijn mondje. Je baby vindt het heerlijk om druppeltjes moedermelk te proeven.

Stap 5: Zoekreflexen stimuleren

In deze fase gaat de baby ‘aanhappen’. Leg je baby goed ter hoogte van de tepel. Streel met je tepel over de lippen. De baby zal de mond wijd openen en de tong over de onderlip naar buiten steken. Nu kan je de baby voorzichtig dichterbij schuiven zodat hij kan happen en de tepel ver genoeg in zijn mondje kan nemen. Vaak is dit nog een oefening. De baby hapt en laat weer los, hapt en laat weer los. Voor een prematuur kan het moeilijk zijn om het vacuüm te behouden aan de borst.

Stap 6: Wakker en alert; voor het eerst drinken

Als de baby goed wakker is zal hij op een moment aanhappen en niet meer loslaten. Hij zal dan ook voor het eerst zuigen. Deze stap kan lang duren: hij hapt wel maar gaat uiteindelijk toch niet zuigen. Het zuigreflex wordt geprikkeld als de baby iets tegen het gehemelte voelt. De baby gaat dan automatisch zuigen.

Een tepel die niet ver genoeg in het mondje komt, zal het gehemelte dus niet prikkelen. Hierdoor komt er geen zuigreflex en gaat de baby dus niet zuigen. Dit is mogelijk een moment om tijdelijk een hulpmiddel, zoals een tepelhoedje, te gebruiken. Dit is omdat deze lichtjes het gehemelte raakt en zo de zuigreflex prikkelt. Een tepelhoedje kan er ook voor zorgen dat de baby het vacuüm aan de borst beter kan behouden.

Stap 7: Vasthouden van de tepel en tepelhof; zuigen en slikken

Nu is het zover. De baby drinkt aan de borst en houdt in deze fase de tepel met de tepelhof goed vast en zuigt, met of zonder tepelhoed. Ook zie en/of hoor je de baby slikken. De eerste voedingen zullen vaak niet meer dan een paar slokjes zijn. Maar het is beslist een goed begin!

Stap 8: Borstvoeding geven; minderen van de bijvoeding

Zodra de baby steeds beter en langer aan de borst drinkt, kan de bijvoeding na de borstvoeding verminderen.

Stap 9: Borstvoeding deels op verzoek

In deze fase ben je al thuis of in ieder geval bijna thuis. Je baby mag en kan vaker bij je drinken. Het zal alleen nog niet helemaal lukken om alles zelf uit de borst te drinken.

Stap 10: Dag en nacht samen en frequent borstvoeding

De baby drinkt volledig, alle voedingen aan de borst!

Flesvoeding

De verpleegkundige kan je begeleiden bij flesvoeding. Als je baby kan en mag drinken, dan kun je een eigen flesje meenemen van thuis. De baby kan alvast wennen aan de eigen fles. Verpleegkundigen kunnen je helpen bij het kiezen van de juiste fles en/of speen. Dit kan per baby anders zijn. Flessen worden dagelijks gereinigd en gesteriliseerd door de verpleegkundige of door jezelf. Voor algemene informatie over de voeding van je baby, verwijzen wij je naar de richtlijnen van het Landelijke Voedingscentrum.

Als je de baby flesvoeding geeft, krijgt je baby 6 tot 8 keer per dag de fles. De maximale hoeveelheid voeding per 24 uur wordt door de arts berekend. De gebruiksaanwijzing voor het klaarmaken van de voeding staat op de verpakking. Het ophogen van de voeding gaat in overleg met de arts van het consultatiebureau, de huisarts of de kinderarts.

Sondevoeding

Baby’s die zelf niet of niet voldoende kunnen drinken krijgen een maagsonde. Dit is een slangetje dat via de neus in de maag terechtkomt. En dat vastgeplakt wordt met een pleister op de wang.

Soms kan het zijn dat een baby aan alle ontslagcriteria voldoet, maar nog niet alle voedingen zelfstandig kan drinken. Als je dat wilt, kun je als ouder leren hoe je sondevoeding kunt geven. We leren je alle ins en outs. Je krijgt veiligheidsinstructies en je krijgt ondersteuning voor thuis bij een kinderthuiszorgorganisatie. Op deze manier kan het zijn dat je baby (eerder) met ontslag mag.

Steriliseren van flessen/spenen/kolfaccessoire /tepelhoedjes

Flessen, (fop)spenen, kolfaccessoires en tepelhoedjes moeten dagelijks gereinigd en gesteriliseerd te worden. Na het reinigen kun je de onderdelen steriliseren in een magnetronsterilisator. De verpleegkundige geeft je hierover instructie.

Versie: 00334 Verzorging en voeding op de afdeling Neonatologie 2024-10

Specialisme: Neonatologie