Zwangerschapsdiabetes

Inleiding

Uit een test blijkt dat u zwangerschapsdiabetes heeft. Uw huisarts of verloskundige heeft u daarom doorverwezen naar het spreekuur voor zwangerschapsdiabetes. Op dit spreekuur werken de gynaecoloog, internist, diëtist en diabetesverpleegkundige samen. U wordt begeleid door monitoringsverpleegkundigen van het Medisch Service Centrum. In deze folder leest u meer over zwangerschapsdiabetes en de behandeling tijdens uw zwangerschap. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts of verloskundige.

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes is een vorm van diabetes (suikerziekte) die tijdens de zwangerschap wordt ontdekt. Het komt voor bij 1 op 20 zwangerschappen. De volgende omstandigheden horen bij een verhoogd risico op zwangerschapsdiabetes:

• Een te snelle groei van het kind tijdens de zwangerschap.
• Te veel vruchtwater.
• Diabetes in de familie.
• Overgewicht vóór de zwangerschap.

• Bepaalde etnische achtergrond. Bijvoorbeeld (voorouders) geboren rond het Middellandse Zeegebied of van Hindoestaanse afkomst.

• Een doodgeboren kindje in een vorige zwangerschap.
• Het vorige kind had een geboortegewicht van meer dan 4500 gram.
• Polycysteus-ovariumsyndroom (PCOS).

Hoe ontstaat zwangerschapsdiabetes?

Zwangerschapsdiabetes ontstaat doordat de zwangerschapshormonen de werking van insuline remmen. Normaal vangt uw lichaam de verminderde werking van insuline. Dit gebeurt op door extra insuline aan te maken. Bij zwangerschapsdiabetes gebeurt dat niet of niet genoeg. Hierdoor wordt de glucosewaarde (glucose = suiker) in het bloed te hoog. Meestal heeft u zelf nog geen klachten, omdat zwangerschapsdiabetes heel kort bestaat.

Gevolgen van zwangerschapsdiabetes

Het is belangrijk de bloedglucosewaarden zo normaal mogelijk te houden. Dit is vanwege de ontwikkeling van uw ongeboren kind. Zwangerschapsdiabetes kan gevolgen hebben voor u en uw kind.

• Uw kind krijgt via de placenta voedingsstoffen uit uw bloed. Bij zwangerschapsdiabetes krijgt uw kind teveel suiker en kan daardoor te snel groeien.
• Een groter kind kan problemen geven bij de bevalling.
• Er zijn aanwijzingen dat kinderen met een te hoog geboortewicht een grotere kans hebben om later zelf diabetes te krijgen.

• Na de geboorte kan de bloedsuikerspiegel bij uw kind te snel dalen, wat schadelijk kan zijn. Dit wordt in de eerste uren na de geboorte gecontroleerd. Dit gebeurt met een bloedglucosemeting uit de hiel van uw kind.

Kans op zwangerschapsdiabetes verkleinen

Zwangerschapsdiabetes is een waarschuwing voor de toekomst. De kans op het krijgen van blijvende diabetes in de eerste 5 jaar na uw zwangerschap is 10 procent. Bovendien ontstaat bij een volgende zwangerschap bijna altijd opnieuw zwangerschapsdiabetes.

U kunt de kans op diabetes zo klein mogelijk houden door te letten op:

• Een gezond gewicht
• Voldoende lichaamsbeweging
• Een gezond voedingspatroon

Behandeling tijdens de zwangerschap

In de week van het eerste bezoek aan de gynaecoloog krijgt u een telefonische afspraak. U belt dan met de monitoringsverpleegkundige. U krijgt dan uitleg over thuismonitoring en hoe het werkt. Als u vragen heeft, kunt u die aan de monitoringsverpleegkundige stellen. Als dat nodig is, wordt er overlegd met de diabetesverpleegkundige. 

Bloedglucosemeter

Om uw bloedglucosewaarden te controleren, gebruikt u een bloedglucosemeter. Uw bloedglucosewaarden controleert u een paar keer per dag. De bloedglucosemeter krijgt u van de gynaecoloog. De instructie over bloedglucose meten staat in de thuismonitoringsapp of u ontvangt die digitaal. 

Thuismonitoring

Thuismonitoring maakt het mogelijk om (via een app) op afstand mee te kijken naar uw glucoseregulatie. Meer informatie over thuismonitoring leest u in de folder Thuismonitoring bij zwangerschapsdiabetes.

Materialen voor het meten

Als uw teststrips of naaldjes op zijn, kunt u bellen met Mediq Direct diabetes om een nieuwe voorraad te bestellen. Het telefoonnummer is (088) 8889450. Bij het bestellen vertelt u welk merk glucosemeter u gebruikt.

Voedingspatroon

De diëtist bespreekt samen met u uw eetpatroon en geeft adviezen om de bloedglucose goed te krijgen. U krijgt uitleg over koolhydraten en koolhydraatverdeling. Het is belangrijk dat u gezond eet.

Insuline-injecties

Als het voedingsadvies van de diëtist niet leidt tot goede bloedglucosewaarden, zijn insuline-injecties nodig. U krijgt informatie en uitleg hierover van de internist of de diabetesverpleegkundige.

Zwangerschapscontroles

De volgende controles vinden plaats in het ziekenhuis:

• De gynaecoloog controleert uw zwangerschap en volgt de groei van uw kind.

• De internist en diabetesverpleegkundige beoordelen de bloedglucosewaarden. Ze starten eventueel de behandeling met insuline.

• De diëtist begeleidt u met uw eetpatroon.

De monitoringsverpleegkundigen beoordelen de bloedglucosewaarden via de thuismonitoringsapp en geven u advies. Als dat nodig is, kan er overlegd worden met de diabetesverpleegkundige. Blijkt tijdens de controles dat uw kind normaal groeit en de glucosewaarden normaal zijn zonder insuline? Dan is het mogelijk dat u weer onder zorg komt van uw eerstelijns verloskundige.

Overzicht bloedglucosewaarden

Hieronder staan de afkappunten van bloedglucosewaarden. Dit schema gebruikt de internist bij de uitleg over uw uitslag.

Gestoorde Glucose Tolerantie Test (inname van 75 gram glucose = suikerdrankje)
Nuchter ≥ 7.0 mmol/l
Na 2 uur ≥ 7.8 mmol/l

Streefwaarden zwangerschapsdiabetes (gemeten waarden met vingerprik)
Nuchter < 5.3 mmol/l
2 uur na de maaltijd < 6.7 mmol/l

Als u tijdens uw zwangerschap (na de eerste 24 weken) een bloedglucose <3 mmol of >11mmol meet, moet u contact opnemen met de poli Gynaecologie.

Wanneer bellen?

• Heeft u vragen over uw zwangerschapsdiabetes? Dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie en Verloskunde.

• Heeft u klachten rondom de zwangerschap of spoedvragen? Dan kunt u contact opnemen met Gynaecologie.

• Heeft u hulp nodig of vragen over de app? Raadpleeg de website van de app of neem contact op met Luscii via support@luscii.com of (085) 130 58 51.

Behandeling na de bevalling

Meestal is 24 uur na de bevalling uw bloedsuikerspiegel weer normaal. Als u tijdens de zwangerschap insuline-injecties heeft gehad, kunt u daar na de bevalling meestal mee stoppen. Doe dit in overleg met de internist of diabetesverpleegkundige.

Bent u in het ziekenhuis bevallen onder begeleiding van een klinisch verloskundige of arts? Dan krijgt u 6 tot 8 weken na de bevalling een telefonische afspraak met de internist. Vlak voor die afspraak prikt u nog 2 keer een glucose dagcurve. U noteert deze waarden in de thuismonitoringsapp.

U ontvangt ieder jaar een oproep van uw huisarts voor een controle van de bloedglucosewaarden. Dit gebeurt vanwege het risico op diabetes in de toekomst. Als u na 1 jaar nog geen oproep heeft gekregen, dan neemt u zelf contact op met uw huisarts.

Bent u opnieuw zwanger? Dan is het belangrijk dat u aangeeft dat u zwangerschapsdiabetes heeft gehad.

Borstvoeding

Borstvoeding geven is de beste keuze voor u en uw baby. Ook als u tijdens de zwangerschap insuline heeft gebruikt. U kunt beginnen met kolven in de laatste weken van de zwangerschap om de borstvoeding op gang te brengen. Wilt u dit? Vraag dan uitleg aan uw gynaecoloog.

Versie: 00022 04-2023 Zwangerschapsdiabetes