Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Behandeling en onderzoek
  3. Immunotherapie bij allergie

Immunotherapie bij allergie

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

Heeft uw kind heel veel last van zijn of haar luchtwegallergie? Zoals hooikoorts, of hooikoorts in combinatie met astma? Als medicatie onvoldoende helpt kan een behandeling met immunotherapie een optie zijn. Deze behandeling maakt uw kind minder gevoelig voor de stof waar hij of zij allergisch voor is. De hele behandeling duurt 3 tot 5 jaar. In deze folder leest u over een behandeling met immunotherapie. 

Immunotherapie

Immunotherapie kan worden gebruikt bij patiënten met een allergie voor pollen, huisstofmijt en in bepaalde gevallen met een allergie voor katten. De behandeling kan ook goed werken bij een ernstige allergische reactie na een insectensteek van een wesp, bij of hommel.

Immunotherapie wordt ook wel desensibilisatie of hyposensibilisatie genoemd. Met deze behandeling wordt het lichaam minder gevoelig gemaakt voor stoffen waar een allergie voor is. Bij hooikoorts zijn dat bijvoorbeeld boom- en/of graspollen. Tijdens de behandeling krijgt uw kind regelmatig prikken onder de huid (meestal in de bovenarm). De behandeling of injectiekuur duurt meerdere jaren om het beste resultaat te bereiken. Uw kind moet daarom echt gemotiveerd zijn voor deze behandeling.

Voorbereiding

Bij elk bezoek wordt gevraagd of uw kind ziek is (geweest) en/of een vaccinatie tegen bijvoorbeeld de griep heeft gehad. Bij ziekte en/of koorts moet de prik minstens 1 week worden uitgesteld. Een week voor en na een vaccinatie mag geen injectie worden gegeven. Plan het daarom goed in of overleg met de arts of verpleegkundige.

De behandeling

De behandeling begint op een moment dat uw kind weinig of geen last heeft van de allergie. Dat is voor:

  • Boompollen: in het najaar.
  • Graspollen: voorjaar/najaar.
  • Huisstofmijt: kan het hele jaar door.

De injectiekuur bestaat uit 2 fasen: de instelfase en de onderhoudsfase.

Instelfase

In de instelfase worden er elke week 2 of meer onderhuidse prikjes gegeven. Het aantal prikjes hangt af van de allergie. De dosis van de prikjes wordt in de instelfase wekelijks verhoogd totdat na 6 weken de hoogste dosering is bereikt. Daarna gaat de behandeling over in de onderhoudsfase.

Onderhoudsfase

In de onderhoudsfase komt uw kind nog één keer per maand voor een prik. Dit duurt 3 tot 5 jaar. In overleg met de kinderarts kan gekeken worden of de onderhoudsbehandeling kan worden voortgezet bij de huisarts.

Na de behandeling

Veel mensen voelen zich moe in de uren/dagen na de behandeling. Om te voorkomen dat de klachten erger worden, wordt zware lichamelijke inspanning in de eerste uren na de prik afgeraden. Denk bijvoorbeeld aan sport en het bezoeken van een sauna.

Mogelijke bijwerkingen

Omdat uw kind wordt behandeld met een stofje waar hij/zij allergisch voor is, kunnen er bijwerkingen optreden. De bijwerkingen zijn meestal mild. Om deze bijwerkingen te voorkomen neemt uw kind minimaal 1 uur vóór de injectie een anti-allergie tablet (antihistaminicum) in. Dit kan eventueel in de dagen na de prik herhaald worden. De meest voorkomende bijwerkingen van immunotherapie zijn:

  • Een rode huid.
  • Jeuk op de plaats van de injectie.

De bijwerkingen zijn op te delen in lokaal en systemisch. Hieronder leest u wat  dit betekent.

Lokale bijwerkingen

Dit zijn zwelling en jeuk op de plaats van de prik, dit kan direct na de injectie optreden of een paar uur later. Als uw kind hier veel last van heeft, helpt het om de plek te koelen of een pijnstiller te nemen. Ook kan er een ontstekingsremmende zalf op de plek gesmeerd worden.

Systemische bijwerkingen

De klachten van een systemische reactie kunnen zijn:

  • Jeuk over het hele lichaam
  • Galbulten
  • Roodheid van de huid
  • Loopneus/niezen
  • Dik gevoel in de keel en moeite met slikken
  • Misselijkheid
  • Duizeligheid
  • Niet lekker voelen
  • Benauwdheid

Als uw kind 1 van bovenstaande klachten krijgt of zich om een andere reden niet lekker voelt na de injectie, moet er direct iemand gewaarschuwd worden. Deze klachten treden bijna altijd op binnen 30 minuten na de injectie. Dit is de reden dat uw na elke injectie nog 30 minuten in het ziekenhuis moet blijven.

Het resultaat

In het eerste seizoen, na het starten van de immunotherapie, merkt uw kind vaak al dat hij/zij minder klachten heeft. In het tweede en derde jaar wordt vaak een nog verdere verbetering gezien.

Het effect van de behandeling verschilt. Sommige kinderen hebben minder klachten bij hetzelfde gebruik van medicijnen. Anderen hebben helemaal geen klachten meer en hoeven ook geen medicijnen meer te gebruiken. We kunnen vooraf niet precies inschatten wat het uiteindelijke effect van de behandeling is.

Bekijk de video: Immunotherapie in het Martini Ziekenhuis

Versie: 00451 Immunotherapie bij allergie 2025-01