Triggervinger en het syndroom van Quervain

Algemeen

• Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
• Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
• Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
• Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

U heeft binnenkort een operatie voor een triggervinger of het syndroom van Quervain. Dat heeft u met uw plastisch chirurg overlegd. In deze folder leest u over wat dit betekent. Zo krijgt u informatie over de periode voor, tijdens en na de operatie. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw plastisch chirurg.

Triggervinger

Een triggervinger ontstaat doordat de buigpees van 1 van de vingers en de peesschede tegen elkaar schuren. De peesschede is de huls waar de pees doorheen glijdt. Er ontstaat dan een verdikking van de pees waardoor die niet meer door de peesschede kan glijden. 

De verdikking ontstaat ter hoogte van het gewricht van uw vinger of duim naar de handpalm. Dit is aan de binnenkant van de hand. In het begin voelt u een kleine pijn of irritatie bij het buigen van de vinger, vooral bij het vastgrijpen. Door groter worden van de verdikking van de pees, wordt de pijn erger. Zo ontstaat de situatie dat u uw vinger niet meer op eigen kracht kunt strekken.

Het syndroom van Quervain

Als dit gebeurt bij de strekpezen van de duim, ter hoogte van de pols, dan heet dat het syndroom van Quervain. De oorzaak van een triggervinger is meestal niet duidelijk. Soms komt het door overbelasting. Het is een onschuldige, maar lastige aandoening.

Onderzoek en diagnose

U krijgt een onderzoek door de plastisch chirurg. Daarna wordt de diagnose gesteld. Er zijn geen verdere onderzoeken nodig.

Als de klachten niet heel erg zijn, kan de plastisch chirurg het probleem meteen oplossen. Dit gebeurt met een injectie met een verdovingsmiddel en een cortisonpreparaat. De injectie wordt in de peesschede gegeven.

Het resultaat van deze injectie is niet altijd positief. Zijn de klachten niet verdwenen? Dan krijgt u een operatie.

Voorbereiding

Het is belangrijk dat u zich goed voorbereidt. Hier leest u hoe u dat doet.

Bloedverdunners

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen, zoals Sintrom of Ascal? Dan vertelt u dat aan de plastisch chirurg. Het gebruik van deze medicijnen moet vóór de operatie namelijk worden gestopt. 1 dag na de operatie mag u weer beginnen met deze medicijnen. De plastisch chirurg geeft u hierover meer informatie.

Vervoer naar huis

De operatie vindt plaats op de polikliniek. Na de ingreep onder plaatselijke verdoving mag u weer naar huis. U mag niet rijden of zelfstandig aan het verkeer deelnemen. Het is belangrijk dat u zorgt dat iemand u naar huis brengt.

De operatie

Om uw bovenarm komt een strakke band. Deze band blijft de hele operatie opgepompt en zorgt ervoor dat er geen bloed meer in de arm stroomt. De band kan een vervelend gevoel geven.

De plastisch chirurg tekent met inkt de plaats van de snee. Rondom de plek van de snee krijgt u een aantal prikken voor de plaatselijke verdoving. Via een kleine snee in de huid wordt de peesschede losgemaakt en in de lengte opengesneden. Hierdoor ontstaat weer ruimte voor de verdikte pees. De huid wordt met hechtingen gesloten.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer 15 minuten.

Na de operatie

Na de operatie wordt uw hand verbonden met gazen en een zwachtel. Uw arm wordt in een mitella (draagdoek) gedaan. Daarna mag u weer naar huis. Het is belangrijk dat iemand u thuisbrengt, u mag niet zelf rijden. 

Weer naar huis

Houd voor uw herstel rekening met het volgende:

• U draagt uw hand 2 tot 3 dagen in een mitella (draagdoek).
• De verdoving blijft 1 tot 1,5 uur zitten. Bij thuiskomst mag u paracetamol nemen tegen de pijn. Neem 2 tabletten van 500 milligram. Dat mag 4 keer per dag.
• Het is goed om uw vingers na de operatie regelmatig volledig te buigen en te strekken. Als dat niet gebeurt, kan de buigpees verkleven en opnieuw vast komen te zitten.
• U kunt douchen of baden als u zorgt dat het verband droog blijft.
• U krijgt een klein verband. Na 2 dagen mag u het verband verwijderen en een pleister plakken.
• De hechtingen kunt u na 10 dagen laten verwijderen bij de huisarts. Daarvoor maakt u zelf een afspraak.

Het resultaat

De operatie laat een klein litteken achter. Er is bijna geen kans op terugkeer van hetzelfde probleem aan de geopereerde vinger. Het kan gebeuren dat het probleem bij een andere vinger ontstaat.

Mogelijke complicaties

Net als bij andere operaties kunnen ook bij deze ingreep complicaties zijn. Een wond kan nabloeden of er kan een infectie optreden. Soms voelt de vinger aan de binnenzijde prikkelend of doof aan. Dat gevoel gaat na een paar weken weer weg. Als u zich zorgen maakt, neemt u contact op met de polikliniek Plastische Chirurgie.

Versie: 876814 Triggervinger 2023-08