Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Poliklinische staaroperatie
Terug naar bovenliggende pagina

Poliklinische staaroperatie

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

Uw oogarts heeft bij u staar (cataract) geconstateerd. In overleg met de oogarts heeft u besloten zich te laten opereren. De operatie gebeurt met een druppelverdoving op de polikliniek Oogheelkunde. In deze folder leest u hoe u zich kunt voorbereiden en hoe de operatie verloopt.

Voorbereiding

  • Op de dag voor de operatie moet u uw oog druppelen met de oogdruppels die u voorgeschreven krijgt. In overleg met uw arts kunt u doorgaan met de oogdruppels die u al gebruikt.
  • Op de dag van de operatie moet uw huid schoon zijn. Gebruik daarom geen make-up. Doe ook geen nagellak op. Dit is omdat de arts tijdens de operatie het zuurstofgehalte in uw bloed meet. Dit gaat via uw vinger.
  • Draag comfortabele kleding.

De operatie

U meldt zich op de afgesproken tijd bij de polikliniek Oogheelkunde. Een spreekuurassistente vertelt u wat er gaat gebeuren. De operatie gebeurt met druppelverdoving. U krijgt druppels in het oog dat wordt geopereerd. Deze druppels werken verschillend. Sommige druppels hebben een verdovende werking. Andere druppels zorgen ervoor dat uw pupil wijder wordt.

Tijdens de operatie is uw hoofd afgedekt met een steriel laken. De oogarts maakt een sneetje in het oog. Daarna verwijdert de oogarts uw troebele ooglens en vervangt deze door een kunstlens. Het verwijderen van de lens gebeurt met een apparaatje dat trilt en zo de lens verpulvert. Deze techniek heet phaco-emulsificatie.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer 20 minuten. De hele opname duurt 60 tot 90 minuten.

Na de operatie

Meestal kunt u snel na de operatie naar huis. Het is niet verstandig om alleen te gaan. Regel daarom vooraf of iemand u naar huis kan brengen. U krijgt van de spreekuurassistente adviezen en informatie mee. En een schema voor het druppelen van uw oog.

Weer naar huis

De eerste dagen na de operatie kan het oog nog rood zijn en kunt u last hebben van een zandkorrelgevoel in het oog. Soms duren deze klachten langer dan enkele dagen. Voor een beter herstel volgt u een druppelschema en leefregels.

Druppelschema

De eerste week na de operatie moet u het geopereerde oog 4 keer per dag druppelen. Daarna gaat u nog een paar weken door met druppelen, steeds een beetje minder. U volgt hiervoor het druppelschema. Dit is het druppelschema:

  • U start een dag vóór de operatie met druppelen.
  • In de eerste week: Dexamethason 4 maal per dag, Nevanac 1 maal per dag.
  • In de tweede week: Dexamethason 3 maal per dag, Nevanac 1 maal per dag.
  • In de derde week: Dexamethason 2 maal per dag, Nevanac 1 maal per dag.
  • In de vierde week: Dexamethason 1 maal per dag. Nevanac 1 maal per dag (Nevanac mag eerder gestopt worden, als het flesje op is).
  • Na de vierde week stopt u met druppelen.

Kunt u niet zelf druppelen? Zorg er dan voor dat er iemand is die de druppels kan toedienen. Bijvoorbeeld een familielid, uw buren of eventueel de thuiszorg.

Leefregels

  • De eerste week na de operatie mag u niet bukken, tillen, sporten, naar de sauna of make-up gebruiken. Daarna mag dat in overleg met uw oogarts.
  • Wrijf niet in uw oog.
  • Deelnemen aan het verkeer gaat in overleg met uw oogarts.
  • U mag wel televisie kijken, lezen, met een computer werken, traplopen, douchen en uw haren wassen.

Het resultaat

Minstens 95 procent van de mensen die geopereerd zijn, kunnen na de operatie beter zien. Als u last heeft van andere oogproblemen, dan is de verbetering soms minder groot. In de eerste dagen na de operatie ziet u misschien nog niet zo goed. Na een paar dagen ziet u waarschijnlijk beter. Na 4 tot 6 weken is uw zicht stabiel.

De sterkte van uw bril na de operatie

Vóór de operatie krijgt u een lensmeting. Deze meting is nodig voor het berekenen van de sterkte van uw implantlenzen (kunstlenzen). Dat gebeurt om te zorgen dat de brilsterkte voor veraf na de operatie zo klein mogelijk is. Toch kan de oogarts nooit garanderen dat het oog zonder bril altijd scherp kan zien. Ook niet als de operatie perfect is verlopen. Meestal heeft u in ieder geval een leesbril nodig.

Soms kunt u in overleg met de oogarts ervoor kiezen dat u na de operatie goed kunt lezen zonder bril. In dat geval is er voor veraf een bril nodig. De keuze hiervoor hangt af van bijvoorbeeld de brilsterkte vóór de operatie. En ook van uw leesgewoonte.

Speciale implantlenzen

Er zijn speciale implantlenzen. Deze lenzen zorgen ervoor dat u na de staaroperatie minder afhankelijk bent van een bril. Dit zijn bijvoorbeeld torische implantlenzen. Deze implantlenzen corrigeren een cilinderafwijking. Met deze lenzen hoeft u na de operatie een minder sterke bril. Meestal worden torische implantlenzen niet vergoed door uw zorgverzekeraar. U moet hiervoor extra betalen.

Multifocale implantlenzen

Daarnaast zijn er multifocale implantlenzen. Deze lenzen verbeteren uw zicht voor veraf en voor dichtbij. Dit werkt net als een multifocale bril. Deze speciale implantlenzen kunnen niet bij iedereen worden gebruikt. Deze multifocale lenzen kunnen ook bepaalde bijwerkingen hebben. Dit zijn bijvoorbeeld gekleurde ringen rond lichtbronnen en lichtschitteringen. Of het zien van minder contrast. Bovendien heeft u met die lenzen soms toch nog een leesbril nodig. Multifocale lenzen vallen niet onder de normale verzekerde zorg. Daarom moet u hiervoor extra betalen.

Mogelijke complicaties

Bij 2 tot 3 van de 100 operaties ontstaan. Er kunnen ook complicaties zijn als de operatie technisch goed verlopen is. Een complicatie kan leiden tot achteruitgang van uw zicht. Hieronder leest u over een aantal belangrijke complicaties. Het is niet mogelijk om alle complicaties in deze folder te bespreken.

  • Een infectie of een bloeding binnenin het oog kan leiden tot een blijvend verlies van het zicht. Of zelfs tot blindheid. Dit soort infecties of bloedingen komen gelukkig bijna nooit voor. Het gebeurt ongeveer 1 keer per 1000 operaties. U herkent een infectie meestal een paar dagen na de behandeling. Merkt u na een staaroperatie dat uw zicht duidelijk minder wordt en dat uw oog veel roder en pijnlijker is? Neem dan direct contact op met het Martini Ziekenhuis.
  • Tijdens de operatie kan het lenszakje scheuren (kapselscheur). De operatieduur kan daardoor langer duren. Vaak wordt uw zicht hierdoor niet slechter na de operatie. Wel neemt de kans toe dat uw netvlies in de toekomst loslaat. Ook herstelt uw oog misschien minder snel na de operatie.
  • Als het lenszakje scheurt, is het mogelijk dat er een lensbrok in het oog achterblijft. Dat kan leiden tot druk op uw oog (oogdruk) en een ontsteking. Vaak moet deze lensbrok tijdens een tweede operatie verwijderd worden.
  • De oogdruk kan na de behandeling plotseling flink stijgen. Dat zorgt voor oog- en hoofdpijn, misselijkheid en braken. Neem in dat geval direct contact op met het Martini Ziekenhuis. De oogarts probeert dan met medicijnen de oogdruk te verlagen.
  • Na de staaroperatie kan zich vocht ophopen in de gele vlek van het netvlies. Daardoor is uw zicht minder. Vaak is dit goed te behandelen met druppels, soms zijn tabletten nodig.
  • Na de staaroperatie is het risico op het ontstaan van een netvliesloslating iets hoger. U herkent een netvliesloslating door het zien van lichtflitsen en bewegende vlekjes. Of doordat u minder ziet. Gebeurt dit bij u? Neem dan meteen contact op met het Martini Ziekenhuis.
  • Na een staaroperatie kunt u last krijgen van klachten. Voorbeelden van klachten zijn halo’s (lichtkringen), schitteringen en lichtgevoeligheid. Deze klachten gaan meestal weer snel voorbij.

Nastaar

Er bestaat altijd een reële kans dat u in de maanden of jaren na de operatie nastaar krijgt. Bij nastaar vertroebelt het kapsel achter de implantlens. Dan lijkt het alsof de staar terugkomt. Dit kan goed behandeld worden met een laserbehandeling.

Controle

De eerste werkdag na de operatie wordt u gebeld voor een afspraak. 2 tot vier weken na de operatie komt u voor controle op de polikliniek.

Versie: 1495970 07-2023 Poliklinische staaroperatie

Specialisme: Oogheelkunde
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.