Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Kijkoperatie om eileiders, eierstokken of cysten te verwijderen
Terug naar bovenliggende pagina

Kijkoperatie om eileiders, eierstokken of cysten te verwijderen

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

In overleg met uw gynaecoloog krijgt u binnenkort een kijkoperatie. Tijdens de kijkoperatie worden uw eileiders, eierstokken en/of cysten verwijderd. In deze folder leest u wat een kijkoperatie is. Ook leest u wanneer dit gedaan wordt en hoe u hierover beslist. Ook leest u informatie over de operatie. Van hoe u zich voorbereidt, tot de opname in het ziekenhuis en de periode daarna. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts. 

Kijkoperatie 

Een kijkoperatie wordt laparoscopie genoemd. Laparos is Latijn voor buik en skopein betekent kijken. De kijkoperatie gebeurt altijd onder een algehele verdoving (narcose). Er zijn verschillende redenen om een kijkoperatie uit te voeren. U kunt bijvoorbeeld buikklachten hebben of uw baarmoeder moet worden verwijderd. Bij u gaat het om een ingreep aan uw eileider(s), eierstok(ken) of het weghalen van cysten.

Bij ziekte van de eileiders, eierstokken of cysten kan het nodig zijn om die te verwijderen. De cyste kan geopend of (gedeeltelijk) uit de eierstok gepeld worden. Deze meeste cysten zijn goedaardig, maar kunnen toch vaak voor buikklachten zorgen. Vermoedt de arts dat de cyste kwaadaardig is of dat er sprake is van kanker? Dan wordt u doorverwezen naar een academisch ziekenhuis, zoals het UMCG.

Verschil met gewone operatie

Bij een kijkoperatie worden kleine sneetjes gemaakt. Bij een gewone operatie ontstaat vaak een grote wond, omdat de buik via een snee wordt geopend. De kleinere sneetjes veroorzaken minder wondpijn. Ook werken de darmen na afloop weer sneller normaal. Hierdoor is ook het verblijf in het ziekenhuis korter. Uw herstel thuis gaat meestal vlugger. Wel duurt de operatie soms langer, waardoor u langer onder narcose bent. 

Beslissing

U kunt vaak kiezen tussen een kijkoperatie of een gewone operatie. Uw behandelend arts helpt u om een goede beslissing te nemen. Zodra u de beslissing voor een kijkoperatie heeft genomen, beginnen de voorbereidingen.

Voorbereiding

Het is belangrijk dat u zich op de operatie voorbereidt. Hieronder leest u hoe u dit doet.

Preoperatief spreekuur

In de periode voor de operatie wordt u uitgenodigd voor het preoperatieve spreekuur. U heeft dan een gesprek met de anesthesioloog, die u alles vertelt over de narcose. De anesthesioloog controleert ook uw lichamelijke conditie. Als de anesthesioloog dat nodig vindt, krijgt u nog een onderzoek.

Algemeen

  • Het is verstandig om 6 weken voor de operatie te stoppen met roken. Dat zorgt voor een betere conditie. Ook verkleint dit het risico op wondcomplicaties na de operatie. Ook de operatie zelf gaat dan beter.
  • Voor de operatie moet u nuchter zijn. Meer informatie daarover krijgt u tijdens het preoperatief spreekuur. 

Behandelbeperking en reanimatiebeleid

De gynaecoloog informeert u over de behandelbeperking en het reanimatiebeleid. Dat gebeurt standaard bij iedereen die wordt opgenomen in het ziekenhuis. Misschien bent u al bekend in ons ziekenhuis, dan is het beleid al eerder met u besproken. Dan staat het al in uw dossier. Toch zal de arts dit voor de opname nog controleren.

De operatie

Op de dag van de operatie wordt u opgenomen op de afdeling Gynaecologie. U krijgt de medicijnen die zijn voorgeschreven door de anesthesioloog. De verpleegkundige helpt u bij de voorbereidingen op de operatie. U kleedt zich om en trekt een operatiejasje aan. Als u een gebitsprothese heeft, dan doet u die uit. Uw sieraden doet u af. Als u dat wilt, krijgt u een rustgevend tabletje ter voorbereiding op de narcose.

Voorbereiding

Als u aan de beurt bent, brengt een verpleegkundige u van de afdeling naar de operatiekamer. Vóór de operatie wordt een aantal keren gecontroleerd wie u bent. Voordat de operatie begint, wordt een uitgebreide veiligheidscontrole gedaan. Dit gebeurt bij alle aanwezigen in de operatiekamer.

Op de operatietafel

Uw gynaecoloog maakt een sneetje van ongeveer 1 centimeter in de onderrand van de navel. Door dit sneetje gaat een dunne, holle naald in de buikholte. Via dit naaldje wordt de buik gevuld met onschadelijk koolzuurgas. Zo ontstaat er ruimte in de buik. 

Daarna brengt de gynaecoloog een buisje in uw buik. Door dit buisje kan een cameraatje ingebracht kan worden. Dat is nodig om organen te kunnen zien, zoals de baarmoeder, eileiders en eierstokken. De gynaecoloog ziet de organen op een monitor.

Door 3 andere sneetjes van een halve centimeter worden kleine buisjes ingebracht. Via deze buisjes worden operatie-instrumenten ingebracht, zoals paktangetjes en een schaartje. 

Meestal brengt de gynaecoloog een instrumentje in de baarmoederholte. Dit gebeurt via de vagina en baarmoederhals. Dit is nodig om de baarmoeder tijdens de operatie te kunnen bewegen. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk om een vergrote eierstok of cyste te verwijderen.

Na de operatie

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier blijft u totdat u weer goed wakker bent en de verdoving is uitgewerkt. Pas dan gaat u terug naar de afdeling Gynaecologie.

Herstel na de operatie

Als u weer op de verpleegafdeling bent, krijgt u hulp bij uw herstel:

  • Op de operatiedag controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur.
  • U krijgt een injectie met Fraxiparine om bloedstolling (trombose) te voorkomen. Deze injectie krijgt u dagelijks totdat u weer naar huis kan. De verpleegkundige bespreekt met u welke verpleegkundige zorg u krijgt.
  • Op de dag van de operatie of de dag erna hoort u hoe de operatie is gegaan.
  • De verpleegkundige vraagt u een paar keer per dag hoeveel pijn u heeft. Dit is om precies te weten hoeveel pijn u heeft en of de pijnstillers goed werken.

Weer naar huis

Als u weer thuis bent, kan uw herstel toch tegenvallen. U bent sneller moe en u kunt minder dan u dacht. Als dat zo is, kunt u het beste rustig aan doen en extra uitrusten. Het is belangrijk dat u naar uw lichaam luistert. Als u zich dan weer wat beter voelt, kunt u steeds een beetje meer gaan doen.

Hoe lang het herstel duurt, verschilt per persoon. Meestal duurt het herstel ongeveer 3 tot 6 weken. Vaak kunt u na 2 tot 3 weken thuis weer van alles doen.

Afscheiding en bloedverlies

Na de operatie kunt u bloederige of bruine afscheiding hebben. Dit een paar dagen tot een paar weken duren. Is het bloedverlies duidelijk meer dan bij een normale menstruatie? Dan kunt u het beste contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie. Buiten kantooruren belt u naar de verpleegafdeling Gynaecologie.

Hechtingen

  • Voor de kleine sneetjes worden hechtingen gebruikt die uit zichzelf oplossen. Dit duurt meestal 1 tot 6 weken. Als de hechtingen irriteren of een rode huid veroorzaken, kunt u ze laten verwijderen. Dit vraagt u aan uw huisarts.
  • De hechtingen mogen er niet eerder uit dan 7 dagen na de operatie.
  • Als er nog wondvocht uit de wondjes komt, is het verstandig een pleister of een gaasje op het wondje te doen. Als de wondjes droog zijn, is dit niet meer nodig.

Douchen en baden

U mag gewoon douchen. In bad gaan en zwemmen is weer toegestaan als u geen vaginaal bloedverlies meer heeft. Ook moeten de oplosbare hechtingen zijn opgelost.

Seksualiteit

Is de schede geopend bij de operatie? Dan is er hoog in de achterwand onder de baarmoederhals een litteken. Het is voor de genezing dan beter als er tijdelijk niets in de schede komt.

U krijgt daarom het advies om de eerste 6 weken (tot aan de eerste controle) geen gemeenschap te hebben. Ook kunt u beter geen tampon gebruiken. Er is niets op tegen om al eerder seksueel opgewonden te raken of te masturberen. De buik is vaak de eerste tijd nog gevoelig.

Lichamelijke inspanning

Doe de eerste 6 weken zo min mogelijk zware lichamelijke inspanning, het liefst niet. Denk bijvoorbeeld aan (zwaar) tillen of stofzuigen. Als u zich wat beter voelt, kunt u langzaam steeds wat meer gaan doen.

Eten en drinken

Het is belangrijk dat uw stoelgang soepel blijft. Dit kan door:

  • Het eten van voedsel waarin veel vezels zitten.

  • Door voldoende te drinken (1,5 tot 2 liter per dag).

  • Als dat nodig is, kunt u met de gynaecoloog overleggen of u een laxeermiddel krijgt. Dit middel krijgt u vanuit het ziekenhuis mee naar huis.

Pijnbestrijding

Het is verstandig om de eerste week thuis paracetamol te gebruiken. U mag maximaal 4 keer per dag 2 tabletten van 500 milligram innemen. U kunt de paracetamol het beste op vaste tijden innemen. Als uw pijn minder wordt, kunt u steeds minder paracetamol slikken.

Werkt de paracetamol niet goed genoeg? Dan mag u daarnaast ook 3 keer per dag een pijnstiller met NSAID innemen. Voorbeelden zijn Ibuprofen, Naproxen, Diclofenac of Aleve. Deze combinatie mag u maximaal tot 3 dagen na de operatie gebruiken. U moet goed oppassen als u maagklachten heeft of krijgt.

Mogelijke complicaties

De meeste kijkoperaties verlopen zonder complicaties. Toch kan het voorkomen dat er complicaties zijn bij een kijkoperatie. Deze complicaties kunnen ook gebeuren bij een gewone buikoperatie.

  • U kunt na de operatie pijn voelen boven in de buik, bij de onderrand van de ribben. Deze pijn kan uitstralen naar de schouders. Meestal komt dit door het koolzuurgas dat in de buik is gebracht. Dit gaat na een paar dagen vanzelf over. U kunt hiervoor pijnstillers krijgen.
  • De eerste dagen na de operatie kan het gebeuren dat de darmen langzaam op gang komen. Dit kan met extra vocht via het infuus worden behandeld. Door veel te drinken en op uw voeding te letten kan u zelf al veel bereiken. Medicatie kan ook helpen. Het herstel kan hierdoor wel langer duren.
  • Er kan een nabloeding optreden. Soms wordt u dan opnieuw geopereerd. Dat gebeurt dan binnen 1 tot 2 dagen na de operatie. Ook kan bij een van de sneetjes een bloeduitstorting of infectie ontstaan. Meestal komt dit vanzelf weer goed.
  • U kunt pijn of stijfheid in uw heupen of benen hebben. Dit komt doordat uw benen tijdens de operatie in beensteunen liggen. Deze pijn gaat meestal na een paar dagen vanzelf over.

  • Bij de operatie kunnen complicaties ontstaan. Een voorbeeld is een beschadiging aan de urinewegen of darmen. Dat merkt u vaak pas als u alweer thuis bent. Heeft u ernstige buikpijn, koorts of pijn in uw nierstreek (aan de zijkant van uw rug)? Dan is het verstandig om contact op te nemen met uw behandelend arts. Deze beschadigingen zijn meestal goed te behandelen, maar het herstel duurt langer.
  • Bij de operatie wordt kortdurend een katheter in de blaas geplaatst. Daardoor kan een blaasontsteking ontstaan. Zo’n ontsteking is lastig en pijnlijk, maar goed te behandelen.
  • Er kan in de buikwand of in de vagina een (na)bloeding optreden. Meestal verwerkt het lichaam een bloeduitstorting zelf. Maar dit vergt een langere periode van herstel. Bij een ernstige (na)bloeding is soms een tweede operatie nodig, vaak via een grotere snee.
  • Bij elke operatie is er een klein risico op een infectie, littekenbreuk of trombose.
  • U kunt na de operatie klachten hebben zoals: duizeligheid, slapeloosheid, moeheid, concentratiestoornissen en buik- of rugpijn. Deze klachten zijn meestal niet ernstig, maar kunnen wel vervelend zijn. Heeft u lang last van de klachten? Dan is het verstandig om dit met uw huisarts of gynaecoloog te bespreken.

Wanneer bellen?

Neem contact op met het ziekenhuis als er problemen zijn door de operatie:

  • Koorts boven de 38,5 graden Celsius.
  • Overmatig vloeien.
  • (Na)bloeden van de wond.
  • Roodheid of ontsteking van de wond.
  • Steeds meer buikpijnklachten, ook al neemt u daar pijnstillers tegen. 
  • Als u het niet vertrouwt.

Controle

Na de operatie krijgt u meestal 2 afspraken:

  1. Een afspraak met de uitslag van het weefselonderzoek. Dat heet de PA-uitslag.
  2. Een afspraak voor een controle op de polikliniek. De gynaecoloog bespreekt met u of er meer controles of behandelingen noodzakelijk zijn. U hoort dan ook of u weer mag werken. 

Versie: 20190029 08-2023 Kijkoperatie om eileiders, eierstokken of cysten te verwijderen

Specialisme: Gynaecologie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.