Oefeningen en instructies bij een bovenarmbreuk

Algemeen

• Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
• Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
• Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
• Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

U heeft een breuk in uw bovenarm (de humerus). In deze folder leest u wat er gaat gebeuren om de breuk te herstellen. Het is belangrijk dat u de adviezen goed opvolgt, zodat de breuk goed geneest. Tot slot leest u bij welke klachten u contact opneemt met het ziekenhuis.

Verband, gips en sling

In de eerste week na het ongeval krijgt u op de Spoedeisende Hulp een drielagenverband. Na 1 week krijgt u op de gipskamer een brace van kunststof gips aangemeten. Dit wordt een Sarmiento brace genoemd. Deze brace draagt u 6 tot 12 weken. 

Brace

Het bevestigen, verstellen en afnemen van de brace gebeurt met klittenband. De brace is op sommige plaatsen wat steviger gemaakt. De brace kan uw bovenarm alleen beschermen als deze stevig genoeg om uw bovenarm zit. Natuurlijk mag de brace niet afknellen. Met het klittenband kunt u de brace bijstellen.

Sling

Het is mogelijk dat de onderarm iets dikker wordt, vooral in de eerste weken. Om de zwelling te verminderen, legt u uw hand het best zo hoog mogelijk in uw sling. Het is belangrijk dat de hand hoger ligt dan de elleboog. Als dat nodig is, doet u de brace iets losser. Het helpt ook als u een paar keer per dag uw pols oefent. Na een tijdje merkt u dat de pijn minder wordt.

Weer naar huis

Eenmaal thuis volgt u adviezen om de breuk zo snel mogelijk te laten herstellen. Hieronder ziet u een overzicht van deze adviezen.

Houding van de arm

Om de breuk zo goed mogelijk te laten genezen, is het belangrijk dat u uw bovenarm laat uithangen. Dit betekent dat de sling uw arm alleen mag ondersteunen bij uw pols. Hoe hoger uw pols hangt, hoe beter. Zo hangt de elleboog vrij en houdt het gewicht van de arm de breuk op zijn plaats. Uw arm en elleboog moeten altijd vrij hangen. U mag dus niet steunen op een kussen of leuning. 

Slapen

U slaapt het beste half zittend. Daarbij ondersteunt u uw bovenlichaam met een opgerichte rugsteun en extra kussens. Het is belangrijk om te voorkomen dat u ’s nachts onderuit glijdt. Daarvoor kunt u het voeteneinde van uw matras 20 centimeter verhogen. Dit doet u bijvoorbeeld met kussens of dekens.

Zitten

Zitten is de beste houding. Zorg ervoor dat uw stoel geen armleuning heeft. Zit u op de bank? Zorg er dan voor dat de leuning aan de kant van uw gezonde arm zit.

Douchen

De brace mag niet nat worden. U kunt de brace tijdens het douchen beschermen met een handdoek. Daaromheen wikkelt u een plastic zak, die u vastmaakt met plakband of tape.

Kous verschonen

U verschoont de kous onder de brace regelmatig. Verzorg ook de huid onder de brace goed, bijvoorbeeld met bodylotion.

Werk, verkeer en sport

Sporten, zware werkzaamheden en fietsen of autorijden zijn niet toegestaan. Dit doet u pas als uw behandelend arts dat heeft verteld. Met uw arts en werkgever overlegt u wanneer u weer naar uw werk kan. 

Oefeningen om te herstellen

Een gipsbehandeling heeft gevolgen voor uw spieren en gewrichten. De kracht in uw spieren is minder en uw gewrichten zijn stijver geworden. Het is belangrijk dat u meteen vanaf het begin uw arm, hand en pols goed beweegt. Zo zorgt u ervoor dat uw gewrichten niet stijf worden. U doet dat met oefeningen. Hieronder leest u algemeen oefenadvies, gevolgd door oefeningen.

Algemeen advies

• Doe deze oefeningen vaak, bijvoorbeeld 5 tot 10 keer per dag.
• Doe de oefeningen 5 tot 10 minuten per keer.
• Zorg er altijd voor dat u geen erge pijn heeft tijdens het oefenen. Probeer echter wel om elke dag een beetje verder te komen.

U hoort van uw behandelend arts of gipsverbandmeester wanneer u mag beginnen met de oefeningen. Hieronder ziet u een overzicht van de oefeningen.

Oefening 1 

In de brace en de sling kunt u al oefeningen doen met uw pols. Begin hier gelijk de eerste week mee.

• Maak een vuist en strek de vingers.
• Strek de pols op en buig die weer.
• Draai rondjes met de pols, met de klok mee en weer terug.

Oefening 2

• Ga zo ver mogelijk gebukt staan of zitten op een kruk tot de rug voorovergebogen is.
• Steun daarbij met de gezonde arm op een tafel of uw bovenbeen.
• Zwaai rustig de arm heen en weer (met of zonder draagband).

Oefening 3

• Draai cirkels met uw arm, vanuit dezelfde houding als bij oefening 1.

Oefening 4

• Ga staan of zitten.
• Buig eerst uw elleboog zo ver mogelijk, strek hem daarna zo ver mogelijk.
• Ondersteun de beweging eventueel met uw gezonde arm.

Wanneer bellen?

Belt u bij 1 of meer van onderstaande klachten het ziekenhuis:

• Bij pijn door onvoldoende steun of als de brace ergens drukt.
• Als de brace niet prettig zit.
• Als de onderarm of hand gaat tintelen of gevoelloos wordt.
• Als de onderarm erg dik wordt.
• Als u ineens nieuwe pijnklachten krijgt.
• Bij blauwe of witte verkleuring van uw vingers.
• Als u last krijgt van uw huid onder de brace.
• Als de brace of onderdelen van de brace stuk zijn.
• Bij scheurtjes of knikken in de brace.

Versie: 20140010 : Oefeningen en instructies bovenarmbreuk 2023-08