Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Behandeling en onderzoek
  3. Verwijderen van een borst

Borst verwijderen (Ablatio)

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Samenvatting

Binnenkort wordt uw borst verwijderd tijdens een operatie. Dit wordt gedaan omdat u borstkanker heeft of wil voorkomen dat u het krijgt. Het kan ook zijn dat de borstsparende operatie niet goed genoeg heeft geholpen. U krijgt meerdere gesprekken over hoe u zich voorbereidt op de operatie. Van de operatie merkt u niets: u krijgt een narcose (verdoving). Soms moeten de schildwachtklieren en okselklieren ook verwijderd worden. Hoelang u in het ziekenhuis blijft, ligt eraan of u een borstreconstructie krijgt. Eenmaal thuis, kunt u vermoeid en emotioneel zijn. Ook kan er vocht in de wond ontstaan: dat is heel normaal. 7 tot 10 dagen na de operatie krijgt u de uitslag. Dan hoort u ook welke nabehandeling(en) u krijgt. Daarna staat u nog 5 jaar onder controle.

Inleiding

In overleg met de specialist heeft u besloten om uw borst te laten verwijderen. Ablatio is de medische term voor het verwijderen van de borstklier. In deze folder leest u de belangrijkste informatie over deze operatie. U leest over de voorbereiding, de opnamedag, de operatie zelf en wanneer u de uitslag krijgt. Als laatste leest u over het vervolgtraject. Dat gaat over welke behandeling(en) u na de operatie krijgt.

Voorbereiding

Voor de operatie heeft u gesprek met de verpleegkundig casemanager. Daar krijgt u informatie over hoe alles rondom de operatie gaat. Tijdens dit gesprek krijgt u een datum voor de dagopname en operatie. 

Preoperatief spreekuur

Voor uw operatie heeft u telefonisch contact met het preoperatief spreekuur. Tijdens dit spreekuur krijgt u informatie over medicijngebruik en andere voorbereidingen voor de operatie. U krijgt onder andere informatie over het gebruik van medicijnen. 

Zo bereidt u zich voor

  • De anesthesioloog vertelt u vanaf welk tijdstip vóór de operatie u nuchter moet blijven. Nuchter blijven betekent dat u niet meer eet en drinkt.
  • Ook raden we aan om te stoppen met het drinken van alcohol. Stop 24 uur voor de operatie en op de dag van de operatie.
  • Zorg dat uw huid schoon is. Ga voor uw opname in bad of onder de douche, knip uw nagels kort, verwijder nagellak of kunstnagels en gebruik geen crème of make-up. 
  • Tijdens de ingreep mag u geen lenzen, piercings of sieraden dragen. Verwijder deze voordat u wordt opgenomen. 
  • U mag wel een bril meenemen. Deze kunt u tijdens de opname dragen.

Bij griep of koorts

Heeft u de dag voor de operatie griep of koorts? Neemt u dan contact op met de afdeling Preoperatief Spreekuur. U hoort dan of het nodig is om de operatie te verplaatsen.

Verdere voorbereidingen

Voor de verdere voorbereidingen volgt u de afspraken die u met uw behandelend arts, de anesthesioloog en de verpleegkundig casemanager hebt gemaakt. Bekijk voor meer informatie de folder Anesthesie.

De opnamedag

U wordt de dag van de operatie in het ziekenhuis opgenomen. Op de verpleegafdeling heeft u eerst een gesprek met een verpleegkundige. U krijgt dan meer informatie alles rondom de operatie.

Schildwachtklieren

Meestal is het noodzakelijk om de schildwachtklier(en) in uw oksel ook te verwijderen. Dit wordt gedaan omdat de schildwachtklier de eerste lymfeklier is waar eventuele uitzaaiingen terecht zouden kunnen komen. 

Schildwachtklieren opsporen

Om de schildwachtklier(en) te kunnen opsporen, moet hij eerst zichtbaar worden gemaakt. Dat gebeurt met radioactiviteit. De dag voor de operatie of de ochtend van de operatie krijgt u een injectie in de borst met de tumor. Deze injectie bevat een kleine, ongevaarlijke hoeveelheid radioactieve stof. 

De radioactieve stof verplaatst zich via een lymfebaan naar de schildwachtklier. Na een paar uur worden foto’s van de schildwachtklier gemaakt, die door de radioactieve stof te zien is.

Daarna bepaalt de radioloog de exacte plek van de schildwachtklier. Dit wordt op uw huid aangegeven. Zo weet de chirurg tijdens de operatie precies waar de schildwachtklier zit. 

Voor alle duidelijkheid: de radioactieve stof maakt de schildwachtklier(en) zichtbaar. Tumoren zijn niet op de foto te zien. Schrik er dus niet van als u de klier(en) op het beeldscherm ziet. Dat is normaal en hoort bij het onderzoek. 

Bij 1 procent van de mensen is de schildwachtklier niet te vinden. Als dat bij u zo is, dan zal de chirurg hier met u over spreken. Dat gebeurt nog voor de operatie. 

Tijdens de operatie wordt de schildwachtklier(en) verwijderd. Het verwijderen van de schildwachtklieren helpt om de diagnose te bepalen. De operatie geeft meer informatie over uw ziekte. Daarom noemen we dit een diagnostische operatie.

Over de operatie

Een borst verwijderen kan om verschillende redenen worden gedaan. De reden kan zijn dat u een kwaadaardige tumor in uw borst heeft. Het kan ook zijn dat u een voorstadium van borstkanker heeft. Of de operatie is preventief: u wilt borstkanker voorkomen. Soms is deze operatie nodig na een borstsparende operatie. Dat kan gebeuren als de tumor niet goed genoeg verwijderd is. 

Tijdens de operatie

De operatie is onder algehele narcose. Dat betekent dat u in slaap wordt gebracht en niets van de operatie merkt. Bij een ablatio verwijdert de chirurg het borstklierweefsel en meestal de tepel met tepelhof. Na de operatie heeft u een litteken van 15 tot 20 centimeter. De chirurg hecht de wond met oplosbare hechtingen onder de huid. Dit heet de quilt methode. De huid hecht dan vast aan de onderliggende spierlaag. Zo komen de lagen dicht op elkaar. Vochtvorming, nabloeding en ontsteking krijgen minder kans.

Na de operatie

De meeste patiënten vinden deze operatie lichamelijk niet zwaar. Ze hebben niet veel pijn en kunnen zich thuis snel weer redden. Emotioneel is dit een ingrijpende/ confronterende operatie. 

Zoals bij elke operatie kunnen er complicaties ontstaan. Bij een ablatio kunnen dit zijn: nabloeding, infectie van de wond en ophoping van wondvocht (seroom).

Opnameduur

De totale opnameduur is 1 nacht. Als u meteen een borstreconstructie laat doen, is de opnameduur maximaal 6 nachten.

Als u voldoende hersteld bent, mag u naar huis. Dit geldt dus niet wanneer u een borstreconstructie heeft ondergaan. De plastisch chirurg bepaalt dan wanneer u naar huis mag.

Tijdelijke prothese

Voor ontslag krijgt u een tijdelijke prothese aangemeten. De prothese komt in uw eigen beha. Het is belangrijk om een sportbeha mee te nemen die stevig en prettig zit, zonder beugel. Hoe de bh er verder uit moet zien, hoort u van de verpleegkundig casemanager.

Definitieve prothese

Ongeveer 3 maanden na de operatie krijgt u een definitieve prothese. Bent u onder behandeling van de radiotherapeut? Dan kan dit ongeveer 2 maanden na het beëindigen van de radiotherapie. Voor de aankoop van een definitieve prothese, krijgt u een machtiging voor de verzekering. Ook krijgt u een adressenlijst met speciaalzaken die protheses maken.

Reconstructie van de borst

Voor de operatie overlegt de specialist de mogelijkheid om uw borst te laten reconstrueren. Hierover heeft u eerst een gesprek met de plastisch chirurg. Als u kiest voor een reconstructie, gebeurt dit tijdens de operatie. Lees voor meer informatie de folder Borstreconstructie: tissue expander

Let op: als uw borst tijdens de operatie een reconstructie krijgt, mag u niet alles doen. U mag de eerste 6 weken niet autorijden, sporten, zwaar tillen en bovenhands werken.

Thuis

Thuis kunt u de meeste dingen weer zelf doen, zoals u zelf wassen en u licht inspannen. Afhankelijk van uw klachten mag u langzaam uw activiteiten uitbreiden. Dat geldt ook voor weer aan het werk gaan. Daarbij speelt een rol of u nog een nabehandeling krijgt. En natuurlijk hoe u zich voelt: lichamelijk en geestelijk. 

Vermoeidheid

Eenmaal thuis merken veel patiënten dat ze snel moe zijn. Dit kan komen door een combinatie van dingen. Denk hierbij aan de operatie en de narcose, maar ook de spanningen die u voelt als u hoort dat u borstkanker of een voorstadium heeft. Ook kan de nabehandeling u moe maken. 

Probeer rustig uit hoeveel uw lichaam aan kan. U bouwt uw conditie weer op door beweging af te wisselen met rust. Hier kunt u begeleiding bij krijgen, vraag hiervoor eventueel de fysiotherapeut. Bewegen en goed eten tijdens kanker zorgen dat u tijdens de behandeling zo fit mogelijk blijft. De voeding moet daarom zo veel mogelijk goede voedingsstoffen bevatten.

Wondvocht

Het komt soms voor dat zich na de operatie in het wondgebied wondvocht ophoopt. Hierdoor ontstaat een verdikking (seroomvocht). Dit is geen reden voor ongerustheid. Wanneer de wondranden erg op spanning staan of u heeft erg veel klachten dan kan het op het Academisch Borstcentrum Groningen worden beoordeelt of het teveel aan vocht moet worden verwijderd. Op den duur verdwijnt dit vocht. 

De uitslag

Het borstklierweefsel wordt onderzocht in het pathologisch laboratorium. Na 7 tot 10 dagen is de uitslag van dit onderzoek bekend. U krijgt een afspraak bij het Academisch Borstcentrum Groningen om de uitslag met de chirurg te bespreken. Bij dit gesprek is een verpleegkundig casemanager aanwezig.

Vervolgtraject: behandeling na de operatie

Tijdens het gesprek over de uitslag krijgt u advies over het vervolgtraject. Dat gaat over welke nabehandeling(en) u de komende tijd krijgt. Het advies wordt gegeven door het multidisciplinair team. Dat is een team met meerdere specialisten die samen kijken wat de beste behandeling voor u is.

Het kan ook nodig zijn dat u nog een keer geopereerd moet worden om de lymfeklieren in uw oksel te verwijderen. Soms is een combinatie van behandelingen nodig. De chirurg bespreekt met u wat de beste behandeling is.

Mogelijke nabehandelingen

Het advies kan uit één of meerdere nabehandelingen bestaan: radiotherapie (bestraling), chemotherapie, anti-hormonale therapie of immunotherapie. Welke nabehandeling(en) u krijgt, hangt af van de uitslag. Dat is pas na de operatie bekend.

In het pathologisch laboratorium kijken ze onder andere of de tumor ruim genoeg is verwijderd. Als dat niet zo is, dan kan het nodig zijn dat u nog een keer geopereerd moet worden. Soms is een combinatie nodig van een operatie en nabehandelingen. De chirurg bespreekt met u wat de beste behandeling is.

Controle tijdens het spreekuur

Nadat u uit het ziekenhuis ontslagen bent, komt u voor een controle naar het spreekuur. Wanneer dat is, wordt met u besproken. Tijdens de eerste controle wordt gekeken hoe uw wond geneest. Ook gaat deze afspraak over uw vervolgtraject en hoe het met u gaat. Zowel lichamelijk als geestelijk. 

Volgende controles

In overleg blijft u in elk geval 3 jaar onder controle. De controle krijgt u 1 keer per jaar. Dan krijgt u een mammografie en/of echografie en lichamelijk onderzoek. U ziet afwisselend de chirurg en de basisarts.

Tevredenheid

Wij gaan ervan uit dat de behandeling naar tevredenheid verloopt. Mocht dit niet het geval zijn, vragen wij u dit te bespreken met degene die hiervoor direct ver- antwoordelijk is. U kunt ook een afspraak maken met de leidinggevende van het Borstcentrum of met de klachtenfunctionaris van het ziekenhuis. Meer informatie hierover vindt u op onze website of in de brochure Uw tevredenheid, onze zorg.

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze informatie of naar aanleiding van het gesprek met de chirurg nog vragen? Neemt u dan contact op met de verpleegkundig case-manager, telefoon (050) 524 7341. Wij zijn bereikbaar op werkdagen tussen 8:00 en 10:00 uur en tussen 13:00 en 14:00 uur. U kunt ook bellen als u last heeft van wondproblemen tijdens kantooruren.

Bij spoedeisende wondproblemen buiten kantooruren, kunt u tot 10 dagen na de operatie contact opnemen met verpleegafdeling 4C: 050 524 5530.

Versie: 20200057 01-2025 Het verwijderen van een borst