Oefeningen en instructies bij een onderbeenbrace

Algemeen

• Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
• Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
• Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
• Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

U heeft een breuk in uw onderbeen. U heeft hiervoor eerst een gipsbehandeling gehad. Op de Gipskamer krijgt u een onderbeenbrace. Deze brace heet een Sarmiento brace. In deze folder leest u er meer informatie over. Ook leest u aan welke adviezen u zich thuis houdt. Tot slot leest u welke oefeningen u moet doen om te herstellen. Het is belangrijk dat u deze adviezen goed opvolgt. Bij sommige klachten neemt u contact op met het ziekenhuis.

Sarmiento brace

De Sarmiento brace is gemaakt van kunststof gips. Dit materiaal is niet elastisch. Het bevestigen, verstellen en afnemen van de brace doet u met klittenband. De brace is op sommige plaatsen wat steviger gemaakt.

De brace kan uw onderbeen alleen goed ondersteunen als die tijdens het lopen stevig zit. Natuurlijk mag de brace niet te strak zitten of knellen. Met het klittenband kunt u de brace dan iets losser maken.

Weer naar huis 

Eenmaal thuis volgt u adviezen om de breuk zo snel mogelijk te laten herstellen. Hieronder ziet u een overzicht van deze adviezen.

Douchen

U mag niet baden of zwemmen met de brace. De brace mag niet nat worden. U kunt de brace tijdens het douchen beschermen met een handdoek. Daaromheen wikkelt u een plastic zak, die u vastmaakt met plakband of tape.

Kous verschonen

U verschoont de kous onder de brace regelmatig. Verzorg ook de huid onder de brace goed, bijvoorbeeld met bodylotion.

Oefeningen om te herstellen

Een gipsbehandeling heeft gevolgen voor uw spieren en gewrichten. De kracht in uw spieren is minder en uw gewrichten zijn stijver geworden. Nu u geen gips meer heeft, is het belangrijk de knie soepel te maken. Daarna oefent u om de beenspieren weer sterker te maken. Hieronder leest u algemeen oefenadvies, gevolgd door oefeningen.

Algemeen oefenadvies

• In het begin kan het pijnlijk zijn om de knie weer te buigen. Doe daarom voorzichtig en oefen rustig, maar probeer wel elke dag een beetje verder te komen.
• Probeer uw knie regelmatig te bewegen, zodat u na een tijdje de knie weer volledig kunt buigen.
• Doe de oefeningen vaak, bijvoorbeeld 5 tot 10 keer per dag.
• Doe de oefeningen 5 tot 10 minuten per keer.

U hoort van uw behandelend arts of gipsverbandmeester wanneer u mag beginnen met de oefeningen. Hieronder ziet u een overzicht van de oefeningen.

Oefening 1

• Ga zitten op een stoel.
• Strek uw knie uit, tot deze volledig gestrekt is.
• Houd dit 3 seconden vol.
• Buig de knie weer terug, totdat de voet weer op de grond staat.

Oefening 2

• Ga zitten op een stoel.
• Hef uw been met gestrekte knie omhoog.
• U voelt dat de spieren in uw bovenbeen zich aanspannen.
• Laat vervolgens het gestrekte been langzaam weer zakken.
• Doe de oefening 5 tot 10 keer.

Lopen met een loophulpmiddel

Voordat u deze oefening doet, overlegt u altijd eerst met uw behandelend arts. U bespreekt of u deze oefening al mag doen en hoeveel u mag lopen.

Begin eerst met een loophulpmiddel te lopen, zoals een looprek, rollator of elleboogkrukken. Let goed op dat u uw voet rustig en recht afwikkelt. U landt op de hak en rolt daarna af richting de tenen. Bij deze oefening draagt u het beste stevige schoenen. Begin met kleine stukjes wandelen, bijvoorbeeld in en om huis. Als dat goed gaat, kunt u steeds een beetje verder lopen. Als u merkt dat het lopen makkelijker gaat, kunt u zonder loophulpmiddel wandelen.

Autorijden en fietsen

Kunt u weer zonder hulpmiddelen lopen? Dan mag u na overleg met uw orthopeed of chirurg weer autorijden en fietsen. In verband met de lage instap is een damesfiets aan te raden. U hoeft dan niet met uw been over de stang. Het is ook goed om de polisvoorwaarden van uw verzekering te lezen.

Wanneer bellen?

Neemt u bij 1 of meer van onderstaande klachten contact met op met het ziekenhuis:

• Bij pijn door onvoldoende steun of plaatselijke druk door de brace.
• Als de brace niet prettig zit.
• Bij nieuwe pijnklachten.
• Bij blauwe of witte verkleuring van uw vingers of tenen.
• Bij doofheid of tintelingen van vingers of tenen.
• Als u last krijgt van de huid onder de brace.
• Bij een gescheurd klittenband.
• Bij scheurtjes of knikken in de brace.

Versie: 20140011 Oefeningen en instructies onderbeenbrace