Trommelvliesbuisjes
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
Binnenkort komt uw kind een dag naar het ziekenhuis voor het plaatsen van trommelvliesbuisjes. Dat heeft u samen met de Keel-Neus-Oor-arts (KNO-arts) besloten. Een bezoek aan een ziekenhuis is indrukwekkend voor uw kind. Het helpt als u goed weet wat er gaat gebeuren. Dan kunt u uw kind en uzelf voorbereiden.
In deze folder leest u informatie over het plaatsen van de trommelvliesbuisjes. U leest wat er tijdens de dagopname gebeurt en hoe u en uw kind zich voorbereidt. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts.
Oorklachten
Een oor bestaat uit 3 delen:
- Het uitwendige oor, dit ziet u aan de buitenkant van het oor. Het uitwendige oor heeft een oorschelp en een uitwendige gehoorgang. Deze gehoorgang eindigt bij het trommelvlies.
- Het middenoor, dit is de ruimte achter het trommelvlies. Hier zitten de gehoorbeentjes. Het middenoor is luchthoudend en is verbonden met de keel, via de buis van Eustachius. Via deze buis komt er lucht in het oor. Dat gebeurt bijvoorbeeld als u slikt. Door de lucht is de druk in uw oor hetzelfde als de druk om u heen.
- Het binnenoor, dit zit in het zogeheten slakkenhuis. Hier komen de geluidssignalen van het trommelvlies en de gehoorbeentjes binnen. Het slakkenhuis geeft deze geluiden door aan de gehoorzenuw. De gehoorzenuw stuurt de signalen naar de hersenen. De hersenen zetten de signalen om in geluid.
Oorklachten
Soms kan de buis van Eustachius verstopt raken. Bijvoorbeeld bij kinderen die vaak verkouden zijn en mogelijk een vergrote neusamandel hebben. Bij een verstopping komt geen lucht meer in de oren. Zo ontstaat er onderdruk. Het slijmvlies kan dan zo veranderen dat er steeds meer slijm en vocht in het middenoor komt. Dit gaat langzaam en geeft meestal weinig klachten. Sommige kinderen krijgen een stoornis aan hun gehoor. Hoe erg deze stoornis is, verschilt per kind. Ook kan het kind terugkerende ontstekingen aan het middenoor krijgen. Dan kan worden gekozen om trommelvliesbuisjes te plaatsen.
Trommelvliesbuisjes
Trommelvliesbuisjes zijn heel kleine kunststof buisjes met een beluchtingskanaaltje. Ze zorgen ervoor dat er lucht naar het middenoor kan gaan. De functie van de slecht werkende buis van Eustachius wordt daarmee tijdelijk overgenomen. Daardoor wordt het gehoor weer normaal. Trommelvliesbuisjes worden tijdens een operatie geplaatst.
Voorbereiding
Het is belangrijk dat u uw kind voorbereidt op de operatie. Hieronder leest u hoe u dat doet.
Pijnstillers
5 dagen voor de operatie mag uw kind geen pijnstillers met acetylsalicylzuur gebruiken. Acetylsalicylzuur zit bijvoorbeeld in aspirine en acetosal. De reden is dat acetylsalicylzuur een ongunstige invloed heeft op de bloedstolling. Ook vergroot het de kans op een nabloeding.
Ziekte
Als uw kind ziek is, kan de operatie niet doorgaan. Het gaat dan om koorts hoger dan 38,5 graden Celsius. Ook als uw kind in contact is geweest met iemand met een besmettelijke ziekte, kan de operatie niet doorgaan. Neem bij ziekte direct contact op met uw behandelend arts. Of bel de Dagverpleging Kinderen.
Nuchter zijn
Om de operatie zo goed mogelijk te laten verlopen, moet uw kind nuchter zijn. Dat betekent dat uw kind de avond voor de ingreep niets meer eet vanaf 24.00 uur. Wel mag uw kind tot 07.30 uur op de opnamedag nog 1 glas drinken. Geef uw kind alleen helder drinken: water, thee (zonder melk), ranja of appelsap. Dit mag niet meer dan 1 glas zijn.
Een kind dat niet nuchter is, wordt snel misselijk en kan gaan braken. Braaksel kan in de luchtwegen komen en een longontsteking veroorzaken. De operatie kan dan niet doorgaan.
Uw kind voorbereiden
Hoe u uw kind voorbereidt op de ingreep, ligt aan de leeftijd, hoe uw kind is en hoe u met uw kind omgaat. Maak uw kind niet bang. Probeer duidelijk te vertellen wat er gaat gebeuren. Hieronder leest u per leeftijd een advies.
Peuters
Peuters begrijpen al veel van wat u tegen ze zegt. Ook al kunnen ze zelf nog niet goed praten. Vertel zo eenvoudig mogelijk wat er gaat gebeuren en herhaal dat een paar keer. Begin hier niet te vroeg mee, kinderen hebben nog geen idee van tijd. Zeg dat u samen naar het ziekenhuis gaat, dat het 1 dagje duurt en dat u erbij blijft. U kunt de gewone dingen uitleggen, zoals in bed liggen en spelletjes doen. Het is ook belangrijk om te vertellen over de dokter, verpleegkundige en slaapdokter. Benoem daarnaast het kapje, de zetpil en pijn na de operatie.
Kleuters
Voor kleuters geldt ongeveer hetzelfde als voor peuters. Uw verhaal kan een beetje uitgebreider zijn. Op deze leeftijd gaan kinderen ook vragen stellen. Vertel niet te veel over de ingreep zelf. Kleuters kunnen dit niet overzien en vinden de informatie al snel eng. Wel moet u vertellen over de narcose: dat je in slaap valt en niets voelt.
Oudere kinderen
Bij een ouder kind kunt u het beste zelf bepalen hoe en wanneer u de voorbereiding doet. Het ene kind wil graag op tijd weten wat er gaat gebeuren. Een ander kind wordt juist angstig van het lange wachten. Door de fantasie van het kind, ontstaat dan vaak een verkeerd beeld. Dat kan erger zijn als u er veel over praat of uw eigen ongerustheid laat merken.
Wilt u meer informatie voor kinderen, tieners en ouders? Ga dan naar de website www.kindenziekenhuis.nl.
Wat neemt u mee?
- U neemt het ingevulde vragenformulier mee.
- Geef uw kind iets vertrouwds mee. Bijvoorbeeld een knuffel, pop, leesboek of ander speelgoed.
- Als uw kind sieraden draagt, kunt u die beter thuislaten.
- Heeft uw kind lang haar? Doe het dan in een staart of vlecht.
- Verwijder eventuele nagellak bij uw kind.
De operatie
U meldt zich tussen 07.30 en 07.45 uur bij de balie van de afdeling Dagverpleging Kinderen. Er mag 1 ouder bij de opname zijn, of 1 verzorger of 1 volwassen begeleider. Zij mogen elkaar aflossen. Andere kinderen uit het gezin mogen niet mee naar het ziekenhuis. Ook mag er geen bezoek komen.
Voor de operatie komt de anesthesioloog langs om naar de longen en het hart van uw kind te luisteren. Daarna wacht u met uw kind tot het aan de beurt is. De wachttijd is soms langer dan een uur: alle kinderen in de wachtkamer worden 1 voor 1 geholpen.
Narcose
De anesthesioloog brengt uw kind langzaam in slaap. Dat gebeurt met een kapje op de neus en mond. Het kapje en de narcosegassen stinken een beetje, daar kunnen we helaas niets aan doen. Leg dit vooraf aan uw kind uit. 1 ouder mag aanwezig zijn bij het in slaap brengen. Als u daar tegenop ziet, vertelt u ons dat dan.
Bent u zwanger of denkt u dat u zwanger bent? Dan kunt u beter niet aanwezig zijn bij het geven van de narcose of het wakker worden. Dit omdat het narcosegas schadelijk kan zijn voor de ongeboren baby.
De KNO-arts maakt met behulp van een microscoop een sneetje in het trommelvlies. Dan zuigt de arts het opgehoopte vocht en slijm uit middenoor. Vervolgens plaatst de arts het trommelvliesbuisje in de gemaakte opening. Daarna wordt de narcose beëindigd.
Na de operatie
Tijdens de operatie bent u al naar de uitslaapkamer begeleid. Als uw kind wakker wordt, zit u naast het bed. Sommige kinderen zijn een beetje misselijk na de narcose. Ook kan uw kind oorpijn hebben. Tegen de pijn kunt u paracetamol zetpillen geven (géén aspirine).
Weer naar huis
Aan het einde van de ochtend gaat u samen met uw kind naar huis. Het is handig om met 2 volwassenen naar huis te gaan. Uw kind kan namelijk nog misselijk zijn van de operatie. Ons advies is om uw kind de rest van de dag thuis te houden. Uw huisarts krijgt dezelfde dag bericht van de operatie.
De dagen erna
Uw kind kan de dag na de operatie gewoon naar buiten en naar school. De oren mogen de eerste week na de operatie absoluut niet nat worden. Let daarop bij het douchen of in bad gaan. Zwemmen mag ook nog niet.
Na de eerste week mogen de oren wel nat worden. Als uw kind klachten heeft, bijvoorbeeld tijdens zwemmen, dan kunnen oordopjes helpen.
Loopoor
Ook een oor met trommelvliesbuisjes kan ontstoken raken. Meestal doet dit geen pijn. Het ontstekingsvocht loopt er vanzelf uit. Dit wordt een loopoor genoemd. Bij de meeste kinderen duurt dit niet lang: gewoon afwachten is voldoende. Het beste is om het oor droog te houden. Let op: doe geen watjes in het oor.
Als een loopoor langer dan 3 dagen duurt, moet u het behandelen met oordruppels. De druppels zorgen voor een snellere genezing. Ook zorgen ze ervoor dat de trommelvliesbuisjes blijven werken.
In het ziekenhuis heeft u het recept voor de oordruppels gekregen. Haal de oordruppels pas op als u ze nodig heeft, want ze zijn beperkt houdbaar. In de bijsluiter staat dat u niet mag druppelen in een oor met een gaatje. Dit geldt niet voor het trommelvliesbuisje, zolang er vocht uit het oor loopt. Volg de regels uit de bijsluiter goed. Druppel niet langer dan 1 week zonder overleg.
Controle
De eerste controle is telefonisch, na ongeveer 6 weken. Daarna zijn de controles in overleg met uw KNO-arts. De buisjes zitten gemiddeld 1 tot 1,5 jaar in het trommelvlies. Ze groeien er in die periode vanzelf weer uit. Uw kind merkt daar niets van. Het trommelvlies sluit zich meestal spontaan. Zijn de klachten daarna niet over of wordt uw kind weer slechthorend? Dan kan uw kind mogelijk nieuwe trommelvliesbuisjes krijgen.
Informatie, toestemming en privacy
Elk kind dat voor onderzoek of behandeling in het ziekenhuis komt, heeft recht op informatie. Net als een volwassene. Ook heeft een kind vanaf een bepaalde leeftijd inspraak in wat er gaat gebeuren. Dit is vastgelegd in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Kijk voor meer informatie op de website www.jadokterneedokter.nl.
Toestemming voor behandeling of onderzoek
Hoe de toestemming voor behandeling of onderzoek werkt, ligt aan de leeftijd van het kind. Hieronder leest u hoe dat per leeftijd werkt.
Jonger dan 12 jaar
Kinderen jonger dan 12 jaar mogen niet voor zichzelf beslissen. Dat doen hun ouders. Wel moet een arts of verpleegkundige het kind duidelijk uitleggen wat er gaat gebeuren.
Tussen 12 en 16 jaar
Kinderen tussen 12 en 16 jaar begrijpen de meeste situaties goed. En ze hebben hier een eigen mening over. Daarom vragen we toestemming van het kind en van de ouders. Als het kind en de ouders het niet met elkaar eens zijn, wordt de mening van het kind nog eens gevraagd. De hulpverlener doet dan in principe wat het kind vraagt.
Vanaf 16 jaar
Vanaf 16 jaar hebben kinderen hetzelfde recht op inspraak als volwassenen. Ze mogen dus voor zichzelf beslissen. Toestemming van de ouders is niet nodig. Hulpverleners mogen geen gezondheidsinformatie aan ouders geven als het kind dat niet wil.
Het dossier bekijken
Als uw kind voor onderzoek of behandeling naar het ziekenhuis komt, worden gegevens verwerkt en bewaard. Het gaat om persoonlijke gegevens, zoals naam, adres en geboortedatum. Het gaat ook om medische gegevens, zoals de diagnose en behandeling. Alle gegevens over de behandeling van uw kind staan in het dossier. U heeft het recht om dit dossier te bekijken. Als u wilt, mag u een kopie ontvangen van (een deel) van de gegevens. Kinderen vanaf 12 jaar mogen hun eigen dossier bekijken.
Privacy
In het ziekenhuis worden persoonlijke en medische gegevens van uw kind opgeslagen. Alle specialisten en medewerkers zijn verplicht om hier vertrouwelijk mee om te gaan. Ze delen de gegevens alleen met elkaar als dat nodig is voor de behandeling. Alleen met uw toestemming mogen ze informatie over uw kind aan naasten geven. Kijk voor meer informatie in het privacy handboek.
Versie: 762063 2023-03 trommelvliesbuisjes