Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Voorste kruisbandreconstructie in dagbehandeling
Terug naar bovenliggende pagina

Voorste kruisbandreconstructie (dagbehandeling)

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

U laat de voorste kruisband van uw knie vervangen. Dit heeft u met de orthopedisch chirurg overlegt. De operatie is om de stabiliteit van uw knie te verbeteren. In deze folder leest u wat deze behandeling inhoudt. Ook leest u hoe u zich op de operatie voorbereidt. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw orthopedisch chirurg.

Het is belangrijk dat u de informatie goed doorleest. Het liefst samen met uw partner, familie of een kennis. Zo begint u goed voorbereid aan de operatie en het herstel. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stelt u die dan aan de intakeverpleegkundige of aan de verpleegkundige.

Opleidingsziekenhuis

Het Martini ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Dit betekent dat u naast de behandelend specialist, ook arts-assistenten en/of coassistenten in opleiding tegen kunt komen. Zij werken altijd onder supervisie van de specialisten en zijn betrokken in het hele traject dat u als patiënt doorloopt. Ze doen bijvoorbeeld poliklinische consulten. Ook lopen ze visite op de verpleegafdeling. En ze voeren operaties uit en zijn ook betrokken bij de nazorg. Alle handelingen worden samen met of onder supervisie van de specialist uitgevoerd. De kwaliteit van zorg en uw veiligheid zijn hierbij altijd gewaarborgd.

Het kniegewricht

De knie bestaat uit 3 botdelen. Dit zijn het bovenbeen, het onderbeen en de knieschijf. Om de knie ligt een gewrichtskapsel.

Midden in de knie liggen de voorste en de achterste kruisband. Zij zorgen ervoor dat het onderbeen niet naar voren of naar achteren verschuift. Ook voorkomen de kruisbanden bepaalde draaibewegingen tussen het onderbeen en bovenbeen.

In de knie zit de meniscus tussen het bovenbeen­ en onderbeen. Die bestaat uit 2 maanvormige schijfjes van elastisch weefsel. Deze vangen schokken van de knie. Ook zorgen ze dat bovenbeen­ en onderbeen in iedere stand goed op elkaar passen. Elk botdeel is bekleed met een laag kraakbeen. Het kraakbeen is elastisch en zorgt ervoor dat de knie soepel kan bewegen.

Kapotte voorste kruisband van de knie

De voorste kruisband kan scheuren als gevolg van een ongeluk of door sporten. Dit voelt als een knappend gevoel. Het kan gebeuren bij het verdraaien van de knie of als u door uw knie gaat. We spreken dan van een voorste kruisbandruptuur. Een fysiotherapeut behandelt de klachten meestal het eerst. Soms heeft dit niet het gewenste resultaat. Dan kan de arts voorstellen om een nieuwe kruisband te plaatsen.

Een nieuwe kruisband (kruisbandreconstructie) is geen eenvoudige ingreep. Het is een operatie die zeker in de eerste maand veel van u vraagt. Bijvoorbeeld als het gaat om fysiotherapie en het lopen met krukken. Voor een goed resultaat is het nauwkeurig volgen van het revalidatieprogramma belangrijk. Een goede samenwerking tussen patiënt, orthopedisch chirurg en fysiotherapeut is heel belangrijk.

Voorbereiding

De arts onderzoekt u om de diagnose te stellen. Dit gebeurt met de resultaten van lichamelijk onderzoek en röntgenfoto's, en uw klachten. Soms is er ook een MRI-scan of een kijkoperatie (arthroscopie) van de knie nodig.

Preoperatief spreekuur

Heeft u samen met de arts gekozen voor een operatie? Dan kunt u meteen naar het preoperatieve spreekuur. Hier begint het eerste deel van de voorbereiding op de operatie. Uw bloeddruk, polsslag en temperatuur wordt opgemeten. U vult ook een vragenlijst in.

Het tweede deel van de voorbereiding heeft u telefonisch. U belt dan de intakeverpleegkundige en de anesthesioloog of anesthesiemedewerker. Deze afspraak krijgt u van de Opnameplanning.

U krijgt een belafspraak voor het tweede deel van het preoperatieve spreekuur. Tijdens het spreekuur heeft u een gesprek over welke anesthesie u krijgt.In de folders Preoperatief Spreekuur en Anesthesie leest u meer. 

Opnameplanning

Binnen 3 tot 6 maanden na deze afspraak wordt u geopereerd. Van de Opnameplanning krijgt u de opnamedatum en het opnametijdstip toegestuurd.

Soms kan de operatie op de geplande datum niet doorgaan. Bijvoorbeeld omdat u onder behandeling bent bij een andere specialist. Het kan ook zijn dat u griep heeft, met koorts, of dat u een infectie heeft.

Is dit bij u het geval? Neemt u dan zo snel mogelijk contact op met de Opnameplanning. Zij zijn bereikbaar op werkdagen van 08.00 tot 16.00 uur.

Nuchter

Voor de operatie moet u nuchter zijn. Lees meer over nuchter zijn.

Krukken

Vóór de dag van opname heeft u uw krukken al opgehaald. Dit kan bijvoorbeeld bij een hulpmiddelencentrum. Deze krukken neemt u mee naar de afdeling.

Wat heeft u nodig tijdens de opname?

Deze dingen neemt u zelf mee voor de opname in het ziekenhuis:

  • Gemakkelijk zittende kleding
  • Goed zittende, ruime schoenen
  • Alle medicijnen die u gebruikt

De operatie

Op de dag van de operatie wordt u opgenomen in het ziekenhuis. U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de receptie in de centrale hal. Daarna gaat u naar de afdeling, waar u ontvangen wordt door een verpleegkundige.

De verpleegkundige neemt alle informatie met u door over de operatie. Als u het prettig vindt, mag uw partner of naaste bij dit gesprek aanwezig zijn.

Anesthesie

Uw knie wordt voor de operatie gemarkeerd. Vaak heeft de anesthesioloog pijnmedicatie met u afgesproken. Deze medicatie krijgt u op de afdeling van de verpleegkundige. Dan wordt u door de verpleegkundige naar de operatiekamer gebracht. U draagt een operatiejasje.

In de operatiekamer wordt u op de operatietafel gelegd. Daarna begint de anesthesioloog met de voorbereiding voor de narcose of ruggenprik. Ook wordt u aangesloten op bewakingsapparatuur. Dit is nodig om uw bloeddruk, polsslag en ademhaling in de gaten te houden.

Ook wordt er soms een blokkade via de lies gezet. Dit zorgt ervoor dat u tot ongeveer 20 uur na de operatie geen pijn heeft. Een gevolg van deze blokkade is ook dat u dan geen of minder gevoel heeft in uw bovenbeen. Het bovenbeen kunt u dan minder goed bewegen.

Operatietechnieken

Bij de operatie worden eerst de resten van de oude kruisband verwijderd. Op de plaats van de oorspronkelijke kruisband wordt een nieuwe band geplaatst. Deze band wordt gemaakt van lichaamseigen materiaal. De operatie wordt via een arthroscopie (kijkoperatie) uitgevoerd. De orthopedisch chirurg brengt een buisje in de knie in, die via een camera met een monitor is verbonden.

Er worden 2 kleine sneetjes van ongeveer 1 centimeter in de huid gemaakt. Via het eerste sneetje gaat de arthroscoop naar binnen, met een beetje vocht. Via het tweede sneetje kunnen instrumenten in de knie worden gebracht.

Hamstringplastiek

Er zijn verschillende technieken om de operatie uit te voeren. Meestal is dit de hamstringplastiek. Hierbij gebruikt de arts de pezen van 2 dijbeenspieren (hamstrings). Vervolgens worden de pezen onderhuids aan elkaar gezet. Dit gebeurt met een hamstringstripper.

Voor het vastzetten van de pezen gebruikt de arts een oplosbaar staafje in het bovenbeen, waar beide pezen overheen liggen. In het onderbeen worden de pezen vastgezet met een oplosbare schroef. Het voordeel van deze techniek is de revalidatieperiode. Deze verloopt vlotter dan bij de patellapeestechniek, omdat het minder pijnlijk is.

Patellapeesplastiek

Bij de patellapeesplastiek gebruikt de arts het middelste gedeelte van de kniepees (patellapees). Hierbij zit een stukje bot aan beide zijden van de pees. Dat heeft een voordeel: de 2 botblokjes kunnen stevig worden vastgezet. Dat gebeurt met 2 schroeven in boorkanalen in het boven- en onderbeen. Een nadeel is dat de revalidatie soms lang pijn geeft aan de voorzijde van de knie.

Overige informatie

  • Is het eigen weefsel niet genoeg, of kan het niet gebruikt worden? Dan kan donorweefsel gebruikt worden om de kruisband te vervangen.

  • De arts kijkt naar de kruisband en de rest van uw knie. Mogelijke beschadigingen van kraakbeen en meniscus worden bijgewerkt.

  • De operatie wordt uitgevoerd onder bloedleegte. Dit betekent dat het bloed uit het operatiegebied weggestreken wordt. De plaats wordt met een opgepompte bloeddrukband bloedleeg gehouden.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer 1 tot 1,5 uur.

Na de operatie

Als de operatie voorbij is, wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier bent u op bewakingsapparatuur aangesloten. Zo worden uw lichaamsfuncties in de gaten gehouden. Op de Recovery begint ook de pijnbestrijding, zoals u besproken heeft met de anesthesioloog.

De recoveryverpleegkundige vertelt uw contactpersoon dat de operatie achter de rug is. Bent u weer goed wakker en zijn de controles goed? Dan mag u naar de verpleegafdeling (dagbehandeling). De verpleegkundige belt dan opnieuw met uw contactpersoon om te vertellen dat u weer op de afdeling ligt.

Infuus en drukverband

Na de operatie heeft u een infuus in uw arm. Via dit infuus krijgt u vocht, medicijnen (tegen mogelijke misselijkheid) en antibiotica. Om uw knie zit drukverband om zwelling te voorkomen.

Eten en drinken

Op de verpleegafdeling mag u vrij snel weer water drinken. Als u niet misselijk bent, mag u ook weer eten.

Bloedverdunners

Door de operatie bent u de eerste tijd minder mobiel. Hierdoor neemt de kans op trombose (klontering van het bloed) toe. Na de operatie krijgt u 2 weken lang iedere dag een bloedverdunnende injectie. Dit is om trombose te voorkomen. Deze injectie kunt u zelf toedienen in de buikstreek. Tijdens uw opname leert de verpleegkundige u hoe u dit zelf kunt doen. Ook krijgt u een instructiefolder mee.

Gebruikte u voor de operatie al bloedverdunners, zoals Acenocoumarol, Sintrommitis, Fen­procoumon of Marcoumar? Dan mag u die na de operatie weer gebruiken. Tegelijkertijd begint u voor de operatie met dezelfde bloedverdunnende injecties. Deze injectie stopt zodra u goed ingesteld bent op de bloedverdunners. Of als u naar huis gaat.

Mobiliseren

De fysiotherapeut komt direct na de operatie bij u langs. De fysiotherapeut leert u lopen met krukken en oefent traplopen met u. Ook worden uw vragen beantwoord.

Na de ziekenhuisopname begint de revalidatie bij uw fysiotherapeut. U moet daarvoor zelf een afspraak maken. De nabehandeling moet binnen 1 week na de operatie starten. Het is belangrijk om de revalidatie met uw zorgverzekeraar af te spreken. Het gaat namelijk om een lange revalidatie.

Weer naar huis

U mag weer naar huis als u:

  • Uw knie een beetje kunt buigen
  • Zelfstandig of onder begeleiding kunt lopen met krukken
  • U goed begrijpt wat er wel en niet mogelijk is

Meestal mag u op de dag van de operatie weer naar huis. De verpleegkundige neemt voor u weggaat nog enkele belangrijke zaken met u door. U krijgt een overdracht voor uw eigen fysiotherapeut mee. Daarnaast heeft u een controleafspraak bij uw orthopeed. Deze afspraak heeft u ongeveer 6 weken na de operatie.

Ontslagmedicatie

De apothekersassistent neemt uw ontslagmedicatie met u door. Tijdens dit gesprek worden de veranderingen in uw medicijngebruik besproken. Bijvoorbeeld medicijnen waar u mee gestart of juist gestopt bent. U krijgt een overzicht van uw ontslagmedicatie mee. Zo nodig krijgt u ook een recept voor nieuwe medicijnen. Uw huisarts en thuisapotheek ontvangen ook een overzicht van uw ontslagmedicatie.

Hechtingen verwijderen

  • 14 dagen na de operatie worden (niet oplosbare) hechtingen door de huisarts verwijderd.
  • Heeft u klachten of complicaties? Overleg dat dan met uw huisarts of fysiotherapeut. Of neem contact op met de polikliniek Orthopedie.

Adviezen voor thuis

Hieronder staan een paar adviezen voor als u weer thuis bent.

  • De eerste 24 uur na de operatie is het raadzaam dat er iemand bij u in huis aanwezig is. Ook vanwege het verminderde gevoel in uw been na de operatie.
  • Dep na het douchen de wondjes op uw knie droog. U mag vanwege een goede wondgenezing nog niet in bad of zwemmen.
  • Bij een warme, gezwollen knie kunt u gebruikmaken van een cold pack. Dit is verkrijgbaar bij de drogist. U kunt uw knie ook rust geven, bijvoorbeeld door het been hoog te leggen.
  • U krijgt een recept mee voor pijnmedicatie. Gebruik deze medicatie op basis van hoeveel pijn u ervaart. Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor de genezing.

Nabehandeling

De revalidatie na de voorste kruisbandreconstructie kost tijd en inspanning. Voor een goed resultaat is het belangrijk om het revalidatieprogramma goed te volgen. De eerste weken staan in het teken van het verminderen van pijn­ en zwelling­en. De fysiotherapeut behandelt u hiervoor. Het is de bedoeling dat u na 4 weken weer kunt lopen zonder krukken, weer kunt fietsen en autorijden.

Blijvende stevigheid

Na de operatie duurt het ongeveer 6 tot 12 weken voordat de pees is vastgegroeid in het bot. De periode is afhankelijk van de gebruikte operatietechniek. Ook wordt de getransplanteerde pees in die tijd omgezet in levend peesweefsel. Dit geeft uiteindelijk een blijvende stevigheid. Dit proces duurt ongeveer 6 maanden.

Voordelen van de operatie

Na de operatie en de revalidatie voelt de knie steviger aan. Ook het doorzakken met draaibewegingen is bij 90 procent van de patiënten verdwenen. De nieuwe kruisband is wel altijd zwakker dan de oorspronkelijke. Kans op een nieuw letsel is dus altijd aanwezig.

U moet zelf beslissen of u het risico van een nieuwe beschadiging neemt. Risico's ontstaan door te sporten of door bepaalde bewegingen te maken. De kans op een nieuw letsel is groter bij contactsporten, zoals voetbal en hockey.

Weer beginnen met werken

Het revalidatieprogramma is nodig om te voorkomen dat de pees te vroeg wordt overbelast. Bij licht lichamelijk werk kunt u waarschijnlijk na 6 weken weer gaan werken. Bij zwaarder werk kan dit 10 tot 12 weken duren.

Sporten

Het duurt 6 tot 8 maanden voordat u de kruisband weer volledig kan belasten. Ook duurt het zolang tot contactsporten weer verantwoord zijn. Deze beslissing neemt u samen met de orthopedisch chirurg en de fysiotherapeut. Voor elke patiënt is de situatie anders.

Reageert de knie niet goed, of is deze gezwollen of pijnlijk? Dan kunt u meestal na 8 weken beginnen met hardlopen op vlak terrein. Na 12 weken kan de fysiotherapeut beginnen met stabiliserende oefeningen, zoals draaibewegingen.

Krukken

De krukken zijn bedoeld om een zo mooi mogelijk looppatroon te krijgen. Ook vangen de krukken u op als u uit balans raakt.

De krukken worden 4 weken gebruikt. Als het lopen en belasten goed gaat, mag u in deze periode binnen met 1 elleboogkruk lopen. Behalve als u er slechter van gaat lopen of als u een instabiel gevoel in uw knie heeft. De kruk gebruikt u dan aan de niet geopereerde zijde.

Zwelling minimaliseren

Zorg dat u de zwelling van de knie en onderbeen zo goed mogelijk weg kan trekken. Dat betekent:

  • De eerste 2 weken het geopereerde been goed hoog leggen. Hierbij geen kussen in de knieholte leggen, om de hamstrings op lengte te houden.
  • 2 tot 3 keer per dag gebruikmaken van een cold pack.
  • Veel bewegen met de voet.
  • De eerste 2 weken de knie niet overbelasten.
  • Liever vaker een kort stukje en goed lopen, dan een keer een lang stuk achter elkaar.

Traplopen

Bij het traplopen maakt u gebruik van de leuning en aan de andere kant een kruk. De andere kruk houdt u dwars vast. Bij het opstappen stapt u op met uw goede been en plaatst het geopereerde been ernaast, samen met de kruk. Bij het naar beneden lopen, plaatst u eerst de kruk met het geopereerde been op de tree. Sluit daarna aan met uw goede been.

Oefeningen

Het is belangrijk dat uw knie goed soepel wordt en de spieren rondom de knie sterk worden. Het is daarom goed om te beginnen met de oefeningen. Uw fysiotherapeut begeleidt u verder met uw oefenschema. Met de volgende 4 oefeningen kunt u meteen beginnen op de dag na de operatie. Bij de oefeningen in stand, maakt u gebruik van de elleboogkrukken of het aanrecht voor uw balans.

Aandachtspunten tijdens het oefenen

  • Verbetering ontstaat door regelmatig te oefenen.
  • Begin de oefeningen met 3 series van 5 herhalingen. Dit kunt u langzaam uitbreiden naar 3 series van 10 herhalingen.
  • Herhaal dit programma dagelijks 2 tot 3 keer.
  • Voer de oefeningen rustig uit en ga niet over de pijngrens heen.
  • Heeft u tijdens het sporten plotseling pijn of een zwelling? Oefen dan iets minder zwaar.

Oefening 1: Aanspannen van de bovenbeenspieren

Stap 1: Buig de knie van het geopereerde been een klein stukje. Beweeg totdat hij ongeveer 10 centimeter van de grond los komt.

Stap 2: Probeer vervolgens de knie te strekken en duw de knieholte in de ondergrond. Trek hierbij de tenen richting uw neus.

Oefening 2: Buigen van de knie

Stap 1: Ga op een stoel zitten, met de voeten op de grond.

Stap 2: Schuif de voet van het geopereerde been naar achteren tot de pijngrens.

Stap 3: Beweeg de voorvoet een paar keer op en neer. Probeer de voet hierna nog verder naar achteren te schuiven, weer tot de pijngrens.

Stap 4: Doe dit nog een paar keer, zodat de voet op deze manier geleidelijk naar achter schuift. Doe deze beweging tot u de knie niet meer verder kunt buigen.

Oefening 3: Trippelen op de plaats

Stap 1: Ga goed op 2 benen staan met beide knieën gestrekt.

Stap 2: Probeer de hak van het geopereerde been van de grond op te tillen, waarbij de knie licht buigt. De teen blijft hierbij aan de grond.

Stap 3: Duw vervolgens de hak weer op de grond, zodat de knie strekt en u de bovenbeenspieren voelt aanspannen. Wissel beide benen af.

Oefening 4: Krachttraining voor de bovenbeenspieren

Stap 1: Ga rechtop staan, met uw voeten op heupbreedte.

Stap 2: Buig langzaam door de knieën alsof u op een stoel gaat zitten en houd hierbij de rug recht. Daarbij beweegt het bovenlichaam naar voren en het zitvlak naar achteren.
Let op: Houd uw knieën daarbij recht naar voren en ga in het begin niet te diep.

Stap 3: Kom langzaam weer omhoog

Mogelijke complicaties

Complicaties komen niet vaak voor. Hieronder leest u een paar mogelijke complicaties:

Trombose

Er kan verstopping van een bloedvat in het been ontstaan (trombose). Trombose is herkenbaar aan een gezwollen, glanzende en pijnlijke kuit. Om dit te voorkomen krijgt u 2 weken na de operatie een bloed­verdunnend medicijn. U krijgt dan elke dag een injectie.

Zenuwbeschadiging

Omdat er sneetjes in de huid worden gemaakt, kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid. Meestal verdwijnen deze klachten na verloop van tijd. Ze kunnen echter ook blijvend zijn.

Verstijving knie

De knie kan stijf worden door vorming van littekenweefsel. Dit gebeurt vooral als de operatie te snel plaatsvindt na een kruisbandletsel.

Infectie

Een infectie is een vervelende complicatie die weinig voorkomt. Wel kan deze complicatie ern­stige gevolgen hebben voor het gewrichtskraakbeen.

Nabloeding

Er kan een nabloeding optreden.

Kneuzing

Soms heeft de bloeddrukband, voor het bloedleeg maken van de knie, te strak gezeten. Dit kan een kneuzing veroorzaken. Deze klachten verdwijnen vanzelf.

Wanneer bellen?

Na de operatie, ook als u weer thuis bent, kan een com­plicatie optreden. In de volgende gevallen moet u uw huisarts waarschuwen:

  • Als de operatiewond gaat lekken, terwijl dat eerder niet zo was of veel minder.
  • Als de knie steeds dikker, roder of pijnlijker wordt.
  • Als u koorts krijgt, hoger dan 38,5 graden Celsius.

Versie: 1203210 07-2023 Voorste kruisbandreconstructie in dagbehandeling

Specialisme: Orthopedie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.