Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Overgang
Terug naar bovenliggende pagina

Overgang

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

De overgang hoort, net als menstruatie, bij het leven van een vrouw. Hoe de overgang gaat en hoelang het duurt, verschilt per vrouw. Het is belangrijk om te weten wat de overgang met uw lichaam doet. Dan kunt u ook besluiten of u behandeld wil worden en op welke manier. In deze folder leest u informatie over de overgang, menopauze en mogelijke klachten. 

De overgang

De overgang is de laatste periode van de menstruatie. De menstruatie wordt eerst onregelmatig en stopt daarna. Dat komt doordat de eierstokken steeds minder van het vrouwelijke hormoon oestrogeen produceren. Uw lichaam gaat dan van vruchtbaar naar onvruchtbaar. De overgang kan 7 tot 10 jaar duren. Het begin en de duur van de overgang is bij elke vrouw verschillend.

Wat is de menopauze?

De laatste natuurlijke menstruatie heet de menopauze. Dat moment weet u pas als u een jaar niet meer ongesteld bent geweest. De meeste vrouwen krijgen de menopauze tussen de 40 en 60 jaar oud. De gemiddelde leeftijd in westerse landen is 51 jaar. De menopauze is het einde van de vruchtbare periode. Let op: dit is niet het einde van de overgangsklachten.

Cijfers over klachten

  • 20 procent van de vrouwen heeft weinig tot geen klachten.
  • 80 procent van de vrouwen heeft wel klachten. De ene vrouw meer dan de ander.
  • De klachten zijn het hevigst 2 jaar voor en 2 jaar na de menopauze.
  • Vrouwen tussen de 40 en 60 jaar melden zich wel eens ziek vanwege de klachten. Denk hierbij aan vermoeidheid en een slechte concentratie. 34 procent van de ziekmeldingen van vrouwen in deze leeftijd, komt door de overgang. 

Mogelijke klachten

Bepalen of u in de overgang bent, gebeurt aan de hand van uw klachten. Bekende klachten zijn opvliegers en nachtelijke zweetaanvallen. Andere klachten zijn:

  • Gewrichtsklachten. 
  • Stemmingswisselingen 
  • Emotionele instabiliteit: u zich depressief, angstig of huilt u sneller. 
  • Minder zin in vrijen.
  • Herhaalde blaasontstekingen.
  • Droge slijmvliezen, dat merkt u bijvoorbeeld aan last met contactlenzen.
  • Slapeloosheid, u bent vaak midden in de nacht klaarwakker. 
  • Minder sociaal zijn. U bent liever thuis dan dat u naar een feestje of op visite gaat.
  • Een verandering van het figuur. Het gewicht neemt toe, u krijgt een buikje. 
  • Haargroei op ongewenste plekken, zoals de bovenlip of kin.
  • Een gespannen gevoel in het hele lijf.

Wat het lastig maakt, is dat dit vaak plotseling gebeurt. Er zijn periodes dat u zich prima voelt en er minder last van heeft. Maar er zijn ook periodes dat u niet lekker in uw vel zit. Dit kan zelfs zo zijn als u nog gewoon ongesteld wordt. Hierdoor wordt bij deze klachten niet zo snel aan de overgang gedacht.

Wel of geen bloedonderzoek?

  • Bloedonderzoek heeft geen nut. Het laat niet zien of u in de overgang bent. Het totale plaatje maakt vaak wel duidelijk wat er aan de hand is. 
  • Bij de overgang daalt de waarde van hormoon oestrogeen. Tegelijk stijgt het FSH (follikel stimulatie hormoon). Maar de hoogte van het hormoon FSH en oestrogeen bepaalt de mate van uw klachten niet. Een daling van het hormoon oestrogeen in uw bloed hoeft dus niet te betekenen dat u klachten krijgt. Er is geen verband tussen de waardes. Een kleine daling kan zowel geen, weinig of veel klachten geven.
  • Ook als er gestart wordt met hormonen, is het niet zinvol om bloed te prikken. Als de klachten verminderen, werken de medicijnen. 

Uitzonderingen
Soms is bloedonderzoek nuttig. Bijvoorbeeld bij vrouwen met overgangsklachten jonger dan 40 jaar. Of bij vrouwen die door een operatie geen baarmoeder meer hebben.

Klachten in het begin

Aan het begin van de overgang kunt u menstruatieklachten, opvliegers en urineverlies krijgen. Hieronder leest u hoe u dit herkent en wat u eraan kunt doen. 

Menstruatieklachten

  • Tijdens de overgang verandert de menstruatie. Dit komt doordat de hormoonproductie van oestrogeen en progesteron in de eierstokken afneemt. Eerst daalt de progesteronproductie. De menstruatie wordt hierdoor onregelmatiger. 
  • In het begin zijn de menstruaties vaak sneller na elkaar. Later zit er steeds meer tijd tussen de menstruaties. Het baarmoederslijmvlies wordt de maand erop dikker. Dat betekent dat u meer bloed- en stolsel verliest. 
  • Uiteindelijk blijft de menstruatie helemaal weg. Als de menstruatie 1 jaar wegblijft, noemen we dat de menopauze. In deze fase kunt u wisselende klachten krijgen. Dat komt doordat de afname van hormonen geen vast patroon heeft.

Voorbeelden van klachten:

  • Menstruatie met kortere tussenpozen.
  • Menstruatie met langere tussenpozen.
  • Langduriger en hevig menstrueren. Herkent u dit? Let dan goed op of u genoeg ijzer binnenkrijgt.
  • Kortere menstruaties.
  • Heviger menstrueren, soms met bloedstolsels.
  • Pijnlijkere menstruatie.
  • Meer klachten voor en tijdens de menstruatie. Dit heet Premenstrueel Syndroom, PMS.
  • Een combinatie of afwisseling van 1 of meerdere klachten.

Wanneer is onderzoek nodig?
De menopauze is een natuurlijk, biologisch proces. Het is geen medische aandoening. Toch kunnen de lichamelijke klachten uw dagelijks leven flink verstoren. In dat geval is nader onderzoek verstandig. Dan kan de arts zien of er geen andere oorzaken zijn zoals vleesbomen, poliepen of een infectie. Ook kan er voor een behandeling gekozen worden.

Bij post menopauzaal bloedverlies is een onderzoek noodzakelijk. Dat is wanneer u meer dan een jaar na de laatste menstruatie weer bloed verliest. Meestal is het onschuldig. Toch wil de arts zeker weten dat het niet om baarmoederkanker gaat.

Welke onderzoeken zijn mogelijk?

  • Een gynaecologisch onderzoek en uitstrijkje om de baarmoedermond te bekijken. 
  • Een inwendig onderzoek om de baarmoeder te beoordelen. 
  • Een echo-onderzoek om afwijkingen in de baarmoeder op te sporen. Voorbeelden van afwijkingen zijn vleesbomen en poliepen. 
  • Als het nodig is: een gel-echo, een kleine curettage (endometrium aspiratie) of een hysteroscopie. Bij een hysteroscopie kijkt de gynaecoloog in uw baarmoeder. Daarvoor plaatst de gynaecoloog een dun buisje met cameraatje in uw schede. 

Behandelingen menstruatieklachten
Er zijn veel verschillende behandelingen mogelijk. Het is altijd een behandeling op maat. Dit zijn de mogelijkheden:

  • Als er geen poliepen of myomen zijn gevonden, is de pil of een hormoonspiraaltje (Mirena) een eenvoudige oplossing. Overmatig bloedverlies kan dan tot wel 80 procent afnemen. Soms heeft de pil de voorkeur omdat de andere overgangsklachten worden meebehandeld. Als er geen bloeding meer komt na het stoppen van de pil, is de menopauze mogelijk begonnen.
  • Bij poliepen of vleesbomen in de baarmoederholte heeft een operatie de voorkeur. Dan verwijderen we de poliepen of vleesbomen.
  • Bij hevig bloedverlies is NovaSure een optie. Dat is een vorm van endometriumblatie. Dit is een behandeling waarbij de gynaecoloog het baarmoederslijmvlies weghaalt. Dit gebeurt met radiofrequente energie en dus zonder hormonen. De klachten kunnen tot 95 procent afnemen. 

Opvliegers

  • Opvliegers zijn plotselinge temperatuurwisselingen in het lichaam. Het gevoel lijkt op plotseling verhit raken en misselijk worden. Opvliegers kunnen een paar keer per week tot tientallen keren per dag voorkomen.
  • De oorzaak van opvliegers is waarschijnlijk een schommelende hoeveelheid oestrogeen. Oestrogeen wordt aangestuurd vanuit de hypofyse in de hersenen. De hypofyse is het centrale aansturingspunt in uw hersenen. Het stuurt alle hormonen, de hartslag, de ademhaling en de verwijding van de hart- en bloedvaten aan. 
  • Door de wisselende hoeveel oestrogeen krijgt de hypofyse soms verkeerde signalen. Hierdoor kan de hypofyse denken dat de lichaamstemperatuur te hoog is. Daarop grijpt de hypofyse in door het lichaam af te laten koelen. 
  • Dit afkoelmechanisme gaat meteen werken en uw huid wordt koud en klam. Het hart gaat harder kloppen en het bloed stijgt naar het hoofd. Hierdoor breekt het zweet uit. Opvliegers zorgen soms voor hoofdpijn, duizeligheid en hartkloppingen.

Nachtzweten

Hoewel opvliegers erg lastig kunnen zijn, kunnen ze gelukkig geen kwaad. Vaak komen ze ’s nachts (het zogenoemde nachtzweten). De één moet elke nacht meerdere keren de lakens vervangen, de ander wordt af en toe badend in het zweet wakker. Als deze opvliegers vaak ‘s nachts ontstaan, kan dit uw nachtrust behoorlijk verstoren. Daardoor kunt u zich overdag moe en lusteloos voelen. Op de lange duur kan slaapgebrek voor meer vermoeidheid, concentratieproblemen en geheugenproblemen zorgen.

Urineverlies

Ongeveer de helft van alle vrouwen tussen de 40 en 75 jaar kan plasproblemen krijgen. Het gaat om: 

  • Urineverlies bij inspanning.
  • Urineverlies door aandrang.
  • Urineverlies door een combinatie van beide.

Urineverlies bij inspanning

  • Vrouwen vinden onwillekeurig urineverlies een van de gênantste klachten. Hierbij kan de vrouw het urineverlies niet beheersen. Dit gebeurt meestal bij vrouwen tussen de 40 en 60 jaar die zich inspannen. Dit urineverlies wordt ook wel inspanningsincontinentie of stressincontinentie genoemd.
  • Op het moment dat een vrouw bijvoorbeeld moet lachen, hoesten of wat optilt, verliest ze urine. Door deze actie is er een drukverhoging in de buik. De afsluiting van het plaskanaaltje door de bekkenbodemspier is dan onvoldoende om de urine in de blaas te houden. In rust zou er nog wel genoeg ruimte zijn. Dit heeft te maken met een verzwakte bekkenbodem. Een verzwakte bekkenbodem kan ontstaan door de hormonale veranderingen tijdens de overgang. Ook kan het door langdurige bevallingen komen. Maar vrouwen die geen kinderen via hebben gekregen, kunnen hier ook last van hebben.
  • Veel vrouwen spannen hun bekkenbodemspieren aan om urineverlies tegen te gaan. Alleen een verhoogde bekkenbodemspierspanning kan het uitplassen moeilijker maken. Hierdoor ontstaan vrij gemakkelijk blaasontstekingen. Ook kan de vrouw vaker moeten plassen, zowel overdag als ‘s nachts. Verder kan het pijn bij het vrijen geven. 
  • De behandeling bestaat uit fysiotherapie van de bekkenbodemspieren en/of een operatie.

Urineverlies bij aandrang

  • Vrouwen boven de 60 jaar hebben vooral last van urineverlies bij aandrang. Deze vorm van urineverlies heet aandrang incontinentie. Soms voelt het constant alsof ze naar de wc moeten. Soms wel meer dan 20 keer per dag. Wanneer een vrouw een heftige aandrang voelt om te plassen, moet ze direct naar een toilet. Als ze dat niet doet, verliest ze urine. Urineverlies bij aandrang is een onderdeel van een overactieve blaas. Bij een overactieve blaas kunt u ook ‘s nachts urine verliezen. 
  • De oorzaak is een verandering in de prikkeloverdracht van de vulling van de blaas naar de hersenen. Hierdoor ontstaan onwillekeurige samentrekkingen van de blaasspier. Door zo’n samentrekking wordt de urine uit de blaas geperst.
  • De behandeling bestaat uit blaastrainingen onder leiding van een fysiotherapeut. Mogelijk met elektrostimulatie, om abnormale blaasprikkels af te remmen. Er zijn ook medicijnen die de prikkelbaarheid van de blaas afremmen.

Een combinatie van urine-incontinentie bij inspanning en aandrang
Een combinatie van beide vormen van urineverlies komt ook voor. Meestal wordt urine-incontinentie bij aandrang als eerste behandeld. 

Andere plasklachten

  • Een branderig gevoel bij het plassen. Door het wegvallen van de oestrogene hormonen na de overgang, wordt het slijmvlies van het plaskanaal dunner. Daardoor kan een branderig gevoel bij het plassen ontstaan. Het wat dikker maken van het slijmvlies kan de klachten verhelpen. Dat gebeurt met een zwakwerkend hormoon.
  • Blaasontstekingen. Het plaskanaaltje van een vrouw is ongeveer 2,4 cm lang. Toch kunnen bacteriën nog in de blaas komen. Wanneer de hormonen wegvallen, wordt het slijmvlies van het plaskanaal dunner. Ook neemt de spierspanning af. Daardoor is het voor bacteriën nog gemakkelijker om in de blaas te komen. Dit kan een blaasontsteking te veroorzaken. De infectie moet behandeld worden. Ook hierbij kan het helpen om het slijmvlies wat dikker te maken met een zwakwerkend hormoon.

Klachten die later komen

  • De huid van de schede wordt dunner en is ook minder vochtig.
  • Pijn bij het vrijen doordat de huid van de schede gevoeliger is geworden.
  • Verminderde zin in vrijen en verlies van libido. Dit komt onder ander door de daling van het hormoon androgeen. Dat is een mannelijk hormoon dat vooral uit de eierstokken komt. 
  • Droge lichaamshuid, verlies elasticiteit van de lichaamshuid. 
  • Spier- en gewrichtsklachten.

Klachten als u al heel lang in de overgang zit 

    • Het risico op aderverkalking en hartklachten neemt toe. Dit komt doordat de oestrogene hormonen de vaten beschermen verdwijnen.
    • Meer haargroei in het gezicht.

Behandeling met hormonale therapie

Artsen schreven in het verleden niet vaak hormonen voor. Dit heeft te maken met onderzoekresultaten. Daaruit bleek dat vrouwen die lange tijd hormonen gebruiken, misschien een grotere kans op borstkanker hebben. Dit is alleen zo bij vrouwen die pas starten met hormonen als ze ouder dan 60 jaar zijn. Ook moeten deze vrouwen de hormonen meer dan 5 jaar gebruikten.

Inmiddels zijn er meer onderzoeken gedaan. De meningen over voorschrijven van hormonen zijn nu veranderd. Nu weten we dat hormonen heel goed helpen bij overgangsklachten. Het gaat dan om klachten in de eerste 10 jaar na de laatste menstruatie. Er zijn minder risico’s dan wat eerder werd gedacht.

Tips voor uw leefstijl

  • Kleding: draag kleding van natuurlijke stoffen zoals katoen, wol of zijde. Draag meerdere lichte kledingstukken, zodat u gemakkelijk iets aan en uit kunt trekken.
  • Verkoeling: een koud washandje in de nek kan heerlijk verkoelend werken. Let op: leg het washandje niet op het voorhoofd. Een andere tip is een kleine handventilator die u overal mee naartoe kunt nemen.
  • Aerobics en yoga: dit kan een betere kwaliteit van leven geven. Er is geen bewijs dat fysieke activiteit helpt tegen opvliegers.
  • Minder cafeïne en alcohol: dit kan helpen tegen opvliegers en nachtzweten.

Hormonale medicatie

Bij vervelende klachten kunt u hormonale medicatie krijgen. Dan krijgt u extra oestrogeen in uw lichaam. Dit vermindert klachten zoals opvliegers, nachtelijk zweten, vaginale droogheid en plasklachten. Maar er is geen garantie dat al uw klachten weggaan. Wat u verder nog moet weten:

  • Welke medicijnen geschikt zijn, verschilt per persoon. Het hangt af van bijvoorbeeld uw leeftijd, de fase van de overgang en of u uw baarmoeder nog heeft. 
  • De duur van de behandeling is afhankelijk van uw klachten. 
  • Oestrogeen voorkomt hart- en vaatziekten en botontkalking. 
  • Bij vrouwen van 60 jaar en ouder raden we langdurig gebruik van oestrogeen en progesteron af. Met langdurig gebruik bedoelen we 5 jaar of langer.

Geen hormonen, wat dan wel?

Voor wie geen hormoonbehandeling kan of wil, zijn er andere mogelijkheden. 

  • Voor overgangsklachten zoals stemmingswisselingen is er Selective Serotonin Reuptake Inhibitor (SSRI). Serotonine is een stofje dat veel invloed heeft op uw stemming en gemoed. De precieze werking van SSRI wordt nog onderzocht. Goed om te weten: SSRI is een vorm van antidepressiva. Daarom zijn niet alle vrouwen er enthousiast over. 
  • Gabapentine helpt om de temperatuurregeling in de hersenen te verbeteren. Het werkt goed tegen opvliegers en transpiratie. Het middel heeft bijwerkingen zoals slaperigheid en duizeligheid. Daarom is het belangrijk om het gebruik langzaam op te bouwen tot een minimale dosis van 900 mg. Lagere doseringen hebben geen effect.
  • Cognitieve gedragstherapie is een vorm van psychotherapie. Het is aangetoond dat het opvliegers en nachtelijke transpiratie kan verminderen.
  • Traditionele acupunctuur kan de opvliegers en nachtelijke transpiratie verminderen.

Kruiden

  • Er is veel onderzoek gedaan naar natuurlijke producten en alternatieven. De meest mensen merken echter geen verbetering. Sommige mensen merken een kleine verbetering. Met name bij opvliegers en daarmee de kwaliteit van leven. Maar tegen nachtzweten helpen de producten niet. 
  • Plantaardige geneesmiddelen worden veel gebruikt, maar let op: natuurlijk betekent niet automatisch veilig. Sommige middelen zijn riskant vanwege bijwerkingen. Of ze zijn ongeschikt voor vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker. Andere middelen zijn gevaarlijk in combinatie met andere, al dan niet plantaardige middelen.
  • Tovermiddelen zijn plantaardige geneesmiddelen sowieso niet. Hoe mooi de reclame soms ook klinkt. Er is in onderzoek nooit een werking aangetoond.
  • Kruiden die niet werken zijn: monnikenpeper, ginkgo, hop, salie, valeriaan, teunisbloem, ginseng, dong quai (Chinese engelwortel) en kava kava. Let op: kava kava is gevaarlijk en verboden in de EU. Toch is het soms te koop. 
  • Zilverkaars zou soms een klein beetje helpen, maar er is geen goed onderzoek naar gedaan. Ook zijn er bijwerkingen zoals buikklachten en huiduitslag. Het kan giftig zijn voor de lever. Vrouwen die leveraandoeningen hebben (gehad) kunnen het beter niet nemen. Zilverkaars kan de kans verhogen om opnieuw een oestrogeengevoelige, kwaadaardige aandoening te krijgen. Borstkanker is hier een voorbeeld van. Vrouwen die borstkanker hebben gehad, kunnen zilverkaars beter niet nemen. 
  • Sint-janskruid lijkt zinvol bij het bestrijden van depressies. Toch kan het problemen veroorzaken met veel voorkomende medicijnen. Met name medicijnen die gebruikt worden voor de behandeling van borstkanker. Overleg eerst met uw huisarts of apotheker als u ook andere geneesmiddelen gebruikt. 
  • Rode klaver is een zogenaamd fyto-oestrogeen. Het kan werken bij lichte klachten van opvliegers en nachtelijke transpiratie.

Fyto-oestrogenen en supplementen

  • Het is bij onderzoek niet duidelijk geworden of fyto-oestrogenen werken. Onderzoek naar de werking van soja geeft wisselende resultaten. Meer onderzoek is nodig. 
  • Een goede bron van fyto-oestrogenen is soja. Vrouwen krijgen vaak het advies hier meer van te eten of te drinken, bijvoorbeeld in de vorm van sojamelk. Hetzelfde geldt voor andere voedingsmiddelen met veel fyto-oestrogenen. Dat zijn bijvoorbeeld erwten, bonen en kikkererwten. Soja eten kan darmklachten geven.
  • Van alle sojaproducten lijken isoflavonen het meest te helpen. Dit moet echter alleen worden gebruikt door vrouwen die niet meer ongesteld worden. Bij langdurig gebruik kan het slijmvlies in de baarmoeder worden aangetast. Dit kan een verhoogde kans geven op baarmoederkanker. Heeft u na de menopauze last van bloedverlies? Ga dan naar een dokter voor verder onderzoek.
  • Botverlies (osteoporose) door een verminderde aanmaak van bot. De botten worden hierdoor poreuzer. U kunt gemakkelijker een bot breken. 

Versie : 20200008 De overgang 

Specialisme: Gynaecologie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.