Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Behandeling en onderzoek
  3. Chronisch subduraal hematoom

Chronisch subduraal hematoom

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

U bent in het Martini Ziekenhuis opgenomen omdat u een subduraal hematoom heeft. Dat is een bloeduitstorting tussen het harde hersenvlies en de hersenen. In deze folder leest u wat een chronisch subduraal hematoom is en wat de behandelingsmogelijkheden zijn. Ook vindt u hier informatie over de opname en een aantal richtlijnen en adviezen voor na de behandeling. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts.

Wat is een chronisch subduraal hematoom?

Een chronisch subduraal hematoom is een bloeduitstorting tussen het harde hersenvlies (dura mater) en de hersenen. Dit ontstaat doordat op die plaats een klein adertje of meerdere zeer kleine adertjes zijn gescheurd. Het stoten van uw hoofd tegen een kastdeur kan al een chronisch subduraal hematoom veroorzaken, maar het kan in sommige gevallen ook spontaan ontstaan.

Een bloeding onder het hersenvlies (subduraal) merkt u meestal niet meteen op. De bloeduitstorting wordt langzaam groter, waardoor er druk op de hersenen ontstaat.

Hierdoor kunnen de volgende klachten ontstaan:

  • Moeite met bewegen (vaak één arm of één been die moeilijk meekomen)
  • Verminderde concentratie.
  • Moeite met spreken.

Deze klachten ontstaan meestal langzaam. Er zit vaak langere tijd tussen het moment van ontstaan van de bloeding en de eerste verschijnselen. Soms duurt het weken tot maanden voordat u er iets van merkt. Een chronisch subduraal hematoom gebeurt meestal bij oudere mensen, omdat de hersenen op latere leeftijd iets krimpen. Ook kan het gebeuren door het gebruik van bloedverdunners. Hierdoor is een grotere kans bij stoten van of vallen op het hoofd dat een bloedvat scheurt, blijft lekken en een bloeduitstorting ontstaat.

Behandelingsmogelijkheden

De arts maakt een CT-scan van het hoofd. Dan bekijkt hij of het inderdaad om een chronisch subduraal hematoom gaat. Een chronisch subduraal hematoom kan op verschillende manieren behandeld worden:

  • Via een punctie.
  • Via één of meer boorgaten.
  • Via een luik in de schedel.

Voor welke behandeling uw arts samen met u kiest, hangt af van uw situatie.

Bloedverdunners

Wanneer u bloedverdunners gebruikt, dan moet u hier meestal voor langere tijd mee stoppen. Dit is nodig omdat bloedverdunners vaak een belangrijke reden zijn van de ontstane bloeding. Een operatieve behandeling kan gevaarlijk zijn als het bloed niet goed stolt.

Dat u geen bloedverdunners meer gebruikt, is heel belangrijk voor de behandeling. Dat betekent wel dat u een groter risico loopt, want u gebruikt de bloedverdunners niet voor niets. In de praktijk blijken de risico’s mee te vallen. Hoe lang u geen bloedverdunners mag gebruiken, is bij iedereen verschillend. De neurochirurg of verpleegkundig specialist zal u hierover inlichten. Als u vragen heeft, kunt u die stellen.

Punctie

Bij een punctie wordt een deel van de bloeduitstorting verwijderd. Dit neemt de druk op de hersenen weg, zodat de klachten meestal grotendeels of zelfs helemaal verdwijnen. De neurochirurg of verpleegkundig specialist voert de punctie uit op de observatieruimte op de afdeling Neurochirurgie of Intensive Care.

De neurochirurg of verpleegkundig specialist prikt in de bloeduitstorting via de schedel. Dat gebeurt met een kleine boor en onder plaatselijke verdoving. U bent tijdens deze behandeling gewoon wakker en aanspreekbaar. De bloeduitstorting wordt op deze manier weggezogen. Het kan zijn dat u tijdens de behandeling hoofdpijnklachten krijgt. Deze klachten verdwijnen vaak binnen enkele minuten na de punctie. De behandeling duurt ongeveer 15 minuten.

Na de punctie

Na de ingreep mag u weer eten en drinken. Als het nodig is kan de punctie herhaald worden. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de bloeduitstorting nog niet helemaal weg is en u daar nog klachten van heeft. Dit kan dezelfde of volgende dag zijn, maar ook een aantal weken later.

Operatie met één of meer boorgaten of luik maken (craniotomie)

Bij een operatie met boorgaten wordt de bloeduitstorting verwijderd. Dit neemt de druk op de hersenen weg, zodat de klachten verdwijnen. Deze behandeling gebeurt onder narcose op de operatiekamer. Dit geldt ook voor de craniotomie.

Boorgat(en): De neurochirurg boort via één of twee sneetje(s) in de huid één of twee gat(en) in de schedel op de plaats waar de bloeduitstorting zich bevindt. Via de opening in de schedel wordt het hersenvlies geopend en wordt de holte van de bloeduitstorting schoongespoeld. Vaak wordt daarna een drain (een slangetje) achtergelaten, zodat overtollig bloed en vocht na de operatie verder kan aflopen. De behandeling heeft doorgaans een goed resultaat.

Luik maken (Craniotomie): Onder narcose wordt een luik gemaakt in de schedel. Dan kan de bloeding worden verwijderd en het eventuele bloedende bloedvat worden dichtgemaakt. Deze operatie is meestal nodig als het gaat om een acute bloeding of als het met boorgaten niet lukt om de bloeding te verwijderen. We proberen deze ingreep zoveel mogelijk te voorkomen, omdat dit een grote operatie met een langere hersteltijd betreft.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Hierna komt u op de Medium Care van de afdeling Neurochirurgie of op de Intensive Care, ter observatie. De verpleegkundige voert daar regelmatig controles bij u uit. Afhankelijk van uw situatie blijft u daar enkele dagen. Hierna gaat u naar een patiëntenkamer op de verpleegafdeling. De neurochirurg komt dagelijks langs om te kijken hoe het met u gaat. Als alles beter gaat, besluit de neurochirurg dat u naar huis mag.

Complicaties en risico’s

Iedere behandeling in het ziekenhuis heeft een risico op complicaties.

Bij deze behandelingen die hierboven zijn genoemd is de kans op een complicatie klein. Echter in het geval van een complicatie kunnen de gevolgen wel ernstig zijn, daarom noemen we de complicaties hier wel:

  • (na)bloeding: Tijdens of na de behandeling kan een nieuwe bloeding optreden. In geval van een grote nieuwe bloeding kan dit betekenen dat er een spoedoperatie moet volgen. In zeer zeldzame gevallen ontstaat er een nieuwe bloeding in de hersenen zelf die ook uitval (van arm, been of bijvoorbeeld de spraak) kan veroorzaken. Meestal worden deze klachten weer beter, maar in zeer uitzonderlijke situaties kan dit blijvend zijn. In geval van een acute bloeding bestaat het risico dat een patiënt komt te overlijden. Ook dit is gelukkig zeer zeldzaam.
  • Infectie: Overal waar in geprikt of gesneden wordt kan een wondinfectie ontstaan. De kans hierop is klein (<1%). In zeer zeldzame gevallen kan er een ontsteking van de hersenvliezen of de hersenen zelf ontstaan.
  • Onvoldoende effect: Bij elk van de bovengenoemde ingrepen bestaat er een kans dat dit onvoldoende helpt. Het kan dan nodig zijn om de behandeling te herhalen, of voor een ander type behandeling te kiezen.

Na ontslag

Voor alle bovengenoemde behandelingen geldt dat u na ongeveer 2 tot 3 weken na ontslag op controle komt bij de neurochirurg of verpleegkundig specialist. Soms wordt voorafgaand hieraan een nieuwe CT-scan gemaakt. Ook krijgt uw huisarts een ontslagbrief.

Adviezen voor thuis

Activiteit en rust

U mag gewoon bewegen. Het is daarbij belangrijk om uw conditie in de eerste 6 weken langzaam op te bouwen. Wij adviseren de eerste 3 weken voorzichtig te zijn met bukken en u niet te veel in te spannen. Tot de controleafspraak mag u in ieder geval niet zelf een auto besturen.

Werkzaamheden

De eerste 6 weken is het niet verstandig om zware (huishoudelijke) werkzaamheden te verrichten. U wordt geadviseerd pas weer naar uw werk te gaan na de controleafspraak.

Bloeduitstorting

De bloeduitstorting kan soms terugkomen, waardoor de klachten opnieuw ontstaan. U neemt dan meteen contact op met uw (huis)arts.

Meer informatie

Heeft u nog vragen dan kunt u bellen met afdeling 4C, via (050) 524 5510 of met de polikliniek Neurochirurgie, via (050) 524 5950.

Voor meer informatie kunt u ook kijken op: www.nvvn.org.

Versie: 00253 Chronisch subduraal hematoom 2024-06

Specialisme: Neurochirurgie