Leven zonder milt

Inleiding

In deze folder leest u wat er gebeurt wanneer uw milt is verwijderd of niet goed meer werkt. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw behandelend arts. Als u nog vragen heeft, dan stelt u die aan uw arts. 

De milt

De milt is een orgaan in uw buikholte. De milt zorgt voor een goede afweer tegen bepaalde bacteriën. Dit doet de milt door antistoffen aan te maken. Ook verwijdert de milt schadelijke bacteriën en ziektekiemen uit uw bloed. Als uw milt is verwijderd of niet goed werkt, is uw afweer minder goed. Dan kunnen sommige infecties erger verlopen.

Risico op infectie

• Bij sommige ziekten heeft u meer kans op ernstige bacteriële infecties. Dat is het geval bij pneumokokken, meningokokken en Haemophilus influenzae. Deze bacteriën kunnen een keelontsteking, longontsteking en hersenvliesontsteking veroorzaken.

• U kunt een ernstige (wond)infectie krijgen na een beet van een hond of kat.
• U heeft een groter risico op een ernstige vorm van malaria.
• U heeft een groter risico op een ernstige vorm van babesiosis. Dit is een infectie die u kunt krijgen door de beet van een teek. 

Maatregelen

Als u geen milt meer heeft of als uw milt niet goed werkt, dan moet u altijd zorgen voor goede maatregelen. Hieronder leest u welke maatregelen dit zijn.

• Het is belangrijk dat uw (huis)arts ervan weet als u problemen heeft met uw milt. Bijvoorbeeld dat uw milt beschadigd of verwijderd is. U kunt een medisch paspoort aanvragen. Daarin kunt u vermelden dat u geen milt heeft of dat uw milt niet (goed) meer werkt. 
• Als uw milt is weggehaald, moet u 2 jaar lang iedere dag antibiotica (feneticilline) gebruiken. Dit heet antibiotische profylaxe. Soms besluit uw behandelend arts om u geen profylactische antibiotica te geven. Bijvoorbeeld als uw milt nog voor een deel werkt. Als u overgevoelig bent voor deze antibiotica, dan vertelt u dat aan uw arts.

• Voor noodgevallen moet u altijd het antibioticum amoxicilline/clavulaanzuur in huis hebben. Als u een paar dagen weg gaat, neemt u dit antibioticum mee. U let zelf op de houdbaarheidsdatum. 

• Als u koorts of koude rillingen heeft, dan neemt u contact op met uw huisarts. Als u koorts heeft, begint u meteen met het antibioticum amoxicilline/clavulaanzuur. 
• Als u bent gebeten door een dier, dan neemt u contact op met uw huisarts. U begint dan meteen met het antibioticum amoxicilline/clavulaanzuur. 
• Als u op reis gaat naar (sub)tropische gebieden, moet u altijd goed voorbereid zijn tegen malaria. U kunt bij de GGD, reiskliniek of uw (huis)arts terecht voor informatie. 

• Pas op bij tekenbeten als u op reis bent. Vooral in de bosrijke gebieden in het oosten van de Verenigde Staten komen veel teken voor.

Vaccinaties

U wordt gevaccineerd tegen pneumokokken, meningokokken en Haemophilus influenzae. Vaccineren zorgt ervoor dat u minder kans heeft op infecties met deze bacteriën. Maar vaccinaties beschermen u nooit helemaal. De vaccinaties krijgt u van uw (huis)arts. 

Bijwerkingen van vaccinaties

Het is mogelijk dat de vaccinaties zorgen voor bijwerkingen. Dat gebeurt bijna nooit. Als u bijwerkingen heeft, zijn die niet ernstig. Soms krijgt u lichte koorts of een rode, gezwollen plek waar u de prik heeft gekregen. Op die plek kan het ook stijf aanvoelen of gevoelig zijn. Deze bijwerkingen gaan meestal met een paar dagen vanzelf over. U kunt de eerste dagen paracetamol gebruiken. Heeft u ernstige klachten, dan is het belangrijk om contact op te nemen met uw huisarts.

Versie: 1445480 Leven zonder milt 2023-08