Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Verzakking (operatie)
Terug naar bovenliggende pagina

Verzakking (operatie)

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

Door een zwakker geworden bekkenbodem kunnen verzakkingsklachten ontstaan. Om een verzakking op te lossen zijn er verschillende behandelingen, waaronder enkele operaties. Samen met uw gynaecoloog kiest u welke behandeling het beste bij u past. In deze folder leest u meer over de verschillende behandelingen. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw gynaecoloog.

Een verzakking

Een verzakking ontstaat door het zwakker worden van de bekkenbodem. De steun van blaas en/of darm is dan onvoldoende. Daardoor worden deze organen via de vagina naar buiten gedrukt. Ook kan het steunweefsel van de baarmoeder beschadigd zijn waardoor deze verzakt. Een operatie kan hiervoor een oplossing zijn.

Verschillende soorten operaties

Er zijn verschillende operaties mogelijk bij een verzakking. Hieronder leest u daar meer over.

Operatie bij een verzakking van de blaas

Een verzakking ontstaat door het zwakker worden van de bekkenbodem. De steun van de blaas en/of darm is dan onvoldoende. Daardoor worden deze organen via de vagina naar buiten gedrukt.

Operatie bij een verzakking van de baarmoeder of vaginatop

Als de baarmoeder verzakt is, moeten de ophangbanden van de baarmoeder verstevigd worden. Dit heet een suspensie-operatie. Deze ingreep wordt gedaan met oplosbare hechtingen. Dat kan met of zonder het verwijderen van de baarmoedermond. Meestal kan dit via de vagina. Anders kan de baarmoeder of vaginatop aan een andere ophangband gefixeerd worden. Dat gebeurt via de vagina en heet een fixatie-operatie. Bij deze operatie worden 2 niet-oplosbare hechtingen gebruikt.

Operatie bij een verzakking van de endeldarm

Bij deze operatie wordt het bindweefsel tussen de endeldarm en de vaginawand verstevigd. Dit gebeurt met oplosbare hechtingen, net als bij een blaasverzakking. De dunne darm is soms ook verzakt. Dit kan vaak hersteld worden.

Operatie met een kunststofmatje (implantaat)

Het komt voor dat het bindweefsel te zwak is. Dan kan een operatie met uw eigen weefsels en oplosbare hechtingen onvoldoende zijn. Bijvoorbeeld als u al eerder een operatie voor een verzakking heeft gehad. Of als de verzakking ernstig is. Dan kan het nodig zijn om een kunststof matje te gebruiken. Dit kan via de vagina of buik worden ingebracht. Als dit het geval is, wordt dit voor de operatie duidelijk met u besproken. U krijgt hierover dan extra informatie mee. Als dit niet is besproken, hoeft u niet bang te zijn dat u zomaar een matje krijgt.

Voorbereiding

  • Het is verstandig om vanaf 6 weken voor de operatie te stoppen met roken. Hierdoor wordt uw conditie beter. Ook verkleint het risico op wondcomplicaties tijdens het herstel van de ingreep.
  • Ongeveer 2 weken voor uw operatie belt de planningscoördinator u op. De planningscoördinator vertelt u wanneer en hoe laat u opgenomen en geopereerd wordt. Als u telefonisch niet bereikbaar bent, krijgt u deze informatie per brief.
  • Voor de operatie kunt u de schaamstreek scheren. Dit is vaak prettig vanwege het afdekmateriaal dat geplakt wordt tijdens de operatie. Ook zorgt het voor een betere hygiëne na de ingreep. Korter dan een week voor de operatie kunt u beter niet meer scheren.
  • Gebruikt u bloedverdunners? Dan wordt met u besproken of u hiermee moet stoppen en wanneer dat gebeurt.
  • Voor de operatie moet u nuchter zijn.
    • U mag 6 uur voor de operatie niet meer eten.
    • Tot 2 uur voor de operatie mag u alleen nog heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee zonder suiker of appelsap.

Gesprek over de operatie

Afhankelijk van uw verzakking zijn er verschillende operaties mogelijk. Samen met uw gynaecoloog bepaalt u wat kan en wat haalbaar is. In de meeste gevallen wordt het weefsel verstevigd, daar waar het verzakte orgaan op rust. Meestal kan een operatie via de vagina plaatsvinden. Soms is het nodig om dit via de buik te doen.

Soms kan u na de operatie dezelfde dag alweer naar huis. Dat heet dagbehandeling. Soms moet u in het ziekenhuis overnachten. Dit is meestal voor 1 nacht. Het duurt ongeveer 6 weken voordat u helemaal hersteld bent van de operatie.

De operatie

U wordt op de dag van de operatie opgenomen. Voorafgaand aan de opname krijgt u te horen waar u exact moet zijn. U krijgt een operatiejasje aan. Ongeveer 30 tot 60 minuten voor de operatie wordt u naar de operatiekamer gebracht.

Op de operatiekamer

Als dat nodig is, krijgt u voor de operatie medicijnen (premedicatie of antibiotica). Die medicijnen zijn voorgeschreven door de anesthesioloog. Als u aan de beurt bent, brengt een verpleegkundige u naar de operatieafdeling. Op de operatiekamer ontmoet u het operatieteam. Het team bestaat uit de anesthesioloog, de gynaecoloog en de ok-verpleegkundigen.

U wordt op de operatietafel geholpen waarbij uw benen in beensteunen liggen. U krijgt een infuus in een van uw armen. Tijdens de operatie wordt uw gezondheidstoestand goed bewaakt.

Aan het einde van de operatie krijgt u een blaaskatheter. Vaak krijgt u ook een tampon in de vagina. Wanneer u in dagbehandeling geopereerd wordt, is dit meestal niet het geval.

Na de operatie

U gaat terug naar de uitslaapkamer en later naar de afdeling of dagbehandeling. Bij een dagbehandeling zal er vaak geen katheter of tampon geplaatst zijn. Wanneer u goed geplast heeft, mag u dezelfde dag weer naar huis. In het geval dat u een nacht blijft, worden de katheter en tampon de volgende ochtend verwijderd.

Eten, drinken, bewegen

U mag na de operatie al meteen wat drinken en als u niet misselijk bent mag u ook weer wat eten. Het is goed om rustig weer wat te bewegen. Dit is belangrijk om de kans op trombose te verkleinen. Bewegen is goed voor uw darmen, blaas, spieren en longen.

Vervoer naar huis

Zorg dat u op de dag van vertrek vervoer terug naar huis regelt aan het einde van de dag. De verpleegkundige en de arts vertellen u wanneer u naar huis mag. Dat gebeurt als u weer zelfstandig naar het toilet kunt en kleine dingen zelf kunt doen. 

Weer naar huis

Het is verstandig dat er iemand bij u is als u thuiskomt. Eenmaal thuis is het belangrijk dat u bepaalde leefregels opvolgt. Dit is nodig voor een goed herstel. U krijgt een schema met adviezen mee bij ontslag uit het ziekenhuis.

Een operatie is altijd zwaar voor een lichaam. Luister daarom in de herstelperiode goed naar signalen van uw lichaam. Doe niet te snel te veel. Hieronder ziet u een overzicht van alle adviezen voor thuis.

Hulp in huis

Het is fijn om snel weer thuis te zijn, maar houd er rekening mee dat u nog niet fit bent. Extra hulp is daarom verstandig, bijvoorbeeld bij het schoonmaken, koken en boodschappen doen. Hoe lang en hoeveel hulp u nodig heeft, verschilt. De meeste vrouwen kunnen na 1 tot 3 weken weer veel zelfstandig doen. 

Medicijnen

Als u weer naar huis mag, krijgt u een recept mee voor de volgende medicijnen:

  • Een laxeermiddel zodat uw ontlasting wat zachter wordt.
  • Paracetamol om mogelijke pijnklachten te verminderen. Neem maximaal 4 keer per dag 1000 milligram.

Naar het toilet gaan

  • Neem de tijd om naar het toilet te gaan. Ontspan uw bekkenbodemspieren en probeer zo min mogelijk te persen.
  • Spoel de eerste 1 tot 2 weken na ieder wc-bezoek uw vagina met lauw water schoon. Bij voorkeur met een speciale spoelfles of onder de douche.
  • U kunt het beste deppend drogen met een schoon washandje.
  • Om persen op het toilet tegen te gaan, kan het goed zijn tijdelijk een laxeermiddel te gebruiken. Hiervoor krijgt u een recept mee.

Lichamelijke inspanning

  • Houd er rekening mee dat het herstel na de operatie zeker 6 tot 8 weken duurt. U mag direct lichte dagelijkse activiteiten weer doen. Bijvoorbeeld rustig wandelen of traplopen. Zoek een balans tussen rust en inspanning.
  • Doe 6 weken geen activiteiten waarbij u voor de operatie de verzakking nog kon voelen. 
  • Het is belangrijk dat u niet te zwaar tilt (niet meer dan 10 kg).
  • Probeer veel hoesten/niezen te beperken. Soms kan het verstandig zijn om hiervoor tijdelijk meer medicijnen te gebruiken. Bespreek dit met uw huisarts als dat nodig is.

Zware inspanning

Na een verzakkingsoperatie wordt zware inspanningen eerste 3 maanden afgeraden. Dus 12 weken niet hardlopen, springen, fitnessen, zwaar werk in de tuin doen, enzovoorts. Wandelen en fietsen mag dus wel. Na 3 maanden zijn er eigenlijk geen beperkingen meer.

Activiteiten uitbreiden

3 weken na de operatie kunt u uw activiteiten uitbreiden. Rustig fietsen of op de hometrainer mag bijvoorbeeld weer. Ook mag u weer in bad en zwemmen. Als u zich goed voelt, is ook autorijden geen bezwaar.

Seks

Na 6 weken kunt u weer seks hebben. Vaak voelt dit anders en moet u hier even aan wennen. Soms kan het nog wat pijnlijk zijn. Maar vaak wordt dit in de loop van de tijd beter.

Mogelijke complicaties

Bij iedere operatie is er een kleine kans op een complicatie. Zo is er altijd een kleine kans op trombose. Daarnaast zijn er complicaties die afhangen van het soort operatie. Bij een operatie vanwege een verzakking kunnen zich de onderstaande problemen voordoen.

Blaasontsteking, infecties

U kunt last krijgen van een brandend, pijnlijk gevoel bij het plassen. Ook kan de plas er troebel uitzien met bloedspoortjes. Bij deze klachten is het verstandig om contact op te nemen met uw huisarts. Mogelijk is er sprake van een blaasontsteking. In dat geval kan de huisarts antibiotica voorschrijven.

Heeft u in de eerste 2 weken koorts hoger dan 38 graden Celsius? Ook dan is het verstandig contact met het ziekenhuis op te nemen. Dan onderzoeken we of u een complicatie van de operatie heeft.

Afscheiding

U kunt een aantal weken last hebben van meer afscheiding dan anders. Vaak met wat bloedverlies. Meestal gaat dit na 1 tot 2 maanden vanzelf over.

Plasklachten

De kans bestaat dat het plassen een tijdje lastiger gaat. Soms is hiervoor opnieuw een blaaskatheter nodig. Soms moet de blaas geleegd worden door zelf te katheteriseren. Meestal komt dit na een paar dagen of weken vanzelf goed. Wanneer dit gebeurt, is er dus meestal geen reden tot zorg. U krijgt bovendien begeleiding.

Incontinentie

  • Door de operatie neemt urineverlies vaak af. Toch bestaat de kans dat u na de operatie nog steeds urine verliest. Ook kunt u na de operatie juist urineverlies krijgen. Vaak wordt dit in de loop van de tijd wel weer beter.
  • Heeft u ernstig urineverlies? Dan kan het nodig zijn om alsnog een incontinentie-ingreep te laten doen. Gelukkig is die kans klein.
  • In zeldzame gevallen kan het verstandig zijn om de verzakkingsoperatie direct te combineren met een incontinentie-ingreep.
  • Na een operatie aan de endeldarm is het mogelijk dat de aandrang tot ontlasting sterker is en sneller komt. Ook dit is meestal tijdelijk.

Pijn

Na elke operatie kunnen pijnklachten ontstaan. Vaak verdwijnen die weer, maar niet altijd. Dan is er sprake van chronische pijn. Bijvoorbeeld bij zitten of vrijen. De kans op chronische pijn is klein.

Terugkerende verzakking (recidief)

Ook als een operatie geslaagd is, kan een verzakking toch terugkomen. Meestal is dat pas jaren later, maar soms al eerder. Mogelijk is dan opnieuw een operatie nodig.

Wanneer bellen?

  • Krijgt u binnen 1 week na de ingreep koorts hoger dan 38 graden Celsius of bloedingen? Neem dan contact op met de polikliniek Gynaecologie.
  • Na die eerste week neemt u eerst contact op met uw huisarts.
  • Doe het rustig aan. U merkt dat u geleidelijk aan meer kunt.

Controle

  • Na 1 tot 3 weken wordt u gebeld om te horen hoe het gaat.  
  • Ongeveer 6  tot 8 weken na de operatie heeft u een controleafspraak.
  • In de 3 tot 12 maanden na de operatie kunt u vragenlijsten van het ziekenhuis ontvangen. Deze vragen gaan over het effect van uw operatie. Door het invullen van deze vragenlijsten krijgt het ziekenhuis inzicht in de resultaten van de zorg. 

Versie: 20180002 Een operatie vanwege een verzakking 2023-08

 

Specialisme: Gynaecologie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.